Pagina 1
Form No. 3329–884 Z147 Z-Master met 112 cm Maaidek Modelnr. 74161TE – Serienr. 240000001 en hoger Gebruikershandleiding Registreer uw product op www.Toro.com Vertaling van de oorspronkelijke instructies (NL)
Instructies voor veilige informatie nodig hebt, kunt u contact opnemen met een bediening van (rijdende) erkende Service Dealer of met de klantenservice van Toro. U dient hierbij altijd het modelnummer en het serie- maaimachines met zittende nummer van het product te vermelden. De locatie van het...
Elke bestuurder moet ervoor zorgen dat hij of zij Controleer voor het gebruik de messen, bevestigings- professionele en praktische instructie krijgt. Bij een bouten en het maaimechanisme altijd op sporen van dergelijke instructie moet de nadruk liggen op: slijtage of beschadiging. Vervang versleten of bescha- digde messen en bouten altijd als complete set om een –...
De omkiepbeveiliging gebruiken (ROPS, Gebruik uitsluitend door Toro goedgekeurde Rollover Protection System) werktuigen. De garantie kan komen te vervallen als werktuigen worden gebruikt die niet zijn goedgekeurd.
Voorkom contact met de huid, ogen en kleding. Bescherm uw gezicht, ogen en kleding als u werkzaamheden verricht aan de accu. Accugassen kunnen ontploffen. Houd sigaretten, vonken en open vuur uit de buurt van de accu. Gebruik altijd uitsluitend originele Toro-onderdelen zodat de originele standaarden worden gehandhaafd.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de gebruiker en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. 93-7828 1. Maaimachine kan voorwerpen uitwerpen – Gebruik de machine niet als de grasgeleider omhoog geklapt of verwijderd is; zorg ervoor dat de grasgeleider op zijn plaats zit.
Pagina 10
98-1977 1. Risico om gegrepen te worden, riem – Blijf uit de buurt van 99-8937 bewegende onderdelen. 1. Rechter brandstoftank 3. Linker brandstoftank open open 2. Afsluitklep van brandstoftank 99-3943 99-8939 1. Motor 1. Lees de 3. Verwijder het sleuteltje uit Gebruikershandleiding .
Pagina 11
98-1977 1. Risico om gegrepen te worden, riem – Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen. 99-8941 98-4387 1. Maaihoogte 1. Waarschuwing – Draag gehoorbescherming. 99-8942 1. Maaihoogte 99-8940 99-8944 1. Lees de instructies 3. Motor alvorens service- of 4. Bandenspanning 1.
Pagina 12
104-4163 1. Risico van explosie 4. Draag oogbescherming 2. Geen vonken of vuur en 5. Lees de niet roken. Gebruikershandleiding . 3. Risico van bijtende 6. Houd omstanders op 107-1866 vloeistof/chemische veilige afstand van de brandwonden accu. 1. Kans op slippen, omkiepen en verlies van controle over de machine, steile hellingen –...
Pagina 13
106-6590 1. Uitschakelen 5. Aftakas 12. Continu snelheidsregeling 15. Handen of voeten kunnen worden gesneden/geam- 2. Parkeerrem 6. Motor – Afzetten 13. Langzaam puteerd, maaimes – Neem 3. Inschakelen 7. Motor – Lopen 14. De machine kan voorwerpen geen passagiers mee en uitwerpen –...
Pagina 14
107-3069 1. Waarschuwing – Als de 2. Om onder obstakels te machine omkiept zonder maaien, moet u de dat u de rolbeugel omhoog rolbeugel omlaag klappen heeft geklapt en de en de veiligheidsgordel veiligheidsgordel heeft losmaken; in alle andere omgedaan, zult u ernstig gevallen moet u te allen of dodelijk letsel oplopen;...
