Inhoudsopgave Veiligheidsvoorschriften Verklaring veiligheidsaanwijzingen Algemeen Gebruik overeenkomstig de bedoeling Netaansluiting Omgevingsvoorwaarden Verplichtingen van de gebruiker Verplichtingen van het personeel Lekstroom-beveiligingsschakelaar Bescherming van uzelf en derden Informatie over de geluidsemissie Gevaar door schadelijke gassen en dampen Gevaar door vonken Gevaren door net- en lasstroom Zwerfstromen EMV-apparaatclassificaties EMV-maatregelen...
Pagina 4
Voor installatie en ingebruikneming Veiligheid Beoogd gebruik Vereisten voor de installatielocatie Netaansluiting Generatormodus Netkabel aansluiten Algemeen Veiligheid Voorgeschreven netkabel Netkabel op nc-stroombronnen aansluiten Netkabel op MV-stroombronnen aansluiten Stroombron door middel van NFC-key vergrendelen en ontgrendelen Algemeen Stroombron door middel van NFC-key vergrendelen en ontgrendelen Systeemonderdelen Systeemonderdelen Opmerkingen betreffende het koelapparaat...
Pagina 5
Procesparameter TIG TIG-procesparameter Procesparameters voor TIG Puls Procesparameters voor TIG AC Algemene TIG-procesparameter Procesparameter voor ontstekings- en bedrijfsmodus CycleTIG Draadtoevoerinstelling TIG Gas-instellingen R/L-synchronisatie uitvoeren Staafelektrode, CEL, gutstoortsen Minimale uitrusting voor elektrodelassen en CEL-lassen en voor gutsen Minimale uitrusting voor elektrodelassen en CEL-lassen Minimale uitrusting voor gutsen Inbedrijfstelling Voorbereiding...
Pagina 6
MIG/MAG-bedrijfscycli Algemeen Symbolen en toelichting 2-stapsproces 4-stapsproces Speciaal 4-stapsproces Speciaal 2-stapsproces Puntlassen Voorbereiding voor MIG/MAG-lassen Veiligheid Correcte plaatsing van het verbindingsslangenpakket Uitgangssituatie MIG/MAG-systeemcomponenten opbouwen (overzicht) MIG/MAG- en CMT-lassen Veiligheid Lasprocedure en bedrijfsmodus instellen via de statusregel Lasprocedure en bedrijfsmodus instellen via de menubalk Extra materiaal en beschermgas selecteren Lasparameter instellen De hoeveelheid beschermgas instellen...
Pagina 7
JOB-procesparameter Procesparameters voor job optimaliseren Correctiegrenzen voor een job instellen Voorkeur voor 'Opslaan als' Procesparameter Overzicht Overzicht Procesparameter Componenten en monitoring Procesparameter Componenten en monitoring Procesparameters voor componenten Lasbranderslangenpakket leegmaken/vullen Systeem uitbalanceren Lichtboogbreukmonitoring Contactbuis vastzitten draad Draad zit vast aan werkstuk Koppeling lascircuit Draaduiteindemonitoring Gasmonitoring...
Pagina 8
Naam en locatie Beveiligen en herstellen Algemeen Beveiligen en herstellen Automatische beveiliging Gebruikersbeheer Algemeen Gebruiker Gebruikersrollen Exporteren en importeren SCADA-server Overzicht Overzicht Alle groepen vergroten / Alle groepen verkleinen Componentenoverzicht exporteren als .. Update Update Updatebestand zoeken (Update uitvoeren) Fronius WeldConnect Functiepakketten...
Pagina 9
Gemiddeld verbruik van draadelektroden bij het MIG/MAG-lassen Technische gegevens Verklaring van het begrip 'inschakelduur' Speciale spanning iWave 300i DC iWave 300i DC /nc iWave 300i DC /MV/nc iWave 400i DC iWave 400i DC /nc iWave 400i DC /MV/nc iWave 500i DC...
Veiligheidsvoorschriften Verklaring veilig- WAARSCHUWING! heidsaanwijzin- Duidt op een onmiddellijk dreigend gevaar. ▶ Wanneer dit gevaar niet wordt vermeden, heeft dit de dood of zwaar licha- melijk letsel tot gevolg. GEVAAR! Duidt op een mogelijk gevaarlijke situatie. ▶ Wanneer deze situatie niet wordt vermeden, kan dit de dood of zwaar licha- melijk letsel tot gevolg hebben.
Het gaat om uw eigen veiligheid! Gebruik over- Het apparaat is uitsluitend bestemd voor werkzaamheden overeenkomstig het eenkomstig de bedoelde gebruik. bedoeling Het apparaat is uitsluitend voor de op het kenplaatje vermelde laswerkzaamhe- den bestemd. Ieder ander of afwijkend gebruik geldt als gebruik niet overeenkomstig de bedoe- ling.
Omgevingslucht: vrij van stof, zuren, corrosieve gassen of substanties, enz. Hoogte boven de zeespiegel: tot 2.000 m (6561 ft. 8.16 in.) Verplichtingen De gebruiker is verplicht uitsluitend personen met het apparaat te laten werken van de gebruiker die: op de hoogte zijn van de fundamentele voorschriften over arbeidsveiligheid en ongevallenpreventie, en vertrouwd zijn met de bediening van het apparaat deze bedieningshandleiding, met name het hoofdstuk "Veiligheidsvoorschrif- ten", hebben gelezen en begrepen, en dit door het zetten van hun handteke-...
Onder het dragen van beschermende kleding wordt onder meer verstaan: Het afschermen van ogen en gezicht met een laskap die is uitgerust met de juiste filters ter bescherming tegen UV-straling, hitte en vonken. Het dragen (achter de laskap) van een geschikte lasbril met zijbescherming. Het dragen van stevige schoenen die ook onder vochtige omstandigheden isoleren.
Voor de mate waarin de lasrook schadelijk is, zijn onder meer de volgende com- ponenten verantwoordelijk: de metalen die voor het werkstuk worden gebruikt de gebruikte elektroden de toegepaste coatings de gebruikte reinigingsmiddelen, ontvettingsmiddelen e.d. gebruikte lasproces De aanwijzingen in de veiligheidsinformatiebladen voor genoemde componenten in acht nemen en de instructies van de fabrikant opvolgen.
Alle kabels en leidingen moeten goed zijn bevestigd, onbeschadigd en geïsoleerd zijn, en een voldoende dikke kern hebben. Losse verbindingen, verschroeide of beschadigde kabels, of leidingen met een te kleine kern direct vervangen. Voor elk gebruik de stroomverbindingen handmatig op stevigheid controleren. Bij stroomkabels met bajonetplug de stroomkabel minimaal 180°...
Het apparaat zodanig plaatsen dat het voldoende is geïsoleerd voor een elek- trisch geleidende omgeving, zoals voor een geleidende bodem of geleidende on- derstellen. Bij het gebruik van stroomverdelers, units met een dubbele kop enz. rekening houden met het volgende: Ook de elektrode van de niet-gebruikte lastoorts/elek- trodenhouder is spanningvoerend.
EMF-maatrege- Elektromagnetische velden kunnen nog onbekende schade aan de gezondheid veroorzaken: Gevolgen voor de gezondheid van personen die zich in de nabijheid bevinden, bijvoorbeeld dragers van pacemakers en hoortoestellen. Dragers van pacemakers moeten zich door hun arts laten adviseren voordat zij zich in de onmiddellijke nabijheid van het apparaat en het lasproces bege- ven.
Gebruik voor het kraantransport van apparaten uitsluitend geschikte lastopna- memiddelen van de fabrikant. Bevestig kettingen of kabels aan alle hiervoor bestemde ophangpunten op het geschikte lastopnamemiddel. De kettingen of kabels moeten een zo klein mogelijke afwijking van hun lood- rechte stand hebben. Verwijder gasflessen en draadtoevoer (MIG/MAG- en TIG-apparaten).
slangen, fittingen, enz.). Gebruik beschermgasflessen en accessoires alleen als deze in goede staat zijn. Draai bij het openen van het ventiel van de fles met beschermgas het gezicht weg van de uitlaat. Wordt er niet gelast, sluit dan het ventiel van de beschermgasfles. Laat bij niet-aangesloten beschermgasflessen de kap op het ventiel zitten.
Veiligheidsmaat- U mag uitsluitend met het apparaat werken als alle veiligheidsvoorzieningen vol- regelen bij nor- ledig operationeel zijn. Zijn de veiligheidsvoorzieningen niet volledig operationeel, maal gebruik dan levert dit gevaar op voor: het leven van de gebruiker of dat van derden; het apparaat en andere bezittingen van de gebruiker;...
(zoals de relevante productnormen van de normenreeks EN 60 974). Fronius International GmbH verklaart dat het apparaat voldoet aan richtlijn 2014/53/EU. De volledige tekst van de EU-conformiteitsverklaring is online be- schikbaar op: http://www.fronius.com Apparaten die zijn voorzien van het CSA-testsymbool voldoen aan de eisen van de relevante Canadese en Amerikaanse normen.
Auteursrecht Het auteursrecht op deze handleiding berust bij de fabrikant. Tekst en afbeeldingen komen overeen met de stand van de techniek bij het ter perse gaan. Wijzigingen voorbehouden. Aan de inhoud van deze handleiding kan de gebruiker geen rechten ontlenen. Hebt u een voorstel tot verbetering? Ziet u een fout in deze handleiding? Wij zijn u dankbaar voor uw opmerkingen.
