Fronius product. Alles wat u moet weten over dit apparaat, vindt u in deze gebruiksaanwijzing. Wanneer u deze gebruiksaanwijzing aandachtig leest, leert u de vele mogelijkheden van dit Fronius product kennen. Alleen op deze wijze kunt u op- timaal van de voordelen gebruikmaken.
Inhoudsopgave Veiligheidsvoorschriften ..........................Algemeen.............................. Gebruik overeenkomstig de bedoeling ....................Omgevingsvoorwaarden ........................Verplichtingen van de gebruiker ......................Verplichtingen van het personeel......................Netaansluiting ............................Bescherming van uzelf en derden ......................Informatie over de geluidsemissie ......................Gevaar door schadelijke gassen en dampen..................Gevaar door vonken ..........................Gevaren door net- en lasstroom ......................
Pagina 6
Weergave van softwareversie....................... Bedieningspaneel Comfort / CrNi / Steel ....................Onderscheiden bedieningspaneel Comfort, CrNi en Steel ..............Bedieningspaneel comfort ........................Toetsencombinaties - speciale functies ....................Aanduiding van de ingestelde invoersnelheid..................Weergave van gas-voorstroomtijd en gas-nastroomtijd................ Weergave van softwareversie....................... Bedieningspaneel US ..........................Bedieningspaneel US ...........................
Pagina 7
Veiligheid .............................. Netkabel aansluiten ..........................Trekontlasting vervangen........................Inbedrijfstelling ............................Veiligheid .............................. Opmerkingen betreffende het koelapparaat ..................Informatie over systeemonderdelen...................... Overzicht............................... Inbedrijfstelling TPS 2700 .......................... Algemeen.............................. Aanbeveling voor watergekoelde toepassingen ................... Gasfles aansluiten ..........................Aardeverbinding maken ........................Lasbrander aansluiten .......................... Aandrijfrollen inzetten/verwisselen......................Draadspoel inzetten ..........................
Pagina 8
Correcties bij de laswerkzaamheden ....................106 Correctieparameter instellen......................... 108 Speciale functies en opties ........................109 Functie Controle afgebroken lichtboog ....................109 Functie Ignition time-out........................109 Optie Spatter Free Ignition........................109 Optie Synchro-Puls ..........................110 Robot-laswerkzaamheden ......................... 112 Voorwaarde............................112 Algemeen.............................. 112 Speciale 2-stapswerking voor robotinterface ..................
Pagina 9
Setup-menu procedure voor de bedieningspanelen Comfort, US, TIME 5000 en CMT....... 140 Parameter voor het MIG/MAG lassen in Setup-menu procedure ............140 Parameter voor het MIG/MAG-lassen in Setup-menu procedure ............143 Parameter voor het elektrode lassen in Setup-menu procedure ............143 Setup-menu bedrijfsmodus ........................
Pagina 10
Technische gegevens US-apparaten....................191 Technische gegevens Alu-editie, CrNi-editie, Yard-editie en CMT-varianten........191 TIME 5000 Digital ..........................191 CMT 4000 Advanced ..........................192 CMT 4000 Advanced MV........................193 Databases lasprogramma .......................... 195 Verklaring van de symbolen........................195 Opbouw van een lasprogramma-database aan de hand van een voorbeeld ........195 Gebruikte begrippen en afkortingen......................
Veiligheidsvoorschriften Algemeen Het apparaat is volgens de laatste stand van de techniek conform de officiële veiligheidseisen vervaardigd. Onjuiste bediening of misbruik levert echter po- tentieel gevaar op voor: het leven van de gebruiker of dat van derden het apparaat en andere bezittingen van de gebruiker de efficiëntie van het werken met het apparaat.
Omgevingsvoor- Gebruik of opslag van het apparaat buiten het aangegeven bereik geldt niet waarden als gebruik overeenkomstig de bedoeling. De fabrikant is niet aansprakelijk voor de hieruit voortvloeiende schade. Temperatuurbereik van de omgevingslucht: tijdens het lassen: -10 °C tot + 40 °C (14 °F tot 104 °F) tijdens transport en opslag: -20 °C tot +55 °C (-4 °F tot 131 °F) Relatieve luchtvochtigheid: tot 50% bij 40 °C (104 °F)
In dat geval moet de eigenaar of de gebruiker van het apparaat eerst nagaan of het apparaat wel mag worden aangesloten. Indien nodig, dient hiertoe te worden overlegd met de energieleverancier. OPMERKING! Zorg voor een veilige aarding van de netaansluiting Bescherming van Tijdens het uitvoeren van laswerkzaamheden bent u blootgesteld aan talrijke uzelf en derden...
Informatie over Het apparaat produceert in onbelaste toestand en in de afkoelfase na het uit- de geluidsemis- voeren van werkzaamheden een maximaal geluidsniveau van <80 dB(A) (ref. 1pW) overeenkomstig het maximaal toelaatbare arbeidspunt bij normbelas- ting volgens EN 60974-1. Voor het lassen (en snijden) zelf kan een werkplekspecifieke emissiewaarde niet worden gegeven, aangezien deze afhangt van de lasmethode (of snijme- thode) en de omgeving.
Niet lassen in brand- en explosiegevaarlijke omgevingen of aan gesloten tanks, vaten en buizen als deze niet zijn voorbereid conform de nationale en internationale normen. Er mag niet worden gelast aan houders waarin zich gassen, drijfstoffen, mine- rale oliën e.d. bevinden/hebben bevonden. Restanten van deze stoffen kun- nen een explosie veroorzaken.
Na het openen van het apparaat: alle onderdelen die elektrisch geladen zijn, ontladen controleren of alle componenten van het apparaat stroomloos zijn Indien u werkzaamheden moet uitvoeren aan spanningvoerende delen, werk dan samen met een tweede persoon, die de hoofdschakelaar bijtijds kan uit- schakelen.
EMV-maatregelen In uitzonderlijke gevallen kan er, ondanks het naleven van de emissiegrens- waarden, sprake zijn van beïnvloeding van het geëigende gebruiksgebied (bij- voorbeeld als zich op de installatielocatie gevoelige apparatuur bevindt of als de installatielocatie is gelegen in de nabijheid van radio- of televisieontvan- gers).
Bijzondere geva- Houd handen, haren, kledingstukken en gereedschappen uit de buurt van be- wegende onderdelen, zoals bijvoorbeeld: ventilatoren tandwielen rollen aandrijfassen draadspoelen en lasdraden Steek uw handen niet in de draaiende tandwielen van de draadaandrijving of in draaiende machineonderdelen. Afdekkingen en zijdelen mogen uitsluitend worden geopend/verwijderd gedu- rende het uitvoeren van onderhouds- en reparatiewerkzaamheden.
Als het apparaat is voorzien van een draagriem of -greep, mag deze uitslui- tend worden gebruikt om het apparaat met de hand te dragen. De draagriem/ -greep is niet geschikt voor transport van het apparaat per kraan, vorkheftruck of ander mechanisch hefwerktuig. Alle aanslagmiddelen (riemen, beugels, kettingen, enz.) die voor het transport van het apparaat of onderdelen ervan worden gebruikt, moeten regelmatig worden gecontroleerd (bijvoorbeeld op mechanische beschadigingen, corro-...
Veiligheidsmaat- Een omvallend apparaat kan resulteren in levensgevaar! Stel het apparaat op regelen op de op- een vlakke, vaste ondergrond op. Zorg ervoor dat het apparaat stabiel staat. stelplaats en bij Een hellinghoek van maximaal 10° is toelaatbaar. transport In brand- en explosiegevaarlijke ruimten gelden bijzondere voorschriften. Houd u aan de betreffende nationale en internationale bepalingen.
Voer afgewerkt koelmiddel af volgens de geldende nationale en internationale voorschriften. U kunt het veiligheidsinformatieblad aanvragen via de service- dienst van de fabrikant of downloaden op diens website. Controleer, voordat u begint met lassen, altijd de koelmiddelstand in het ap- paraat (in afgekoelde toestand).
Gegevensbe- De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor het beveiligen van gegevens die af- scherming wijken van de fabrieksinstellingen. Voor schade die ontstaat door gewiste per- soonlijke instellingen is de fabrikant niet aansprakelijk. Auteursrecht Het auteursrecht op deze handleiding berust bij de fabrikant. Tekst en afbeeldingen komen overeen met de stand van de techniek bij het ter perse gaan.
Algemeen Apparaatconcept De stroombronnen TransSynergic (TS)4000 en TS 5000 evenals TransPuls- Synergic (TPS) 2700, TPS 3200, TPS4000 en TPS 5000 zijn volledig gedigitaliseerde, door microprocessors gestuurde inverter- stroombronnen. Het modulaire ontwerp en de eenvoudige mogelijkheid tot systeemuitbreiding zorgen voor grote flexibiliteit. De apparaten zijn op alle specifieke omstandigheden aan te pas- sen.
Waarschuwingen US-stroombronnen zijn uitgerust met extra waarschuwingen op het apparaat. De waar- op het apparaat schuwingen mogen noch worden verwijderd noch worden overgeschilderd. Nur vorhanden bei Stromquelle „TPS 2700“ und auf Drahtvorschüben...
Speciale uitvoeringen Algemeen Voor het professioneel bewerken van verschillende materialen zijn speciaal op deze ma- terialen afgestemde lasprogramma's nodig. De speciale uitvoeringen van digitale stroom- bronnen zijn precies op deze eisen afgestemd. Zo staan de belangrijkste lasprogramma's direct op het bedieningspaneel van de stroombron tot uw beschikking. Daarnaast onder- scheiden de stroombronnen zich door seriematige functies die de gebruiker bij het lassen van deze materialen ondersteunen.
