Bandendrukcontrolesysteem
Het bandendrukcontrolesysteem controleert automatisch de
toestand van de banden in realtime en biedt een eff ectieve
veiligheidsgarantie tijdens het rijden.
Wanneer de bandendruk te laag of te hoog is, wanneer de
band snel leegloopt of wanneer het systeem uitvalt onder het
rijden, gaat het "TPMS waarschuwingslampje (geel)"
op het dashboard aan en toont het combi-instrument de
bijbehorende alarminterface.
Voordat u gaat rijden
Waarschuwings- en controlelampjes
Richtingaanwijzer
(groen)" knippert bij het afslaan. Wanneer de schakelaar van
de waarschuwingsknipperlichten wordt ingedrukt, knipperen de
linker en rechter richtingaanwijzers tegelijkertijd.
Opmerking: Als een richtingaanwijzer snel knippert, geeft
dit aan dat de gloeilamp in die richtingaanwijzer defect is.
Controlelampje grootlicht
aan wanneer de grootlichtkoplampen zijn ingeschakeld of
wanneer er een knippersignaal wordt gegeven.
Controlelampje IHC (Intelligent High Beam
Control)
Opmerking: Dit is van toepassing op voertuigen die zijn
uitgerust met IHC.
(AAN) is gedraaid en het IHC-systeem het grootlicht aanstuurt
om te gaan branden, gaat het "IHC-controlelampje (blauw)"
branden. Wanneer het IHC-systeem het grootlicht aanstuurt
om uit te gaan, gaat het "IHC-controlelampje (grijs)" branden.
/
De linker of rechter "richtingaanwijzer
Het "controlelampje koplamp grootlicht (blauw)" gaat
Wanneer de contactschakelaar naar de stand ON
1
53