nationale normen gemonteerd worden. De beveiliging van de nettoevoer vindt u in de
technische gegevens.
OPMERKING!
Gebruik van een elektrische installatie met onvoldoende capaciteit kan ernstige
materiële schade tot gevolg hebben.
De nettoevoer en de beveiliging daarvan moeten op geschikte wijze worden neergelegd.
De technische gegevens op het kenplaatje zijn van kracht.
Generatormodus
De PlasmaModule 10 is geschikt voor generatoren, als het maximaal afgegeven schijn-
baar vermogen van de generator minstens 1,5 kVA bedraagt.
OPMERKING!
De aangegeven generatorspanning mag in geen geval hoger of lager zijn dan het
toegestane gebied van de netspanningstolerantie.
De gegevens van de netspanningstolerantie vindt u in het hoofdstuk "Technische gege-
vens".
Digitale plasma-
De digitale PlasmaModule 10 is standaard uitgerust met een digitale plasmagasregeling.
gasregeling
Gevaar voor de gezondheid en verstikkingsgevaar door kleur- en reukloos plasma-
gas.
Als de hierna vermelde aanwijzingen niet opgevolgd worden, dan bestaat na het einde
van het lassen het risico op een niet volledig sluitend stelventiel. Er kan ongemerkt kleur-
en geurloos plasmagas wegvloeien.
▶
▶
▶
BELANGRIJK! Voor de eerste inbedrijfstelling de apart meegeleverde ingangsdrukbe-
grenzer op de achterzijde van de PlasmaModule 10 monteren.
Bij de montage letten op de afdichtring in de ingangsdrukbegrenzer.
Voorwaarde voor maximale gasstroomwaarde voor digitale plasmagasregeling in Pla-
smaModule 10:
-
-
-
GEVAAR!
Gebruik de digitale PlasmaModule 10 alleen in combinatie met de standaard ingang-
sdrukbegrenzer.
Verstel de stelschroef op de ingangsdrukbegrenzer in geen geval. Als de stelschroef
wordt versteld aanvaardt Fronius geen verantwoordelijkheid voor daaruit resulte-
rende gevolgschade.
Overschrijd de maximale ingangsdruk van 7 bar (101,49 psi) niet.
Indien aanwezig, drukverminderaar van de plasmagasvoorziening na het aansluiten
van de
gasleiding helemaal openen.
De drukverminderaar met meetbuis (artikelnummer: 43,0011,0008) is niet geschikt
aangezien deze niet voldoende ingangsdruk toestaat.
Bij plasmagas- en beschermgasvoorziening met gasflessen: aparte gasflessen voor
plasmagas en beschermgas gebruiken.
77