Puls-cycli. Bijzonderheden zijn gerichte warmtetoevoer, hogere afsmeltcapaciteit, betere overbrugging van spleten, exacte druppelafscheiding en een uiterst stabiele lichtboog. CMT Advanced is geschikt voor: Dunne plaatverbindingen met een brede spleetoverbrugging Hoogvaste staalsoorten met een geringe warmte-inbreng Sterke punten: exact gedefinieerde druppelvolume en gedefinieerde warmte-inbreng Root lassen zonder smeltbad Solderen van hoog- en bijzonder hoogvaste staalsoorten TIME 5000 Digital...
Systeemonderdelen Algemeen De stroombronnen van de digitale serie kunnen met verschillende systeemcomponenten en opties worden aangedreven. Afhankelijk van het inzetgebied van de stroombronnen kunnen daardoor verwerkingen worden geoptimaliseerd, en de werking en bediening wor- den vereenvoudigd. Overzicht (10) (11) Overzicht van de systeemcomponenten Verklaring van de tekens: "Human"...
Beschrijving van de bedieningspanelen Algemeen De bedieningspanelen zijn vanaf de functies logisch opgebouwd. De enige parameters die voor het lassen nodig zijn kunnen eenvoudig door middel van toetsen worden gekozen en eenvoudig door middel van toetsen of met het stelwiel worden gewijzigd tijdens het lassen op het digitale scherm worden getoond Door de Synergic-functie worden bij het wijzigen van een enkele parameter ook alle ande- re parameters ingesteld.
Bedieningspaneel standaardvariant Algemeen OPMERKING! Bij het bedieningspaneel standaardvariant is alleen de procedure MIG/MAG standaard-synergisch lassen beschikbaar. De volgende procedures en functies zijn niet beschikbaar en kunnen niet achteraf worden uitgerust: MIG/MAG Puls-Synergic lassen, Job-modus WIG-lassen Elektrodelassen Spotlassen De wijzigingen van de parameters Lasstroom en Lichtbooglengtecorrectie moeten bij de draadtoevoer worden uitgevoerd.
Functie Toets parameterkeuze voor het selecteren van de volgende parameters: Plaatdikte Plaatdikte in mm of in. Lasstroom Lasstroom in A Voor aanvang van het lassen wordt automatisch een richtwaarde ge- toond, die blijkt uit de geprogrammeerde parameters. Tijdens het las- sen wordt de actuele werkelijke waarde getoond.
Functie (14) Aanduiding Overgangslichtboog Tussen korte lichtbogen en sproeilichtbogen ontstaat een spatbelaste over- gangslichtboog. Om op dit kritische gebied te wijzen gaat de aanduiding Over- gangslichtboog branden. (15) Toets Store om het Setup-menu binnen te gaan (16) Toets Gascontrole Voor het instellen van de benodigde hoeveelheid gas voor de drukreduceerstuk. Na het indrukken van de toets Gascontrole stroomt er gedurende 30 seconden gas naar buiten.
Pagina 37
Door vervolgens op de toets Materiaalsoort (12) te drukken wordt het versienummer van de las-database getoond (bijv.: 0 | 029 = M0029). Door het nogmaals indrukken van de toets Materiaalsoort (12) wordt het nummer van de draadtoevoer (A of B bij dubbele verbindingsmo- gelijkheid) en de softwareversie van de draadtoevoer getoond (bijv.: A 1.5 | 0.23).
Bedieningspaneel Comfort / CrNi / Steel Onderscheiden De bedieningspanelen Comfort, CrNi en Steel zijn tot het gedeelte materiaalkeuze iden- bedie- tiek. In het volgende hoofdstuk wordt het bedieningspaneel Comfort beschreven. Alle be- ningspaneel schreven functies gelden exact hetzelfde voor de bedieningspanelen CrNi en Steel. Comfort, CrNi en Steel Bedie-...
Pagina 39
Functie OPMERKING! Analoog aan het bedieningspaneel van de stroombron is de functionaliteit van het bedieningspaneel voor systeemcomponen- ten eveneens beperkt. Toets Parameterkeuze voor het kiezen van de volgende parameters: Maat a afhankelijke van de ingestelde lassnelheid Plaatdikte plaatdikte in mm of in. Lasstroom lasstroom in A Voor aanvang van het lassen wordt automatisch een richtwaarde ge-...
Functie (14) LED Druppelafgifte-correctie / Dynamiekcorrectie / Dynamiek brandt, wanneer de parameter Druppelafgifte-correctie / Dynamiekcorrectie / Dy- namiek is geselecteerd (15) LED Lasspanning-correctie brandt, wanneer de parameter lasspanning-correctie is geselecteerd (16) LED Lassnelheid brandt, wanneer de parameter lassnelheid is geselecteerd (17) Rechter digitaal scherm (18)
Functie (23) Toets Bedrijfsmodus Voor het selecteren van de bedrijfsmodus 2-stapsproces 4-stapsproces Speciale 4-stapswerking (lasstart aluminium) Bedrijfsmodus Spotlassen Bedrijfsmodus Modus Bij de gekozen bedrijfsmodus is de LED achter het bijbehorende symbool verlicht. (24) Toets Materiaalsoort Voor het kiezen van het gebruikte toevoegingsmateriaal en beschermgas. De pa- rameters SP1 en SP2 zijn voorzien voor extra materialen.
Weergave van gas-voorstroom- de ingestelde gas-voorstroomtijd wordt getoond (bijv. GPr | 0,1 s). tijd en gas-na- stroomtijd door middel van het stelwiel de gas-voorstroomtijd wijzigen Door vervolgens op de toets Procedure (22) te drukken wordt de in- gestelde gas-nastroomtijd getoond (bijv. Po | 0,5 s) door middel van het stelwiel de gas-nastroomtijd wijzigen U verlaat het menu door op de toets Store te drukken.
Bedieningspaneel US Bedie- ningspaneel US (10) (12) (14) (16) (18) (11) (13) (15) (17) (19) (25) (23) (21) (26) (24) (22) (20) Functie Toets Inch Forward (draadinvoer) Voor gas- en stroomloze invoer van de draadelektrode in het lasbrander-buispak- Informatie over het verloop van de draadtoevoer bij langer indrukken van de toets draadinvoer bevindt zich in het Setup-menu, parameter Fdi.
Pagina 44
Functie Toets parameterkeuze voor het selecteren van de volgende parameters: Plaatdikte Plaatdikte in mm of in. Lasstroom Lasstroom in A Voor aanvang van het lassen wordt automatisch een richtwaarde ge- toond, die blijkt uit de geprogrammeerde parameters. Tijdens het las- sen wordt de actuele werkelijke waarde getoond.
Pagina 45
Functie (16) LED Job-nr. is verlicht wanneer de parameter Job-nr. is geselecteerd (17) LED aanduiding F3 is verlicht wanneer de parameter F3 is geselecteerd (18) Toets parameterkeuze voor het selecteren van de volgende parameters: Lichtboog-lengtecorrectie Voor de correctie van de lichtbooglengte Druppelafgifte-correctie / Dynamiekcorrectie / Dynamiek Afhankelijk van de procedure aan verschillende functies toegewezen.
Functie (22) Toets materiaalsoort Voor het kiezen van het gebruikte toevoegingsmateriaal en beschermgas. De pa- rameters SP1 en SP2 zijn voorzien voor extra materialen. Bij de gekozen materiaalsoort brandt de LED achter het bijbehorende symbool. (23) Toets Diameter / Index (draaddiameter) Voor het selecteren van de gebruikte draaddiameter.
Weergave van gas-voorstroom- de ingestelde gas-voorstroomtijd wordt getoond (bijv. GPr | 0,1 s). tijd en gas-na- stroomtijd door middel van het stelwiel de gas-voorstroomtijd wijzigen Door vervolgens op de toets Procedure (20) te drukken wordt de in- gestelde gas-nastroomtijd getoond (bijv. Po | 0,5 s) door middel van het stelwiel de gas-nastroomtijd wijzigen U verlaat het menu door op de toets Store te drukken.
Bedieningspaneel TIME 5000 Digital Bedie- ningspaneel TIME (10) (12) (14) (16) (18) (20) 5000 Digital (11) (13) (15) (17) (19) (21) (27) (25) (23) (28) (26) (24) (22) Functie Toets Inch Forward (draadinvoer) Voor gas- en stroomloze invoer van de draadelektrode in het lasbrander-buispak- Informatie over het verloop van de draadtoevoer bij langer indrukken van de toets draadinvoer bevindt zich in het Setup-menu, parameter Fdi.
Functie Toets parameterkeuze voor het selecteren van de volgende parameters: a-maat afhankelijk van de ingestelde lassnelheid Plaatdikte Plaatdikte in mm of in. Lasstroom Lasstroom in A Voor aanvang van het lassen wordt automatisch een richtwaarde ge- toond, die blijkt uit de geprogrammeerde parameters. Tijdens het las- sen wordt de actuele werkelijke waarde getoond.
Pagina 50
Functie (15) LED Lasspanning is verlicht wanneer de parameter Lasspanning is geselecteerd (16) LED Lassnelheid is verlicht wanneer de parameter Lassnelheid is geselecteerd (17) Rechter digitaal scherm (18) LED Job-nr. is verlicht wanneer de parameter Job-nr. is geselecteerd (19) LED aanduiding F3 is verlicht wanneer de parameter F3 is geselecteerd (20) Toets parameterkeuze...
Functie (23) Toets Bedrijfsmodus voor het selecteren van de bedrijfsmodus 2-stapsproces 4-stapsproces Speciale 4-stapswerking (lasstart aluminium) Bedrijfsmodus Spotlassen Bedrijfsmodus Modus Bij de gekozen bedrijfsmodus is de LED achter het bijbehorende symbool verlicht. (24) Toets materiaalsoort Voor het kiezen van het gebruikte toevoegingsmateriaal en beschermgas. De pa- rameters SP1 en SP2 zijn voorzien voor extra materialen.