Algemeen Apparaatcon- De stroombronnen iWave 300i / 400i / cept 500i DC en iWave 300i / 400i / 500i AC/DC zijn volledig gedigitaliseerde microprocessorgestuurde omvormer- stroombronnen. Het modulaire ontwerp en de eenvou- dige mogelijkheid tot systeemuitbrei- ding zorgen voor grote flexibiliteit. De apparaten zijn aan alle omstandighe- den aan te passen.
Conformiteit Dit apparaat voldoet aan de grenswaarden voor een digitaal apparaat uit EMV- emissieklasse A, conform deel 15 van de FCC-regels. Deze grenswaarden moeten een passende bescherming bieden tegen schadelijke storingen wanneer het ap- paraat binnen een bedrijfssetting wordt gebruikt. Dit apparaat genereert en ge- bruikt hoogfrequente energie en kan schadelijke interferentie in de radiocommu- nicatie veroorzaken als het niet in overeenstemming met de gebruiksaanwijzing geïnstalleerd en gebruikt wordt.
keuring de frequentie niet wijzigen, het vermogen niet verhogen en de kenmerken en functies van het oorspronkelijke ontwerp niet veranderen. Artikel 14 Het gebruik van radiostralingsmotoren met laag vermogen mag de vliegveiligheid en de wettelijke communicatie niet in gevaar brengen. Een geconstateerde interferentie moet onmiddellijk worden gedeactiveerd en ge- corrigeerd tot er geen interferentie meer is.
Pagina 28
Veiligheidssymbolen op het kenplaatje: Lassen is gevaarlijk. Aan de volgende basisvoorwaarden moet worden voldaan: Voldoende kwalificatie voor het lassen Geschikte beschermingsmiddelen Het weghouden van buitenstaanders De beschreven functies pas gebruiken nadat de volgende documenten volledig zijn gelezen en begrepen: deze gebruiksaanwijzing alle gebruiksaanwijzingen van de systeemcomponenten, in het bijzonder de veiligheidsvoorschriften...
Opties WP TIG DynamicWire De Welding Package maakt het TIG DynamicWire-proces mogelijk. OPT/i TIG-gasregelaar Optie OPT/i TIG 4 Switch SpeedNet , als er meer dan één extra SpeedNet-aansluiting vereist is. OPT/i TIG-gasstroomsensor Externe OPT/i TIG-sensor OPT/i TIG PowerConnector 2. Stroombus aan achterkant van stroombron OPT/i TIG Gas-omschakeling OPT/i TIG 2nd SpeedNet tweede SpeedNet-aansluiting...
OPT/i Custom NFC - ISO 14443A Optie om klantspecifieke frequentieband voor key-kaarten te gebruiken OPT/i CMT Cycle Step * Optie voor instelbaar, cyclisch CMT-lasproces OPT/i OPC-UA gestandaardiseerd protocol voor gegevensinterface OPT/i MQTT gestandaardiseerd protocol voor gegevensinterface OPT/i SpeedNet Repeater Signaalversterker, indien verbindingsslangenpakketten of verbindingen van de stroombron naar de draadtoevoer meer dan 50 m bedragen Gutstoorts KRIS 13 Elektrodenhouder met persluchtaansluiting voor gutstoortsen...
Bedieningspaneel Algemeen OPMERKING! Als gevolg van firmware-updates kunnen functies op uw apparaat beschikbaar zijn die niet in deze gebruiksaanwijzing staan beschreven, of omgekeerd. Bovendien kunnen enkele afbeeldingen enigszins afwijken van de bedieningsele- menten op uw apparaat. De werking van deze bedieningselementen is echter ge- lijk.
Functie Aansluiting USB Voor de aansluiting van USB-sticks (bijv. service-dongle, licence-key, etc.). BELANGRIJK! De aansluiting USB wordt niet galvanisch van de laskring gescheiden. Apparaten die een elektrische verbinding met een ander ap- paraat maken, mogen daardoor niet meer op de aansluiting USB worden aangesloten! Stelwiel met draai-/drukfunctie voor het selecteren van elementen, het instellen van waarden en het scrol-...
Pagina 35
Het stelwiel indrukken Overnemen van gemarkeerde elementen, bijv. om de waarde van een lasparameter te wijzigen. Overnemen van waarden van bepaalde parameters. Toetsen indrukken Door op de toets Draadinvoer te drukken, wordt de draadelektrode of de lasdraad zonder gas of stroom in het lasbranderslangenpak- ket gevoerd.
Display Display Functie Statusregel Bevat informatie over: Momenteel ingestelde lasprocedure Momenteel ingestelde bedrijfsmodus Momenteel ingestelde polariteit Momenteel ingestelde ontstekingsprocedure Welving-modus Puls-modus Overbelasting van de elektrode Bluetooth-statusweergave Momenteel aangemelde gebruiker (bij actief gebruikersbeheer) het sleutelsymbool bij geblokkeerde stroombron (bijv. wanneer pro- fiel / rol "locked"...
Pagina 37
OPMERKING! De volgende functies kunnen direct op de statusbalk worden geselecteerd en in- gesteld: Lasprocedure Bedrijfsmodus ▶ Raak de gewenste functie op de statusregel aan en stel in het geopende ven- ster een waarde voor deze functies in. Linker menubalk De linker menubalk bevat de volgende menu's: Lassen Lasprocedure...
Polariteit alleen voor iWave AC/DC-stroombronnen alleen voor iWave AC/DC-stroombronnen en als de polariteit op AC is ingesteld. Hoofdgedeelte In het hoofdgedeelte worden de lasparameters, EasyJobs, grafieken, lijs- ten of navigatie-elementen weergegeven. Afhankelijk van de toepassing is het hoofdgedeelte anders gestructureerd en gevuld met elementen. De bediening van de functies in het hoofdgedeelte gebeurt via het stelwiel door het aanraken van het display...
Volledig-schermmodus beëindigen: OPMERKING! Door de EasyJobs te verbergen wordt een optimale volledig-schermweergave bereikt: ▶ Voorinstellingen / Aanzicht / EasyJobs / EasyJobs uit Met enkele voorinstellingen en de instelmogelijkheden via de statusregel kan de stroombron volledig worden bediend bij handmatige toepassingen in volledig scherm.
Voorbeeld: Procesparameter / Algemeen - Volgende pagina Voorbeeld: Procesparameter / Algemeen - Vorige pagina Geanimeerde Voor bepaalde parameters worden geanimeerde grafieken op het display weerge- grafieken geven. Deze geanimeerde grafieken veranderen wanneer de waarde van de parameter wordt gewijzigd. Voorbeeld: Lasparameter pulscorrectie -10 / 0 / +10...
Voorbeeld: Procesparameter / Procesregeling / Inbrandstabilisator 0 / 0,1 / 10,0 Uitgegrijsde pa- OPMERKING! rameter In de menu's worden bepaalde parameters grijs weergegeven omdat ze geen functie hebben voor de huidige geselecteerde instellingen. ▶ Uitgegrijsde parameters kunnen worden geselecteerd en gewijzigd, maar hebben geen invloed op het huidige lasproces of het lasresultaat.
Aansluitingen, schakelaars en mechanische com- ponenten Aansluitingen en mechanische componenten (10) (11) (12) (13) (14) (15) (16) Voorkant/ achterkant Functie Aansluiting TMC Voor het aansluiten van de stuurstekker van de TIG-lastoorts Voor het aansluiten van voet-afstandsbedieningen Voor het aansluiten van afstandsbedieningen (-)-stroombus met geïntegreerde gasaansluiting Voor het aansluiten van de TIG-lasbrander Symbolen:...
Pagina 43
(-) Stroombus met bajonetsluiting Hf-vrije stroombus voor elektrodelassen Symbolen: iWave DC iWave AC/DC (+)-stroombus Voor het aansluiten van de TIG-aardkabel Symbolen: iWave DC iWave AC/DC Aansluiting SpeedNet Voor het aansluiten van afstandsbedieningen en externe sensoren Draadtoevoeren (voor geautomatiseerde toepassingen) Symbool: Netkabel met trekontlasting afhankelijk van uitvoering Netschakelaar...
Pagina 44
(17) AC-omvormer (alleen bij iWave AC/DC- stroombronnen) (17) iWave 300i - 500i AC/DC...
Voor installatie en ingebruikneming Veiligheid GEVAAR! Gevaar door verkeerde bediening en verkeerd uitgevoerde werkzaamheden. Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken. ▶ Alle werkzaamheden en functies die in dit document worden beschreven, mogen uitsluitend door technisch geschoold personeel worden uitgevoerd. ▶...
Netaansluiting De apparaten zijn voor de op het kenplaatje aangegeven netspanning ge- schikt. Apparaten met een nominale spanning van 3 x 575 V mogen alleen worden gebruikt op driefasige netwerken met een geaard sterpunt. Is de netkabel of de netstekker bij uw apparaat niet aangebracht, dan moe- ten deze volgens de nationale normen door vakpersoneel worden gemon- teerd.
Netkabel aansluiten Algemeen Als er geen netkabel is aangesloten, moet voor de ingebruikname een voor de aansluitspanning geschikte netkabel worden gemonteerd. Op de stroombron is een universele trekontlasting voor een kabeldiameter van 12 - 30 mm (0,47 - 1,18 in.) gemonteerd. Trekontlastingen voor kabels met andere doorsneden kunnen op dezelfde wijze worden bevestigd.
