Pagina 1
Form No. 3351-698 Z149 Z Master Met 112 cm SFS Machine met zijafvoer Modelnr. 74411TE – Serienr. 250000001 en hoger Gebruikershandleiding Registreer uw product op www.Toro.com Vertaling van de oorspronkelijke instructies (NL)
Onjuist gebruik of onderhoud door de gebruiker of erkende Service Dealer of met de klantenservice van Toro. eigenaar kan echter letsel veroorzaken. Om het risico U dient hierbij altijd het modelnummer en het serienummer van letsel te verminderen, dient u zich aan de volgende van het product te vermelden.
– als de maaimachine op een helling begint te glijden, Gebruiksaanwijzing kan dat niet met de schakelhendels worden Let goed op, verminder uw snelheid en wees voor- gecorrigeerd. De belangrijkste oorzaken voor het zichtig als u een bocht maakt. Kijk achterom en naar verliezen van de controle zijn: links en naar rechts voordat u van richting verandert.
– voordat u verstoppingen losmaakt of de De volgende lijst bevat veiligheidsinstructies die specifiek afvoertunnel ontstopt; zijn toegesneden op Toro-producten, of andere veiligheids- instructies die niet zijn opgenomen in de CEN-norm. – voordat u de maaimachine controleert, reinigt of daaraan werkzaamheden verricht;...
Verwijder obstakels zoals stenen, boomtakken, enz. uit het maaigebied, of markeer deze. In hoog gras zijn obstakels niet altijd zichtbaar. Let op greppels, kuilen, stenen, gaten en verhogingen in het maaigebied die de werkhoek veranderen, omdat de machine kan omkiepen op oneffen terrein. Start nooit plotseling heuvelopwaarts op een helling, want dit kan tot gevolg hebben dat de machine achteroverkiept.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. 93-7828 1. Maaimachine kan voorwerpen uitwerpen – Gebruik de machine niet als de grasgeleider omhoog geklapt of verwijderd is; zorg ervoor dat de grasgeleider op zijn plaats zit.
Pagina 10
106-5517 1. Waarschuwing – Raak het hete oppervlak niet aan. 99-8939 1. Lees de 3. Verwijder het sleuteltje uit Gebruikershandleiding . het contact en lees de instructies alvorens 2. Maaihoogte service- of onderhouds- werkzaamheden uit te voeren. 107-1866 1. Kans op slippen, omkiepen en verlies van controle over de 99-8944 machine, steile hellingen –...
Pagina 11
107-2132 1. Waarschuwing – Stel de parkeerrem in werking en blokkeer de wielen als u de machine op een helling parkeert. 107-3993 1. Kort, dun gras en droge 3. Lang, dik gras en omstandigheden. vochtige omstandigheden 2. Maaisel opvangen 107-3069 1.
Pagina 12
107-9309 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding voor informatie over het opladen van de accu; bevat lood; niet weggooien. 2. Lees de Gebruikershandleiding . 108-1053 1. Maaihoogte-instelling 108-1052 1. Maaihoogte-instelling...
Pagina 13
108-1054 1. Parkeerrem 5. Zet de schakelhendels weer 7. Ledematen kunnen 8. Handen of voeten kunnen in de neutraalstand, stel de afgesneden/geamputeerd worden gesneden/ 2. Inschakelen parkeerrem in werking en worden – Neem geen geamputeerd, maaimes – 3. Uitschakelen verwijder het contact- passagiers mee.
Pagina 14
108-4051 1. Lees de instructies alvorens 2. Tijdsinterval 5. Bandenspanning 7. Controleer of er onderhouds- service- of onderhouds- werkzaamheden nodig zijn 3. Luchtfilter 6. Smeer hier werkzaamheden uit te en voer deze uit. 4. Peil hydraulische vloeistof voeren. Symbolen op accu Sommige of alle symbolen staan op de accu.
Benzine en olie Waarschuwing Aanbevolen benzine Benzine is schadelijk of dodelijk bij inname. Langdurige blootstelling aan dampen kan leiden Gebruik loodvrije, normale benzine voor auto’s tot ernstig letsel en ziekte. (octaangetal minimaal 85 ). U mag ook gelode normale benzine gebruiken als er geen gewone loodvrije benzine Voorkom dat u dampen lange tijd inademt.
Gebruiksaanwijzing 2. Maak de R-pennen los en verwijder de twee pennen (Fig. 3). Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. De omkiepbeveiliging gebruiken (ROPS, Rollover Protection System) Waarschuwing Om lichamelijk of dodelijk letsel te voorkomen als de machine omkiept, moet u de rolbeugel in de omhoog geklapte en vergrendelde positie houden en de veiligheidsgordel omdoen.
