• Schematische weergave van de activeringszone van de
gordijnairbags aan de zijkant voorin
Frontairbags
Plaats het kinderbeveiligingssysteem NOOIT op de
stoel van de voorpassagier. Het activeren van de
frontairbag kan ernstig letsel of zelfs de dood van
kinderen tot gevolg hebben.
De bestuurder en voorpassagier mogen hun voeten,
knieën of andere lichaamsdelen niet in contact
laten komen met of in de buurt laten komen van de
afdekking van de frontairbag.
In extreme gevallen kan het rijden op een zeer
oneff en ondergrond tot gevolg hebben dat de airbag
wordt geactiveerd. Wees daarom extra voorzichtig
wanneer u op een oneff en ondergrond rijdt om letsel
door het per ongeluk activeren van de airbag te
voorkomen.
De frontairbags zijn ontworpen om te worden geactiveerd
bij ernstige frontale of soortgelijke botsingen. De hieronder
Voordat u gaat rijden
beschreven of soortgelijke omstandigheden kunnen ertoe
leiden dat de airbag wordt geactiveerd.
• Een frontale botsing tegen een onbeweegbaar of niet-
vervormbaar vast voorwerp aan een hoge snelheid.
• Het chassis van het voertuig raakt ernstig beschadigd. Het
chassis kan ernstig beschadigd raken wanneer het voertuig
tegen een stoeprand, wegrand of hard oppervlak botst,
wanneer het in een diepe ravijn of put valt, of wanneer het
na een sprong hard op de weg neerkomt.
1
41