Pagina 50
Stroombron Netspanning Netkabel iWave 400i /nc AC/DC 3 x 400 V H07RN-F 4G4 3 x 460 V H07RN-F 4G4 iWave 400i /MV/nc AC/DC 3 x 200 - 230 V H07RN-F 4G10 3 x 400 - 575 V H07RN-F 4G4 iWave 500i /nc DC 3 x 400 V H07RN-F 4G4 3 x 460 V...
Stroombron Netspanning Netkabel iWave 500i /MV/nc DC 3 x 200 - 230 V 4 x AWG 4 3 x 400 - 575 V 4 x AWG 8 iWave 500i /nc AC/DC 3 x 400 V 4 x AWG 8 3 x 460 V 4 x AWG 8 iWave 500i /MV/nc AC/DC 3 x 200 - 230 V...
GND - L1 - L2 - L3; 4x TX20, 1,5 Nm / 1.11 lb-ft Netkabel op MV- stroombronnen 150 mm 5.9 inch aansluiten min. 8 mm min. 0.3 inch min. 8 mm min. 0.3 inch 170 mm 6.7 inch...
Pagina 53
Kort de trekontlasting in overeenstemming met buitendiameter van netkabel in BELANGRIJK! Let er bij het insteken van de netkabel op dat de kabelmantel ca. 5 - 10 mm voorbij de trekontlasting in het apparaat uitsteekt. Draai de 4 TX20-schroeven alleen los, maar verwijder ze niet.
Pagina 54
Duw de netkabel naar de open zijde, zodat de klemschroef van de trekont- lasting toegankelijk wordt.
Stroombron door middel van NFC-key vergrende- len en ontgrendelen Algemeen NFC-key = NFC-kaart of NFC-sleutelhanger De stroombron kan door middel van een NFC-key worden vergrendeld, bijv. om ongewenste toegang of het wijzigen van lasparameters te voorkomen. Voor het vergrendelen en ontgrendelen van de stroombron hoeft het bedienings- paneel niet te worden aangeraakt.
Pagina 57
De stroombron is nu uitgeschakeld. Alleen de lasparameters kunnen worden bekeken en aangepast met behulp van het stelwiel. Als een geblokkeerde functie wordt opgeroepen, wordt een dienovereenkomstige melding weergegeven. Stroombron deblokkeren NFC-key in de leeszone voor de NFC-keys ingedrukt houden Op het display wordt het doorgestreepte sleutelsymbool kort weergegeven.
Systeemonderdelen Systeemonder- delen (2b) (2a) Extra systeemcomponenten (zonder Koelapparaat afbeelding): (2a) Stroombron iWave DC Kouddraadtoevoer (2b) Stroombron iWave AC/DC MIG/MAG-draadtoevoer Aardkabel MIG/MAG-lasbrander Wagen en gasfleshouder Opname met dubbele kop Scharnierbevestiging Verbindingsslangpakketten Verlengslangpakketten Kouddraadtoevoer Robotinterface Lasbrander Afstandsbedieningen Voet-afstandsbedieningen Opmerkingen Voor de volgende toepassingen wordt een koelapparaat aanbevolen: betreffende het Lasbrander JobMaster TIG koelapparaat...
Minimale uitrusting voor TIG-lassen Minimale uitrus- Stroombron iWave AC/DC ting voor TIG- Aardkabel AC-lassen TIG-lastoorts Beschermgas-voorziening met drukverminderaar Toevoegmateriaal (afhankelijk van de toepassing) Minimale uitrus- Stroombron ting voor TIG- Aardkabel DC-lassen TIG-lastoorts Beschermgas-voorziening met drukverminderaar Toevoegmateriaal (afhankelijk van de toepassing)
TIG-lasproces TIG DynamicWi- Bij TIG DynamicWire wordt de spanning tussen werkstuk en lasdraad gemeten, waardoor de draadtoevoer actief kan worden geregeld. De draadsnelheid past zich automatisch aan de stroomsterkte, lichtbooglengte, naadvorm of de te overbruggen spleet aan. TIG DynamicWire werkt in synergisch bedrijf. Stroom en draadtoevoer hoeven niet afzonderlijk te worden ingesteld.
Inbedrijfstelling Veiligheid GEVAAR! Gevaar door elektrische stroom. Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken. ▶ Schakel voor aanvang van de werkzaamheden alle betrokken apparaten en componenten uit en ontkoppel ze van het elektriciteitsnet. ▶ Beveilig alle betrokken apparaten en componenten tegen opnieuw inschake- len.
Systeemcompo- OPMERKING! nenten opbou- wen (overzicht) Nauwkeurige informatie over de montage en aansluiting van de systeemonder- delen vindt u in de betreffende bedieningshandleidingen van de systeemonder- delen. Stroombronnen iWave DC...
Gasfles aanslui- GEVAAR! Gevaar door omvallende gasflessen. Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken. ▶ Plaats gasflessen stabiel op een vlakke en vaste ondergrond! ▶ Beveilig de gasflessen tegen omvallen: Zet de beveiligingsband hoog op het bovenste deel van de gasfles vast! ▶...
Pakking van de drukverminderaar controleren Drukverminderaar op de gasfles schroeven en vastdraaien Bij gebruik van een TIG-lastoorts met geïntegreerde gasaansluiting: Verbind de drukverminderaar met de beschermgasaansluiting aan de achterzijde van de stroombron met behulp van de gasleiding Draai de wartelmoer van de gaslei- ding vast Bij gebruik van een TIG-lastoorts zon- der geïntegreerde gasaansluiting:...
Aardeverbinding OPMERKING! met het werk- stuk maken Wanneer een aardingsverbinding wordt gemaakt, moet op het volgende worden gelet: ▶ Voor elke stroombron een eigen aardekabel gebruiken ▶ Lasbranderslangenpakket en aardekabel zo lang en dicht mogelijk bij elkaar houden ▶ Laskringkabels van afzonderlijke stroombronnen zo ver mogelijk uit elkaar houden ▶...
Verdere activi- Voor een TIG-kouddraadtoevoer teiten Voor het TIG-lassen vereiste componenten op de wagen opbouwen (bijv. draaitapopname) Aanstuurkabel op draadtoevoer aansluiten Aanstuurkabel op TMC-aansluiting aan voorzijde van stroombron aansluiten Alleen als bij de draadtoevoer de optie OPT/i CWF TMC-brander beschikbaar draadtoevoer met behulp van het verbindingsslangenpakket op de stroom- bron aansluiten Kouddraadtoevoer op TIG-lasbrander opbouwen...
TIG-bedrijfsmodi Veiligheid GEVAAR! Gevaar door onjuiste bediening. Ernstig letsel en zware materiële schade mogelijk. ▶ Beschreven functies pas gebruiken nadat deze gebruiksaanwijzing volledig is gelezen en begrepen. ▶ Beschreven functies pas gebruiken nadat alle gebruiksaanwijzingen van de systeemcomponenten (in het bijzonder de veiligheidsvoorschriften) volledig zijn gelezen en begrepen! Voor meer informatie over instelling, instelbereik en maateenheden van de be- schikbare parameters kan de paragraaf 'Het Setup-menu' worden geraadpleegd.
Hoofdstroom (lasstroom): gelijkmatige temperatuuraanvoer in het grondmateriaal, dat door warmte vooraf is verhit Reductiestroom: Tussentijdse verlaging van de lasstroom ter vermijding van plaatselijke oververhitting van het basismateriaal GPO Gasnastroming 2-taktbedrijf Lassen: Toortstoets terugtrekken en vasthouden Laseinde: Toortstoets loslaten DOWN 2-taktbedrijf 4-taktbedrijf Lasstart met startstroom I : Toortstoets terugtrekken en vasthouden...
Bij de tussentijdse verlaging wordt tijdens de hoofdstroomfase de lasstroom naar een ingestelde reductiestroom I-2 verlaagd. Om de tussentijdse verlaging te activeren, moet u de toortstoets vooraf in- drukken en vasthouden Om de hoofdstroom weer te gebruiken, laat u de toortstoets los Speciaal 4- De tussentijdse verlaging tot de ingestelde reductiestroom I vindt plaats door...
Speciaal 4- Bij variant 2 vindt de tussentijdse reductie ook plaats via de ingestelde reductie- stapsproces: stroom Slope 1/2-waarden: Variant 2 Brandertoets indrukken en vasthouden: de lasstroom daalt via de ingestelde reductiestroom Slope 1 continu tot de waarde van de ingestelde reductie- stroom I .
Speciaal 4- De tussentijdse verlaging van de lasstroom vindt in variant 3 plaats door het in- stapsproces: drukken en vasthouden van de brandertoets. Na het loslaten van de brandertoets Variant 3 staat de hoofdstroom I weer tot uw beschikking. Bij het terugtrekken van de brandertoets vindt het laseinde meteen plaats, zon- der Downslope en Eindkraterstroom.
Speciaal 4- Lasstart en lassen: Brandertoets kort terugtrekken en loslaten - de las- stapsproces: stroom stijgt van de startstroom I via de ingestelde Up-Slope tot de hoofd- Variant 4 stroom I Voor tussentijdse verlaging de brandertoets indrukken en vasthouden Na het loslaten van de brandertoets staat de hoofdstroom I weer tot uw be- schikking Laseinde: Brandertoets kort terugtrekken en loslaten...
