Lager van draaipunt van zwenkwiel afstellen . . . Motoroliepeil controleren ....2001 door The Toro Company 8111 Lyndale Avenue South Alle rechten voorbehouden Bloomington, MN 55420-1196...
Dank u voor de keuze van een Toro-product. wanneer de veiligheidsvoorschriften niet in acht worden genomen. Wij bij Toro wensen dat u geheel tevreden bent met dit nieuwe product. Aarzel daarom niet contact op te nemen Waarschuwing duidt op een gevaarlijke situatie die zwaar...
Veiligheid Elke bestuurder moet ervoor zorgen dat hij of zij professionele en praktische instructie krijgt. Bij een dergelijke instructie moet de nadruk liggen op: Instructies voor veilige – zorgvuldigheid en concentratie bij het werken met bediening van (rijdende) tractorvoertuigen; maaimachines met zittende –...
Pagina 5
Vervang geluiddempers die gebreken vertonen. Uitkijken voor verkeer bij het oversteken en in de buurt van de openbare weg. Controleer de messen, bevestigingsbouten en het maaimechanisme altijd op sporen van slijtage of Zet de maaimessen stil voordat u andere oppervlakken beschadiging voor het gebruik.
Onderhoud en stalling Geluidsdruk Draai alle moeren, bouten en schroeven regelmatig Deze machine oefent een A-gewogen equivalente strak aan, zodat de machine steeds veilig in gebruik is. continue geluidsdruk uit op het gehoor van de bestuurder. De geluidsdruk bedraagt 87 dB(A), gebaseerd op Als er zich brandstof in de tank bevindt, mag u de metingen bij identieke machines volgens procedures zoals machine niet opbergen in een gebouw waar...
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. Onderdeelnr. 99-8937 1. Rechterbrandstoftank 3. Linkerbrandstoftank open Onderdeelnr. 98-3798 open 1. Lees de bedieningshandleiding voor de juiste procedures. 2.
Pagina 10
Onderdeelnr. 99-8941 1. Maaihoogte-instelling Onderdeelnr. 99-8940 1. Lees de bedienings- 3. Bandenspanning handleiding voor de juiste controleren. onderhoudsprocedures. 4. Controleer de 2. Smeerpunten smeren hydraulische vloeistof. volgens het getoonde schema. Onderdeelnr. 99-8942 1. Maaihoogte-instelling...
Pagina 11
Onderdeelnr. 99-8945 1. Parkeerrem 6. Transmissie 14. Gevaar—Lees de ge- 17. Ledematen kunnen bekneld bruikershandleiding. raken/afgesneden worden— 2. Uitschakelen 7. Motor afzetten Hellingen van meer dan Neem geen passagiers mee. 3. Inschakelen 8. Motor laten lopen 15 graden heuvelopwaarts of 18.
Pagina 12
Onderdeelnr. 99-8943 1. Gevaar—Stel de parkeerrem in werking en blokkeer de wielen als u de machine op een helling parkeert. Onderdeelnr. 93–7316 1. Machine kan voorwerpen 3. Handen of voeten kunnen Onderdeelnr. 98-4387 uitwerpen—Houd om- worden gesneden/ge- standers op een afstand. amputeerd—Blijf uit de 1.
Benzine en olie Waarschuwing Benzine is schadelijk of dodelijk bij inname. Aanbevolen benzine Langdurige blootstelling aan benzine dampen kan ernstig letsel en ziekte veroorzaken. Gebruik normale LOODVRIJE benzine voor auto- mobielen (octaangetal minimaal 85). Gelode normale Voorkom dat u dampen lange tijd inademt. benzine kan worden gebruikt als loodvrije benzine niet Houd uw gezicht uit de buurt van een vulpijp verkrijgbaar is.
Sleuteltje Bedieningshandleiding Lezen voor gebruik Bedieningshandleiding van motor Onderdelencatalogus Registratiekaart Invullen en opsturen naar Toro Aandrijfwielen monteren Bandenspanning 1. Haal de maaimachine uit de doos. Zorg ervoor dat de voor- en achterbanden de voorgeschreven spanning hebben (Fig. 2). 2. Verwijder de wielbouten of -moeren uit de achterwielnaven.
Bevestigingsstang van stoel 3. Plaats de hendel zodanig dat de bouten zich in het midden van de gleuven op de bevestigingsplaat van de monteren hendel bevinden, en draai deze met de hand vast. 4. Breng de voorste/achterste positie van de hendels in 1.
Accu in gebruik nemen 4. Verwijder de afdekplaten en bevestig een accu-oplader van 3–4 A op de accuklemmen (Fig. 7). Laad de accu gedurende 4 uur op met 4 A of minder (12 V). Accuzuur met een soortelijk gewicht van 1,260 moet u kopen bij een plaatselijke accuhandelaar.
