5.7.3
Aangebouwde olietoevoerinstallatie met luchtoliekoeler
Afhankelijk van de order kan een olietoevoerinstallatie met luchtoliekoeler worden gebruikt. De
oliekoelinstallatie is vast op de transmissie gemonteerd.
Componenten:
•
een luchtoliekoeler
•
een flenspomp
•
een grof filter
•
een drukregelaar
•
een temperatuurregelklep
•
pijpleidingen
De luchtoliekoeler dient voor de koeling van de tandwielolie, waarbij de omgevingslucht als koelmiddel
dient. De olie wordt afhankelijk van de volumestroom in één of meerdere stromen door de koeler langs de
door de ventilator getransporteerde omgevingslucht geleid. Voor de koude start is principieel een
bypassleiding met een temperatuurregelklep aangebracht.
De pomprichting van de toepaste pomp is onafhankelijk van de draairichting, mits in de
documentatiebescheiden niets tegenstrijdigs wordt aangegeven.
Bij het aansluiten van de gebruikte apparaten moet echter de daadwerkelijke pomprichting in
acht worden genomen.
De exacte afbeelding van de transmissie is in de tekeningen in de documentatie van de transmissie te
vinden.
Tijdens de installatie van de transmissie met aangebouwde luchtoliekoeler moet erop
worden gelet, dat de luchtcirculatie niet wordt gehinderd.
De vereiste minimumafstand tot de aangrenzende onderdelen, wanden e.d. vindt u in
de tekeningen in de documentatie van de transmissie.
In bepaalde gevallen kan in plaats van de flenspomp een motorpomp toegepast zijn.
Voor gebruik en onderhoud van de componenten van de olietoevoerinstallatie moeten de
gebruiksaanwijzingen van de componenten in acht worden genomen.
Technische gegevens zijn te vinden in het blad met technische gegevens en/of de lijst met
apparaten.
Door vervuiling van de koeler en van het oppervlak van het huis wordt de koelende werking aanzienlijk
verminderd (hoofdstuk 10, "Onderhoud en Instandhouding" in acht nemen).
BA 5230 nl 04/2011
24 / 67