Olie verversen
1. Start de motor en laat deze vijf minuten lopen. Warme
olie kan beter afgetapt worden.
2. Parkeer de machine zo dat de aftapkant iets lager staat
dan de andere kant zodat alle olie kan weglopen.
Schakel de aftakas uit, stel de parkeerrem in werking,
zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact.
3. Plaats een opvangbak onder de aftapplug. Gebruik een
platte-kopschroevendraaier, een 3/8 inch sleutel of een
10 mm sleutel om de klep te openen (Fig. 35).
4. Draai het uiteinde van de klep rechtsom om de klep te
sluiten. Draai het uiteinde van de klep linksom om de
klep te openen (Fig. 35).
5. Als alle olie is weggelopen, draait u de aftapplug dicht
(Fig. 35).
Opmerking: Geef de oude olie af bij een erkend
inzamelcentrum.
1
Figuur 35
1. Olieaftapplug
6. Giet ca. 80% van de gespecificeerde hoeveelheid olie
langzaam in de vulbuis (Fig. 34). Zie Motorolie
controleren, blz. 31.
7. Controleer het oliepeil; zie Oliepeil controleren, blz. 31.
8. Giet langzaam olie bij totdat het oliepeil de
VOL-markering bereikt.
Motoroliefilter vervangen
Vervang het oliefilter om de 200 bedrijfsuren of om de
andere olieverversingsbeurt.
Opmerking: Vervang het oliefilter vaker als de machine
wordt gebruikt in zeer stoffige of zanderige
omstandigheden.
1. Tap de motorolie af; zie Olie verversen, blz. 32.
2. Verwijder het oude filter (Fig. 36).
3. Smeer een dun laagje schone olie op de rubberen
pakking van het nieuwe filter (Fig. 36).
1
1. Oliefilter
4. Plaats het nieuwe filter op het filtertussenstuk. Draai het
oliefilter rechtsom totdat de rubberen pakking contact
maakt met het filtertussenstuk. Draai het filter
vervolgens nog eens 3/4 slag (Fig. 36).
5. Vul het carter met het juiste type nieuwe olie; zie
Motorolie controleren, blz. 31.
Onderhoud van de bougie
Controleer de bougie(s) om de 100 bedrijfsuren. Controleer
of de elektrodenafstand correct is voordat u de bougie
m–5625
monteert. Gebruik een bougiesleutel voor het (de)monteren
van de bougie(s) en een voelermaat voor het meten en
afstellen van de elektrodenafstand. Monteer een nieuwe
bougie indien dit nodig is.
Type: NGK BPR5ES (of gelijkwaardig type)
Elektrodenafstand: 0,76 mm
Bougie
verwijderen
(s)
1. Schakel de aftakas uit, zet de schakelhendels in de
vergrendelde neutraalstand en stel de parkeerrem in
werking.
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen alvorens de bestuurderspositie te verlaten.
32
Figuur 36
2. Tussenstuk
2
m–4288