Weergave van gas-voorstroom- de ingestelde gas-voorstroomtijd wordt getoond (bijv. GPr | 0,1 s). tijd en gas-na- stroomtijd door middel van het stelwiel de gas-voorstroomtijd wijzigen Door vervolgens op de toets Procedure (20) te drukken wordt de in- gestelde gas-nastroomtijd getoond (bijv. Po | 0,5 s) door middel van het stelwiel de gas-nastroomtijd wijzigen U verlaat het menu door op de toets Store te drukken.
Bedieningspaneel CMT Bedie- ningspaneel CMT (10) (12) (14) (16) (18) (11) (13) (15) (17) (24) (22) (20) (25) (23) (21) (19) Functie Toets Inch Forward (draadinvoer) Voor gas- en stroomloze invoer van de draadelektrode in het lasbrander-buispak- Informatie over het verloop van de draadtoevoer bij langer indrukken van de toets draadinvoer bevindt zich in het Setup-menu, parameter Fdi.
Pagina 54
Functie Aanduiding Stroomopname draadtoevoer-aandrijving Voor het weergeven van de stroomopname van de draadtoevoer-aan- drijving Als de aanduidingen bij de toets Parameterkeuze (3) en het stelwiel (19) oplichten kan de getoonde/gekozen parameter met het stelwiel (19) worden gewijzigd. Als een van deze parameters is uitgekozen zijn bij de procedures MIG/ MAG puls-synergisch lassen en MIG/MAG standaard synergisch las- sen vanwege de synergische functie automatisch ook alle andere para- meters en de parameter Lasspanning ingesteld.
Functie (17) Toets parameterkeuze voor het selecteren van de volgende parameters: Lichtboog-lengtecorrectie Voor de correctie van de lichtbooglengte Druppelafgifte-correctie / Dynamiekcorrectie / Dynamiek Afhankelijk van de procedure aan verschillende functies toegewezen. De beschrijving van elke functie vindt u in het hoofdstuk Laswerkzaam- heid bij de betreffende procedure.
Functie (22) Toets Diameter / Index (draaddiameter) Voor het selecteren van de gebruikte draaddiameter. De parameter SP is voor- zien voor extra draaddiameters. Bij de gekozen draaddiameter is de LED achter de bijbehorende draaddiameter verlicht. (23) Aanduiding CMT-Puls is verlicht wanneer een CMT/Puls-kenmerk is geselecteerd (24) Toets Store om het Setup-menu binnen te gaan...
Pagina 57
De software-versie wordt getoond Door vervolgens op de toets Materiaalsoort (24) te drukken wordt het versienummer van de las-database getoond (bijv.: 0 | 029 = M0029). Door het nogmaals indrukken van de toets Materiaalsoort (24) wordt het nummer van de draadtoevoer (A of B bij dubbele verbindingsmo- gelijkheid) en de softwareversie van de draadtoevoer getoond (bijv.: A 1.5 | 0.23).
Bedieningspaneel Yard Bedie- ningspaneel Yard (10) (12) (14) (16) (18) (11) (13) (15) (17) (24) (22) (20) (25) (23) (21) (19) Functie Toets Inch Forward (draadinvoer) Voor gas- en stroomloze invoer van de draadelektrode in het lasbrander-buispak- Informatie over het verloop van de draadtoevoer bij langer indrukken van de toets draadinvoer bevindt zich in het Setup-menu, parameter Fdi.
Pagina 59
Functie Toets parameterkeuze voor het selecteren van de volgende parameters: Plaatdikte Plaatdikte in mm of in. Lasstroom Lasstroom in A Voor aanvang van het lassen wordt automatisch een richtwaarde ge- toond, die blijkt uit de geprogrammeerde parameters. Tijdens het las- sen wordt de actuele werkelijke waarde getoond.
Functie (15) LED Job-nr. is verlicht wanneer de parameter Job-nr. is geselecteerd (16) LED aanduiding F3 is verlicht wanneer de parameter F3 is geselecteerd (17) Toets parameterkeuze voor het selecteren van de volgende parameters: Lichtboog-lengtecorrectie Voor de correctie van de lichtbooglengte Druppelafgifte-correctie / Dynamiekcorrectie / Dynamiek Afhankelijk van de procedure aan verschillende functies toegewezen.
Functie (21) Toets materiaalsoort Voor het kiezen van het gebruikte toevoegingsmateriaal en beschermgas. De pa- rameters SP1 en SP2 zijn voorzien voor extra materialen. Bij de gekozen materiaalsoort brandt de LED achter het bijbehorende symbool. (22) Toets Diameter / Index (draaddiameter) Voor het selecteren van de gebruikte draaddiameter.
Weergave van gas-voorstroom- de ingestelde gas-voorstroomtijd wordt getoond (bijv. GPr | 0,1 s). tijd en gas-na- stroomtijd door middel van het stelwiel de gas-voorstroomtijd wijzigen Door vervolgens op de toets Procedure (20) te drukken wordt de in- gestelde gas-nastroomtijd getoond (bijv. Po | 0,5 s) door middel van het stelwiel de gas-nastroomtijd wijzigen U verlaat het menu door op de toets Store te drukken.
Bedieningspaneel Remote Algemeen Het bedieningspaneel Remote is een onderdeel van de Remote-stroombron. De Remote- stroombron is bedoeld voor automatische of robotwerking en wordt uitsluitend via het Lo- calNet bestuurd. De bediening van de Remote-stroombron kan plaatsvinden via de volgende systeemuit- breidingen: Afstandsbedieningen Robot-interfaces...
Bedieningspaneel Remote CMT Algemeen Het bedieningspaneel Remote CMT is een onderdeel van de Remote-CMT-stroombron en de CMT-Advanced-stroombron. De Remote-CMT-stroombron en de CMT-Advanced- stroombron zijn voor automatische of gerobotiseerde processen bestemd en worden uit- sluitend via het LocalNet aangestuurd. De bediening van de Remote-CMT-stroombron en de CMT-Advanced-stroombron kan plaatsvinden via de volgende systeemuitbreidingen: Afstandsbediening RCU 5000i Robotinterface ROB 5000...
Aansluitingen, schakelaars en mechanische compo- nenten Stroombron TPS Vooraanzicht Achteraanzicht Zijaanzicht 2700 (1) (2) (7) (8) Functie Aansluiting LocalNet Gestandaardiseerde aansluitbus voor systeemuitbreidingen (bijv. afstandsbedie- ning, lasbrander JobMaster, enz.) (+) - stroombus met bajonetsluiting voor: Aansluiten van de aardleiding bij het WIG-lassen Aansluiten van de elektrode- of massakabel bij het elektrodelassen (afhan- kelijk van elektrodetype Aansluiting lasbranderbesturing...
Stroombron TPS Vooraanzicht Achteraanzicht Zijaanzicht 2700 CMT (1) (2) (7) (8) (11) (10) (12) (13) Functie Aansluiting LocalNet Gestandaardiseerde aansluitbus voor systeemuitbreidingen (bijv. afstandsbedie- ning, lasbrander JobMaster, enz.) Aansluiting motorsturing voor het aansluiten van de sturingsleiding van de CMT-aandrijfeenheid Aansluiting lasbrandersturing voor het aansluiten van de sturingsstekker van de lasbrander Aansluiting LHSB voor het aansluiten van de LHSB-kabel van de CMT-aandrijfeenheid (LHSB = Lo-...
Stroombron TS Vooraanzicht Achteraanzicht 4000 / 5000, TPS 3200 / 4000 / 5000, TIME 5000 Digital Functie (-) - stroombus met bajonetsluiting voor: aansluiten van de aardleiding bij het MIG/MAG-lassen Stroomaansluiting van de WIG-lasbrander Aansluiten van de elektrode- of massakabel bij het elektrodelassen (afhan- kelijk van elektrodetype) Netschakelaar voor het in- en uitschakelen van de stroombron...
Functie Tweede (-) - stroombus met bajonetsluiting (optie)voor: aansluiten van het verbindingsleidingpakket bij MIG/MAG lassen voor poolomkering (bijv. voor Innershield-lassen en vuldraadlassen) Speciaal voor automatische en robottoepassingen waarbij de aansluiting van het verbindingsleidingpakket en de aardekabel aan een kant van de stroom- bron gewenst is (bijv.
Pagina 69
Functie Blinde afdekking Bestemd voor aansluiting LocalNet Blinde afdekking Bestemd voor aansluiting LocalNet Aansluiting LocalNet Verbindingsleidingpakket Aansluiting LHSB (LocalNet High-Speed Bus) Netkabel met trekontlasting...
Minimale uitrusting voor het lassen Algemeen Afhankelijk van de lasprocedure is een bepaalde minimum uitrusting nodig om met de stroombron te werken. Hierna worden de lasprocedures en de benodigde minimum uitrusting voor de lasprocedu- re beschreven. MIG/MAG - lassen Stroombron gasgekoeld Aardkabel MIG/MAG-lasbrander, gasgekoeld...
Voor installatie en ingebruikneming Veiligheid WAARSCHUWING! Onjuiste bediening kan ernstig lichamelijk letsel en materië- le schade veroorzaken. Beschreven functies pas gebruiken nadat de volgende documenten volledig zijn gelezen en begrepen: deze gebruiksaanwijzing alle gebruiksaanwijzingen van de systeemcomponenten, in het bijzonder de veiligheidsvoorschriften Gebruik overeen- De stroombron is uitsluitend bedoeld voor MIG/MAG-, elektrode- en WIG-lassen.
Netkabel op US-stroombronnen aansluiten Algemeen De US-stroombronnen worden zonder netkabel geleverd. Voor ingebruikneming moet een voor de aansluitspanning geschikte netkabel worden gemonteerd. Een trekontlasting voor een kabeldoorsnede AWG 10 is bij de stroombron gemonteerd. Trekontlastingen voor kabels met grotere doorsnede kunnen op dezelfde wijze worden be- vestigd.
Netkabel in trekontlasting schuiven OPMERKING! Netkabel zo ver in- schuiven dat de aardedraad en de fasedraad correct op de blokklem- men kunnen worden aangesloten. Klemmoer SW 30 mm vastdraaien Schroeven (2 x) vastdraaien Netkabel naar behoren aan de blok- klemmen aansluiten: –...
