10.2.7 Luchtoliekoeler controleren
•
De opmerkingen in de punten 5.7.3 en 10.1 dienen in acht te worden genomen!
•
Vuil op het koelerblok verwijderen.
•
Toestand van de schroefverbindingen controleren, indien nodig vervangen.
10.2.8 Wateroliekoeler controleren
•
De opmerkingen in de punten 5.7.4 en 10.1 dienen in acht te worden genomen!
•
Koeler op lekkage van de met water gevulde leidingen controleren.
•
Toestand van de schroefverbindingen controleren, indien nodig vervangen.
10.2.9 Slangleidingen controleren
Ook bij deskundige opslag en toelaatbare belasting zijn slangleidingen aan een natuurlijke veroudering
onderworpen. Daardoor is de gebruiksduur ervan beperkt.
De gebruiksduur van de slangleidingen mag 6 jaar, gerekend van de opgedrukte
productiedatum, niet overschrijden.
Rekening houdend met de gebruiksvoorwaarden kan met behulp van beschikbare controle en
ervaringswaarden de gebruiksduur worden bepaald.
De exploitant van de installatie dient ervoor zorg te dragen, dat slangleidingen in passende
tijdsbestekken worden vervangen, ook als er geen veiligheidsrelevante gebreken aan de
slangleiding te zien zijn.
Slangleidingen dienen vóór de eerste ingebruikneming van de installatie en daarna minstens
eenmaal per jaar door een deskundige op arbeidsveiligheid te worden gecontroleerd.
Worden bij de controles gebreken geconstateerd, dienen ze onmiddellijk te worden
verholpen of moeten geschikte maatregelen worden getroffen.
10.2.10 Olie bijvullen
•
De opmerkingen in punt 7.1 dienen in acht te worden genomen!
•
Alleen de eerder gebruikte soort olie mag worden gebruikt (zie ook punt 10.2.2).
10.2.11 Controle of bevestigingsbouten goed vastzitten
•
De opmerkingen in punt 10.1 dienen in acht te worden genomen!
•
Controleren of alle voetbouten goed vastzitten.
•
Controleren, dat alle bevestigingsbouten goed vast zitten (zie punt 6.17).
Onbruikbaar geworden bouten moeten door nieuwe bouten van dezelfde sterkteklasse en
uitvoering worden vervangen.
BA 5230 nl 04/2011
63 / 67