Benzine en olie Gevaar In bepaalde omstandigheden is benzine uiterst Aanbevolen benzine ontvlambaar en zeer explosief. Brand of explosie van benzine kan brandwonden bij u of anderen en Gebruik normale LOODVRIJE benzine voor automobielen materiële schade veroorzaken. (octaangetal minimaal 85). Gelode normale benzine kan worden gebruikt als loodvrije benzine niet verkrijgbaar is.
Brandstoftank met benzine Waarschuwing vullen Benzine is schadelijk of dodelijk bij inname. 1. Motor afzetten en parkeerrem in werking stellen. Langdurige blootstelling aan dampen kan leiden 2. Omgeving van beide brandstoftankdoppen reinigen en tot ernstig letsel en ziekte. doppen afnemen. Beide brandstof tanks vullen met Voorkom dat u dampen lange tijd inademt.
Gebruiksaanwijzing Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. De omkiepbeveiliging gebruiken (ROPS, Rollover m–6836 Protection System) Figuur 2 1. Volledig omlaag geklapt 2. Omlaag geklapt met Waarschuwing gemonteerde grasvanger Om lichamelijk of dodelijk letsel te voorkomen als Belangrijk Doe altijd de veiligheidsgordel om als de de machine omkiept: houd de rolbeugel in de...
7. Klem de voorste handgrepen tegen de uiteinden midden op de de rolbeugel (Fig. 3). m–6897 Figuur 4 1. Voorste handgreep Veiligheid staat voorop m–6478 Figuur 5 Lees alle veiligheidsinstructies in het hoofdstuk Veilige 1. Veilige zone – gebruik de Z Master op hellingen van minder dan bediening.
Bedieningsorganen Urenteller gebruiken Zorg dat u vertrouwd bent met alle bedieningsorganen De urenteller registreert het aantal uren dat de motor in (Fig. 7) voordat u de motor start en de machine gebruikt. bedrijf is geweest. De urenteller werkt als de motor loopt. Gebruik deze tijden om regelmatig onderhoudswerkzaam- heden te plannen.
Parkeerrem gebruiken Keerplaten monteren of verwijderen Stel de parkeerrem altijd in werking wanneer u de machine stopt of deze onbeheerd achterlaat. De keerplaten moeten als volgt worden verwijderd en gemonteerd. De keerplaten worden uitsluitend gebruikt Belangrijk Parkeer nooit op een helling tenzij de om maaisel fijn te maken.
Messen monteren of verwijderen 1. Verwijder de messen en de anti-scalpeercups van de assen. Bewaar ze voor gebruik met zijafvoer. 2. Monteer nieuwe recycler-messen zonder anti-scalpeercups. Belangrijk De wiek van de messen (d.w.z. het deel dat naar boven steekt) moet wijzen naar de binnenkant van de maaimachine.
Uitstoters monteren en verwijderen 4. Draai alle bevestigingselementen goed vast. 5. Draai de messen totdat de afstand tussen de messen en De uitstoters moeten als volgt worden verwijderd en de uitstoters minstens 3 mm bedraagt. gemonteerd. De uitstoters worden uitsluitend gebruikt om maaisel fijn te maken.
Uitblaasplaten monteren en 8. Plaats de platen zoals is aangegeven op Figuur 15. verwijderen Opmerking: De randen van de platen moeten midden tussen de beugels van de voorste roller staan (Fig. 15). De uitblaasplaten moeten als volgt worden verwijderd en 9.
Starten en stoppen van de motor Motor starten 1. Neem plaats op de bestuurdersstoel en zet de schakelhendels in de neutraalstand. 2. Stel de parkeerrem in werking; zie Parkeerrem in werking stellen, blz. 20. M–4268 m–2720 3. Schakel de aftakas uit (Fig. 16). Figuur 18 Figuur 19 4.
Bediening van de aftakas Werking van het veiligheidssysteem Het veiligheidssysteem is bedoeld om starten van de Met de aftakas schakelt u de aandrijving naar de motor alleen mogelijk te maken wanneer: elektrische koppeling aan of uit. De bestuurder op de stoel zit; Aftakas inschakelen De parkeerrem in werking is gesteld.
