Als u service, originele Toro-onderdelen of aanvullende bediening van (rijdende) informatie nodig hebt, kunt u contact opnemen met een erkende Service Dealer of met de klantenservice van Toro. maaimachines met zittende U dient hierbij altijd het modelnummer en het serie- bestuurder nummer van het product te vermelden.
Elke bestuurder moet ervoor zorgen dat hij of zij Controleer voor het gebruik de messen, bevestigings- professionele en praktische instructie krijgt. Bij een bouten en het maaimechanisme altijd op sporen van dergelijke instructie moet de nadruk liggen op: slijtage of beschadiging. Vervang versleten of beschadigde messen en bouten altijd als complete set –...
Onderhoud en stalling Uitkijken voor verkeer bij het oversteken en in de buurt van de openbare weg. Draai alle moeren, bouten en schroeven regelmatig Zet de maaimessen stil voordat u andere oppervlakken strak aan, zodat de machine steeds veilig in gebruik is. dan grasvelden oversteekt.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. 99-8939 1. Lees de Gebruikers- 3. Verwijder het sleuteltje uit handleiding . het contact en lees de 99-3943 instructies alvorens 2.
Pagina 10
99-8943 105-6183 1. Waarschuwing—Stel de parkeerrem in werking en blokkeer de wielen als u de machine op een helling parkeert. 1. Lees de Gebruikershandleiding . 2. Draai de omloopklep naar buiten om de machine te duwen. 3. Draai de omloopklep naar binnen om de machine te laten rijden. 4.
Pagina 11
99-8945 1. Uitschakelen 9. Motor—starten 15. Maaimachine kan voor- 17. Ledematen van omstanders werpen uitwerpen—Zorg kunnen bekneld raken/ 2. Parkeerrem 10. Choke ervoor dat de grasgeleider op afgesneden worden bij 3. Inschakelen 11. Snel zijn plaats zit. achteruitrijden—V ervoer 4. Waarschuwing—Lees de 12.
Pagina 12
98-4387 1. Waarschuwing—Draag gehoorbescherming. 93-7316 1. De machine kan voorwerpen uitwerpen—Blijf op veilige afstand. 93-7010 2. Maaimachine kan voorwerpen uitwerpen—Zorg ervoor dat de grasgeleider op zijn plaats zit. 1. De machine kan voorwerpen uitwerpen—Blijf op veilige afstand. 3. Handen of voeten kunnen worden gesneden/geamputeerd—Blijf 2.
Pagina 13
104-4164 1. Bevat lood; niet weggooien. 4. Geen vonken of vuur en niet 6. Ogen direct met water 8. Minimale vulstreep roken. spoelen en snel arts 2. Recyclen 9. Instructies om accu te raadplegen. 5. Zwavelzuur kan blindheid of gebruiken. 3.
Benzine en olie Warning Aanbevolen benzine Benzine is schadelijk of dodelijk bij inname. Langdurige blootstelling aan dampen kan leiden Gebruik normale LOODVRIJE benzine voor automobielen tot ernstig letsel en ziekte. (octaangetal minimaal 85). Gelode normale benzine kan worden gebruikt als loodvrije benzine niet verkrijgbaar is. Voorkom dat u dampen lange tijd inademt.
Gebruikershandleiding Lezen voor gebruik Gebruikershandleiding van motor Onderdelencatalogus Registratiekaart Invullen en opsturen naar Toro De aandrijfwielen monteren 3. Breng de openingen op één lijn. Monteer de aandrijfwielen met het ventiel naar de buitenkant van de tractie-eenheid. 1. Haal de maaimachine uit de doos.
Bandenspanning controleren Schakelhendels monteren Zorg ervoor dat de voor- en achterbanden de De schakelhendels kunnen in twee standen worden voorgeschreven spanning hebben (Fig. 2). gemonteerd, hoog en laag. Monteer de hendels in de bovenste en middelste gaten voor de hoge stand. Monteer Bandenspanning: 90 kPa.
VOORKANT MAAIDEK HENDELS IN ÉÉN LIJN Figuur 5 m-5037 Figuur 6 Grasgeleider monteren 1. Bout 6. Grasgeleider 2. Afstandsstuk 7. L-eind van veer, achter de rand van het maaidek 3. Borgmoer De grasgeleider wordt uitsluitend gebruikt als de machine plaatsen alvorens de bout 4.
