Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Toro Z-Master Z147 Gebruikershandleiding
Verberg thumbnails Zie ook voor Z-Master Z147:
Inhoudsopgave

Advertenties

Form No. 3328–234
Z147
Z-Master met 112 cm Maaidek
Modelnr. 074176TE – Serienr. 230000001 en hoger
Gebruikershandleiding
Dutch (NL)

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Toro Z-Master Z147

  • Pagina 1 Form No. 3328–234 Z147 Z-Master met 112 cm Maaidek Modelnr. 074176TE – Serienr. 230000001 en hoger Gebruikershandleiding Dutch (NL)
  • Pagina 2: Inhoudsopgave

    ... . . Storingen, oorzaak en remedie ....2002 – The Toro Company 8111 Lyndale Avenue South Alle rechten voorbehouden...
  • Pagina 3: Inleiding

    Als u service, originele Toro-onderdelen of aanvullende bediening van (rijdende) informatie nodig hebt, kunt u contact opnemen met een erkende Service Dealer of met de klantenservice van Toro. maaimachines met zittende U dient hierbij altijd het modelnummer en het bestuurder serienummer van het product te vermelden.
  • Pagina 4: Voor Ingebruikname

    Elke bestuurder moet ervoor zorgen dat hij of zij Controleer voor het gebruik de messen, professionele en praktische instructie krijgt. Bij een bevestigingsbouten en het maaimechanisme altijd op dergelijke instructie moet de nadruk liggen op: sporen van slijtage of beschadiging. Vervang versleten of beschadigde messen en bouten altijd als complete –...
  • Pagina 5: Onderhoud En Stalling

    Onderhoud en stalling Uitkijken voor verkeer bij het oversteken en in de buurt van de openbare weg. Draai alle moeren, bouten en schroeven regelmatig Zet de maaimessen stil voordat u andere oppervlakken strak aan, zodat de machine steeds veilig in gebruik is. dan grasvelden oversteekt.
  • Pagina 7: Hellingsdiagram

    Hellingsdiagram BRENG DEZE RAND IN LIJN MET EEN VERTICAAL OPPERVLAK (BOOM, GEBOUW, PAAL, ENZ.)
  • Pagina 9: Veiligheids- En Instructiestickers

    Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. 99-8937 1. Rechterbrandstoftank 3. Linkerbrandstoftank open open 2. Afsluitklep van brandstoftank 99-3943 1. Motor 99-8939 1.
  • Pagina 10 99-8941 1. Maaihoogte 99-8940 1. Lees de instructies 3. Motor alvorens service- of 4. Bandenspanning onderhoudswerkzaam- 5. Uurlijks interval heden uit te voeren. 6. Smeer 2. Hydraulische vloeistof 99-8942 1. Maaihoogte 105-6183 1. Lees de Gebruikershandleiding . 2. Draai de omloopklep naar buiten om de machine te duwen. 3.
  • Pagina 11 99-8944 1. Gevaar voor ontploffing – 3. Brandgevaar – Geen Draag oogbescherming. vonken of vuur en niet roken. 2. Risico van bijtende vloeistof/chemische 4. Gevaar voor vergiftiging – brandwonden – Afspoelen Houd kinderen uit de buurt met water en eerste hulp van de accu.
  • Pagina 12 100-3952 1. Peil hydraulische vloeistof. 2. Heet oppervlak/gevaar voor brandwonden – Blijf op een veilige afstand van een heet oppervlak. 93-7316 1. De machine kan voorwerpen uitwerpen – Blijf op veilige afstand. 2. Machine kan voorwerpen uitwerpen – Zorg ervoor dat de grasgeleider op zijn plaats zit.
  • Pagina 13 104-4164 1. Bevat lood; niet weggooien. 4. Geen vonken of vuur en niet 6. Ogen direct met water 8. Minimale vulstreep. roken. spoelen en snel arts 2. Recyclen. 9. Instructies om accu te raadplegen. 5. Zwavelzuur kan blindheid of gebruiken. 3.
  • Pagina 14: Benzine En Olie

    Benzine en olie Gevaar Aanbevolen benzine In bepaalde omstandigheden is benzine uiterst ontvlambaar en zeer explosief. Brand of explosie Gebruik normale LOODVRIJE benzine voor van benzine kan brandwonden bij u of anderen en automobielen (octaangetal minimaal 85). Gelode normale materiële schade veroorzaken. benzine kan worden gebruikt als loodvrije benzine niet verkrijgbaar is.
  • Pagina 15: Gebruik Van Stabilizer/Conditioner

