7.3.1.3 Uitvoering van de inwendige conservering
•
Transmissie buiten bedrijf stellen.
•
Olie in een geschikt vat aftappen (zie hoofdstuk 10, "Onderhoud en instandhouding").
•
Luchtfilter inclusief reduceerbout eruit draaien.
•
Conserveringsmiddel via de opening van de reduceerbout tot aan de bovenste streep van de
oliepeilindicatie vullen.
Voor conserveringsmiddel, zie tabel 3 of 4 in punt 4.4.1!
•
Luchtfilter inclusief reduceerbout weer erin schroeven.
•
Transmissie even in de vrijloop in gebruik nemen.
•
Olieaftapplug eruit schroeven of olieaftapkraan openen.
•
Conserveringsmiddel in een geschikte bak aftappen.
•
Conserveringsmiddel volgens de voorschriften afvoeren.
Door het uitlopende hete conserveringsmiddel bestaat er gevaar voor brandwonden.
Veiligheidshandschoenen dragen!
•
Olieaftapplug weer erin schroeven of olieaftapkraan weer sluiten.
•
Luchtfilter door schroefdop vervangen.
Vóór het weer in gebruik nemen van de transmissie moet de schroefstop door het
luchtfilter worden vervangen. Punt 7.1.1 moet in acht worden genomen.
7.3.2
Uitwendige conservering
7.3.2.1 Uitvoering van de uitwendige conservering
•
Oppervlakken reinigen.
Voor de scheiding tussen de afdichtingslip van de asafdichtingsring en de conservering moet
de as in het bereik van de afdichtingslip met vet worden ingesmeerd.
•
Conservering aanbrengen.
Voor conserveringsmiddel, zie tabel 5 in punt 4.4.2.
BA 5230 nl 04/2011
53 / 67