Starten en stoppen van de motor
Motor starten
1. Neem plaats op de bestuurdersstoel en zet de
schakelhendels in de vergrendelde neutraalstand.
2. Stel de parkeerrem in werking; zie Parkeerrem in
werking stellen, blz. 17.
3. Schakel de aftakas uit (Fig. 11).
4. Zet de choke op Aan voordat u een koude motor start
(Fig. 12).
Opmerking: Als de motor warm of heet is, hoeft u de
choke niet te gebruiken. Zodra de motor start, zet u de
chokehendel op Uit
5. Zet de gashendel op Snel voordat u een koude motor
start (Fig. 13).
6. Draai het contactsleuteltje op Start om de startmotor in
werking te stellen. Laat het sleuteltje los zodra de motor
start (Fig. 14).
Belangrijk
Stel de startmotor telkens niet langer dan 10
seconden in werking. Als de motor niet wil starten, moet u
na elke poging de motor 30 seconden laten afkoelen. Indien
u deze instructies niet opvolgt, kan de startmotor
doorbranden.
7. Zodra de motor start, zet u de chokehendel op Uit
(Fig. 12). Als de motor afslaat of hapert, zet u de choke
weer gedurende een paar seconden op Aan. Zet
vervolgens de gashendel in de gewenste stand. Herhaal
dit indien nodig.
2
1
m–4201
Figuur 11
1. Aftakas – Aan
2. Aftakas – Uit
2
1
m–2719
Figuur 12
1. Choke – Aan
2. Choke – Uit
m–2720
Figuur 13
1. Snel
2. Langzaam
Motor afzetten
1. Schakel de aftakas uit (Fig. 13).
2. Zet de gashendel halverwege tussen Langzaam en Snel
(Fig. 13).
3. Laat de motor 60 seconden stationair draaien (Fig. 14).
4. Draai het contactsleuteltje op Uit (Fig. 14).
5. Maak de bougiekabel los van de bougie(s) om te
voorkomen dat iemand per ongeluk de machine start,
alvorens deze te transporteren of te stallen.
6. Sluit de brandstofafsluitklep op het frontpaneel voordat
u de machine transporteert of stalt.
Belangrijk
Zorg ervoor dat de brandstofafsluitklep is
gesloten voordat u de machine transporteert of stalt omdat
er benzine kan lekken uit de machine. Stel de parkeerrem in
werking voordat u de machine transporteert. Verwijder het
sleuteltje omdat de kans bestaat dat de brandstofpomp in
werking blijft waardoor de accu kan ontladen.
Voorzichtig
Kinderen of omstanders kunnen letsel oplopen als
zij de machine verplaatsen of proberen te bedienen
terwijl deze onbeheerd staat.
Verwijder altijd het sleuteltje uit het contact en stel
de parkeerrem in werking wanneer u de machine
onbeheerd achterlaat, ook al is het slechts voor een
paar minuten.
18
1
1
2
2
M–4268
Figuur 14
1. Uit
2. Lopen
3. Starten
3