Inhoudsopgave
Advertenties
Slepen
Het is verboden om het voertuig met de voorwielen
op de grond te slepen, want dit zal ernstige schade
aan het aandrijfsysteem veroorzaken.
Sta nooit toe dat een ander voertuig uw voertuig
alleen met een touw of ijzeren ketting sleept.
Als u het voertuig in noodgevallen verplaatst, moet
de rijsnelheid altijd lager zijn dan 5 km/h.
Vertel de hulpdiensten dat het te slepen voertuig een
elektrische auto is. Lees het Handboek voor de bestuurder.
• Als de wielen niet vergrendeld zijn: om te voorkomen
dat het verloopstuk naar de stand P (parkeren) schakelt,
moet u vóór het slepen de contactschakelaar in de stand
ON (AAN) zetten, de rem indrukken en de versnelling in
de stand N zetten. Deactiveer de EPB. Koppel vóór het
slepen ook de handbediende serviceschakelaar op de
hoogspanningsaccu los. Tijdens het slepen moet het
voertuig met de voorwielen los van de grond worden
gesleept. Alleen de volgende drie sleepmethoden worden
aanbevolen. Bij het aankoppelen/loskoppelen van een
voertuig aan/van het slepende voertuig of het verplaatsen
van een voertuig met de voorwielen op de grond, mag er
niet sneller dan 5 km/h worden gereden.
178
Wat te doen in een noodsituatie
Let op
Let op
• De wielen zijn vergrendeld (d.w.z. in omstandigheden
waarin het verloopstuk naar de stand P schakelt of
de wielen vergrendeld zijn en niet kunnen worden
ontgrendeld):
1 Gebruik een dieplader met kraan om het voertuig te
verplaatsen. Til het voertuig op de dieplader en bevestig
het op acht verschillende punten met spanlinten voor u
het verplaatsen begint.
2 Wanneer u een sleeptrolley gebruikt om het voertuig te
verplaatsen, til dan de voorwielen van het voertuig op
en plaats de achterwielen op de sleeptrolley (los van de
grond). Wanneer het voertuig via deze methode wordt
gesleept, mag de sleepsnelheid niet hoger zijn dan
30 km/h (afhankelijk van de maximumsnelheid van de
sleeptrolley) en mag de sleepafstand niet meer dan 50 km
bedragen.
Advertenties
Inhoudsopgave