3. Water de waarschuwingen door en neem deze in acht. Om te voorkómen dat u de controle over de Toro adviseert u beschermende uitrusting te gebruiken voor machine verliest en deze omslaat, moet u de uw ogen, oren, voeten en hoofd.
Bedieningsorganen Zorg dat u vertrouwd bent met alle bedieningsorganen (Fig. 7) voordat u de motor start en de machine gebruikt. m–7702 Figuur 9 1. Brandstofklep Sluit de brandstofafsluitklep voordat u de machine transporteert of stalt. m–7701 Figuur 7 Parkeerrem gebruiken 1.
Parkeerrem vrijzetten Belangrijk Stel de startmotor telkens niet langer dan 10 seconden in werking. Als de motor niet wil starten, moet u Duw de parkeerremhendel naar voren en naar beneden om na elke poging de motor 30 seconden laten afkoelen. Indien de parkeerrem vrij te zetten (Fig.
3. Trek de aftakasschakelaar uit om hem in te schakelen Veiligheidssysteem testen (Fig. 15). Controleer de werking van het veiligheidssysteem telkens voordat u de machine in gebruik neemt. Als het veiligheidssysteem niet werkt zoals hieronder wordt beschreven, moet u het direct laten repareren door een erkende Service Dealer.
Vooruitrijden De machine stoppen 1. Zet de parkeerrem vrij; zie Parkeerrem vrijzetten, 1. Zet de tractiehendels in de neutraalstand en koppel ze blz. 19. los om ze vast te zetten. 2. Zet de hendels in de middelste, onvergrendelde stand. 2. Schakel de aftakas uit. 3.
Antiscalpeerrollers afstellen 3. Nadat u de maaihoogte hebt ingesteld, verwijdert u de bout en de moer (Fig. 19). Als u de maaihoogte wijzigt, stel dan de hoogte van de antiscalpeerrollers in. Buitenste roller instellen 1. Schakel de aftakas uit, zet de schakelhendels in de vergrendelde neutraalstand en stel de parkeerrem in werking.
4. Verwijder de maaikast. 5. Zet de maaikast ondersteboven en blokkeer de uiteinden. 6. Maak de maaikast grondig schoon. Verwijder alle verontreiniging zodat de keerplaat weer goed tegen de maaikast past. 7. Repareer alle verbogen of beschadigde delen van de maaikast en vervang ontbrekende onderdelen.
Uitstoters monteren en verwijderen 4. Draai alle bevestigingselementen goed vast. 5. Draai de messen om te verzekeren dat de afstand tussen De uitstoters moeten als volgt worden verwijderd en de messen en de uitstoters minstens 3 mm bedraagt. gemonteerd. De uitstoters worden uitsluitend gebruikt om maaisel fijn te maken.
Uitblaasplaten monteren en 8. Plaats de platen zoals is aangegeven op Figuur 24. verwijderen Opmerking: Centreer de randen van de platen tussen de beugels van de voorrollers (Fig. 24). De uitblaasplaten worden uitsluitend gebruikt voor de 9. Plaats de schroeven en draai ze stevig vast (Fig. 24). zijafvoer.
Machine met de hand duwen De zijafvoer gebruiken Het maaidek is uitgerust met een scharnierende grasgeleider, Belangrijk U moet de machine altijd met de hand die het maaisel zijwaarts en omlaag naar het gazon afvoert. duwen. Slepen van de machine kan schade aan het hydraulische systeem veroorzaken.
De machines laden De hellingbaan moet zo lang zijn dat de hoek van de hellingbaan met de grond niet groter is dan 15 graden (Fig. 27). Een steilere hoek kan ertoe leiden dat onderdelen Ga zeer voorzichtig te werk als u een maaimachine op een van de maaikast blijven haken als de machine van de aanhanger of een vrachtwagen laadt.
Vijl regelmatig kerven en inkepingen weg en slijp de maait u eerst op een hoge maaihoogte. Maai 2 dagen later messen indien dit nodig is. Als een mes beschadigd of op een lagere maaihoogte. versleten is, moet u dit onmiddellijk vervangen door een origineel TORO-mes.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Controleer het peil van de hydraulische vloeistof. Na de eerste 8 Motorolie verversen. bedrijfsuren Hydraulisch filter vervangen. Motoroliepeil controleren. Veiligheidssysteem controleren. Voor elk gebruik Luchtinlaat van de motor reinigen.
Vijl regelmatig kerven en inkepingen weg en slijp de messen indien dit nodig is. Als een mes beschadigd of versleten is, moet u dit onmiddellijk vervangen door een origineel TORO-mes. Om het slijpen en vervangen te vergemakkelijken, is het handig extra m–151 messen in voorraad te hebben.