Vooruit- en achteruitrijden Met de gashendel regelt u de snelheid van de motor, oftewel het toerental (in omwentelingen per minuut). Zet de gashendel op Snel om de beste prestaties te verkrijgen. Gebruik de machine altijd met de motor op vol gas. Waarschuwing m–2715 De machine kan zeer snel ronddraaien.
Maaihoogte instellen De maaihoogte kan worden ingesteld van 38 tot 114 mm in stappen van 6 mm door de gaffelpen in verschillende openingen te plaatsen. 1. Zet de maaihoogtehendel omhoog in de transport-stand (eveneens de maaihoogte-stand van 114 mm) (Fig. 22). 2.
Bestuurdersstoel instellen Machine met de hand duwen U kunt de stoel naar voren en naar achteren verschuiven. Belangrijk U moet de machine altijd met de hand De positie van de stoel moet zo zijn dat u de machine het duwen. Slepen van de machine kan schade aan het best kunt bedienen en dat u comfortabel zit.
Gebruik met de grasgeleider Transport van de machine Het maaidek is uitgerust met een scharnierende gras- Gebruik een aanhanger of vrachtwagen voor zwaar geleider, die het maaisel zijwaarts en omlaag naar het vervoer om de machine te transporteren. Zorg ervoor dat gazon afvoert.
Machines inladen Waarschuwing Ga zeer voorzichtig te werk als u een maaimachine op een aanhanger of een vrachtwagen laadt. Wij adviseren u Als een machine wordt geladen op een aanhanger gebruik te maken van een hellingbaan die de volle breedte of een vrachtwagen, wordt de kans vergroot dat van de machine beslaat en zo breed is dat deze uitsteekt de machine achterover kiept.
Als een mes beschadigd of maaihoogte. Maai twee dagen later op een lagere versleten is, moet u dit onmiddellijk vervangen door een maaihoogte. origineel TORO-mes.
Onderhoud Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Het peil van de hydraulische vloeistof controleren Na de eerste 5 Motorolie verversen bedrijfsuren Hydraulische filter vervangen Het motoroliepeil controleren Veiligheidssysteem controleren Voor elk gebruik Luchtinlaat van de motor reinigen Maaikast reinigen Maaimessen controleren Om de 5 bedrijfsuren Lagers van mesas smeren Het peil van de hydraulische vloeistof controleren Maaideksteun en duwarmen smeren...
Als een mes beschadigd of versleten is, moet u dit onmiddellijk vervangen door een origineel Toro-mes. Om het slijpen en vervangen te vergemakkelijken, is het handig extra messen in voorraad te hebben.
Maaimessen slijpen Onderhoud van het luchtfilter Schuimelement: Reinigen en om de 25 bedrijfsuren met Waarschuwing olie bestrijken. Papierelement: Om de 100 bedrijfsuren reinigen. Om de Als het mes wordt geslepen, kunnen delen van het 300 bedrijfsuren of jaarlijks vervangen. waarbij de kortste mes worden weggeslingerd en ernstig letsel periode moet worden aangehouden.
Schuimelement reinigen Motoroliepeil controleren 1. Schuimfilter in warm water met vloeibare zeep Olie verversen: wassen. Grondig in schoon water uitspoelen. Na de eerste 8 bedrijfsuren 2. Schuimfilter in een schone doek wikkelen en droogknijpen. Niet uitwringen. Om de 100 bedrijfsuren. 3.
6. Giet ca. 80% van de gespecificeerde hoeveelheid olie langzaam in de vulbuis (Fig. 38). Zie Motoroliepeil controleren, blz. 36. 7. Controleer het oliepeil; zie Oliepeil van de motor controleren, blz. 36. 8. Giet langzaam olie bij tot dat het oliepeil de Vol-markering bereikt.