Pagina 78
Grote trekontlasting in behuizing han- gen en met 2 schroeven bevestigen Netkabel aansluiten Linker zijdeel van de stroombron weer monteren...
Inbedrijfstelling Veiligheid WAARSCHUWING! Een elektrische schok kan dodelijk zijn. Is de stroombron tij- dens de installatie op het stroomnet aangesloten, dan bestaat het risico op ern- stige schade aan personen en eigendommen. Alle werkzaamheden aan het apparaat mogen slechts plaatsvinden als: de netschakelaar van de stroombron in de stand O- is geschakeld, het apparaat niet op het net is aangesloten.
Inbedrijfstelling TPS 2700 Algemeen De inbedrijfstelling van de stroombron TPS 2700 wordt aan de hand van een handmatige, gasgekoelde MIG/MAG-toepassing beschreven. Aanbeveling voor Rijwagen PickUp gebruiken watergekoelde Koelapparaat op rijwagen PickUp opbouwen toepassingen Stroombron TPS 2700 op koelapparaat opbouwen alleen watergekoelde lasbrander met externe wateraansluiting gebruiken Wateraansluitingen van de lasbrander rechtstreeks op het koelapparaat aansluiten Gasfles aanslui- WAARSCHUWING! Risico op ernstig letsel en/of grote materiële schade door...
Aardeverbinding Aardekabel in de (-)-stroombus steken maken en vergrendelen Maak met het andere uiteinde van de aardkabel verbinding met het werkstuk Aardekabel op TPS 2700 aansluiten Lasbrander aan- Goed uitgeruste lasbrander met het sluiten convergerend deel vooraan in de aansluiting lasbrander schuiven Wartelmoer ter fixatie handmatig vast- draaien Steek de stuurstekker van de lasbran-...
Draadspoel inzet- VOORZICHTIG! Risico op verwonding door veerwerking van de opgerolde draadelektrode. Houd bij het inzetten van de draadspoel het uiteinde van de draadelektrode goed vast, om verwondingen door terugspringende draadelektro- de te vermijden. VOORZICHTIG! Gevaar op verwonding door vallende draadspoel. Zorg ervoor dat de draadspoel goed aan de ingang Draadspoel vast zit.
VOORZICHTIG! Gevaar op verwonding door vallende korfspoel. Zet de korfspoel zodanig op de meegeleverde korfspoel-adapter vast dat de verbindingsstukken van de korfspoel zich binnen de nokvormige groef van de korfspoel-adapter be- vinden. Draadelektrode VOORZICHTIG! Risico op verwonding door veerwerking van de opgerolde laten inlopen draadelektrode.
VOORZICHTIG! Gevaar voor lichamelijk letsel door naar buiten komende elek- trode. Bij het indrukken van de toets Draadinvoeren / Inch Forward de lasbrander bij het gezicht en lichaam weghouden. Contactdruk in- OPMERKING! Contactdruk zoda- stellen nig instellen dat de draadelektrode niet wordt gedeformeerd maar een goed draadtransport is ge- waarborgd.
Contactdruk referentie- Halfronde rollen Trapezerollen Kunststof rollen punten Staal 3 - 4 CrNi 3 - 4 Rem instellen OPMERKING! Na het loslaten van de brandertoets mag de draadspoel niet nal- open. Indien nodig rem afstellen. STOP STOP Opbouw van de VOORZICHTIG! Gevaar door vallende draadspoel.
Ingebruikneming TS 4000 / 5000, TPS 3200 / 4000 / 5000, TIME 5000 Digital Algemeen De inbedrijfstelling van de stroombronnen TS 4000 / 5000 en TPS 3200 / 4000 / 5000 wordt aan de hand van een handmatige, watergekoelde MIG/MAG-toepassing beschreven. Systeemcompo- De volgende afbeelding moet u een overzicht geven van de constructie van de afzonder- nenten opbouwen...
Trekontlasting Pennen van de trekontlasting aan de vastzetten stroombronkant vanaf het verbin- dings-leidingpakket in de daarvoor be- doelde opening in het rijplatform inzetten Trekontlasting met twee schroeven uit het meegeleverde verbindingsleiding- pakket op het rijplatform vastzetten Voor verbindingsleidingpakketten met een lengte van 1,2 m (4 ft.) is een tre- kontlasting voorzien.
Bajonetstekker laspotentiaal van het verbindingsleidingpakket in de (+)-bus steken en door middel van draaien vergrendelen Stekker LocalNet van het verbindingsleidingpakket in de aansluiting LocalNet steken en met wartelmoer vastzetten Alleen bij CMT-stroombronnen: stekker LHSB op aansluiting LHSB aansluiten Leiding voor watervoorloop - blauw (3) op koelapparaat aansluiten Leiding voor waterterugloop - rood (2) op koelapparaat aansluiten Leiding beschermgas op drukreduceerstuk van gasfles (1) aansluiten Verbindingsleidingpakket op draadtoevoer aansluiten...
Aardeverbinding Aardekabel in de (-)-stroombus steken maken en vergrendelen Maak met het andere uiteinde van de aardkabel verbinding met het werkstuk Lasbrander aan- Goed uitgeruste lasbrander met het sluiten convergerend deel vooraan in de aansluiting lasbrander van de draad- toevoer schuiven Wartelmoer ter fixatie handmatig vast- draaien Steek de stuurstekker van de lasbran-...
Ingebruikneming CMT4000 Advanced Systeemcompo- De volgende afbeelding moet u een overzicht geven van de constructie van de afzonder- nenten opbouwen lijke systeemcomponenten. (overzicht) Gedetailleerde informatie over de betreffende handelingen vindt u in de handleidingen van de systeemcomponenten. WAARSCHUWING! Risico op ernstig letsel en/of grote materiële schade door omvallende gasflessen.
Gasfles aansluiten Afstandsbediening RCU 5000i aansluiten Verbinding met robotbesturing tot stand brengen Draadtoevoer De volgende werkstappen doorvoeren volgens de bedieningshandleiding van de draad- voorbereiden toevoer: Aandrijfrollen in draadtoevoer inzetten Draadspoelen of korfspoelen met korfspoel-adapter in draadtoevoer inzetten Draadelektrode laten inlopen Contactdruk instellen Rem instellen...
MIG/MAG-bedrijfscycli Algemeen WAARSCHUWING! Onjuiste bediening kan ernstig lichamelijk letsel en materië- le schade veroorzaken. Beschreven functies pas gebruiken nadat de volgende documenten volledig zijn gelezen en begrepen: deze gebruiksaanwijzing alle gebruiksaanwijzingen van de systeemcomponenten, in het bijzonder de veiligheidsvoorschriften De indicatoren betreffende instelling, correctiegebied en maateenheden van de beschik- bare parameters aan het Setup-menu ontlenen.
2-stapsproces De bedrijfsmodus "2-stapswerking" is geschikt voor Deelwerk Korte lasnaden Automatische en robotwerking 4-stapsproces De bedrijfsmodus "4-stapswerking" is voor langere lasnaden geschikt.
Speciale 4-staps- De bedrijfsmodus "Speciale 4-stapswerking" is met name geschikt voor het lassen van werking aluminium materialen. Het speciale verloop van de lasstroom houdt rekening met de hoge warmtegeleiding van aluminium. Spotlassen De bedrijfsmodus "spotlassen" is in het bijzonder geschikt voor lasverbindingen voor over- lappende platen.
Pagina 98
Door het opnieuw indrukken van de brandertoets kan het lasproces voortijdig worden af- gebroken.
MIG/MAG-lassen Veiligheid WAARSCHUWING! Onjuiste bediening kan ernstig lichamelijk letsel en materië- le schade veroorzaken. Beschreven functies pas gebruiken nadat de volgende documenten volledig zijn gelezen en begrepen: deze gebruiksaanwijzing alle gebruiksaanwijzingen van de systeemcomponenten, in het bijzonder de veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING! Een elektrische schok kan dodelijk zijn. Is de stroombron tij- dens de installatie op het stroomnet aangesloten, dan bestaat het risico op ern- stige schade aan personen en eigendommen.
MIG/MAG synergisch lassen Algemeen De voor MIG/MAG synergisch lassen (Puls /Standaard) noodzakelijke invoer wordt be- schreven aan de hand van het bedieningspaneel Comfort. MIG/MAG syner- Met behulp van de toets Procedure de gewenste lasprocedure kiezen: gisch lassen MIG/MAG Puls-Synergic lassen MIG/MAG standaard synergisch lassen Door middel van de toets Materiaalsoort het gebruikte toevoegmateriaal en bescherm- gas kiezen...
Druk de toets Gascontrole in Draai de stelschroef aan de onderkant van de drukverminderaar totdat de mano- meter de gewenste gashoeveelheid aangeeft VOORZICHTIG! Gevaar voor schade aan personen en eigendommen door elektrische schok en vrijkomende draadelektrode. Bij het indrukken van de brandertoets Lasbrander van gezicht en lichaam weghouden Lasbrander niet op personen richten...
Opmerking bij be- Op het bedieningspaneel Standaardvariant kan de lichtbooglengte niet worden gecorri- dieningspaneel geerd. Standaardvariant De dynamiekcorrectie kan echter als achtergrondparameter in het Setup-menu worden in- gesteld.
MIG/MAG standaard handmatig lassen Algemeen De procedure MIG/MAG standaard-handmatig lassen is een MIG/MAG lasprocedure zon- der synergische functie. De verandering van een parameter heeft geen automatische aanpassing van de overige parameters tot gevolg. Alle veranderlijke parameters moeten overeenkomstig de eisen van het lasproces apart worden ingesteld.