(Fig. 30). Noteer deze afstand. veilig kan worden gebruikt, moet u ter vervanging uitsluitend originele Toro-messen gebruiken. Gebruik ter Vóór vervanging nooit messen van andere fabrikanten omdat dit in strijd kan zijn met de veiligheidsnormen.
Maaimessen slijpen Het koelsysteem reinigen Verwijder voor elk gebruik gras en rommel van het Waarschuwing luchtinlaatrooster. Controleer en reinig de koelribben en de uitlaatringen om Als het mes wordt geslepen, kunnen delen van het de 100 bedrijfsuren of jaarlijks, waarbij de kortste periode mes worden weggeslingerd en ernstig letsel moet worden aangehouden.
Onderhoud van het luchtfilter 6. Verwijder het veiligheidsfilter uitsluitend als u dit wilt vervangen. Voorfilter: Controleer en/of vervang deze om de Belangrijk Probeer nooit een veiligheidsfilter te 200 bedrijfsuren of vaker in vuile of stoffige reinigen. Als het veiligheidsfilter vuil is, betekent dit dat omstandigheden.
Motoroliepeil controleren 5. Peilstok eruit draaien en metalen deel met een doek schoonvegen (Fig. 36). Onderhoudsinterval/Specificatie 6. Schuif de peilstok helemaal in de vulbuis, zonder deze hierin vast te draaien (Fig. 36). Motorolie verversen: 7. Peilstok eruit trekken en oliepeil op metalen deel Na de eerste 8 bedrijfsuren controleren.
Motoroliefilter vervangen Onderhoud van de bougie Vervang het oliefilter om de 200 bedrijfsuren of wanneer u Controleer de bougie(s) om de 100 bedrijfsuren. Controleer de olie ververst. of de elektrodenafstand tussen de centrale elektrode- en de massa-elektrode correct is voordat u de bougie monteert. Opmerking: Vervang het oliefilter vaker als de machine Gebruik een bougiesleutel voor het (de)monteren van de wordt gebruikt in zeer stoffige of zanderige...
Bougie controleren Brandstoffilter vervangen Reinig of vervang de bougie en stel de afstand in om de Vervang het brandstoffilter om de 200 bedrijfsuren of 100 bedrijfsuren. jaarlijks, waarbij de kortste periode moet worden aangehouden. 1. Bekijk het midden van de bougie(s) (Fig. 40). Na verwijdering mag u nooit een vuil filter opnieuw aan de Opmerking: Als de isolator lichtbruin of grijs is, werkt brandstofslang monteren.
Benzine aftappen uit de Smeren brandstoftank Smeer de machine volgens het tijdschema op de instructiesticker CONTROLE EN ONDERHOUD (Fig. 42). De machine moet vaker worden gesmeerd bij Gevaar gebruik in zeer stoffige of zanderige omstandigheden. In bepaalde omstandigheden is benzine uiterst ontvlambaar en zeer explosief.
Draaipunten van de voorste zwenkwielen Punten waar dunvloeibare olie of smeren sproeismering moeten worden gebruikt. De draaipunten van de voorste zwenkwielen moeten een Smeer de machine op de volgende punten met keer per jaar worden gesmeerd. sproeismering of dunvloeibare olie. Smeer deze punten om de 160 bedrijfsuren.
Onderhoud van het 6. Controleer het peil als de vloeistof warm is. De vloeistof moet tussen Koud en Warm staan. hydraulische systeem 7. Indien nodig moet u de hydraulische tank bijvullen met vloeistof. Hydraulische vloeistof controleren Opmerking: Het vloeistofpeil moet aan de bovenkant Controleer het peil van de hydraulische vloeistof: van de Warm markering op de keerplaat staan als de Voordat de motor voor de eerste keer wordt gestart.
3. Plaats een opvangbak onder het filter. Verwijder het Hydraulisch systeem ontluchten oude filter en veeg de pakking van het filtertussenstuk Het tractiesysteem ontlucht zichzelf, maar het kan noodzakelijk schoon (Fig. 46). zijn het systeem te ontluchten als de vloeistof wordt ververst of nadat er werkzaamheden zijn verricht aan het systeem.
Afvalverwijdering Motorolie, hydraulische vloeistof en motorkoelvloeistof verontreinigen het milieu. Verwijder deze stoffen overeenkomstig de plaatselijke voorschriften. Neutraalstand van hendel afstellen Als de schakelhendels niet in één lijn staan of gemakkelijk in de gleuf van het bedieningspaneel glijden, moeten zij worden afgesteld. De hendel, de veer en de stang moeten afzonderlijk worden afgesteld.
Neutraalstand hydraulische Neutraalstand linkse hydraulische pomp afstellen pomp afstellen 1. Start de motor, draai de gashendel half open en zet de Opmerking: Stel eerst de neutraalstand van de hendel af. parkeerrem vrij. Zie Starten en stoppen van de motor, Deze moet correct zijn voordat u de volgende afstelling blz.