Speciaal 4- Variant 5 maakt het mogelijk de lasstroom te verhogen en te verlagen zonder Up/ stapsproces: Down-lastoorts. Variant 5 Hoe langer de brandertoets tijdens het lassen ingedrukt wordt gehouden, des te meer stijgt de lasstroom (tot het maximum). Na het loslaten van de brandertoets blijft de lasstroom constant. Hoe langer de brandertoets weer ingedrukt wordt gehouden, des te meer daalt de lasstroom.
Speciaal 4- Lasstart met startstroom I en Up-Slope: Toortstoets terugtrekken en vast- stapsproces: houden Variant 6 Tussentijdse reductie tot I en terugschakelen van I naar de hoofdstroom I kort indrukken (< 0,5 s) en loslaten van de brandertoets Lasproces beëindigen: de brandertoets lang indrukken (> 0,5 s) en loslaten. Het proces wordt na de Down-Slope-fase en de eindstroomfase automatisch beëindigd.
Puntlassen Lassen: trek de brandertoets kort terug De lasduur komt overeen met de waarde die bij de Setup-parameter Puntlas- tijd is ingevoerd. Voortijdig beëindigen van de lasprocedure: trek de brandertoets opnieuw te- DOWN...
TIG-lassen Veiligheid GEVAAR! Gevaar door verkeerde bediening en verkeerd uitgevoerde werkzaamheden. Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken. ▶ Alle werkzaamheden en functies die in dit document worden beschreven, mogen uitsluitend door technisch geschoold personeel worden uitgevoerd. ▶ U dient dit document volledig te lezen en te begrijpen.
Pagina 81
'Lasprocedure' selecteren 'Procedure' selecteren Als alternatief kan de lasprocedure ook via de statusregel worden geselecteerd (vergelijk met de vanaf pagina beschreven selectie). Het overzicht van de beschikbare lasprocedures wordt weergegeven. "TIG" of "TIG-koude draad" of "DynamicWire" selecteren 'Bedrijfsmodus' selecteren Het overzicht van de bedrijfsmodi wordt weergegeven. De gewenste bedrijfsmodus selecteren Alleen voor koudedraad- en DynamicWire-toepassingen: "Extra materiaal"...
'TIG-lassen' selecteren Als alternatief kan de bedrijfsmodus ook via de statusregel worden geselecteerd (vergelijk met de vanaf pagina beschreven selectie). De TIG-lasparameters worden weergegeven. Stelwiel draaien (of het parametersymbool in de indicatorbalk aanraken): Pa- rameter kiezen Het stelwiel indrukken De waarde van de parameter wordt blauw gemarkeerd en kan nu worden gewij- zigd.
Pagina 84
BELANGRIJK! Bij lastoortsen met Up/Down-functie kan tijdens de apparaat-nul- last het volledige instelbereik worden gekozen. Reductiestroom I (AC / DC-) alleen bij het 4-stapsproces Reductiestroom I 2 < Hoofdstroom I 1 | Reductiestroom I 2 > Hoofdstroom I 1 Instelbereik: 0 - 250% (van hoofdstroom I Fabrieksinstelling: 50% <...
Pagina 86
AC Balance (Ac)alleen alleen bij iWave AC/DC Balans = 15% Balans = 35% Balans = 50% Instelbereik: 15 - 50% Fabrieksinstelling: 35% 15: hoogste smeltvermogen, laagste reinigende werking 50: hoogste reinigende werking, laagste smeltvermogen Invloed van de balans op het stroomverloop: I (A) t (s) Elektrodediameter (AC / DC-)
Pagina 87
Welving-modus (AC) alleen bij iWave AC/DC Instelbereik: uit / aan Fabrieksinstelling: uit Functie voor de automatische vorming van welvingen is gedeactiveerd Voor de ingevoerde diameter van de wolfraamelektrode wordt tijdens de lasstart de optimale welving gevormd. Daarna wordt de functie voor de automatische vorming van welvingen weer gere- set en gedeactiveerd.
Pagina 88
Polariteit (AC) alleen bij iWave AC/DC GEVAAR! Gevaar door aanwezig laspotentiaal bij MultiProzess-PRO-stroombronnen en bij aanwezige draadtoevoer met dubbele kop WF 25i Dual! Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken. ▶ De draadtoevoer met dubbele kop van het lassysteem losnemen voordat de polariteit op AC wordt ingesteld! Instelbereik: DC- /AC Fabrieksinstelling: DC-...
Gevaar voor letsel door het schrikeffect van een elektrische schok quentie Hoewel Fronius-apparaten aan alle relevante normen voldoen, kan de hoogfre- (HF-ontsteken) quente ontsteking onder bepaalde omstandigheden een onschadelijke maar merkbare elektrische schok overbrengen.
Helling van de toorts verhogen en toortstoets volgens de geselec- teerde bedrijfsmodus bedienen De lichtboog ontsteekt zonder dat het werkstuk wordt aangeraakt. Toorts in normale positie houden Beginnen met lassen Ontsteken door Als de Setup-parameter HF-ontsteking op 'uit' is ingesteld is het HF-ontsteken aanraking gedeactiveerd.
VOORZICHTIG! steken door hoogfrequent Gevaar voor letsel door het schrikeffect van een elektrische schok aanraken Hoewel Fronius-apparaten aan alle relevante normen voldoen, kan de hoogfre- (Touch-HF) quente ontsteking onder bepaalde omstandigheden een onschadelijke maar merkbare elektrische schok overbrengen. ▶ Voorgeschreven beschermende kleding dragen, vooral handschoenen! ▶...
Overbelasting Bij een overbelasting van de wolfraamelektrode kan het materiaal van de elektro- van de elektrode de loslaten, wat de gesmolten massa kan verontreinigen. Bij overbelasting van de wolfraamelektrode brandt de weergave 'Elektrode over- belast' in de statusregel van het bedieningspaneel. De weergave 'Elektrode overbelast' hangt van de ingestelde elektrodediameter en de ingestelde lasstroom af.
Speciale TIG-functies Functie ont- De stroombron beschikt over de functie Ontsteektime-out. steektime-out Als er op de brandertoets wordt gedrukt, begint de gasvoorstroom meteen. Ver- volgens wordt er begonnen met de ontstekingsprocedure. Als er binnen een in de ontstekingsparameters ingestelde tijd geen lichtboog tot stand komt, schakelt de stroombron zichzelf uit.
quentie *) (6) Dutycycle, (7) Down-slope, (8) Eindstroom *) (1/F-P = periode tussen twee impulsen) Hechtfunctie Voor de procedure TIG-DC-lassen staat de hechtfunctie ter beschikking. Zodra er onder Procesparameter / TIG DC-instellingen voor de parameter Hech- ten (4) een tijdsduur wordt ingesteld, kan in de bedrijfsmodi 2-stapsproces en 4- stapsproces de hechtfunctie worden gebruikt.
Na afloop van de hechttijd wordt met een constante lasstroom verder gelast; eventueel ingestelde pulsparameters staan ter beschikking. CycleTIG Voor de procedure TIG-DC-lassen staat de intervallasprocedure CycleTIG ter beschikking. Hierbij wordt het lasresultaat beïnvloed en gecontroleerd door verschillende pa- rametercombinaties. De belangrijkste voordelen van CycleTIG zijn een eenvoudige controle van het smeltbad, een gerichte warmtetoevoer en minder ontlaatkleuren.
Procesparameter TIG TIG-procespara- meter TIG-procesparameter: TIG-puls, AC, Algemeen, Ontstekings- en bedrijfsmodus, CycleTIG, Draadtoe- voerinstelling, Gas, R/L-synchronisatie Procesparameters voor componenten en monitoring, zie pagina 214. Procesparame- Hechten ters voor TIG Hechtfunctie - Tijdsduur van de gepulste lasstroom aan het begin van het hecht- Puls proces uit / 0,1 - 9,9 s / aan...
Pagina 97
Pulsfrequentie uit / 0,20 - 2.000 Hz (10.000 Hz met optie OPT/i Puls Pro) Fabrieksinstelling uit BELANGRIJK! Als de pulsfrequentie op "uit" is ingesteld, kunnen de parameters Grondstroom en Dutycycle niet worden geselecteerd. De ingestelde pulsfrequentie wordt ook voor de reductiestroom overgenomen. Op het display is in de statusregel de weergave Pulsen verlicht zolang er een waarde wordt aangegeven voor de pulsfrequentie.
Rechthoek scherp: puur rechthoekig verloop; iets luider lichtbooggeluid. Snelle stroomveranderingen toepassing bijvoorbeeld bij orbitaal lassen Rechthoek stomp: rechthoekig verloop met verminderde flanksteilheid, voor geluidsreductie in ver- gelijking met het zuiver rechthoekig verloop; universele toepassingen Sinus: sinusvormig verloop (standaardinstelling voor geluidsarme en stabiele lichtboog); Toepassing bijvoorbeeld bij hoeknaden en voor cladding-toepassingen.