Door middel van de toets Parameterkeuze de parameter draadsnelheid kiezen Draadsnelheid met het instelwiel op de gewenste waarde instellen Door middel van de toets Parameterkeuze de parameter lasspanning kiezen Lasspanning met het instelwiel op de gewenste waarde instellen De waarde van de parameters wordt op het daarvoor geschikte digitale scherm ge- toond.
CMT-lassen Algemeen De beschrijving van de voor het CMT-lassen benodigde invoer geschiedt aan de hand van het bedieningspaneel CMT. Instellingen voor CMT-toepassingen met CMT-Remote-stroombron en afstandsbediening RCU 5000i vindt u in de handleiding van de afstandsbediening RCU 5000i. CMT-lassen Met behulp van de toets Procedure de procedure CMT / CMT-Pulse kiezen: Door middel van de toets Materiaalsoort het gebruikte toevoegmateriaal en bescherm- gas kiezen Toevoegmaterialen voor het CMT-lassen:...
Plaatdikte Lasstroom Draadsnelheid Gekozen parameters met het stelwiel op de gewenste waarde instellen. De waarde van de parameters wordt op het daarvoor geschikte digitale scherm getoond. De parameters plaatdikte, lasstroom, draadsnelheid en lasspanning zijn rechtstreeks met elkaar verbonden. Het is voldoende om een van de parameters te wijzigen, aan- gezien de rest van de parameters daar meteen op worden afgestemd.
Dynamiekcorrectie voor het beïnvloeden van de kortsluitdynamiek op het moment van de druppelovergang hardere en stabielere lichtboog neutrale lichtboog +5 zwakke en spatarme lichtboog De dynamiekcorrectie treedt bij de volgende toevoegmaterialen op: G3Si 1 / Ar + 18% CO2 / 1,0 mm G3Si 1 / Ar + 18% CO2 / 1,2 mm Hotstart pulscycli voor het instellen van de hotstart pulscycli...
Gas-nastroomtijd Startsnelheid draad De instelling van de achtergrondparameters gas-voorstroomtijd, gas-nastroomtijd en start- snelheid draad zijn in het Setup-menu beschreven. Correctieparame- Door middel van de toets Parameterkeuze de gewenste correctieparameter kiezen ter instellen Gekozen parameters met het stelwiel op de gewenste waarde instellen. De waarde van de parameters wordt op het daarvoor geschikte digitale scherm getoond.
Als de juiste booglengte is bereikt wordt de draad met de voor het lasproces geschikte draadsnelheid geproduceerd. OPMERKING! De optimale functie van de optie Spatter Free Ignition is slechts gegarandeerd bij aluminiumtoepassingen in combinatie met Fronius PushPull draadtoevoersystemen. Systeemvoorwaarden: Firmware-versie van de stroombron: OFFICIAL UST V2.60.1...
Firmware-versie van de stroombron: OFFICIAL UST V2.60.4 Firmware-versie van de draadtoevoer: OFFICIAL SR 1 V1.40.15 OPMERKING! Het extern vrijschakelen van de optie SynchroPuls is mogelijk vanaf Firmware-versie OFFICIAL UST V2.70.1 (stroombron). Alleen Fronius PushPull draadtoevoersystemen worden ondersteund. OPMERKING! Bij het kiezen van de procedure Standaard-handmatig lassen...
Pagina 111
Werkingswijze van SynchroPuls bij gebruik van de bedrijfsmodus "speciale 4-stap" I-S = Startstroomfase SL = Slope I-E = Eindstroomfase v = Draadsnelheid Al.2 Werkingswijze Synchro-Puls...
Robot-laswerkzaamheden Voorwaarde Om de stroombron van een robotbesturing aan te kunnen sturen is een robotinterface of een instrumentatiebussysteem op de stroombron noodzakelijk. Algemeen Bij een aangesloten robotinterface ROB 4000 / 5000 of bij een aangesloten instrumenta- tiebussysteem wordt automatisch de bedrijfsmodus 2-stapswerking bij de stroombron ge- activeerd.
Functie Wire- Als op LocalNet een robotinterface of een instrumentatiebussysteem aangesloten, dan Stick-Control staat de functie Wire-Stick-Control tot uw beschikking. Afhankelijk van het laseinde herkent de functie Wire-Stick-Control een eventueel vastzitten van de draadelektrode in het stollende smeltbad. Als binnen een periode van 750 ms na het einde van het lassen een vastzittende draadelektrode herkend, resulteert dit in een foutmelding "Err I 054".
TIG-lassen Veiligheid WAARSCHUWING! Onjuiste bediening kan ernstig lichamelijk letsel en materië- le schade veroorzaken. Beschreven functies pas gebruiken nadat de volgende documenten volledig zijn gelezen en begrepen: deze gebruiksaanwijzing alle gebruiksaanwijzingen van de systeemcomponenten, in het bijzonder de veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING! Een elektrische schok kan dodelijk zijn. Is de stroombron tij- dens de installatie op het stroomnet aangesloten, dan bestaat het risico op ern- stige schade aan personen en eigendommen.
OPMERKING! Parameters die op een bedieningspaneel van een sys- teemonderdeel worden ingesteld (bijv. draadtoevoer of afstandsbediening) kunnen onder voorwaarden niet op het bedieningspaneel van de stroombron worden gewijzigd. Toets parameterkeuze indrukken. De LED-indicatie op de toets moet oplichten. Met behulp van het stelwiel de gewenste stroomsterkte instellen. De waarde van de stroomsterkte wordt in het linker digitale venster weergegeven.
Lasbrander optillen en in de normale positie draaien - lichtboog ontstoken Begin met lassen Lichtboog ontstoken - lassen Lasprocedure be- WIG gasschuif-lasbrander van het werkstuk optillen tot de lichtboog uitgaat. ëindigen BELANGRIJK! Ter bescherming van de wolfraamelektrode laat het beschermgas lang genoeg stromen na het einde van het lassen, zodat de wolfraamelektrode vol- doende gekoeld.
Pagina 117
Lassen Lassen Bij het einde van het lassen de las- brander kort optillen De lichtboog wordt duidelijk langer. Lasbrander optillen Lasbrander laten zakken De lichtboog wordt duidelijk korter Optie TIG-comfort-stop is afgeslo- Lasbrander laten zakken...
Hoogte van de lasbrander handhaven De lasstroom wordt hellingvormig verminderd (Downslope) De lichtboog gaat uit OPMERKING! De Downslope is een vaste waarde en kan niet wor- den ingesteld. Lasbrander van werkstuk afnemen Hoogte handhaven en lasbrander verwijderen Verwerking WIG Verloop van de lasstroom bij geactiveerde optie TIG-Comfort-Stop: lassen met TIG- I ..Ingestelde lasstroom comfort-stop...
Elektrode lassen Veiligheid WAARSCHUWING! Onjuiste bediening kan ernstig lichamelijk letsel en materië- le schade veroorzaken. Beschreven functies pas gebruiken nadat de volgende documenten volledig zijn gelezen en begrepen: deze gebruiksaanwijzing alle gebruiksaanwijzingen van de systeemcomponenten, in het bijzonder de veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING! Een elektrische schok kan dodelijk zijn.
OPMERKING! Parameters die op een bedieningspaneel van een sys- teemonderdeel worden ingesteld (bijv. draadtoevoer of afstandsbediening) kunnen onder voorwaarden niet op het bedieningspaneel van de stroombron worden gewijzigd. Toets parameterkeuze indrukken. De LED-indicatie op de toets moet oplichten. Met behulp van het stelwiel de gewenste stroomsterkte instellen. De waarde van de stroomsterkte wordt in het linker digitale venster weergegeven.
Legenda Hti ..Hot-current time = Hotstroom-tijd, 0 I (A) - 2 s, fabrieksinstelling 0,5 s HCU ... Hot-start-current = Hotstart-stroom, HCU > I 0 -200%, fabrieksinstelling 150% ..Hoofdstroom = ingestelde lasstroom Werking Tijdens de ingestelde hotstroomtijd (Hti) wordt de lasstroom naar een bepaalde waarde verhoogd.
Job-modus Algemeen De job-modus verhoogt de kwaliteit van de lastechnische vervaardiging, zowel bij hand- matige werking als bij geautomatiseerde werking. Tot 100 optimale jobs (werkpunten) kunnen in de job-modus worden gereproduceerd. Het handmatig documenteren van de parameter vervalt. Voorwaarden De job-modus is alleen beschikbaar bij stroombronnen met de volgende bedieningspane- len: Bedieningspaneel comfort Bedieningspaneel US...
Gewenste lasparameters instellen die als job opgeslagen moeten worden Toets Store kort indrukken om in het job-menu te wisselen De eerste vrije programmaplaats voor de job wordt getoond. Door middel van het stelwiel de gewenste programmaplaats kiezen of de voorgestelde programmaplaats behouden Toets Store indrukken en vasthouden OPMERKING! Als op de gekozen programmaplaats al een job is ingesteld...
Door middel van het stelwiel de gewenste job kiezen De keuze van MIG/MAG-jobs kan ook plaatsvinden via de lasbrander JobMaster of Up/Down. Bij het oproepen van een job op de stroombron kunnen ook niet bezette program- maplaatsen (gesymboliseerd door "- - -" worden gekozen. Met de lasbranders Job- Master en Up/Down kunnen echter alleen geprogrammeerde programmaplaatsen worden gekozen.
Als op het linker digitale scherm "PrG" verschijnt is de kopieerprocedure beëindigd. Toets Store loslaten. Toets Store kort indrukken om het job-menu te verlaten De stroombron wisselt naar de voor het kopiëren van de job opgeroepen instelling. Job wissen OPMERKING! Het wissen van jobs gebeurt niet in de procedure job-modus maar in het job-menu.
Job-correctie Algemeen In het menu Job-correctie kunnen setup- parameters op de specifieke eisen van af- zonderlijke jobs worden aangepast. Menu Job-correctie: Overzicht Het menu job-cor- Toets Store indrukken en vasthouden rectie binnengaan Toets parameterkeuze (links) indrukken Toets Store loslaten De stroombron bevindt zich nu in het menu job-correctie. De eerste parame- ter "Job"...