    Brandstoftank met benzine Waarschuwing vullen Benzine is schadelijk of dodelijk bij inname. 1. Motor afzetten en parkeerrem in werking stellen. Langdurige blootstelling aan dampen kan leiden 2. Omgeving van beide brandstoftankdoppen reinigen en tot ernstig letsel en ziekte. doppen afnemen. Beide brandstof tanks vullen met Voorkom dat u dampen lange tijd inademt.
  • Pagina 16: Montage

    Sleuteltje Gebruikershandleiding Lezen voor gebruik. Gebruikershandleiding van motor Onderdelencatalogus Registratiekaart Invullen en opsturen naar Toro. De aandrijfwielen monteren Bandenspanning controleren 1. Haal de maaimachine uit de doos. Zorg ervoor dat de voor- en achterbanden de voorgeschreven spanning hebben (Fig. 2).
  • Pagina 17: Bevestigingsstang Van Stoel Monteren

    Bevestigingsstang van stoel 3. Plaats de hendels zodanig dat de bouten zich in het midden van de gleuven op de bevestigingsplaat van de monteren hendel bevinden, en draai deze met de hand vast. 4. Breng de voorste/achterste positie van de hendels in 1.
  • Pagina 18: Grasgeleider Monteren

    Grasgeleider monteren Spatplaten gebruiken De grasgeleider wordt uitsluitend gebruikt als de machine De spatplaten worden uitsluitend gebruikt als de machine in de zijafvoer-modus staat. in de zijafvoer-modus staat. Zie Spatplaten monteren en verwijderen, blz. 23. Waarschuwing Belangrijk De spatplaten mogen niet worden gebruikt als de machine in de recycling-modus staat.
  • Pagina 19: Hydraulische Vloeistof Controleren

    5. Wacht na het bijvullen van de accucellen vijf tot tien Pomp vet in de smeernippels op de drie aslagers. Pomp minuten. Vul zonodig accuzuur bij totdat het zuurpeil de vet in de nippels totdat er vet bij de onderste afdichtingen bovenste streep (Fig.
  • Pagina 20: Bedieningsorganen

    Bedieningsorganen Om de rechterbrandstofank te gebruiken, moet u de brandstofafsluitklep een 1/4 slag naar rechts draaien vanuit de UIT-positie. De motor gebruikt dan alleen Zorg dat u vertrouwd bent met alle bedieningsorganen brandstof uit de rechtertank. Als de rechtertank leeg is, (Fig.
  • Pagina 21: Keerschotten Monteren Of Verwijderen

    Keerschotten monteren of Keerschotten monteren of verwijderen verwijderen Belangrijk De keerschotten worden uitsluitend gebruikt om maaisel fijn te maken. De keerschotten De keerschotten moeten als volgt worden verwijderd en moeten worden verwijderd als de machine in de gemonteerd. De keerschotten worden uitsluitend gebruikt zijafvoer-modus staat.
  • Pagina 22: Uitstoters Monteren En Verwijderen

    3. Draai alle bevestigingselementen goed vast. 3. Plaats de uitstoters (Fig. 15) en zet deze vast met 3 bouten (5/16 x 1 inch), afstandstukken, platte ringen 4. Draai de messen om te verzekeren dat de afstand tussen en borgmoeren (Fig. 16). de messen en de keerschotten minstens 3 mm bedraagt.
  • Pagina 23: Spatplaten Monteren En Verwijderen

    5. Maak het maaidek grondig schoon. U moet alle Gevaar rommel verwijderen zodat de spatplaat goed past op het maaidek. Het maaidek kan rommel uitwerpen uit 6. Repareer alle verbogen of beschadigde delen van het niet-afgedichte openingen, waardoor u en anderen maaidek en vervang ontbrekende onderdelen.
  • Pagina 24: Starten En Stoppen Van De Motor

    Starten en stoppen van de motor Motor starten 1. Neem plaats op de bestuurdersstoel en zet de schakelhendels in de neutraalstand. 2. Stel de parkeerrem in werking; zie Parkeerrem in werking stellen, blz. 20. M–4268 3. Schakel de aftakas uit (Fig. 18). m–2720 Figuur 20 Figuur 21...
  • Pagina 25: Bediening Van De Aftakas