Accu monteren Hydraulisch systeem 1. Plaats de accu in een bak met de accupolen gericht Hydraulische vloeistof controleren naar de motor (Fig. 8). Controleer het peil van de hydraulische vloeistof voordat 2. Bevestig eerst de pluskabel (rood) aan de pluspool (+) de motor voor de eerste keer wordt gestart.
Horizontale stand van het Waarschuwing maaidek controleren Hydraulische vloeistof die onder druk ontsnapt, Controleer of het maaidek horizontaal staat, voordat u de kan door de huid heen dringen en letsel machine voor de eerste keer in gebruik neemt. veroorzaken. Zie Maaimachine horizontaal stellen en Drukveer Hydraulische vloeistof die per ongeluk in de afstellen in het hoofdstuk Onderhoud, blz.
Bedieningsorganen Parkeerrem vrijzetten 1. Duw de parkeerremhendel naar voren en naar beneden Zorg dat u vertrouwd bent met alle bedieningsorganen om de parkeerrem vrij te zetten (Fig. 13). De (Fig. 12) voordat u de motor start en de machine gebruikt. parkeerrem is “UITGESCHAKELD”.
Pagina 20
5. Maak het maaidek grondig schoon. U moet alle rommel verwijderen zodat het keerschot goed past op het maaidek. 6. Repareer alle verbogen of beschadigde delen van het maaidek en vervang ontbrekende onderdelen. Messen monteren of verwijderen 1. Verwijder de messen en de anti-scalpeercups van de assen.
Uitstoters monteren en verwijderen 4. Draai alle bevestigingselementen goed vast. 5. Draai de messen totdat de afstand tussen de messen en De uitstoters moeten als volgt worden verwijderd en de uitstoters minstens 3 mm bedraagt. gemonteerd. De uitstoters worden uitsluitend gebruikt om maaisel fijn te maken.
Spatplaten monteren en 7. Plaats de spatplaten zoals is aangegeven op Figuur 18. verwijderen Opmerking: De randen van de spatplaten moeten midden tussen de beugels van de voorste roller staan (Fig. 18). De spatplaten moeten als volgt worden verwijderd en 8.
Starten en stoppen van de motor Starten 1. Neem plaats op de bestuurdersstoel en zet de schakelhendels in de vergrendelde neutraalstand. 2. Stel de parkeerrem in werking; zie Parkeerrem in werking stellen, blz. 19. 3. Zet de maaikoppelingshendel (aftakas) op “UIT” m–2720 (Fig.
Bediening van de aftakas Werking van het veiligheidssysteem Het veiligheidssysteem is bedoeld om starten van de Met de aftakas schakelt u de aandrijving naar de motor alleen mogelijk te maken wanneer: elektrische koppeling aan of uit. De bestuurder op de stoel zit. Aftakas inschakelen De parkeerrem is “INGESCHAKELD”.
Vooruit en achteruit rijden Met de gashendel regelt u de snelheid van de motor, oftewel het toerental (in omwentelingen per minuut). Zet de gashendel op “SNEL” om de beste prestaties te ver- krijgen. Gebruik de machine altijd met de motor op vol gas.
Instrumenten Instellen van de maaihoogte Urenteller De maaihoogte kan worden ingesteld van 38 tot 114 mm in stappen van 6 mm door de gaffelpen in verschillende De urenteller registreert het aantal uren dat de motor in openingen te plaatsen. bedrijf is geweest. De urenteller werkt als de motor loopt. 1.
Anti-scalpeerrollers afstellen Middelste rollers 1. Aftakas uitschakelen en contactsleuteltje op “UIT” Als u de maaihoogte wijzigt, verdient het aanbeveling de draaien. Zet de schakelhendels in de vergrendelde hoogte van de anti-scalpeerrollers in te stellen. neutraalstand en stel de parkeerrem in werking. 1.
Bestuurdersstoel instellen Gebruik van de machine Draai de omloopkleppen in als u de machine gaat U kunt de stoel naar voren en naar achteren verschuiven. gebruiken (Fig. 31). De positie van de stoel moet zo zijn dat u de machine het best kunt bedienen en dat u comfortabel zit.
Transport van de machines Hierdoor wordt de hoek die de oprijplank maakt, zo klein mogelijk. De aanhanger of de vrachtwagen moet zo horizontaal mogelijk staan. Gebruik een aanhanger of vrachtwagen voor zwaar vervoer om de machine te transporteren. Zorg ervoor dat Belangrijk Probeer de machine niet te keren als deze de aanhanger of vrachtwagen is voorzien van alle...