Parameter in het In het menu job-correctie bevinden zich twee soorten parameters: menu job-correc- vast in te stellen parameters: kunnen buiten het menu job-correctie niet gewijzigd worden. zijn alleen in het menu job-correctie te corrigeren. achteraf te corrigeren parameters: met grenzen waarvoor het instelbereik een systeemgekozen waarde is binnen het instelbereik kunnen deze parameters door middel van de volgende bedie- ningselementen worden gecorrigeerd: Bedieningspaneel (Comfort, US, TIME 5000 Digital, CMT)
Pagina 131
Eenheid sec. Instelbereik 0 - 9,9 Fabrieksinstelling Gas Post-flow time - Gas-nastroomtijd Eenheid sec. Instelbereik 0 - 9,9 Fabrieksinstelling Feeder creep - draadkruip Eenheid m/min Instelbereik AUT, OFF of 0,5 - max. AUT, OFF of 19.69 - max. Extra instelmogelijkheid bij optie SFi: SFi Fabrieksinstelling OPMERKING! Als Fdc op AUT is ingesteld wordt de waarde uit de lasprogram- ma-database overgenomen.
Fabrieksinstelling time - End current - Eindstroomduur Eenheid sec. Instelbereik OFF of 0,1 - 9,9 Fabrieksinstelling Spot-welding time - Spotlastijd Eenheid sec. Instelbereik 0,1 - 5,0 Fabrieksinstelling Frequentie voor optie SynchroPuls Eenheid Instelbereik OFF of 0,5 - 5 Fabrieksinstelling delta Feeder - Offset lasvermogen voor optie SynchroPuls (gedefinieerd door draadsnel- heid) Eenheid m/min...
Pagina 133
Zolang de stroombron is ingeschakeld blijven de gecorrigeerde parameterwaarden opge- slagen. Na het opnieuw inschakelen van de stroombron zijn de parameters op de vast in- gestelde waarden teruggezet. De informatie "min" en "max" wordt bij instelbereiken gebruikt, die afhankelijk van de stroombron, draadtoevoer, lasprogramma, enz.
Pagina 134
Job 2 Job 1 JSL = OFF Job 1 JSL = 0,1 - 9,9 s Job 2 Job 1 t (s) Job-Slope De voor Job-Slope ingestelde waarde wordt bij de actuele, uitgekozen job opgeslagen.
Setup-menu Beschermgas Algemeen Het Setup-menu Beschermgas biedt een eenvoudige toegang tot de beschermgas-instel- lingen. Setup-menu be- Het Setup-menu Beschermgas openen schermgas voor het bedie- Toets Store indrukken en vasthouden ningspaneel Druk de toets Gascontrole in Standaard Toets Store loslaten Parameter wijzigen met behulp van de toets Materiaalsoort de gewenste parameter kiezen met de toets bedrijfsmodus de waarde van de parameter wijzigen Het Setup-menu verlaten...
Pagina 136
Gas Pre-flow time - Gas-voorstroomtijd Eenheid sec. Instelbereik 0 - 9,9 Fabrieksinstelling Gas Post-flow time - Gas-nastroomtijd Eenheid sec. Instelbereik 0 - 9,9 Fabrieksinstelling Gas Purger - voorspoelen beschermgas Eenheid Instelbereik OFF of 0,1 - 10,0 Fabrieksinstelling Het voorspoelen van het beschermgas begint zodra er een waarde voor GPU is ingesteld. Uit veiligheidsoverwegingen is het voor een nieuwe start van het voorspoelen van het be- schermgas noodzakelijk om opnieuw een waarde voor GPU in te stellen.
Setup-menu voor het bedieningspaneel standaard- variant Algemeen Het Setup-menu geeft eenvoudig toegang tot de opgeslagen expertise in de stroombron en tot extra functies. In het Setup-menu kunt u de parameters eenvoudig aanpassen voor de verschillende taken. Setup-menu voor Het Setup-menu Beschermgas openen het bedie- ningspaneel stan- Toets Store indrukken en vasthouden...
Pagina 138
OPMERKING! Als Fdc op AUT is ingesteld wordt de waarde uit de lasprogram- ma-database overgenomen. Als bij de handmatige instelling van Fdc-waarden de voor het lasproces ingestelde draadsnelheid wordt overschreven is de kruipsnel- heid gelijk aan de voor het lasproces ingestelde draadsnelheid. Feeder inching - Invoersnelheid Eenheid m/min...
Pagina 139
I (current) - Starting - Startstroom Eenheid % (van de startstroom) Instelbereik 0 - 200 Fabrieksinstelling Slope Eenheid sec. Instelbereik 0,1 - 9,9 Fabrieksinstelling I (current) - End - Eindstroom Eenheid % (van de startstroom) Instelbereik 0 - 200 Fabrieksinstelling Factory - Stroombron terugstellen Toets Store 2 s ingedrukt houden om de fabrieksinstellingen te herstellen - als op het digitale scherm "PrG"...
Setup-menu procedure Algemeen Het Setup-menu Procedure geeft eenvoudig toegang tot de expertise in de stroombron en tot extra functies. In het Setup-menu Procedure is het mogelijk om de parameters eenvou- dig aan te passen bij de verschillende taken. Binnengaan in het Setup-menu Procedure is mogelijk met de bedieningspanelen Comfort, US, TIME 5000 Digital en CMT.
Pagina 141
Gas Pre-flow time - Gas-voorstroomtijd Eenheid sec. Instelbereik 0 - 9,9 Fabrieksinstelling Gas Post-flow time - Gas-nastroomtijd Eenheid sec. Instelbereik 0 - 9,9 Fabrieksinstelling Feeder creep - Draadkruip bij optie SFi Eenheid m/min Instelbereik AUT, OFF of 0,5 - max. AUT, OFF of 19.69 - max.
Pagina 142
burn-back time correction - Terugbranding Eenheid sec. Instelbereik ± 0,20 Fabrieksinstelling Frequentie voor optie SynchroPuls Eenheid Instelbereik OFF of 0,5 - 5 Fabrieksinstelling OPMERKING! Om SynchroPuls te activeren moet minstens de waarde van de parameter F (frequentie) van OFF naar een grootte in het gebied van 0,5 tot 5 Hz worden gewijzigd.
Arc-Length time - tijd van de door middel van ALS verhoogde lichtbooglengte. Tijdens de tijd ALt vindt een continu verlagen van de lichtbooglengte plaats, naar de actuele inge- stelde waarde. Eenheid sec. Instelbereik 0 - 5 Fabrieksinstelling Factory - Stroombron terugstellen Toets Store 2 s ingedrukt houden om de fabrieksinstellingen te herstellen - als op het di- gitale scherm "PrG"...
Setup-menu bedrijfsmodus Algemeen Het Setup-menu Bedrijfsmodus geeft eenvoudig toegang tot de expertise in de stroombron en tot extra functies. In het Setup-menu Bedrijfsmodus is het mogelijk om de parameters eenvoudig aan te passen bij de verschillende taken. Binnengaan in het Setup-menu Procedure is mogelijk met de bedieningspanelen Comfort, US, TIME 5000 Digital en CMT.
Slope Eenheid sec. Instelbereik 0,1 - 9,9 Fabrieksinstelling I (current) - End - Eindstroom Eenheid % (van de startstroom) Instelbereik 0 - 200 Fabrieksinstelling time - Starting current - Startstroomduur Eenheid sec. Instelbereik OFF of 0,1 - 9,9 Fabrieksinstelling time - End current - Eindstroomduur Eenheid sec.
Setup-menu - niveau 2 Algemeen De volgende functies zijn in een tweede menu-niveau ondergebracht: PPU (Push/Pull-eenheid) r (vaststellen laskring-weerstand) C-C (uitschakeling koelapparaat) L (indicatie laskring-inductiviteit) Stc (Wire-Stick - alleen bij beschikbare Eln (Keuze karakteristiek - niet bij be- Robot-interface) dieningspaneel standaard) Ito (Ignition Time-Out) ASt (Anti-Stick - niet bij bedie- Arc (controle lichtboog-insnoering)
Setup-menu ni- In het tweede menu-niveau (2nd) wis- veau 2 voor de be- selen dieningspanelen Het Setup-menu Procedure binnenga- Comfort, US, TIME 5000 en Selecteer de parameter "2nd" Toets Store indrukken en vasthouden Toets Procedure indrukken Toets Store loslaten De stroombron bevindt zich nu in het tweede menu-niveau (2nd) van het Se- tup-menu.
Pagina 148
Voorbeeld: Procedure MIG/MAG-lassen ... bijv. gebruik van een watergekoelde lasbrander: C-C = AUT Procedure WIG-lassen ... bijv. gebruik van een gasgekoelde lasbrander: C-C = OFF Cooling Time - tijd tussen het aanspreken van de filterdoorstroombeveiliging en uitgave van de servicecode "no | H2O” Als in het koelsysteem bijvoorbeeld luchtbellen voorko- men schakelt het koelapparaat pas na de ingestelde tijd uit.
Pagina 149
OFF: Als de draadeinde-sensor reageert stopt de stroombron de draadtoevoer. Op het scherm verschijnt "ErrI056" Als de draadeinde-sensor reageert stopt de stroombron de draadtoevoer na het voltooien van de actuele lasnaad. Op het scherm verschijnt "ErrI056". Err | 056 opheffen: Nieuwe draadspoel inzetten en draadelektrode laten inlopen noE: Als de draadeinde-sensor reageert stopt de stroombron de draadtoevoer niet.
OPMERKING! Verdere uitleg over de parameter "COr" vindt u in de handleiding "Digital Gas Control". Real Energy Input - elektrische energie van de lichtboog gebaseerd op de lassnelheid Eenheid Instelbereik ON / OFF Fabrieksinstelling Aangezien niet het gehele waardebereik (1 kJ - 99999 kJ) op het display van drie cijfers kan worden aangegeven, is de volgende weergavevariant gekozen: Waarde in kJ Weergave op display...