Onderhoud van de bougie Controleer de bougies om de 100 bedrijfsuren. Controleer of de elektrodenafstand correct is voordat u de bougie monteert. Gebruik een bougiesleutel voor het (de)monteren van de 1,0 mm bougies en een voelermaat voor het meten en afstellen van de elektrodenafstand.
5. Druk de uiteinden van de slangklemmen naar elkaar 1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak toe en schuif ze weg van het filter (Fig. 43). zodat alle brandstof kan weglopen uit de tank. Schakel vervolgens de aftakas uit, stel de parkeerrem in 6.
Het koelsysteem reinigen Methode van smeren 1. Schakel de aftakas uit, zet de schakelhendels in de Verwijder voor elk gebruik gras en rommel van het neutraalstand en stel de parkeerrem in werking. luchtinlaatrooster. 2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en Reinig de koelribben en de uitlaatringen om de wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn 300 bedrijfsuren of jaarlijks, waarbij de kortste periode...
Punten waar dunvloeibare olie of 4. Pomp smeervet in de verloopnippel totdat er vet bij de bovenste lager naar buiten komt. sproeismering moeten worden gebruikt 5. Trek de verloopnippel uit de opening. Monteer de Smeer de machine op de volgende punten met zeskantige plug en de dop.
Lager van draaipunt van 5. Controleer de afstand van de onderkant van de gleuf in de moer tot de binnenrand van de opening. Er mogen zwenkwiel afstellen maximaal twee schroefdraden zichtbaar zijn (Fig. 50). 6. Als er meer dan twee schroefdraden zichtbaar zijn, Om de 500 bedrijfsuren of bij stalling controleren, waarbij verwijdert u de moer en plaatst u een ring tussen de de kortste periode moet worden aangehouden.
1. Plaats de machine op een horizontaal vlak en stel de Waarschuwing parkeerrem in werking. 2. Reinig de omgeving van de vulbuis en de dop van de Hydraulische vloeistof die onder druk ontsnapt, kan hydraulische tank (Fig. 51). door de huid heen dringen en letsel veroorzaken. 3.
4. Smeer een dun laagje hydraulische vloeistof op de 3. Als het wiel uit zichzelf begint te draaien, moet u dit rubberen pakking van het nieuwe filter (Fig. 53). ingeschakeld houden totdat het wiel soepel draait (minimaal 2 minuten). 5. Monteer het nieuwe hydraulische filter op het filtertussenstuk.
Neutraalstand van hendel 8. Als de schakelhendel moet worden afgesteld, draait u de moer en de contramoer tegen de gaffel (Fig. 55). afstellen 9. Oefen een lichte achterwaartse druk uit op de schakel- hendel, draai de kop van de stelbout in de juiste richting Als de schakelhendels niet in één lijn staan of gemakkelijk totdat de hendel in de vergrendelde neutraalstand is in de gleuf van het bedieningspaneel glijden, moeten zij...
Neutraalstand hydraulische Neutraalstand linkse hydraulische pomp afstellen pomp afstellen 1. Start de motor, draai de gashendel half open en zet de Opmerking: Stel eerst de neutraalstand van de hendel af. parkeerrem vrij. Zie Starten en stoppen van de motor, Deze moet correct zijn voordat de volgende afstelling kan blz.
Neutraalstand rechtse hydraulische De sporing afstellen pomp afstellen De linkse pomp heeft een knop waarmee de sporing kan 1. Draai de borgmoeren op de kogelverbinding op de worden afgesteld. bedieningsstang van de pomp los (Fig. 55). Belangrijk U moet eerst de neutraalstand van de 2.
