5.7.4
Aangebouwde olietoevoerinstallatie met wateroliekoeler
Afhankelijk van de order kan een olietoevoerinstallatie met wateroliekoeler worden gebruikt. Deze is vast
op de transmissie gemonteerd.
Componenten:
•
een pomp
•
een wateroliekoeler
•
pijpleidingen
•
een filter
•
Bewakingsapparaten
De pomprichting van de toepaste pomp is onafhankelijk van de draairichting, mits in de
documentatiebescheiden niets tegenstrijdigs wordt aangegeven.
Bij het aansluiten van de gebruikte apparaten moet echter de daadwerkelijke pomprichting in
acht worden genomen.
De vereiste koelwateraansluiting moet door de exploitant ter beschikking worden gesteld.
De precieze afbeelding van de transmissie en van de olietoevoerinstallatie met wateroliekoeler kan in de
tekeningen in de documentatie van de transmissie worden nagezien.
Om een optimale koeling te bereiken, moet de opgegeven doorstroomrichting van de
wateroliekoeler in acht worden genomen. Koelwatertoe en afvoer mogen niet
worden verwisseld. De koelwaterdruk mag max. 8 bar bedragen.
Bij vorstgevaar en langdurige stilstand van de transmissie moet het koelwater worden
afgetapt. Waterresten moeten met perslucht worden uitgeblazen.
Extra voorzichtigheid is bij het uitblazen met perslucht geboden.
Veiligheidsbril dragen!
5.7.4.1 Pomp
De toegepaste pompen zijn geschikt voor het pompen van smeerolie. De te pompen vloeistof mag geen
abrasieve bestanddelen bevatten en de materialen van de pomp niet chemisch aantasten. Voorwaarde
voor een goede werking, grote veiligheid tijdens het gebruik en een lange levensduur van de pomp is voor
alles een permanent schoon en smerend pompmedium.
5.7.4.2 Wateroliekoeler
Wateroliekoelers zijn geschikt voor het koelen van olie. Als koelmedium wordt water gebruikt.
Aansluitmaten kunnen in de maattekening van de transmissie worden nagezien. De
benodigde hoeveelheid water en de maximaal toegestane inlooptemperatuur kunnen in het
blad met gegevens en/of de lijst met apparaten worden negezien.
5.7.4.3 Filter
De filter beschermt nageschakelde aggregaten, meet en regelapparatuur tegen verontreinigingen. Het
filter bestaat uit een huis met aansluitingen en een zeef. Het medium stroomt door het huis, waarbij de in
de leiding meegevoerde vuildeeltjes tegengehouden worden.
Vuil geworden filterelementen moeten worden schoongemaakt of vervangen.
BA 5230 nl 04/2011
25 / 67