Maai twee dagen later op of beschadigd zijn. Vijl regelmatig kerven en inkepingen een lagere maaihoogte. weg en slijp de messen indien dit nodig is. Als een mes beschadigd of versleten is, moet u dit onmiddellijk vervangen door een origineel Toro-mes.
Onderhoud Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Controleer het peil van de hydraulische vloeistof. Motorolie verversen Na het eerste gebruik Hydraulisch filter vervangen Oliepeil controleren Veiligheidssysteem controleren Voor elk gebruik Koelsystemen reinigen Maaikast reinigen Maaimessen controleren Om de 5 bedrijfsuren Lagers van mesas smeren Controleer het peil van de hydraulische vloeistof.
Als een mes beschadigd of versleten is, moet u dit onmiddellijk vervangen door een origineel Toro-mes. Om het slijpen en vervangen te vergemakkelijken, is het handig extra messen in voorraad te hebben.
2. Controleer de balans van het mes met een mesbalans (Fig. 37). Als het mes horizontaal blijft, is het in balans en geschikt voor gebruik. Als het mes niet in balans is, moet u wat metaal afvijlen van het uiteinde van de wiek (Fig.
Het koelsysteem reinigen 2. Papierelement A. Klop het element voorzichtig tegen een vlak Verwijder voor elk gebruik gras en rommel van het oppervlak om vuil en stof te verwijderen (Fig. 40). luchtinlaatrooster. B. Controleer het papierelement op scheuren, een Reinig de koelribben en de uitlaatringen om de vettig oppervlak of beschadiging van de rubberen 300 bedrijfsuren of jaarlijks, waarbij de kortste periode afdichting.
Motorolie controleren Olie verversen: Na de eerste 8 bedrijfsuren. Om de 100 bedrijfsuren. Opmerking: De motorolie moet vaker worden ververst als de machine wordt gebruikt in zeer stoffige of zanderige omstandigheden. Type olie: Reinigingsolie (API-onderhoudsclassificatie SG of SH) Figuur 42 Carterinhoud: met filter, 1,8 liter 1.
Oliefilter vervangen 3. Verwijder de bougie(s). Vervang het oliefilter om de 200 bedrijfsuren of om de olieverversingsbeurt. Opmerking: Vervang het oliefilter vaker als de machine wordt gebruikt in zeer stoffige of zanderige omstandigheden. 1. Tap de motorolie af; zie Olie verversen/aftappen, blz. 36. 2.
Onderhoud van het Onderhoud van de brandstoffilter brandstoftank Aftappen van benzine uit de brandstoftank Vervang het brandstoffilter om de 200 bedrijfsuren of elk jaar, waarbij de kortste periode moet worden aangehouden. Gevaar Brandstoffilter vervangen In bepaalde omstandigheden is benzine uiterst ontvlambaar en zeer explosief.
Smeren Draaipunten voorste zwenkwielen smeren Smeer de machine volgens het tijdschema op de De draaipunten van de voorste zwenkwielen moeten één instructiesticker CONTROLE EN ONDERHOUD keer per jaar worden gesmeerd. (Fig. 49). De machine moet vaker worden gesmeerd bij gebruik in zeer stoffige of zanderige omstandigheden. 1.
Punten waar dunvloeibare olie of sproeismering moeten worden gebruikt Smeer de machine op de volgende punten met sproeismering of dunvloeibare olie. Smeer deze punten om de 160 bedrijfsuren. Bedieningsorgaan van de stoelschakelaar. Draaipunt van de remhendel. Lagerbussen van de remstang. Bronzen lagerbussen van de schakelhendels.
Hydraulisch filter vervangen Hydraulisch filter vervangen Na de eerste 8 bedrijfsuren. Om de 200 bedrijfsuren. 1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak, zet de motor af en verwijder het sleuteltje uit het contact. Belangrijk Gebruik ter vervanging geen filter voor motorolie omdat dit ernstige schade aan het hydraulische systeem kan veroorzaken.
Hydraulische leidingen controleren Om de 100 bedrijfsuren moet u de hydraulische leidingen en slangen controleren op lekkages, losgeraakte aansluitingen, kinken, loszittende steunen, slijtage, beschadigingen als gevolg van weersinvloeden en de inwerking van chemicaliën. Voer alle noodzakelijke reparaties uit voordat u de machine weer in gebruik neemt.
Gleufmoer van wielnaaf Maaimachine horizontaal stellen Om de 500 bedrijfsuren controleren. 1. Plaats de maaimachine op een horizontaal oppervlak. De gleufmoer moet worden vastgedraaid met een torsie Zet de motor af, stel de parkeerrem in werking, van 169,5 Nm. verwijder het sleuteltje en maak de bougiekabels(s) los 1.