    Bediening van de aftakas Werking van het veiligheidssysteem Het veiligheidssysteem is bedoeld om starten van de Met de aftakas schakelt u de aandrijving naar de motor alleen mogelijk te maken wanneer: elektrische koppeling aan of uit. De bestuurder op de stoel zit. Aftakas inschakelen De parkeerrem in werking is gesteld.
  • Pagina 26: Vooruit En Achteruit Rijden

    Vooruit en achteruit rijden Achteruitrijden 1. Zet de hendels in de middelste, onvergrendelde stand. Met de gashendel regelt u de snelheid van de motor, oftewel het toerental (in omwentelingen per minuut). Zet 2. Om achteruit te rijden, trekt u de schakelhendels naar de gashendel op Snel om de beste prestaties te verkrijgen.
  • Pagina 27: Anti-Scalpeerrollers Afstellen

    Middelste rollers 1. Schakel de aftakas uit en draai het contactsleuteltje op Uit. Zet de schakelhendels in de vergrendelde neutraalstand en stel de parkeerrem in werking. 2. Nadat u de maaihoogte hebt ingesteld, verwijdert u de bout en de moer (Fig. 26). 3.
  • Pagina 28: Machine Met De Hand Duwen

    Machine met de hand duwen Omkiepbeveiliging gebruiken Een omkiepbeveiliging is verkrijgbaar voor een groot Belangrijk U moet de machine altijd met de hand aantal rijdende machines. Neem contact op met een duwen. Slepen van de machine kan schade aan het erkende Service Dealer als u wilt weten hoe u in het bezit hydraulische systeem veroorzaken.
  • Pagina 29: Transport Van De Machines

    Transport van de machines de helling. Hierdoor wordt de hoek die de hellingbaan maakt, zo klein mogelijk. De aanhanger of de vrachtwagen moet zo horizontaal mogelijk staan. Gebruik een aanhanger of vrachtwagen voor zwaar vervoer om de machine te transporteren. Zorg ervoor dat Belangrijk Probeer de machine niet te keren als deze de aanhanger of vrachtwacht is voorzien van alle...
  • Pagina 30: Maaitips

    Vijl regelmatig kerven en inkepingen maaihoogte. Maai twee dagen later op een lagere weg en slijp de messen indien dit nodig is. Als een mes maaihoogte. beschadigd of versleten is, moet u dit onmiddellijk vervangen door een origineel TORO-mes.
  • Pagina 31: Onderhoud

    Onderhoud Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Controleer het peil van de hydraulische vloeistof Motorolie verversen Na het eerste gebruik Hydraulische filter vervangen Oliepeil controleren Veiligheidssysteem controleren Voor elk gebruik Koelsystemen reinigen Maaikast reinigen Maaimessen controleren Om de 5 bedrijfsuren Lagers van mesas smeren Controleer het peil van de hydraulische vloeistof Chassis smeren Lagerbussen van stangenstelsel oliën...
  • Pagina 32: Onderhoud Van De Maaimessen

    Figuur 29 een mes beschadigd of versleten is, moet u dit onmiddel- 1. Snijrand 3. Slijtage/groefvorming lijk vervangen door een origineel TORO-mes. Om het 2. Gebogen deel slijpen en vervangen te vergemakkelijken, is het handig extra messen in voorraad te hebben.
  • Pagina 33: De Maaimessen Verwijderen

    Het mes blijft in balans machine altijd veilig kan worden gebruikt, moet u ter als u van beide snijranden dezelfde hoeveelheid vervanging uitsluitend originele Toro-messen gebruiken. materiaal verwijdert. Gebruik ter vervanging nooit messen van andere fabrikanten omdat dit in strijd kan zijn met de veiligheidsnormen.
  • Pagina 34: Onderhoud Van Het Luchtfilter

    De maaimessen monteren Schuimelement reinigen 1. Monteer het mes op de as (Fig. 32). 1. Schuimfilter in warm water met vloeibare zeep wassen. Grondig in schoon water uitspoelen. Belangrijk Het gebogen deel van het mes moet 2. Schuimfilter in een schone doek wikkelen en omhoog naar de binnenzijde van de maaikast wijzen om droogknijpen.
  • Pagina 35: Motorolie Controleren

    Motorolie controleren Olie verversen: Na de eerste 8 bedrijfsuren Om de 100 bedrijfsuren. Opmerking: De motorolie moet vaker worden ververst als de machine wordt gebruikt in zeer stoffige of zanderige omstandigheden. Type olie: Reinigingsolie (API-onderhoudsclassificatie SG m–4291 of SH) Figuur 38 Carterinhoud: met filter, 1,8 liter 1.
  • Pagina 36: Oliefilter Vervangen