De accu in gebruik nemen Warning Accuzuur met een soortelijk gewicht van 1,265 moet u kopen bij een plaatselijke accuhandelaar. Bij het opladen produceert de accu gassen die tot ontploffing kunnen komen en ernstig letsel Danger kunnen veroorzaken. Houd sigaretten, vonken en open vuur uit de buurt van de accu.
Motoroliepeil controleren Bedieningsorganen Voordat u de motor start en de machine in gebruik neemt, Zorg dat u vertrouwd bent met alle bedieningsorganen moet u het oliepeil in het carter van de motor controleren; (Fig. 9) voordat u de motor start en de machine gebruikt. zie Motoroliepeil controleren, blz.
Brandstoftanks wisselen Parkeerrem vrijzetten De machine heeft twee brandstoftanks, een op de linker- 1. Duw de parkeerremhendel naar voren en naar beneden kant en een op de rechterkant. Elke tank is aangesloten op om de parkeerrem vrij te zetten (Fig. 12). De de brandstofafsluitklep op het bedieningspaneel.
Messen monteren of verwijderen 1. Verwijder de messen en de anti-scalpeercups van de assen. Bewaar ze voor gebruik met zijafvoer. 2. Monteer nieuwe recycler-messen zonder anti-scalpeercups. Important De wiek van de messen (d.w.z. het deel dat naar boven steekt) moet wijzen naar de binnenkant van de maaimachine.
Uitstoters monteren en verwijderen 4. Draai alle bevestigingselementen goed vast. 5. Draai de messen totdat de afstand tussen de messen en De uitstoters moeten als volgt worden verwijderd en de uitstoters minstens 3 mm bedraagt. gemonteerd. De uitstoters worden uitsluitend gebruikt om maaisel fijn te maken.
Spatplaten monteren en 7. Plaats de platen zoals is aangegeven op Figuur 17. verwijderen Note: De randen van de platen moeten midden tussen de beugels van de voorste roller staan (Fig. 17). De spatplaten moeten als volgt worden verwijderd en 8.
Starten en stoppen van de motor Motor starten 1. Neem plaats op de bestuurdersstoel en zet de schakelhendels in de neutraalstand. 2. Stel de parkeerrem in werking; zie Parkeerrem in werking stellen, blz. 20. M-4268 3. Schakel de aftakas uit (Fig. 18). m–2720 Figuur 20 Figuur 21...
Bediening van de aftakas Werking van het veiligheidssysteem Het veiligheidssysteem is bedoeld om starten van de Met de aftakas schakelt u de aandrijving naar de motor alleen mogelijk te maken wanneer: elektrische koppeling aan of uit. De bestuurder op de stoel zit; Aftakas inschakelen De parkeerrem in werking is gesteld;...
Vooruit en achteruit rijden Met de gashendel regelt u de snelheid van de motor, oftewel het toerental (in omwentelingen per minuut). Zet de gashendel op Snel om de beste prestaties te verkrijgen. Gebruik de machine altijd met de motor op vol gas. Caution m–2715 De machine kan zeer snel ronddraaien.
Maaihoogte instellen De maaihoogte kan worden ingesteld van 38 tot 114 mm in stappen van 6 mm door de gaffelpen in verschillende openingen te plaatsen. 1. Zet de maaihoogtehendel omhoog in de transport-stand (eveneens de maaihoogte-stand van 114 mm) (Fig. 24). 2.
Bestuurdersstoel instellen U kunt de stoel naar voren en naar achteren verschuiven. De positie van de stoel moet zo zijn dat u de machine het best kunt bedienen en dat u comfortabel zit. 1. Om de bestuurdersstoel in te stellen, moet u de instelhendel zijwaarts bewegen.
Transport van de machines De hellingbaan moet zo lang zijn dat de hoeken tussen de hellingbaan en de grond en de hellingbaan en de aanhanger of vrachtwagen niet groter zijn dan 15 graden. Gebruik een aanhanger of vrachtwagen voor zwaar Een steilere hoek kan ertoe leiden dat onderdelen van het vervoer om de machine te transporteren.
Onderhoud Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Controleer het peil van de hydraulische vloeistof Motorolie verversen Na het eerste gebruik Hydraulisch filter vervangen Oliepeil controleren Veiligheidssysteem controleren Voor elk gebruik Koelsystemen reinigen Maaikast reinigen Maaimessen controleren Om de 5 bedrijfsuren Lagers van mesas smeren Controleer het peil van de hydraulische vloeistof Chassis smeren Lagerbussen van stangenstelsel oliën...