Pagina 99
-70% smalle lichtboog, diepe warmteoverdracht, hogere lassnelheid Invloed van de AC-stroomoffset op het stroomverloop: I (A) t (s) +70% -70% * Fabrieksinstelling: 0 (komt overeen met een verschuiving van 10% in het nega- tieve) Golfvorm positieve halve golf Rechthoek scherp / rechthoek stomp / driehoek / sinus Fabrieksinstelling: sinus Rechthoek scherp puur rechthoekige vorm (stabiele maar luide lichtboog)
Algemene TIG- procesparame- Laststart/laseinde-instellingen Startstroomtijd De startstroomtijd geeft de duur van de startstroomfase aan. De instelling van de parameter Startstroomtijd beïnvloedt ook de varianten 1 - 6 van het speciale 4-stapsproces (zie vanaf pagina 73). uit / 0,01 - 30,0 s Fabrieksinstelling: uit BELANGRIJK! De startstroomtijd geldt alleen voor het 2-stapslassen en het puntlassen.
Op het display licht in de statusregel de weergave HF-ontsteken op zolang HF- ontsteking op 'aan' is ingesteld. VOORZICHTIG! Gevaar voor letsel door het schrikeffect van een elektrische schok Hoewel Fronius-apparaten aan alle relevante normen voldoen, kan de hoogfre- quente ontsteking onder bepaalde omstandigheden een onschadelijke maar merkbare elektrische schok overbrengen. ▶...
Pagina 102
HF-ontstekingsvertraging Tijd na aanraking van het werkstuk met de wolfraamelektrode, waarna een hoog- frequente ontsteking plaatsvindt. 0,1 - 5,0 s Fabrieksinstelling: 1,0 s Ontsteking met omgekeerde polariteit (alleen bij iWave AC/DC-stroombronnen) Voor een optimaal ontsteekverloop bij het TIG-DC-lassen wordt bij het begin van het lassen de polariteit even omgekeerd.
Pagina 103
Toortsknop Lasstart door middel van toortsknop aan / uit Fabrieksinstelling: aan Lasstart vindt plaats via de toortsknop Soort lassen wordt gestart door het werkstuk met de wolfraamelektrode aan te raken; bijzonder geschikt voor lastoortsen zonder toortsknop, ontstekingsvolgorde af- hankelijk van de ontstekingsparameter Het symbool voor de uitgeschakelde toortsknop wordt in de statusregel van het display weergegeven, de keuze van de bedrijfsmodus is gedeactiveerd.
Pagina 104
wordt verhinderd dat de lichtboog bij het omhoog tillen van de TIG-lastoorts on- nodig in de lengte moet worden getrokken. Verloop: Lassen Bij het einde van het lassen de lastoorts kort optillen De lichtboog wordt duidelijk langer. Lastoorts laten zakken De lichtboog wordt duidelijk korter De functie Comfort Stop is geactiveerd Hoogte van de lastoorts handhaven...
CycleTIG CycleTIG om de functie CycleTIG te activeren/deactiveren (geavanceerde intervallasprocedure voor DC-lassen) I [A] t [ms] Instelbereik: aan / uit Fabrieksinstelling: uit (1) Intervaltijd voor het instellen van de tijd, hoelang de lasstroom I actief is Instelbereik: 0,02 - 2,00 s Fabrieksinstelling: 0,5 s (2) Intervalpauzetijd voor het instellen van de tijd, hoelang de grondstroom (4) actief is...
uit / 1 - 50 mm Fabrieksinstelling: 3 mm Invoersnelheid 0,5 - 100,0 m/min Fabrieksinstelling: 5,0 m/min TIG Gas-instel- Gasvoorstroming lingen voor het instellen van de gasstromingstijd vóór het ontsteken van de lichtboog 0,0 - 9,9 s Fabrieksinstelling: 0,4 s Gasnastroming voor het instellen van de gasstromingstijd na het ontsteken van de lichtboog automatisch / 0 - 60 s...
automatisch / 0,90 - 20,0 s Fabrieksinstelling: automatisch Gasregelaar 2 Gasrichtwaarde 2 - TIG-werkgas uit / 0,5 - 30,0 l/min Fabrieksinstelling: 15,0 l/min Gasfactor 2 - TIG-werkgas 0,90 - 20,0 Fabrieksinstelling: 11,82 R/L-synchroni- OPMERKING! satie uitvoeren De R/L-synchronisatie moet voor ieder lasproces afzonderlijk plaatsvinden. Laskringweerstand R [mOhm] Het vaststellen van de laskringweerstand geeft informatie over de totale weer- stand van lastoorts-slangenpakket, lastoorts, werkstuk en aardkabel.
Pagina 109
'Volgende' selecteren Het 2e scherm van de R/L-synchronisatie wordt weergegeven. Volg de aanwijzingen in het getoonde scherm 'Volgende' selecteren Het 3e scherm van de R/L-synchronisatie wordt weergegeven. Volg de aanwijzingen in het getoonde scherm 'Volgende' selecteren De huidige waarden worden berekend. Na de R/L-synchronisatie worden een bevestiging en de huidige waarden weergegeven.
Minimale uitrusting voor elektrodelassen en CEL- lassen en voor gutsen Minimale uitrus- Voor het elektrodelassen en CEL-lassen zijn naast de iWave-stroombron de vol- ting voor elek- gende extra componenten vereist: trodelassen en Aardkabel CEL-lassen Elektrodenhouder met laskabel Staaf- of CEL-elektroden Minimale uitrus- Voor het gutsen zijn naast de iWave-stroombron de volgende extra componenten ting voor gutsen...
Inbedrijfstelling Voorbereiding OPMERKING! Alle op de stroombron aangesloten en opgebouwde TIG-componenten kunnen op de stroombron aangesloten blijven. De TIG-componenten hoeven niet voor het elektrodelassen te worden aangeslo- ten. OPMERKING! Informatie over of de staafelektroden op de pluspool of op de minpool moeten worden gelast, vindt u op de verpakking van of de sticker op de staafelektroden.
Elektrode lassen Veiligheid GEVAAR! Gevaar door verkeerde bediening en verkeerd uitgevoerde werkzaamheden. Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken. ▶ Alle werkzaamheden en functies die in dit document worden beschreven, mogen uitsluitend door technisch geschoold personeel worden uitgevoerd. ▶...
Pagina 116
'Lasprocedure' selecteren Als alternatief kan de lasprocedure ook via de statusregel worden geselecteerd (vergelijk met de vanaf pagina beschreven selectie). Het overzicht met lasprocedures wordt weergegeven. Afhankelijk van het type stroombron of het geïnstalleerde functiepakket zijn ver- schillende lasprocedures beschikbaar. Lasprocedure elektrode of CEL selecteren De lasspanning wordt met een vertraging van 3 s op de lasbus geschakeld.
Pagina 117
Stelwiel draaien en de gewenste lasparameter selecteren Voor het wijzigen van de parameter het stelwiel indrukken Stelwiel draaien en de parameter wijzigen Voor gebruikers- of toepassingsspecifieke instellingen in de lasmachine, in- dien nodig procesparameters instellen Met lassen beginnen...
Functies Hot-Start, Soft-Start, Anti-Stick Startstroom Voordelen > 100 % Verbetering van de ontstekingseigenschappen, ook bij elektroden met slech- (Hotstart) te ontstekingseigenschappen Beter opsmelten van het grondmateriaal in de startfase, daardoor weinig koude plekken Vergaande vermijding van slakinsluitingen Startstroomtijd I (A) 0-2 s, fabrieksinstelling 0,5 s Startstroom 0-200%, fabrieksinstelling...
Functie Anti- Bij een korter wordende lichtboog kan de lasspanning zover dalen dat de staafe- stick lektrode ertoe neigt vast te kleven. Bovendien kan de staafelektrode uitgloeien. Uitgloeien wordt verhinderd als de functie Anti-stick is geactiveerd. Als de staafelektrode begint vast te kleven, schakelt de stroombron de lasstroom met- een uit.
Procesparameter elektrodelassen / CEL Elektrodelassen/ CEL-procespara- meter Elektrodelassen / CEL-lassen, procesparameter: Elektrodelassen, CEL-lassen Procesparameters voor componenten en monitoring, zie pagina 214. Procesparame- Startstroomtijd ter voor elektrol- Hot-Start assen 0,0 - 2,0 s Fabrieksinstelling: 0,5 s Om een optimaal lasresultaat te bereiken, kan in veel gevallen de functie Hotstart worden ingesteld.
Pagina 123
Werklijn voor staafelektrode con - 20 A / V U (V) Werklijn voor staafelektrode bij verhoogde vlambooglengte Werklijn voor staafelektrode bij verminderde vlambooglengte Karakteristiek bij geselecteerde parameter 'I-constant' (con- stante lasstroom) Karakteristiek bij gekozen para- meter '0,1 - 20' (dalende karak- I (A) teristiek met in te stellen hel- ling)
Pagina 124
Werklijn voor staafelektrode Werklijn voor staafelektrode bij U (V) verhoogde vlambooglengte Werklijn voor staafelektrode bij verminderde vlambooglengte Karakteristiek bij geselecteerde parameter 'I-constant' (con- stante lasstroom) Karakteristiek bij gekozen para- meter '0,1 - 20' (dalende karak- teristiek met in te stellen hel- I (A) ling) - 50 %...
Afbreekspanning Begrenzing van de lasspanning 20 - 90 V Fabrieksinstelling: 20 V In principe is de lichtbooglengte afhankelijk van de lasspanning. Om het lassen te beëindigen, moet de staafelektrode doorgaans duidelijk worden opgetild. Met de parameter kan de lasspanning worden begrensd tot een waarde die het mogelijk maakt het lassen te beëindigen door de elektrode slechts licht omhoog te bren- gen.
