Storingen
Verhoogde bedrijfstemperatuur.
Olie lekt uit de transmissie.
Olie schuimt in de transmissie.
Oorzaken
Oliepeil in het huis van de
transmissie te hoog.
Olie is te oud.
Olie is sterk vervuild.
Bij transmissie met
oliekoelsysteem: Doorvoer van
koelvloeistof te gering.
Temperatuur van de koelvloeistof
te hoog.
Oliepomp defect.
Transmissie met ventilator:
Aanzuigopening van de
luchtgeleidingskap en/of huis van
de transmissie sterk vervuild.
Onvoldoende afdichting van het
deksel van het huis en/of van de
scheidingsvoegen.
Radiale asafdichtingsringen
defect.
Conserveringsmiddel niet volledig
afgetapt.
Olietoevoerinstallatie werd te lang
bij lage temperaturen gebruikt.
Transmissie tijdens gebruik te
koud.
Water in de olie.
Olie te oud
(schuimremmer verbruikt).
Ongeschikte oliesoorten met
elkaar vermengd.
BA 5230 nl 04/2011
56 / 67
Verhelpen
Oliepeil bij ruimtetemperatuur
controleren, indien nodig oliepeil
corrigeren.
Controleren, wanneer voor het
laatst de olie werd ververst, evt.
olie verversen. Zie hoofdstuk 10.
Olie verversen. Zie hoofdstuk 10.
Kleppen in de toe en
afvoerleidingen helemaal openen.
Koelslang op vrije doorstroming
controleren.
Temperatuur controleren, indien
nodig, corrigeren.
Werking van de oliepomp
controleren; indien nodig, oliepomp
repareren of vervangen.
Luchtgeleidingskap en huis van de
transmissie reinigen.
Pakkingen controleren,
indien nodig vervangen.
Scheidingsvoegen afdichten.
Radiale asafdichtingsringen
controleren, evt. vervangen.
Olie verversen.
Olietoevoerinstallatie uitschakelen.
Olie laten ontgassen.
Transmissie stilzetten en olie laten
ontgassen. Tijdens het opnieuw
starten zonder koelwater starten.
Olie onderzoeken,
indien nodig olie verversen.
Olie onderzoeken,
indien nodig olie verversen.
Olie onderzoeken,
indien nodig olie verversen.