Vijl regelmatig kerven en inkepingen weg en slijp de messen indien dit nodig is. Als een mes beschadigd of versleten is, moet u dit onmiddellijk vervangen door een origineel TORO-mes. m–151 Om het slijpen en vervangen te vergemakkelijken, is het Figuur 29 handig extra messen in voorraad te hebben.
Toro-messen gebruiken. Figuur 33 Gebruik ter vervanging nooit messen van andere 1. Onder oorspronkelijke hoek slijpen fabrikanten omdat dit in strijd kan zijn met de veiligheidsnormen.
De maaimessen monteren Schuimelement reinigen 1. Monteer het mes op de spilas (Fig. 32). 1. Schuimfilter in warm water met vloeibare zeep wassen. Grondig in schoon water uitspoelen. Important Het gebogen deel van het mes moet naar 2. Schuimfilter in een schone doek wikkelen en boven naar de binnenzijde van de maaikast wijzen om een droogknijpen.
Motorolie controleren Olie verversen: Na de eerste 8 bedrijfsuren. Om de 100 bedrijfsuren. Note: De motorolie moet vaker worden ververst als de machine wordt gebruikt in zeer stoffige of zanderige omstandigheden. m-4291 Figuur 38 Type olie: Reinigingsolie (API-onderhoudsclassificatie SG of SH) 1.
Oliefilter vervangen 3. Verwijder de bougies. Vervang het oliefilter om de 200 bedrijfsuren of om de olieverversingsbeurt. Note: Vervang het oliefilter vaker als de machine wordt gebruikt in zeer stoffige of zanderige omstandigheden. 1. Tap de motorolie af; zie Olie verversen/aftappen, blz. 35. 2.
Onderhoud van het Onderhoud van de brandstoffilter brandstoftank Benzine aftappen uit de brandstoftank Vervang het brandstoffilter om de 200 bedrijfsuren of jaarlijks, waarbij de kortste periode moet worden aangehouden. Danger Brandstoffilter vervangen In bepaalde omstandigheden is benzine uiterst ontvlambaar en zeer explosief. Brand of explosie Na verwijdering mag u nooit een vuil filter opnieuw aan de brandstofslang monteren.
Het koelsysteem reinigen 2. Reinig de smeernippels met een doek. Indien nodig verf van de voorkant van de nippels afkrabben. Verwijder voor elk gebruik gras en rommel van het 3. Zet een smeerpistool op de nippel. Spuit vet in de luchtinlaatrooster.
Draaipunten voorste zwenkwielen Punten waar dunvloeibare olie of smeren sproeismering moet worden gebruikt De draaipunten van de voorste zwenkwielen moeten één Smeer de machine op de volgende punten met keer per jaar worden gesmeerd. sproeismering of dunvloeibare olie. Smeer deze punten om de 160 bedrijfsuren.
Lager van draaipunt van Gleufmoer van wielnaaf zwenkwiel afstellen Om de 500 bedrijfsuren controleren. Om de 500 bedrijfsuren of bij stalling controleren, waarbij De gleufmoer moet worden aangedraaid met een torsie de kortste periode moet worden aangehouden. van 169,5 Nm. 1.
Onderhoud van het hydraulische systeem Hydraulische vloeistof controleren Controleer het peil van de hydraulische vloeistof voordat de motor voor de eerste keer wordt gestart. Controleer het peil van de hydraulische vloeistof na de eerste 8 bedrijfsuren. Controleer daarna het peil van de hydraulische vloeistof om de 25 bedrijfsuren.
Hydraulisch filter vervangen 6. Verwijder de plastic zak van de opening in de tank en laat het filter vollopen met hydraulische vloeistof. Hydraulisch filter vervangen 7. Als het filter overloopt, draait u het rechtsom totdat de Na de eerste 8 bedrijfsuren. rubberen pakking contact maakt met het filtertussenstuk.
Hydraulisch systeem ontluchten Hydraulische leidingen controleren Het tractiesysteem ontlucht zichzelf, maar het kan Om de 100 bedrijfsuren moet u de hydraulische leidingen noodzakelijk zijn het systeem te ontluchten als de en slangen controleren op lekkages, losgeraakte vloeistof wordt ververst of nadat er werkzaamheden zijn aansluitingen, kinken, loszittende steunen, slijtage, verricht aan het systeem.