Pagina 126
In principe is de lichtbooglengte afhankelijk van de lasspanning. Om het lassen te beëindigen, moet de staafelektrode doorgaans duidelijk worden opgetild. Met de parameter kan de lasspanning worden begrensd tot een waarde die het mogelijk maakt het lassen te beëindigen door de elektrode slechts licht omhoog te bren- gen.
Gutsen (iWave 500 DC en iWave 500 AC/DC) Gutsen (Arc Air Bij gutsen wordt een lichtboog ontstoken tussen een koolstofelektrode en het Gouging) werkstuk, het basismateriaal wordt gesmolten en met perslucht uitgeblazen. De bedrijfsparameters voor het gutsen worden in een speciale karakteristiek ge- definieerd.
Met het andere uiteinde van de aardkabel verbinding maken met het werk- stuk Adapter PowerConnector - Dinse op de (+) stroombus aansluiten Bajonet-stroomstekker van de gutstoorts in de (+)-stroombus steken en door middel van draaien naar rechts vergrendelen Persluchtaansluiting van de gutstoorts op de persluchtvoorziening aansluiten Werkdruk: 5 - 7 bar (constant) Koolstofelektrode zo aanbrengen dat de punt van de elektrode ca.
Pagina 129
OPMERKING! Bij hogere stroomsterktes moet de gutstoorts met twee handen worden vastge- houden! ▶ Geschikte lashelm gebruiken. Persluchtventiel op greep van gutstoorts openen Bewerkingsproces inleiden De hoek van de koolstofelektrode en de voegsnelheid bepalen de diepte van een voeg. De parameters voor het gutsen komen overeen met de lasparameters voor elek- trodelassen, zie pagina 118.
MultiProzess PRO Algemeen Als in de stroombron de optie OPT/i TIG MultiProzess PRO is ingebouwd, zijn naast de TIG- en elektrodelasprocessen ook MIG/MAG-lasprocessen onbeperkt beschikbaar. De omschakeling tussen de afzonderlijke lasprocessen vindt plaats via jobs, het bedieningspaneel van de stroombron de brandertoets Systeemonder- Een voor MultiProzess-PRO-geschikte stroombron kan met alle iWave-systeem-...
Pagina 134
GEVAAR! Gevaar door onder spanning staande draadelektrode en stroombussen! Bij MultiProzess-PRO-apparaten staan draadelektrode en stroombussen van een aangesloten MIG/MAG-draadtoevoer ook in TIG-bedrijf onder spanning! Bij aanraking kan ernstig letsel of schade aan eigendommen het gevolg zijn. ▶ Draadelektrode en stroombussen niet aanraken. ▶...
Minimale uitrusting voor MIG/MAG-lassen Minimale uitrus- Voor het MIG/MAG-lassen zijn naast de iWave-stroombron de volgende extra ting voor MIG/ componenten vereist: MAG-lassen OPT/i TIG MultiProzess PRO MIG/MAG-draadtoevoer MHP CON MIG/MAG-verbindingsslangenpakketten MTG MIG/MAG-lasbrander Draadelektrode MIG/MAG-beschermgasvoorziening Aardkabel Extra vereist voor CMT-toepassingen: Welding Packages Standard, Pulse en CMT geactiveerd bij de stroombron CMT-lasbrander incl.
MIG/MAG-lasprocessen MIG/MAG-puls- MIG/MAG-puls-synergisch-lassen is een impulslichtboogproces met gestuurde synergisch-las- materiaalovergang. Hierbij wordt in de basisstroomfase de energietoevoer zo ver verlaagd dat de lichtboog nog net stabiel brandt en het oppervlak van het werkstuk alvast wordt opgewarmd. In de pulsstroomfase zorgt een exact gedoseerde stroomimpuls voor de gerichte afgifte van een druppel lasmateriaal.
De omkering van de draadbeweging in het CMT-proces resulteert in druppel- scheiding met verbeterde korte-lichtboogeigenschappen. De voordelen van het CMT-proces zijn: Lage warmtetoevoer Minder spatten Minder emissie Hogere processtabiliteit Het CMT-proces is geschikt voor: Verbindingslassen, oppervlaktelassen en solderen, vooral met hoge eisen aan warmtetoevoet en processtabiliteit Dun product lassen met weinig deformatie Speciale verbindingen, bijv.
start- en eindfase geen intervalcycli uitgevoerd. De intervalcycli worden alleen in de hoofdprocesfase uitgevoerd. WireSense WireSense is een hulpmethode voor geautomatiseerde toepassingen waarbij de draadelektrode als sensor fungeert. De draadelektrode kan worden gebruikt om de positie van het onderdeel vóór el- ke las te controleren, en de werkelijke hoogtes van de plaatranden en hun positie worden betrouwbaar gedetecteerd.
MIG/MAG Welding Packages Algemeen Om de meest uiteenlopende materialen effectief te kunnen bewerken, beschik- ken de stroombronnen over verschillende Welding Packages, laskarakteristieken, lasprocedures en -processen. Welding Packa- De volgende Welding Packages zijn verkrijgbaar voor de iWave-stroombronnen: Welding Package Standard 4,066,012 (maakt MIG/MAG Standard-Synergic-lassen mogelijk) Welding Package Pulse 4,066,013...
MIG/MAG-laskarakteristieken Laskarakteristie- Afhankelijk van het lasproces en de beschermgascombinatie staan bij de keuze van het extra materiaal diverse procesgeoptimaliseerde laskarakteristieken ter beschikking. Voorbeelden van laskarakteristieken: MIG/MAG 3700 PMC Steel 1,0mm M21 - arc blow * MIG/MAG 3450 PMC Steel 1,0mm M21 - dynamic * MIG/MAG 3044 Puls AlMg5 1,2 mm I1 - universal * MIG/MAG 2684 Standard Steel 0,9 mm M22 - root * De aanvullende markering (*) voor het lasproces geeft informatie over speciale ei-...
Pagina 141
Extra vereist: Elektronische schakelaar voor stroomonderbreking Maximale stroomvermindering door het openen van de stroomkring in elke ge- wenste procesfase alleen in combinatie met TPS 400i LSC ADV ADV braze Karakteristiek voor soldeerprocessen (betrouwbare bevochtiging en goede vloei van het soldeermateriaal) In het korte-lichtboogbereik komen nauwelijks lasspatten voor.
Pagina 142
CC/CV CC/CV Karakteristiek met constante stroom of constante spanning voor de stroomvoor- ziening van de stroombron - draadtoevoer is niet nodig. cladding CMT, LSC, PMC Karakteristieken voor opbouwlassen met weinig inbranding, weinig verdunning en een brede naadstroom voor een betere bevochtiging constant current Karakteristiek met constante stroom voor toepassingen waarbij geen lichtbooglengteregeling vereist is (stickout-wijzi-...
Pagina 143
Karakteristiek met zeer lage warmtetoevoer voor de beste overbrugging van sple- hotspot Karakteristiek met warmstartsequentie, vooral voor gatnaden en MIG/MAG- puntlasverbindingen 2) / 3) Extra vereist: Welding Packages Pulse en PMC Karakteristiek voor het maken van een schuine lasnaad. De warmtetoevoer in het onderdeel wordt specifiek geregeld door de cyclische proceswisseling tussen puls en korte lichtboog.
Pagina 144
Extra vereist: PushPull-aandrijfeenheid WF 25i Robacta Drive of WF 60i Robacta Drive CMT Welding Packages Pulse en PMC Karakteristiek voor het maken van een schuine lasnaad door een cyclische pro- cesonderbreking van de impulslichtboog en een extra draadbeweging multi arc Karakteristiek voor onderdelen waarop meerdere elkaar beïnvloedende lichtbo- gen lassen.
Pagina 145
pipe PMC, Puls, Standard Karakteristieken voor buistoepassingen en positielasbewerkingen in smalle sple- pipe cladding PMC, CMT Karakteristieken voor oppervlaktelasbewerkingen van de buitenzijden van buizen met weinig inbranding, lage opbouw en brede naaduitvloeiing retro CMT, Puls, PMC, Standard De karakteristiek heeft dezelfde laseigenschappen als de voorganger van de ap- paraatserie TransPuls Synergic (TPS).
Pagina 146
De MIG/MAG-tandemkarakteristiek verandert direct van een impulslichtboog naar een geconcentreerde sproeilichtboog boven een bepaald vermogen. De twee lichtbogen zijn niet gesynchroniseerd. TWIN universal PMC, Puls, CMT De MIG/MAG-tandemkarakteristiek voor alle gangbare lastaken, geoptimaliseerd voor de onderlinge magnetische interactie van de lichtbogen. De twee lichtbogen zijn niet gesynchroniseerd.
De statusregel bij MIG/MAG-lassen Statusregel admin 2-step De statusregel is verdeeld in segmenten en bevat de volgende informatie: Momenteel ingestelde lasprocedure Momenteel ingestelde bedrijfsmodus Momenteel ingesteld lasprogramma (materiaal, beschermgas, karakteristiek en draaddiameter) Weergave Procesfuncties Lichtbooglengtestabilisator Inbrandstabilisator Synchropuls Spatter Free Ignition, SlagHammer, SFI Hotstart CMT Cycle Step (alleen in combinatie met CMT-lasprocedure) Interval Symbool brandt groen:...