Parkeerrem afstellen Onderhoud van de zekering Controleer of de parkeerrem goed is afgesteld. Onderhoudsinterval/Specificatie 1. Stel de remhendel buiten werking (hendel omlaag). De elektrische installatie is beveiligd door middel van zekeringen. Deze behoeven geen onderhoud. Als er een 2. Meet de lengte van de veer. De lengte tussen de ringen zekering is doorgebrand, moet u echter het onderdeel of moet 70 mm zijn (Fig.
Onderhoud van de accu Accu monteren 1. Plaats de accu in een bak met de accupolen gericht naar de motor (Fig. 61). Waarschuwing 2. Bevestig de pluskabel (rood) aan de pluspool (+) van de accu. Accuklemmen, accupolen en dergelijke onder- delen bevatten lood en loodverbindingen.
Accu verwijderen Accu bijvullen met water Opmerking: Vul de accu nooit bij met gedistilleerd water Waarschuwing terwijl de accu nog in de machine zit. Er zou dan accuzuur op andere onderdelen kunnen komen, wat tot corrosie kan leiden. Accupolen of metalen gereedschappen kunnen kortsluiting maken met metalen onderdelen van U kunt de accu het best bijvullen met gedistilleerd water de machine, waardoor vonken kunnen ontstaan.
4. Zodra de accu volledig is opgeladen, haalt u de 6. Controleer de vier kettingen. De kettingen moeten oplader uit het stopcontact en maakt u vervolgens de gespannen zijn. oplaadkabels los van de accuklemmen (Fig. 62). Opmerking: De achterste kettingen moeten worden versteld t.o.v.
7. Als de afstanden bij punten B of C niet correct zijn, 4. Meet bij punt B (Fig. 66) de afstand tussen een maakt u de bout los waarmee de achterste ketting is horizontaal oppervlak en de snijrand van het rechter bevestigd aan de achterste steunarm (Fig.
Drukveer afstellen 1. Zet de hefhendel van het maaidek omhoog in de transport-stand (Fig. 68). 2. Controleer de afstand tussen de twee grote ringen; deze moet 260 mm bedragen (Fig. 68). 3. U kunt deze afstand instellen door de contramoer van de veer los te draaien en vervolgens te draaien aan de m–6273 moer op de voorkant van elke veer (Fig.
Maaidekriem vervangen Waarschuwing Tekenen dat een riem aan het slijten is, zijn: gieren tijdens het draaien van de riem, slippen van de messen tijdens het De veer is onder spanning gemonteerd en kan maaien, gerafelde randen, schroeiplekken en scheuren. lichamelijk letsel veroorzaken. Vervang de riem als u één van deze zaken constateert.
Aandrijfriem van pomp Grasgeleider vervangen vervangen Waarschuwing Controleer de aandrijfriem van de pomp om de 50 bedrijfsuren op beschadiging. Als een afvoeropening niet is afgesloten, kan de 1. Verwijder eerste de maaidekriem. Zie Maaidekriem maaimachine voorwerpen in de richting van de vervangen, blz.
Reiniging en stalling C. Zet de motor af, laat deze afkoelen, en laat de brandstoftank leeglopen; zie Onderhoud van de brandstoftank, blz. 39. 1. Schakel de aftakas uit, stel de parkeerrem in werking en draai het contactsleuteltje op Uit. Maak de D.
Storingen, oorzaak en remedie Probleem Mogelijke oorzaken Remedie Startmotor draait niet. 1. De aftakas is ingeschakeld. 1. Aftakas uitschakelen. 2. Parkeerrem niet in werking 2. Parkeerrem in werking stellen. gesteld. 3. Bestuurder zit niet op de stoel. 3. Plaats nemen op de bestuurdersstoel.
Pagina 59
Probleem Mogelijke oorzaken Remedie Machine rijdt niet. 1. Tractieriem versleten, los of 1. Neem contact op met een gebroken. erkende Service Dealer. 2. Tractiedrijfriem van poelie af. 2. Neem contact op met een erkende Service Dealer. 3. Peil van hydraulische vloeistof 3.