Pagina 44
7. Draai de voorste en de achterste borgmoer aan beide 10. Stel de voorste wartel af met behulp van de achterste zijden van de voorste wartel los. Draai ze los totdat de borgmoer totdat de voorste ketting strak staat en de voorste kettingen los zijn en het maaidek wordt voorkant van het maaidek nog het blok raakt.
Duwarmen afstellen Onderkant van het maaidek reinigen 1. Om de duwarmen af te stellen, draait u de conramoer los en draait u de kogelverbinding telkens één slag Verwijder elke dag aangekoekt gras van de onderkant van linksom (Fig. 59). het maaidek. 2.
Maaidekriem vervangen 5. Verwijder de veerbelaste spanpoelie (Fig. 61). 6. Laat de nieuwe riem door de arm van de spanpoelie Tekenen dat een riem aan het slijten is, zijn: gieren tijdens lopen (Fig. 61). het draaien van de riem, slippen van de messen tijdens het maaien, gerafelde randen, schroeiplekken en scheuren.
Drijfriem van pomp vervangen Veiligheidsscherm vervangen U moet de drijfriem van de pomp om de 50 bedrijfsuren Waarschuwing controleren op slijtage. 1. Verwijder eerste de maaidekriem. Zie Maaidekriem Als een afvoeropening niet is afgesloten, kan de vervangen, blz. 46. maaimachine voorwerpen in de richting van de 2.
Schakelhendels afstellen 4. Als de schakelhendel moet worden afgesteld, draait u de moer tegen de gaffel (Fig. 66). Neutraalstand van hendel afstellen 5. Oefen een lichte achterwaarste druk uit op de schakel- hendel, draai de kop van de stelbout in de juiste Als de schakelhendels niet in één lijn staan of gemakkelijk richting totdat de hendel in de vergrendelde neutraal- in de inkeping in het bedieningspaneel glijden, moet zij...
Neutraalstand hydraulische pomp 5. Start de motor, draai de gashendel half open en zet de parkeerrem vrij, zie Starten en Stoppen van de motor, afstellen blz. 23. Opmerking: Stel eerst de neutraalstand van de hendel af. 6. U stelt de lengte van de pompstang af door de dubbele Deze moet correct zijn voordat de volgende afstelling kan moeren op de stang in de juiste richting te draaien, totdat plaatsvinden.
Parkeerrem afstellen Onderhoud van de zekeringen Controleer of de parkeerrem goed is afgesteld. Onderhoudsinterval/specificatie 1. Stel de remhendel buiten werking (hendel omlaag). De elektrische installatie is beveiligd door middel van zekeringen. Deze behoeven geen onderhoud. Als er een 2. Meet de lengte van de veer. De lengte tussen de ringen zekering is doorgebrand, moet u echter het onderdeel of moet 70 mm zijn (Fig.
Zuurpeil controleren Accu opladen 1. Open de deksels om in de cellen te kijken. Het Belangrijk Zorg dat de accu altijd volledig geladen is zuurpeil moet tot aan de onderste deel van de slang (soortelijk gewicht 1,260). Dit is vooral belangrijk om komen (Fig.
Reiniging en stalling E. Bedien de choke of hulpstarter. Start de motor totdat hij niet meer start. Bedien de hulpstarter, indien aanwezig, diverse malen om er zeker van te 1. Aftakas uitschakelen, parkeerrem in werking stellen en zijn dat er zich geen brandstof meer in de contactsleuteltje op “UIT”...
Storingen, oorzaak en remedie Probleem Mogelijke oorzaken Remedie Startmotor draait niet. 1. Aftakas is INGESCHAKELD. 1. Aftakas UITSCHAKELEN. 2. Parkeerrem niet in werking 2. Stel parkeerrem in werking. gesteld. 3. Bestuurder zit niet op de stoel. 3. Neem plaats op de bestuurdersstoel.
Pagina 55
Probleem Mogelijke oorzaken Remedie Motor raakt oververhit. 1. Motor overbelast. 1. Verminder de rijsnelheid. 2. Oliepeil in carter te laag. 2. Carter bijvullen met motorolie. 3. Koelribben en luchtkanalen 3. Koelribben en luchtkanalen onder ventilatorhuis verstopt. ontstoppen. Abnormale trillingen. 1. Bevestigingsbouten van motor 1.
Pagina 56
Probleem Mogelijke oorzaken Remedie Onregelmatige maaihoogte. 1. Mes(sen) niet scherp. 1. Mes(sen) slijpen. 2. Maaimes(sen) verbogen. 2. Nieuw(e) maaimes(sen) monteren. 3. Maaimachine staat niet 3. Maaimachine horizontaal horizontaal. stellen (dwarsrichting) en schuinstand (lengterichting) afstellen. 4. Maatwiel niet correct afgesteld. 4. Hoogte van maatwiel afstellen. 5.