Pagina 148
alleen in bedrijf met een draadtoevoer WF 25i Dual met dubbele kop: momenteel geselecteerde lasproceslijn Bij het Teachen, bij de Touchsensing en bij de WireSense: Teachen - actief bedrijf Teachen - contact met werkstuk gedetecteerd Touchsensing - actief bedrijf Touchsensing - contact met werkstuk gedetecteerd WireSense - actief bedrijf WireSense - rand gedetecteerd Momenteel aangemelde gebruiker (bij actief gebruikersbeheer)
Voor de laskarakteristiek (3) en voor Synchropuls, SFI enz. (4) kan aanvullende informatie worden opgeroepen via de respectievelijke buttons. Statusregel - Als tijdens het MIG/MAG-lassen de karakteristiekafhankelijke stroomgrens stroomgrens be- wordt bereikt, verschijnt op de statusregel een bij behorende melding. reikt Current limit exceeded! Voor meer informatie de statusregel selecteren...
MIG/MAG-bedrijfscycli Algemeen GEVAAR! Onjuiste bediening kan ernstig letsel en zware materiële schade veroorzaken. De beschreven functies pas gebruiken nadat de handleiding volledig is gelezen en begrepen. ▶ De beschreven functies pas gebruiken nadat de handleiding volledig is gele- zen en begrepen. ▶...
Einde lichtbooglengtecorrectie Slope 2: continue verlaging van de lasstroom naar de eindstroom Gasnastroming Puntlastijd Gedetailleerde uitleg van de parameters in het hoofdstuk Procesparameters. 2-stapsproces De bedrijfsmodus '2-stapsproces' is geschikt voor Deelwerk Korte lasnaden Automatische en robotwerking 4-stapsproces De bedrijfsmodus '4-stapsproces' is voor langere lasnaden geschikt.
Speciaal 4- stapsproces De bedrijfsmodus "Speciaal 4-stapsproces" is met name geschikt voor het lassen van aluminium materialen. Het speciale verloop van de lasstroom houdt rekening met de hoge warmtegeleiding van aluminium. Speciaal 2- stapsproces De bedrijfscyclus "speciaal 2-stapsproces" is in het bijzonder geschikt voor het lassen met hogere capaciteit.
Voorbereiding voor MIG/MAG-lassen Veiligheid GEVAAR! Gevaar door elektrische stroom. Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken. ▶ Schakel voor aanvang van de werkzaamheden alle betrokken apparaten en componenten uit en ontkoppel ze van het elektriciteitsnet. ▶ Beveilig alle betrokken apparaten en componenten tegen opnieuw inschake- len.
Magnetisch gecompenseerde verbindingsslangpakketten maken het mogelijk het plaatsingstraject te veranderen zonder de inductie van het lascircuit te hoeven te veranderen. Magnetisch gecompenseerde verbindingsslangpakketten zijn bij Fronius ver- krijgbaar in lengtes van 10 m en meer. Uitgangssituatie De stroombron is voor het TIG-lassen opgebouwd: Koelapparaat, stroombron en wagenopties zijn op wagen opgebouwd.
MIG/MAG-sys- OPMERKING! teemcomponen- Details met betrekking tot het monteren of aansluiten van de MIG/MAG-com- ten opbouwen (overzicht) ponenten zijn te vinden in de installatiehandleidingen en gebruiksaanwijzingen van de betreffende systeemcomponenten. Stroombron uitschakelen , van het elektriciteitsnet loskoppelen en tegen op- nieuw inschakelen beveiligen Voor het MIG/MAG-lassen vereiste componenten op de wagen opbouwen (bijv.
Pagina 157
Aardeverbinding maken Bij iWave AC/DC-stroombronnen de aangesloten massakabel gebruiken. De stroombron regelt automatisch de ompoling van de massakabel als van lasproces wordt gewisseld. Bij iWave DC-stroombronnen moet de massakabel handmatig op de tweede stroombus aan de achterzijde van de stroombron worden omgestoken. BELANGRIJK! Voor optimale laseigenschappen moet de massakabel zo dicht mogelijk bij het verbindingsslangenpakket worden geplaatst.
MIG/MAG- en CMT-lassen Veiligheid GEVAAR! Gevaar door verkeerde bediening en verkeerd uitgevoerde werkzaamheden. Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken. ▶ Alle werkzaamheden en functies die in dit document worden beschreven, mogen uitsluitend door technisch geschoold personeel worden uitgevoerd. ▶...
Pagina 159
Gewenste lasprocedure selecteren Pulse 4-step Op de statusregel het symbool voor de bedrijfsmodus selecteren Het overzicht van de bedrijfsmodi wordt weergegeven. OPMERKING! Het aantal en de volgorde van de weergegeven bedrijfsmodi kan variëren afhan- kelijk van het apparaattype, de uitrusting en de beschikbare Welding Packages. De gewenste bedrijfsmodus selecteren...
Lasprocedure en De lasprocedure en bedrijfsmodus kunnen ook via de menubalk worden inge- bedrijfsmodus steld. instellen via de menubalk OPMERKING! Het aantal en de volgorde van de weergegeven lasprocedures kan variëren af- hankelijk van het type apparaat, de uitrusting en de beschikbare Welding Packa- ges.
'Bedrijfsmodus' selecteren Het overzicht van de bedrijfsmodi wordt weergegeven. 2-stapsproces 4-stapsproces Speciaal 2-stapsproces Speciaal 4-stapsproces Puntlassen De gewenste bedrijfsmodus selecteren Extra materiaal en beschermgas Pulse selecteren 'Lasprocedure' selecteren 'Extra materiaal' selecteren 'Materiaalinstellingen wijzigen' selecteren Stelwiel draaien en gewenst extra materiaal selecteren 'Doorgaan' selecteren en stelwiel indrukken Stelwiel draaien en de gewenste draaddiameter selecteren 'Doorgaan' selecteren en stelwiel indrukken...
Stelwiel indrukken en de gewenste karakteristiek overnemen (witte achter- grond) 'Doorgaan' selecteren De bevestigingsstap van de extra-materiaalwizard wordt weergegeven. 'Opslaan' selecteren en stelwiel indrukken Het ingestelde extra materiaal en de bijbehorende karakteristiek per procedure worden opgeslagen. Lasparameter in- stellen 'Lassen' selecteren Door stelwiel te draaien de gewenste lasparameter selecteren Voor het wijzigen van de parameter het stelwiel indrukken De waarde van de parameter wordt als een horizontale schaal weergegeven.
tijdens het synergisch lassen wordt gewijzigd, worden de overige parameters ook onmiddellijk aan de wijziging aangepast. Om het overzicht van de lasparameters te openen, het stelwiel indrukken Voor gebruikers- of toepassingsspecifieke instellingen in de lasmachine, in- dien nodig procesparameters instellen OPMERKING! Als zich een WF 25i Dual draadtoevoer met dubbele kop in het lassysteem be- vindt, moeten de las- en procesparameters voor beide lasproceslijnen afzonder-...
MIG/MAG- of CMT-lassen 'Lassen' selecteren om de lasparameter weer te geven GEVAAR! Gevaar door naar buiten komende elektrode. Dit kan ernstig lichamelijk letsel veroorzaken. ▶ Lasbrander zodanig houden, dat de kop van de lasbrander niet op gezicht en lichaam is gericht. ▶...
Pagina 166
* Wordt alleen weergegeven als de optie OPT/i CMT Cycle Step aanwezig is in de stroombron. In het TWIN-bedrijf wordt de button TWIN-procesregeling weergegeven na de button Procesmix. In dit ge- val staat de button Puntlassen op de volgende pagina. 'Algemeen MIG/MAG' selecteren 'Puntlassen' selecteren De parameter Puntlastijd wordt weergegeven.
GEVAAR! Gevaar door naar buiten komende elektrode. Dit kan ernstig lichamelijk letsel veroorzaken. ▶ Lasbrander zodanig houden, dat de kop van de lasbrander niet op gezicht en lichaam is gericht. ▶ Een geschikte veiligheidsbril gebruiken. ▶ De lasbrander niet op personen richten. ▶...
Pagina 168
Gasflesventiel openen De hoeveelheid beschermgas instellen GEVAAR! Gevaar door naar buiten komende elektrode. Dit kan ernstig lichamelijk letsel veroorzaken. ▶ Lasbrander zodanig houden, dat de kop van de lasbrander niet op gezicht en lichaam is gericht. ▶ Een geschikte veiligheidsbril gebruiken. ▶...
MIG/MAG- en CMT-lasparameter Lasparameters Voor MIG/MAG Puls-Synergic-lassen en voor PMC-lassen kunnen de volgende voor MIG/MAG lasparameters worden ingesteld en weergegeven onder "Lassen": Puls-Synergic- lassen en voor PMC-lassen Draadtoevoer 2) 3) 2) 3) 0,5 - max. m/min / 19,69 - max ipm.
Pagina 170
Lasparameters Voor MIG/MAG Standard-Synergic-lassen, LSC-lassen en CMT-lassen kunnen de voor MIG/MAG volgende lasparameters in het menu-item "Lassen" worden ingesteld en weerge- Standard-Syner- geven: gic-lassen, LSC- lassen en CMT- Draadtoevoer lassen 2) 3) 2) 3) 0,5 - max. m/min / 19,69 - max ipm.
