SLIF (functie voor informatie over
snelheidslimieten)
SLIF herkent snelheidsborden met behulp van de intelligente
frontzichtcamera en stuurt relevante informatie naar het
combi-instrument om de bestuurder te herinneren aan
de snelheidsbeperking op de huidige weg en om een
snelheidsovertreding te voorkomen. Het systeem past de
snelheid van het voertuig niet actief aan. De snelheid moet dus
actief door de bestuurder worden geregeld.
Functie aan of uit
Confi gureer de volgende instelling op het scherm van het
entertainmentsysteem: Instellingen -> Geavanceerde rijhulp ->
Snelheidslimietassistent en selecteer SLIF aan/uit.
Voorwaarden voor gebruik van deze functie
• De snelheid van het voertuig is lager dan of gelijk aan 130
km/h.
• Het sensorsignaal is normaal (camera).
• Er is een bord met een snelheidslimiet gedetecteerd.
• Het zicht van de frontzichtcamera op de voorruit is niet
geblokkeerd/beslagen.
Opmerking: als de functie ingeschakeld is, werkt deze
tijdelijk niet wanneer de snelheid van het voertuig hoger is
dan 130 km/h.
Informatieve meldingen
Als de functie ingeschakeld is en de huidige snelheid van het
voertuig lager is dan de snelheid van het snelheidsbord, geeft
het combi-instrument de huidige snelheidslimiet weer.
Starten en rijden
Als wordt vastgesteld dat de huidige snelheid van het voertuig
hoger is dan de snelheid van het snelheidsbord, knippert het
verkeersbord met een hoorbaar alarm.
: geeft de maximumsnelheid op de huidige weg aan.
Als het systeem het voorliggende snelheidsbord niet
herkent, geeft het combi-instrument de informatie over de
snelheidslimiet niet weer. Het systeem geeft alleen informatie
over de snelheidslimiet weer. De snelheid van het voertuig
wordt niet bijgestuurd.
De herkenning van verkeersborden met snelheidslimieten
door het systeem is niet helemaal nauwkeurig, wat betekent
dat er valse herkenningen kunnen optreden. De bestuurder
moet dus voorzichtig rijden op basis van de werkelijke
verkeerssituatie.
Servicebeperkingen
SLIF werkt alleen goed als de snelheidsborden duidelijk
zichtbaar zijn. In sommige situaties werkt deze functie mogelijk
niet goed, zoals:
• Snelheidsborden in slechte staat: vervaagd, in een bocht,
in een verkeerde hoek, gedraaid of beschadigd, geheel of
gedeeltelijk geblokkeerd, te ver of te hoog, op het wegdek
gekleefd.
• Zo dicht bij de voorligger rijden dat het detectiebereik van de
camera beperkt is.
• Recente wijzigingen aan de weg of snelheidslimiet, zoals
bouwwerven, regelgevingen enz.
Let op
2
149