Zie "IHC (Intelligent High Beam Control)" in het gedeelte
Starten en rijden voor meer informatie.
Controlelampje mistlamp vooraan
Het "controlelampje mistlamp vooraan (groen)"
brandt wanneer de voorste mistlampen zijn ingeschakeld.
Controlelampje mistlamp achteraan
Het "controlelampje mistlamp achteraan (geel)"
brandt wanneer de mistlampen achteraan zijn ingeschakeld.
Controlelampje positielamp
Het "positiecontrolelampje (groen)" licht op wanneer
de positielampen zijn ingeschakeld.
Waarschuwingslampje diefstalalarm
aandrijfmotor
Wanneer de contactschakelaar naar de stand
ON (AAN) is gedraaid, gaat het "Waarschuwingslampje
diefstalalarm aandrijfmotor (geel)" uit en kan het voertuig
starten. Als het waarschuwingslampje knippert, geeft dit
aan dat het besturingssysteem van het diefstalalarm defect
is en zal het voertuig niet kunnen starten. Neem in dat geval
onmiddellijk contact op met de onderhoudsdealer om dit
probleem te laten verhelpen.
54
Voordat u gaat rijden
TPMS-waarschuwingslampje
ON (AAN) is gedraaid en het bandendrukcontrolesysteem
defect raakt, licht het "TPMS-waarschuwingslampje (geel)"
op. Neem in dat geval zo snel mogelijk contact op met onze
onderhoudsdealer.
Waarschuwingslampje accu niet opgeladen
(AAN) wordt gedraaid, gaat het "waarschuwingslampje accu
niet opgeladen (rood)" aan en gaat het weer uit nadat het
voertuig is gestart.
Als het lampje niet uitgaat nadat de aandrijfmotor is gestart,
of als het aangaat tijdens het rijden, duidt dat op een defect
in het oplaadsysteem. Neem in dat geval zo snel mogelijk
contact op met onze onderhoudsdealer.
Waarschuwingslampje airbag
(AAN) wordt gedraaid, gaat het "waarschuwingslampje airbag
(rood)" aan. Na enkele seconden gaat het weer uit.
Als het lampje niet gaat branden of knipperen, of blijft branden
of knipperen tijdens het rijden, betekent dit dat er een storing
Wanneer de contactschakelaar naar de stand
Wanneer de contactschakelaar in de stand "ON"
Let op
Wanneer de contactschakelaar in de stand "ON"