Inhoudsopgave
Advertenties
De LED-woorden op het regelkastje van de kabel zijn als volgt:
LED1
Functionele
toestand
VOEDING
Groen
Knipperen
Initiële status
aan
Wachten op
aan
opladen
Normaal
aan
opladen
Opladen voltooid
aan
Zelfcontrole
aan
Communicatie-
aan
fout
Ingangsspan-
ning over/onder-
aan
spanning
Ongeaard
aan
Starten en rijden
LED
LED2
LED3
LED4
Laden
Fout
voltooid
Rood
Rood
Groen
Knipperen
Knipperen
1s
1s
1s
uit
uit
uit
aan
uit
uit
uit
uit
aan
uit
Knipperen
uit
aan
Knipperen
uit
uit
aan
uit
uit
aan
Knipperen
Zelfcontrole inschakelen of opnieuw instellen.
De spanning op detectiepunt 1 is 12 V, relais uit. De spanning op detectiepunt 1
overgang van 12V naar 9V.
De spanning op detectiepunt 1 proces van 12 V - 9 V - 6 V, en CP = 6 V.
De spanning van detectiepunt 1 overgang van 6V naar 12V (Geen fout).
Fout, relais uit.
Abnormale spanning op detectiepunt 1 (het bereik van de spanningswaarde ligt
buiten
[5,47 - 6,53] V, [8,37 - 9,59] V, [11,4-12,6] V). De beschermingsmodus wordt
geactiveerd op het systeem. Wanneer de spanning op detectiepunt 1 weer
normaal is, keert het systeem terug naar de normale werking.
Wanneer de spanning hoger is dan of gelijk is aan 264 V, geeft de fout aan dat
de uitgang wordt gestopt nadat de overspanning 5 s heeft geduurd.Wanneer
de spanning daalt tot 254 V, keert het systeem terug naar normale werking
gedurende 5 seconden.
Wanneer de spanning lager is dan of gelijk is aan 176 V, geeft de storing aan
dat de onderspanning de uitgang gedurende 5 s zal stoppen.Wanneer de
spanning stijgt tot 186 V, keert het systeem na een vertraging van 5 seconden
terug naar normale werking.
Relais is ingeschakeld; deze optie vereist tussenkomst van de gebruiker om de
IC-CPD opnieuw in te stellen om de normale werking te herstellen.
Uitleg
2
109
Advertenties
Inhoudsopgave