Neutraalstand rechtse hydraulische De sporing afstellen pomp afstellen De linkse handpomp heeft een knop waarmee de sporing 1. Draai de borgmoeren op de kogelverbinding op de kan worden afgesteld. bedieningsstang van de pomp los (Fig. 49). Belangrijk U moet eerst de neutraalstand van de hendel 2.
Lager van draaipunt van Gleufmoer van wielnaaf zwenkwiel afstellen controleren U moet dit lager om de 500 bedrijfsuren of bij stalling Controleer de gleufmoer om de 500 bedrijfsuren. controleren, waarbij de kortste periode moet worden De gleufmoer moet worden aangedraaid met een torsie van aangehouden.
Maaidek horizontaal stellen in drie standen Belangrijk Er zijn slechts 3 meetstanden nodig om het AFSTAND TUSSEN SNIJRAND EN HORIZONTAAL maaidek horizontaal te stellen. OPPERVLAK m–2539 Figuur 55 De machine instellen 1. Plaats de maaimachine op een horizontaal oppervlak. 3. Noteer deze afstand. Deze hoogte moet 79 to 83 mm bedragen 2.
Schuinstand van het maaidek instellen 1. Zet het rechter maaimes in de schuinstand (Fig. 57). Vóór m–1078 Vóór m–7704 Figuur 57 Figuur 59 1. 260 mm tussen de grote 5. Contramoer van wartel ringen 2. Meet het rechter mes bij punt A (Fig. 57). Meet de 6.
Duwarmen afstellen Gevaar Indien nodig kunt u de duwarmen afstellen om de spanning van de drijfriem van het maaidek te verhogen of te Een mechanische of hydraulische krik kan een verminderen. machine niet altijd dragen. Als de machine dan valt, kan dit ernstig letsel veroorzaken. 1.
5. Verwijder de riem. Aandrijfriem van pomp vervangen Opmerking: Begin bij de buitenste poelie en draai de riem af (Fig. 62). Controleer de aandrijfriem van de pomp om de Opmerking: Laat de veer op de veeroogbout zitten. 50 bedrijfsuren op slijtage. 1.
Parkeerrem afstellen Onderhoud van de zekeringen Controleer of de parkeerrem goed is afgesteld. De elektrische installatie is beveiligd door middel van zekeringen. Deze behoeven geen onderhoud. Als er een 1. Stel de remhendel buiten werking (hendel omlaag). zekering is doorgebrand, moet u echter het onderdeel of circuit controleren op defecten of kortsluiting.
Onderhoud van de accu Accu verwijderen Waarschuwing Waarschuwing Accupolen of metalen gereedschappen kunnen CALIFORNIË kortsluiting maken met metalen onderdelen van de Proposition 65 Waarschuwing machine, waardoor vonken kunnen ontstaan. Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing Accuklemmen, accupolen en dergelijke onderdelen komen, die lichamelijk letsel kunnen veroorzaken. bevatten lood en loodverbindingen.
Accu opladen Grasgeleider vervangen Waarschuwing Waarschuwing Bij het opladen produceert de accu gassen die tot Als een afvoeropening niet is afgesloten, kan het ontploffing kunnen komen. maaidek voorwerpen in de richting van de bestuurder of omstanders werpen. Dit kan ernstig Rook nooit in de buurt van de accu en zorg ervoor letsel veroorzaken.
Afvalverwijdering Motorolie, hydraulische vloeistof en motorkoelvloeistof en de accu verontreinigen het milieu. Verwijder deze stoffen overeenkomstig de plaatselijke voorschriften.
Reiniging en stalling 11. Wanneer de machine langer dan 30 dagen niet wordt gebruikt, moet deze worden voorbereid op stalling. De machine wordt als volgt voorbereid op stalling. 1. Schakel de aftakas uit, stel de parkeerrem in werking en draai het contactsleuteltje op UIT. Maak de bougiekabel A.
Storingen, oorzaak en remedie Probleem Mogelijke oorzaken Remedie Startmotor draait niet. 1. De aftakas is ingeschakeld. 1. Aftakas uitschakelen. 2. Parkeerrem niet in werking gesteld. 2. Stel de parkeerrem in werking. 3. Bestuurder zit niet op de stoel. 3. Plaats nemen op de bestuurdersstoel.
Pagina 56
Probleem Mogelijke oorzaken Remedie Machine rijdt niet. 1. Tractieriem versleten, los of 1. Neem contact op met een erkende gebroken. Service Dealer. 2. Tractiedrijfriem van poelie af. 2. Neem contact op met een erkende Service Dealer. 3. Peil van hydraulische vloeistof te 3.