Het reservewiel opbergen
1 Leg het reservewiel op de grond, met het ventiel naar boven
gericht (zorg ervoor dat het niet omgekeerd ligt).
2 Leg het reservewiel onder de achterkant van het voertuig en
breng de klem aan in het midden van de velg, zodanig dat
de klem stevig op zijn plaats zit.
3 Draai de wielmoersleutel rechtsom tot er een klik te horen
is. Dit geeft aan dat het reservewiel gemonteerd is.
Controleer na montage of het reservewiel stevig vastzit.
Als het wiel loszit, kan het door de trillingen onder het
voertuig uit vallen en een ongeluk veroorzaken.
4 Breng de afdekkap boven de reservewielbout aan.
Wat te doen in een noodsituatie
Let op
Wiel verwisselen
Voertuig parkeren
Parkeer
het
voertuig
ondergrond zonder het verkeer te hinderen of uzelf
in gevaar te brengen.
Zet de waarschuwingsknipperlichten aan als u
zich op een openbare weg bevindt en plaats een
gevarendriehoek.
Zorg dat de ondergrond waar de krik op staat stevig
genoeg is om de krik en het op te krikken voertuig
te ondersteunen. Als de krik wegens instabiliteit niet
blijft staan, veroorzaakt dat schade aan het voertuig
en/of letsel.
Zet de andere wielen vast met geschikte wielblokken.
Gebruik nooit een krik als de ondergrond niet
vlak is. Vraag hulp als de krik niet geschikt is voor
gebruik of als u twijfelt of u de taak veilig kunt
uitvoeren.
De voorwielen moeten recht vooruit staan.
Zet de aandrijfmotor af, trek de parkeerrem aan en
zet de schakelhendel in stand P.
op
een
stevige,
vlakke
173
3