Schakelhendels afstellen 4. Als de schakelhendel moet worden afgesteld, draait u de moer tegen de gaffel (Fig. 55). Neutraalstand van hendel afstellen 5. Oefen een lichte achterwaartse druk uit op de schakel- hendel, draai de kop van de stelbout in de juiste Als de schakelhendels niet in één lijn staan of gemakkelijk richting totdat de hendel in de vergrendelde neutraal- in de gleuf van het bedieningspaneel glijden, moeten zij...
Neutraalstand hydraulische pomp 5. Start de motor, draai de gashendel half open en zet de parkeerrem vrij, zie Starten en Stoppen van de motor, afstellen blz. 24. Note: Stel eerst de neutraalstand van de hendel af. Deze 6. U stelt de lengte van de pompstang af door de dubbele moet correct zijn voordat de volgende afstelling kan moeren op de stang in de juiste richting te draaien, plaatsvinden.
Parkeerrem afstellen Onderhoud van de zekering Controleer of de parkeerrem goed is afgesteld. Onderhoudsinterval/Specificatie 1. Stel de remhendel buiten werking (hendel omlaag). De elektrische installatie is beveiligd door middel van zekeringen. Deze behoeven geen onderhoud. Als er een 2. Meet de lengte van de veer. De lengte tussen de ringen zekering is doorgebrand, moet u echter het onderdeel of moet 70 mm zijn (Fig.
Onderhoud van de accu Accu monteren 1. Plaats de accu in een bak met de accupolen gericht naar de motor (Fig. 59). Warning 2. Bevestig de pluskabel (rood) aan de pluspool (+) van de accu. Accuklemmen, accupolen en dergelijke onderdelen bevatten lood en loodverbindingen. 3.
Accu verwijderen Accu bijvullen met water U kunt de accu het best bijvullen met gedistilleerd water Warning net voordat u het voertuig gaat gebruiken. Het water vermengt zich dan goed met het accuzuur. Accupolen of metalen gereedschappen kunnen 1. Verwijder de accu uit de machine. kortsluiting maken met metalen onderdelen van 2.
4. Zodra de accu volledig is opgeladen, haalt u de oplader uit het stopcontact en maakt u vervolgens de oplaadkabels los van de accuklemmen (Fig. 60). m–4122 Figuur 61 1. Transport-stand 2. 38 mm maaihoogte m-4970 6. Draai de onderste kettingbout in de gleuf op de achterkant van het maaidek los.
9. Blijf de achterste steunarm van het maaidek omlaag drukken, trek de achterste ketting strak en draai de bouten en moeren aan de onderkant vast (Fig. 62). De neerwaartse druk kan nu worden opgeheven. Doe hetzelfde aan de andere kant. 10.
Maaidekriem vervangen 5. Verwijder de veerbelaste spanpoelie (Fig. 64). 6. Laat de nieuwe riem door de arm van de spanpoelie Tekenen dat een riem aan het slijten is, zijn: gieren tijdens lopen (Fig. 64). het draaien van de riem, slippen van de messen tijdens het maaien, gerafelde randen, schroeiplekken en scheuren.
Aandrijfriem van pomp Grasgeleider vervangen vervangen Warning Controleer de aandrijfriem van de pomp om de 50 bedrijfsuren op beschadiging. Als een afvoeropening niet is afgesloten, kan de 1. Verwijder eerste de maaidekriem. Zie Maaidekriem maaimachine voorwerpen in de richting van de vervangen, blz.
Reiniging en stalling 11. Wanneer de machine langer dan 30 dagen niet wordt gebruikt, moet deze worden voorbereid op stalling. De machine wordt als volgt voorbereid op stalling. 1. Schakel de aftakas uit, stel de parkeerrem in werking en draai het contactsleuteltje op Uit. Maak de A.
Storingen, oorzaak en remedie Probleem Mogelijke oorzaken Remedie Startmotor draait 1. De aftakas is ingeschakeld. 1. Aftakas uitschakelen. niet. 2. Parkeerrem niet in werking gesteld. 2. Stel parkeerrem in werking. 3. Bestuurder zit niet op de stoel. 3. Neem plaats op de bestuurdersstoel. 4.
Pagina 56
Probleem Mogelijke oorzaken Remedie Abnormale trillingen. 1. Bevestigingsbouten van motor zitten 1. Bevestigingsbouten van motor los. aandraaien. 2. Losse motorpoelie, spanpoelie of 2. Desbetreffende poelie vastzetten. mespoelie. 3. Motorpoelie beschadigd. 3. Neem contact op met erkende Service Dealer. Machine rijdt niet. 1.