Pagina 151
AUT: Na een laspauze van 2 minuten schakelt het koelapparaat uit OPMERKING! Als de optie "thermocontrole FK 4000" in het koelapparaat is inge- bouwd schakelt het koelapparaat uit zodra de teruglooptemperatuur lager is dan 50 °C, maar op zijn vroegst na 2 minuten laspauze. ON: Het koelapparaat blijft permanent ingeschakeld OFF: Het koelapparaat blijft permanent uitgeschakeld Bij gebruik van een FK 9000-koelapparaat zijn alleen de instelmogelijkheden ON of OFF...
Parameter voor het elektrode las- Electrode-line - keuze karakteristiek sen in Setup- Eenheid menu niveau 2 Instelbereik CON of 0,1 - 20 of P Fabrieksinstelling Werklijn voor staafelektrode Werklijn voor staafelektrode bij verhoogde licht- con - 20 A / V U (V) booglengte Werklijn voor staafelektrode bij verminderde licht-...
Pagina 153
Werklijn voor staafelektrode Werklijn voor staafelektrode bij verhoogde licht- booglengte U (V) Werklijn voor staafelektrode bij verminderde licht- booglengte Karakteristiek bij gekozen parameter "CON" (constante lasstroom) Karakteristiek bij gekozen parameter "0,1 - 20" (dalende karakteristiek met in te stellen helling) Karakteristiek bij gekozen parameter "P"...
U (Voltage) cut-off - Begrenzing van de lasspanning: Eenheid Instelbereik OFF of 5 - 95 Fabrieksinstelling OPMERKING! In beginsel is de lichtbooglengte afhankelijk van de lasspanning. Om het lassen te beëindigen, moet de staafelektrode doorgaans duidelijk om- hoog worden gebracht. De parameter Uco staat het beperken van de lasspanning toe op een waarde die het beëindigen van de laswerkzaamheid al bij slechts een gering opheffen van de staafelektrode toestaat.
Push/Pull-eenheid synchroniseren Algemeen Voor elke eerste inbedrijfname van een PushPull-eenheid en na elke update van de draad- toevoer-software moet de PushPull-eenheid worden gesynchroniseerd. Als de PushPull- eenheid niet wordt gesynchroniseerd, dan worden de standaard parameters gebruikt - het lasresultaat kan onder bepaalde omstandigheden niet bevredigend zijn. Push/Pull-een- Setup-menu - niveau 1 binnengaan heid synchronise-...
Nr. PushPull-eenheid SR41 SR43 Fronius afwikkel-VR "VR 1530-22" 22 m/min / 865 ipm Fronius afwikkel-VR "VR 1530-30" 30 m/min / 1180 ipm (op het digitale scherm getoonde waarde: 1.18) Fronius Robot PushPull "KD Drive" 10 m/min / 393.70 ipm Fronius Robot PushPull "Robacta Drive" (Master-sturing) Gebruik bij lange lasbrander-leidingpakketten van 3,5 - 8 m (11 ft.
Pagina 157
33 Elvi, 25m/min, 500mA, Slave 34 Elvi, 25m/min, 900mA, Slave 35 Robacta Powerdrive, 10 m/min 50 Fronius Hand PushPull "PT-Drive" (d=0,8 mm / 0.030 in.; Mate- riaal: Aluminium) 51 Fronius Hand PushPull "PT-Drive" (d=1,0 mm / 0.040 in.; Mate- riaal: Aluminium) 52 Fronius Hand PushPull "PT-Drive"...
Pagina 158
Aandrijfeenheden van de beide draadtoevoer-motoren (bijv. lasbrander en draadtoe- voer) ontkoppelen - draadtoevoer-motoren moeten onbelast zijn (PushPull-synchroni- satie - nullast) VOORZICHTIG! Gevaar voor verwonding door roterende tandwielen en aandrijfdelen. Roterende tandwielen en delen van de draadaandrijving niet vastpakken. Toets draadinvoer of brandertoets indrukken De draadtoevoer-motoren worden in onbelaste toestand gesynchroniseerd.
Service-Codes PushPull-synchronisatie Veiligheid WAARSCHUWING! Een elektrische schok kan dodelijk zijn. Vóór het openen van het apparaat Netschakelaar in positie "O" schakelen apparaat van het net loskoppelen tegen opnieuw inschakelen beveiligen met behulp van een geschikte meter vaststellen dat elektrisch geladen on- derdelen (bijvoorbeeld condensatoren) zijn ontladen Servicecodes bij Err | Eto...
Servicecodes bij St1 | E 16 gekoppelde aan- Oorzaak: De PushPull-synchronisatie is afgebroken: de snelstop is geactiveerd door drijfeenheden het indrukken van de brandertoets. (gekoppelde af- Remedie: Nieuwe PushPull-synchronisatie vlakking) St2 | E 7 Oorzaak: PushPull-synchronisatie - nullast niet tot stand gebracht Remedie: PushPull-synchronisatie - nullast doorvoeren St2 | E 8...
Pagina 161
St2 | E 14 Oorzaak: De motorstroom van de draadtoevoer-motor ligt bij maximale draadsnelheid buiten het toegestane gebied. Mogelijke oorzaken daarvoor zijn niet gekop- pelde draadtoevoer-motoren of problemen met de draadstimulans. Remedie: Aandrijfeenheden van beide draadtoevoer-motoren aankoppelen, leidingpak- ket zo rechtlijnig mogelijk uitleggen; draadgeleidingskernen op knikken of vuil controleren;...
Laskringweerstand r vaststellen Algemeen Door het de laskring-weerstand vast te stellen is het mogelijk om ook bij verschillende lei- dingpakket-lengtes altijd een gelijkblijvend lasresultaat te bereiken; de lasspanning bij de lichtboog is onafhankelijk van de leidingpakket-lengte en -dwarsdoorsnede altijd precies afgestemd.
Pagina 163
Gasbuis van de lasbrander weer monteren...
Laskringinductiviteit L weergeven Algemeen Het verplaatsen van het verbindingsleidingpakket heeft wezenlijke gevolgen voor de lasei- genschappen. In het bijzonder bij het MIG/MAG Puls-synergisch lassen kan afhankelijk van de lengte en verplaatsing van het verbindingsleidingpakket een hoge laskring-inducti- viteit ontstaan. De stroomtoename tijdens de druppelovergang wordt beperkt. OPMERKING! Een compensatie van de laskring-inductiviteit vindt automatisch plaats, binnen de grenzen van het mogelijke.
Storingsdiagnose en storingen opheffen Algemeen De digitale stroombronnen zijn met een intelligent veiligheidssysteem uitgerust; van het gebruik van smeltzekeringen (met uitzondering van de zekering van de koelmiddelpomp) kan daarom volledig worden afgezien. Na het verhelpen van een storing kan de stroom- bron direct weer worden gebruikt, zonder dat er smeltzekeringen hoeven te worden ver- vangen.
Pagina 168
dSP | Cxx Oorzaak: Fout in de centrale besturings- en regeleenheid Remedie: Contact opnemen met de servicedienst dSP | Exx Oorzaak: Fout in de centrale besturings- en regeleenheid Remedie: Contact opnemen met de servicedienst dSP | Sy Oorzaak: Fout in de centrale besturings- en regeleenheid Remedie: Contact opnemen met de servicedienst dSP | nSy...
Pagina 169
EFd | 9.2 Oorzaak: de externe voedingsspanning heeft de tolerantiewaarde overschreden Remedie: externe voedingsspanning controleren EFd | 12.1 Oorzaak: Werkelijke waarde toerental van de draadtoevoermotor werkt niet Remedie: Aangever van de werkelijke waarde en leidingen daarvan controleren en in- dien nodig vervangen EFd | 12.2 Oorzaak: Werkelijke waarde toerental van de motor van de PushPull-eenheid werkt niet...
Pagina 170
EFd | 15.3 Geen draadbuffer beschikbaar Oorzaak: Niet werkende verbinding met draadbuffer Remedie: Verbinding met draadbuffer controleren, stuurleiding draadbuffer controleren EFd | 30.1 Oorzaak: LHSB-verbinding met stroombron werkt niet Remedie: LHSB-verbinding met stroombron controleren EFd | 30.3 Oorzaak: LHSB-verbinding met CMT-aandrijfeenheid werkt niet Remedie: LHSB-verbinding met CMT-aandrijfeenheid controleren EFd | 31.1...
Pagina 171
Err | 056 Oorzaak: De optie Draadeinde-controle heeft het einde van de draadelektrode herkend Remedie: Nieuwe draadspoel aanbrengen en draadelektrode laten inlopen; Err | 056 door indrukken Store toets resetten Oorzaak: Filter van extra ventilator bij VR 1500 - 11 / 12 / 30 is vuil Luchttoevoer voor de extra ventilator is niet meer voldoende voor het koelen van de vermogenselektronica Thermobeveiligingsschakelaar van vermogenselektronica wordt geactiveerd...
Pagina 172
Err | 77.X Ingestelde stroomgrens van een voedingsmotor werd overschreden Oorzaak: Err 77.7 ... Stroom voedingsmotor overschreden Err 77.8 ... PPU-motorstroom overschreden Remedie: Draadstimuleringsonderdelen (bijv. aandrijfrollen, draadgeleidingskernen, in/ uitloopbuizen, enz.) controleren; kwaliteit van de lasnaad controleren Err | bPS Oorzaak: Verkeerd vermogensdeel Remedie: Contact opnemen met de servicedienst...
Pagina 173
no | IGn Oorzaak: Functie Ignition time-out is actief: Binnen de in het Setup-menu ingestelde ge- stimuleerde draadlengte is geen geleiding tot stand gekomen. De veiligheids- schakeling van de stroombron is in werking getreden. Remedie: Vrij draadeinde inkorten, meermaals de brandertoets indrukken; het werkstu- koppervlak reinigen;...