    Bougies verwijderen 7. Controleer het oliepeil; zie Motoroliepeil controleren, blz. 35. 1. Schakel de aftakas uit, stel de parkeerrem in werking 8. Giet langzaam olie bij tot dat het oliepeil de en draai het contactsleuteltje op Uit. Verwijder het Vol-markering bereikt. contactsleuteltje.
  • Pagina 37: Bougies Monteren

    Bougies monteren Onderhoud van de brandstoftank 1. Monteer de bougies. Controleer of de elektrodenafstand correct is. Benzine aftappen uit de brandstoftank 2. Draai de bougies vast met een torsie van 15 Nm. 3. Druk de kabels op de bougies (Fig. 41). Gevaar Onderhoud van het In bepaalde omstandigheden is benzine uiterst...
  • Pagina 38: Het Koelsysteem Reinigen

    Het koelsysteem reinigen 3. Zet een smeerpistool op de nippel. Spuit vet in de nippels totdat er nieuw vet bij de lagers naar buiten komt. Verwijder voor elk gebruik gras en rommel van het luchtinlaatrooster. 4. Overtollig vet opnemen. Reinig de koelribben en de uitlaatringen om de 300 bedrijfsuren of jaarlijks, waarbij de kortste periode Smeerpunten moet worden aangehouden.
  • Pagina 39: De Lagers Smeren

    De lagers smeren periode moet worden aangehouden (Fig. 48). De bandenspanning kan het best bij koude banden worden gecontroleerd. Het maaidek moet regelmatig worden gesmeerd. Zie Aanbevolen Onderhoudsschema, blz. 31. Smeren met Nr. Bandenspanning: De banden van de aandrijfwielen en 2 vet op lithium- of molybdeenbasis voor algemene zwenkwielen moeten een spanning van 90 kPa (13 psi) doeleinden.
  • Pagina 40: Gleufmoer Van Wielnaaf

    Gleufmoer van wielnaaf Type vloeistof: Mobil 1 15W-50 synthetische motorolie of gelijkwaardige synthetische olie. Om de 500 bedrijfsuren controleren. Belangrijk Gebruik de voorgeschreven vloeistof of De gleufmoer moet worden aangedraaid met een torsie een gelijkwaardig product. Andere vloeistoffen kunnen van 169,5 Nm. schade aan het systeem veroorzaken.
  • Pagina 41: Hydraulisch Filter Vervangen

    4. Smeer een dun laagje hydraulische vloeistof op de Waarschuwing rubberen pakking van het nieuwe filter (Fig. 53). 5. Monteer een nieuw hydraulisch filter op het Hydraulische vloeistof die onder druk ontsnapt, filtertussenstuk. Niet te vast aandraaien. kan door de huid heen dringen en letsel 6.
  • Pagina 42: Hydraulisch Systeem Ontluchten

    Hydraulisch systeem ontluchten Neutraalstand van hendel afstellen Het tractiesysteem ontlucht zichzelf, maar het kan noodzakelijk zijn het systeem te ontluchten als de Als de schakelhendels niet in één lijn staan of gemakkelijk vloeistof wordt ververst of nadat er werkzaamheden zijn in de gleuf van het bedieningspaneel glijden, moeten zij verricht aan het systeem.
  • Pagina 43: Neutraalstand Van Hydraulische Pomp Afstellen

    Tijdens deze afstelling moeten de aandrijfwielen draaien. 1. Krik het frame omhoog en plaats de machine op blokken zodat de wielen vrij kunnen ronddraaien. 2. Koppel de elektrische connector los van de veiligheidsschakelaar van de stoel. Monteer tijdelijk een verbindingsdraad op de polen van de stekker van de kabelboom.
  • Pagina 44: De Sporing Afstellen

    Neutraalstand rechtse hydraulische De sporing afstellen pomp afstellen De linkse handpomp heeft een knop waarmee de sporing 1. Draai de borgmoeren op de kogelverbindingen op de kan worden afgesteld. bedieningsstang van de pomp los (Fig. 55). Belangrijk U moet eerst de neutraalstand van de 2.
  • Pagina 45: Parkeerrem Afstellen

