Onderkant van het maaidek
reinigen
Verwijder elke dag aangekoekt gras van de onderkant van
het maaidek.
1. Plaats de maaimachine op een horizontaal oppervlak.
2. Schakel de aftakas uit, zet de schakelhendels in de
vergrendelde neutraalstand en stel de parkeerrem in
werking.
3. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen alvorens de bestuurderspositie te verlaten.
4. Hef het maaidek op in de transportstand.
5. Krik de voorkant van de machine omhoog en plaats
deze op kriksteunen.
Gevaar
Een mechanische of hydraulische krik kan een
machine niet altijd dragen. Als de machine dan
valt, kan dit ernstig letsel veroorzaken.
Plaats de machine altijd op een kriksteun.
Gebruik nooit een hydraulische krik.
De riemen controleren
Controleer alle riemen om de 50 bedrijfsuren.
Controleer de riemen op scheuren, gerafelde randen,
schroeiplekken of andere schade. Vervang beschadigde
riemen.
Drijfriem van maaidek vervangen
Tekenen dat een riem aan het slijten is, zijn: gieren tijdens
het draaien van de riem, slippen van de messen tijdens het
maaien, gerafelde randen, schroeiplekken en scheuren.
Vervang de riem als u één van deze zaken constateert.
1. Schakel de aftakas uit, zet de schakelhendels in de
vergrendelde neutraalstand en stel de parkeerrem in
werking.
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen alvorens de bestuurderspositie te verlaten.
3. Verwijder de drijfriemkappen op de buitenste assen.
4. Draai de buitenmoer op de veeroogbout los (Fig. 60).
3
1
4
5
6
Figuur 60
Bovenaanzicht
1. Buitenmoer
2. Spanpoelie
3. Arm van spanpoelie
4. Veeroogbout
5. Verwijder de riem. Begin bij de buitenste poelie en
draai de riem af (Fig. 61).
Opmerking: Laat de veer op de veeroogbout zitten.
Voorzichtig
De veer is onder spanning gemonteerd en kan
lichamelijk letsel veroorzaken.
Laat de veer op de veeroogbout zitten.
6. Verwijder de veerbelaste spanpoelie (Fig. 60).
7. Laat de nieuwe riem door de arm van de spanpoelie
lopen (Fig. 60).
8. Monteer de spanpoelie en laat de riem over de andere
poelies lopen (Fig. 61).
9. Draai de buitenmoer op de veeroogbout vast (Fig. 60).
Opmerking: Controleer de lengte van de veer. De lengte
van de veer moet bij de montage 238 3 mm bedragen.
Indien de lengte niet correct is, moet u deze afstellen
(Fig. 60).
10. Monteer de drijfriemkappen op de buitenste assen.
44
2
7
M–4197
5. Veer
6. 238
3 mm
7. Maaidekriem