Pagina 174
tP1 | xxx Opmerking: xxx staat voor een temperatuurwaarde Oorzaak: Te hoge temperatuur in primaire kring van de stroombron Remedie: Stroombron laten afkoelen tP2 | xxx Opmerking: xxx staat voor een temperatuurwaarde Oorzaak: Te hoge temperatuur in primaire kring van de stroombron Remedie: Stroombron laten afkoelen tP3 | xxx...
Fouten in de tSt | xxx stroombron vast- Opmerking: xxx staat voor een temperatuurwaarde stellen Oorzaak: Te hoge temperatuur in stuurstroomkring Remedie: Stroombron laten afkoelen Stroombron functioneert niet De netschakelaar is ingeschakeld, maar de weergaven branden niet Oorzaak: De stroomtoevoer is onderbroken, de netstekker is niet in het stopcontact ge- stoken Remedie: Netleiding controleren, de stekker van het netsnoer in het stopcontact steken...
Pagina 176
geen functioneren na indrukken van de brandertoets Netschakelaar ingeschakeld, schermen verlicht Oorzaak: De stuurstekker is niet aangesloten Remedie: Besturingsstekker in contact steken Oorzaak: Lasbrander of stuurleiding van de lasbrander is defect Remedie: Lasbrander vervangen Oorzaak: Verbindingsleidingpakket defect of niet juist aangesloten (niet bij TPS 2700) Remedie: Verbindingsleidingpakket controleren...
Pagina 177
Slechte laseigenschappen Oorzaak: Verkeerde lasparameter Remedie: Instellingen controleren Oorzaak: Massaverbinding slecht Remedie: Goed contact met werkstuk maken Oorzaak: Geen of te weinig beschermgas Remedie: Drukverminderaar, gasleiding, gas-magneetventiel, lasbrander-gasaanslui- ting enz. controleren Oorzaak: Lasbrander lek Remedie: Lasbrander vervangen Oorzaak: Verkeerde of uitgeslepen contactbuis Remedie: Contactbuis vervangen Oorzaak:...
Pagina 178
Lasbrander wordt zeer heet Oorzaak: Lasbrander te zwak gedimensioneerd Remedie: Rekening houden met inschakelduur en belastingsgrenzen Oorzaak: alleen bij watergekoelde installaties: Doorstroming koelmiddel te laag Remedie: koelmiddelpeil, koelmiddeldoorstroomhoeveelheid, koelmiddelvervuiling, enz., controleren Meer informatie vindt u in de gebruiksaanwijzing van het koelapparaat...
Verzorging, onderhoud en recycling Algemeen De stroombron heeft onder normale bedrijfsomstandigheden slechts minimale verzorging en onderhoud nodig. Enkele punten verdienen echter absoluut aandacht, om de lasinstal- latie jarenlang gebruiksklaar te houden. Veiligheid WAARSCHUWING! Een elektrische schok kan dodelijk zijn. Vóór het openen van het apparaat Netschakelaar in positie "O"...
Technische gegevens Speciale span- Bij apparaten die op speciale spanning zijn berekend gelden de technische gegevens op ning het typeplaatje. Geldt voor alle apparaten met een toelaatbare netspanning van tot 460 V: De seriematige netstekker maakt werken met een netspanning van tot 400 V mogelijk. Monteer voor netspanningen tot 460 V een daarvoor geschikte netstekker of installeer de netvoorziening rechtstreeks.
Goedkeuringsmerk CE, CSA Veiligheidssymbolen Afmetingen l x b x h 641,5 x 297,4 x 476,5 mm 25.26 x 11.71 x 18.76 in. Gewicht 27 kg 59.5 lb. Voedingsspanning van de draadtoevoer-eenheid 55 V DC Nominale stroom van de draadtoevoer-eenheid Draadsnelheid 0,5 - 22 m/min 19.69 - 866.14 ipm Draadspoelsoorten...
Lasspanningbereik volgens nominale karakteris- tiek MIG / MAG 14,2 - 30,0 V Staafelektrode 20,4 - 32,8 V 10,1 - 22,8 V Max. lasspanning (320 A) 52,1 V Nullastspanning 65 V Beschermingsklasse IP 23 Koeltype Isolatieklasse EMV-emissieklasse Goedkeuringsmerk Veiligheidssymbolen Afmetingen l x b x h 626 x 287 x 477 mm 24.65 x 11.30 x 18.78 in.
Koeltype Isolatieklasse EMV-emissieklasse Goedkeuringsmerk CE, CSA Veiligheidssymbolen Afmetingen l x b x h 626 x 287 x 477 mm 24.65 x 11.30 x 18.78 in. Gewicht 34,6 kg 76.3 lb. aan openbare stroomnetten met 230 / 400 V en 50 Hz ED = Inschakelduur TPS 3200 Netspanning...
Beschermingsklasse IP 23 Koeltype Isolatieklasse EMV-emissieklasse Goedkeuringsmerk CE, CSA Veiligheidssymbolen Afmetingen l x b x h 626 x 287 x 477 mm 24.65 x 11.30 x 18.78 in. Gewicht 34,6 kg 76.3 lb. aan openbare stroomnetten met 230 / 400 V en 50 Hz ED = Inschakelduur TS/TPS 4000 Netspanning...
Afmetingen l x b x h 626 x 287 x 477 mm 24.65 x 11.30 x 18.78 in. Gewicht 35,2 kg 77.6 lb. aan openbare stroomnetten met 230 / 400 V en 50 Hz ED = Inschakelduur TS/TPS 4000 MV Netspanning 3 x 200-240 V 3 x 380-460 V...
Cos Phi 0,99 Rendement 88 - 91 % Lasstroomgebied MIG / MAG 3 - 500 A Staafelektrode 10 - 500 A 3 - 500 A Lasstroom bij 10 min/40 °C (104 °F) 40% ED 500 A 60% ED 450 A 100% ED 320 - 340 A Lasspanningbereik volgens nominale karakteristiek...
Primaire duurstroom 450 A, 60% ED 32,5 A Primair duurvermogen 21,4 kVA Cos Phi 0,99 Rendement 91 % Lasstroomgebied TIME 3 - 500 A MIG / MAG 3 - 500 A Staafelektrode 10 - 500 A 3 - 500 A Lasstroom bij 10 min/40 °C (104 °F) 40% ED...
Staafelektrode 10 - 400 A Lasstroom bij 10 min/40 °C (104 °F) 40% ED 400 A 60% ED 360 A 100% ED 300 A Lasspanningbereik volgens nominale karakteristiek MIG / MAG 14,2 - 34,0 V Staafelektrode 20,4 - 36,0 V Max.
Pagina 194
Beschermingsklasse IP 23 Koeltype Isolatieklasse EMV-emissieklasse Goedkeuringsmerk CE, CSA Veiligheidssymbolen Afmetingen l x b x h 625 x 290 x 705 mm 24.61 x 11.42 x 27.76 in. Gewicht 56,0 kg 123.46 lb. aan openbare stroomnetten met 230 / 400 V en 50 Hz ED = Inschakelduur...
Databases lasprogramma Verklaring van de Hieronder vindt u een verklaring van de belangrijkste symbolen voor de lasprogramma-da- symbolen tabase. Deze bevatten de lasprogramma's afhankelijk van de volgende instellingen op het bedieningspaneel: Bedrijfsmodus: P = Puls-synergisch lassen S = Standaard synergisch lassen CMT = Cold Metal Transfer C-P = CMT/Puls-karakteristiek Lasprogramma's die de optie SFi (Spatter Free Ignition) ondersteunen zijn grijs ge-...
Gebruikte begrippen en afkortingen Algemeen De genoemde begrippen en afkortingen worden gebruikt in combinatie met functies die in de series zijn opgenomen of optioneel leverbaar zijn. Begrippen en af- AL.c kortingen A- C Arc-Length.correction Correctiegrenzen voor de lichtbooglengte naar boven en naar beneden (Jobcorrectie) AL.1 Arc-Length correction.1 Algemene lichtboog-lengtecorrectie (Jobcorrectie)
Begrippen en af- kortingen D- F delta Feeder Offset lasvermogen voor optie SynchroPuls (gedefinieerd door draadsnelheid) dynamic Dynamiekcorrectie bij de standaard lichtboog, pulscorrectie bij de impuls-lichtboog of cor- rectie van verschillende parameters bij CMT (JobCorrectie, of instelling van de dynamiek- en pulscorrectie in het Setup-menu voor het bedieningspaneel Standaard) Electrode-line Keuze karakteristiek (staafelektrodelassen)
I (current) - Starting Startstroom Ignition Time-Out Begrippen en af- kortingen J- R Job waarvoor de parameters moeten worden aangepast (JobCorrectie) Job Slope Definieert de tijd tussen de actuele, uitgekozen Job en de eerstvolgende L (inductivity) Laskringinductiviteit weergeven Power-correction Correctie lasvermogen (gedefinieerd door draadsnelheid, JobCorrectie) Power-Control Voor het definiëren van de Master- of Slave-stroombron bij de parallelle cyclus van stroombronnen...
Speciale 2-stap (alleen bij bedieningspaneel US) voor het kiezen van jobs en groepen via de brandertoetsen van de lasbrander Speciale 4-stap (optie Gun-Trigger) Verder schakelen van Jobs m.b.v. brandertoets op lasbrander, tegelijk symbool voor de bedrijfsmodus "Speciale 4-stap" op de lasbrander JobMaster Begrippen en af- kortingen T-2nd Twin-Control...
Pagina 212
FRONIUS INTERNATIONAL GMBH Froniusplatz 1, A-4600 Wels, Austria Tel: +43 (0)7242 241-0, Fax: +43 (0)7242 241-3940 E-Mail: sales@fronius.com www.fronius.com www.fronius.com/addresses Under http://www.fronius.com/addresses you will find all addresses of our Sales & service partners and Locations...