    Parkeerrem afstellen Onderhoud van de zekering Controleer of de parkeerrem goed is afgesteld. Onderhoudsinterval/Specificatie 1. Stel de remhendel buiten werking (hendel omlaag). De elektrische installatie is beveiligd door middel van zekeringen. Deze behoeven geen onderhoud. Als er een 2. Meet de lengte van de veer. De lengte tussen de ringen zekering is doorgebrand, moet u echter het onderdeel of moet 70 mm zijn (Fig.
  • Pagina 46: Onderhoud Van De Accu

    Onderhoud van de accu Accu monteren 1. Plaats de accu in een bak met de accupolen gericht naar de motor (Fig. 61). Waarschuwing 2. Bevestig de pluskabel (rood) aan de pluspool (+) van de accu. Accuklemmen, accupolen en dergelijke onderdelen bevatten lood en loodverbindingen. 3.
  • Pagina 47: Accu Verwijderen

    Accu verwijderen Accu bijvullen met water U kunt de accu het best bijvullen met gedistilleerd water Waarschuwing net voordat u het voertuig gaat gebruiken. Het water vermengt zich dan goed met het accuzuur. Accupolen of metalen gereedschappen kunnen 1. Verwijder de accu uit de machine. kortsluiting maken met metalen onderdelen van 2.
  • Pagina 48: Accu Opladen

    Accu opladen Maaidek horizontaal stellen 1. Plaats de maaimachine op een horizontaal oppervlak. Waarschuwing Zet de motor af, stel de parkeerrem in werking, verwijder het sleuteltje en maak de bougiekabels los van de bougies. Bij het opladen produceert de accu gassen die tot ontploffing kunnen komen.
  • Pagina 49 7. Draai de voorste en de achterste borgmoer aan beide 10. Stel de voorste wartel af met behulp van de achterste zijden van de voorste wartel los. Draai ze los totdat de borgmoer totdat de voorste ketting strak staat en de voorste kettingen los zijn en het maaidek wordt voorkant van het maaidek nog het blok raakt.
  • Pagina 50: Duwarmen Afstellen

    Duwarmen afstellen Riemen controleren 1. Om de duwarmen af te stellen, draait u de contramoer Controleer alle riemen om de 100 bedrijfsuren. los en draait u de kogelverbinding telkens één slag 1. Controleer de riemen op scheuren, gerafelde randen, linksom (Fig. 65). schroeiplekken of andere schade.
  • Pagina 51: Aandrijfriem Van Pomp Vervangen

    Aandrijfriem van pomp 5. Verwijder de veerbelaste spanpoelie (Fig. 66). vervangen 6. Laat de nieuwe riem door de hulp-pitmanarm lopen (Fig. 66). Controleer de aandrijfriem van de pomp om de 50 7. Plaats de spanpoelie terug en laat de riem over de bedrijfsuren op beschadiging.
  • Pagina 52: Grasgeleider Vervangen

    Grasgeleider vervangen Waarschuwing Als een afvoeropening niet is afgesloten, kan de maaimachine voorwerpen in de richting van de bestuurder of omstanders werpen. Dit kan ernstig lichamelijk letsel veroorzaken. Daarnaast kunt u ook in contact komen met het mes. Gebruik de maaimachine nooit zonder afdekplaat, fijnmaakplaat of een grasafvoer en een grasvanger.
  • Pagina 53: Elektrisch Schema

    Elektrisch schema...
  • Pagina 54: Reiniging En Stalling

    Reiniging en stalling D. Motor opnieuw starten en laten lopen totdat deze afslaat. 1. Schakel de aftakas uit, stel de parkeerrem in werking E. Bedien de choke of hulpstarter. Start de motor en draai het contactsleuteltje op Uit. Maak de totdat hij niet meer start.
  • Pagina 55: Storingen, Oorzaak En Remedie

    Storingen, oorzaak en remedie Probleem Mogelijke oorzaken Remedie Startmotor draait niet. 1. De aftakas is ingeschakeld. 1. Aftakas uitschakelen. 2. Parkeerrem niet in werking 2. Parkeerrem in werking stellen. gesteld. 3. Bestuurder zit niet op de stoel. 3. Plaats nemen op de bestuurdersstoel.
  • Pagina 56 Probleem Mogelijke oorzaken Remedie Motor raakt oververhit. 1. Motor overbelast. 1. De rijsnelheid verminderen. 2. Oliepeil in carter te laag. 2. Carter bijvullen met motorolie. 3. Koelribben en luchtkanalen 3. Koelribben en luchtkanalen onder ventilatorhuis verstopt. ontstoppen. Machine rijdt niet. 1.

Deze handleiding is ook geschikt voor:

074176te

Inhoudsopgave