Lasparameters Voor MIG/MAG standaard handmatige lassen kunnen de volgende lasparameters voor MIG/MAG worden ingesteld en weergegeven in het menu-item 'Lassen': standaard hand- matig lassen Spanning Instelbereik: afhankelijk van de geselecteerde lasprocedure en het geselecteerde lasprogramma Voor aanvang van het lassen wordt automatisch een richtwaarde getoond op ba- sis van de geprogrammeerde parameters.
Procesparameter MIG/MAG MIG/MAG-pro- cesparameter MIG/MAG-procesparameter: Lasstart / Laseinde, Gas-Setup, Procesregeling, Synchropuls, Procesmix, CMT Cycle Step, Puntlassen, R/L-synchronisatie Procesparameters voor componenten en monitoring, zie pagina 214. Procesparame- De volgende procesparameters kunnen worden ingesteld en weergegeven voor de ters voor las- lasstart en het laseinde: start / laseinde Speciaal 2/4-stapsparameter Startstroom...
Pagina 173
uit / 0,1 - 10,0 s Fabrieksinstelling: uit Slope 1 voor het instellen van de tijd waarin de startstroom wordt verlaagd of verhoogd tot de lasstroom 0,0 - 9,9 s Fabrieksinstelling: 1,0 s Slope 2 voor het instellen van de tijd waarin de lasstroom wordt verlaagd of verhoogd tot de eindkraterstroom (eindstroom).
OPMERKING! ▶ SFI is permanent geïntegreerd in bepaalde lasprocessen en kan niet worden gedeactiveerd. ▶ Als SH in de statusregel voor SFI wordt weergegeven, is naast SFI ook de functie SlagHammer actief. SFI en SH kunnen niet worden gedeactiveerd. SFI Hotstart voor het instellen van een hotstart-tijd in combinatie met de SFI-ontsteking.
Gasfactor afhankelijk van het gebruikte beschermgas (alleen in combinatie met de optie OPT/i-gasregelaar) automatisch / 0,90 - 20,00 Fabrieksinstelling: automatisch (voor standaardgassen uit de Fronius-lasdatabase wordt de correctiefactor auto- matisch ingesteld) Gasrichtwaarde beschermgasdoorstroming (alleen in combinatie met een optie OPT/i-gasregelaar)
Inbrandstabilisator Lichtbooglengtestabilisator Combinatie van inbrandstabilisator en lichtbooglengtestabilisator Inbrandstabili- De inbrandstabilisator wordt gebruikt om de maximaal toelaatbare draadsnel- sator heidsverandering in te stellen om de lasstroom en dus de inbranding bij variabele Stickout stabiel of constant te houden. De parameter Inbrandstabilisator is alleen beschikbaar als de optie WP PMC (Welding Process Pulse Multi Control) of de optie WP LSC (Welding Process Low Spatter Control) op de stroombron is ingeschakeld.
Pagina 177
Toepassingsvoorbeelden Inbrandstabilisator = 0 m/min (niet geactiveerd) I [A] [m/min] t [s] < s > x Inbrandstabilisator = 0 m/min (niet geactiveerd) Een verandering in de contactbuisafstand (h) veroorzaakt een verandering in de weerstand in het lascircuit als gevolg van een langere Stickout (s De constante spanningsregeling voor een constante lichtbooglengte veroorzaakt een reductie van de gemiddelde stroomwaarde en dus een kleinere inbranddiepte Inbrandstabilisator = n m/min (geactiveerd)
Pagina 178
I [A] [m/min] 0,5 m/min t [s] < s > x Inbrandstabilisator = 0,5 m/min (geactiveerd) Om de verandering in lasstroom zo laag mogelijk te houden tijdens een stickout- wijziging (s ==> s ),wordt de draadsnelheid verhoogd of verlaagd met 0,5 m/min. In het weergegeven voorbeeld wordt het stabiliserende effect gehandhaafd tot de ingestelde waarde van 0,5 m/min (positie 2) zonder dat de stroom verandert.
Pagina 179
Toepassingsvoorbeelden Lichtbooglengtestabilisator = 0 / 0,5 / 2,0 Lichtbooglengtestabilisator = 0 Lichtbooglengtestabilisator = 0,5 Lichtbooglengtestabilisator = 2 I [A] [m/min] U [V] t [s] > L > L Lichtbooglengtestabilisator = 0 / 0,5 / 2,0 Door de lichtbooglengtestabilisator te activeren, wordt de lichtbooglengte ver- minderd tot er kortsluiting optreedt.
Combinatie van Voorbeeld: Stickout-verandering inbrandstabilisa- tor en lichtboog- Lichtbooglengtestabilisator zonder inbrandstabilisator lengtestabilisa- De voordelen van een korte lichtboog blijven behouden, zelfs bij een Stick- out-verandering, aangezien de kort- sluitkarakteristieken dezelfde blijven. Δs I [A] [m/min] U [V] t [s] Lichtbooglengtestabilisator met inbrandstabilisator In het geval van een Stickout-verande- ring met geactiveerde inbrandstabilisa- tor blijft de inbranding ook hetzelfde.
Procesparame- De volgende procesparameters kunnen worden ingesteld voor Synchropuls-las- ters voor Syn- sen: chropuls (1) Synchropuls voor het activeren/deactiveren van Synchropuls uit / aan Fabrieksinstelling: aan (2) Draadtoevoer voor het instellen van de gemiddelde draadsnelheid en dus het lasvermogen met Synchropuls Bijvoorbeeld: 2 - 25 m/min (ipm) (afhankelijk van de draadtoevoer en de laskarakteristiek)
Pagina 182
(6) Lichtboogcorrectie high voor het corrigeren van de lichtbooglengte bij Synchropuls in het bovenste werk- punt (= middelste draadsnelheid plus draadtoevoersnelheidsvariatie) -10,0 - +10,0 Fabrieksinstelling: 0,0 - ... kortere lichtboog 0 ... niet gecorrigeerde lichtbooglengte + ... langere lichtboog OPMERKING! Als Synchropuls is geactiveerd, heeft de normale lichtbooglengtecorrectie geen effect op het lasproces.
Procesparame- Voor mengprocessen kunnen de volgende procesparameters worden ingesteld ters voor pro- onder Procesmix: cesmix Draadtoevoer v Draadsnelheid 1,0 - 25,0 m/min / 40 - 985 ipm De waarde voor de draadsnelheid wordt overgenomen of kan worden gespecifi- ceerd en gewijzigd in de procesmixparameters. Lichtbooglengtecorrectie -10,0 - +10,0 De waarde voor de lichtbooglengtecorrectie wordt overgenomen of kan worden...
Pagina 184
Onderste vermogensduurcorrectie (1) * voor het instellen van de energieopbrengst in de koude procesfase tijdens een mengproces -10,0 - +10,0 Fabrieksinstelling: 0 Het verhogen van de onderste vermogenscorrectie leidt tot een hogere draad- snelheid en dus tot een hogere energietoevoer in de koude LSC-procesfase of in de koude CMT-procesfase.
Pagina 185
PMC mix I [A] [m/min] t [ms] Mengproces tussen PMC- en LSC-lasproces. Een hete PMC-procesfase wordt cyclisch gevolgd door een koude LSC-procesfase. PMC mix drive I [A] [m/min] t [ms] Mengproces tussen PMC en een omkering van de draadbeweging door middel van PushPull-aandrijf- eenheid.
Procesparame- CMT Cycle Step ters voor CMT voor het activeren/deactiveren van de functie CMT Cycle Step Cycle Step ein (aan) / aus (uit) Draadtoevoer de draadsnelheid bepaalt het afsmeltvermogen in de lasprocesfase en dus de grootte van het laspunt; Instelbereik: in m/min (ipm), afhankelijk van de laskarakteristiek De waarde voor de draadsnelheid wordt overgenomen of kan ook worden gespe- cificeerd en gewijzigd in de CMT Cycle Step-parameters.
Pagina 187
Voorwaarden voor R/L-synchronisatie: Het lassysteem moet volledig gemonteerd zijn: gesloten lascircuit met lastoorts en lastoorts-slangenpakket, draadtoevoeren, aardekabels, verbindingsslangen- pakketten. R/L-synchronisatie uitvoeren: Procesparameter / Algemeen / R/L-synchronisatie selecteren De huidige waarden van de inductantie en de weerstand van het lascircuit worden weergegeven.
EasyJob-modus Algemeen Als de EasyJob-modus is geactiveerd, worden 5 extra buttons op het display weergegeven, waarmee snel max. 5 werkpunten kunnen worden opgeslagen. De huidige lasrelevante instellingen worden hierbij opgeslagen. EasyJob-modus activeren 'Voorkeuren' selecteren 'Weergave' selecteren 'EasyJobs' selecteren Het overzicht voor het activeren/deactiveren van de EasyJob-modus wordt weer- gegeven.
EasyJob-werk- OPMERKING! punten opslaan De EasyJobs worden opgeslagen onder de jobnummers 1 - 5 en kunnen ook via het job-bedrijf worden opgeroepen. Het opslaan van een EasyJob overschrijft een job die onder hetzelfde jobnummer is opgeslagen! Om de huidige lasinstellingen op te slaan, raakt u een van de EasyJob- buttons gedurende ca.
EasyJob-werk- Om een EasyJob-werkpunt te wis- punten wissen sen, raakt u de betreffende EasyJob-button gedurende ca. 5 seconden aan > 5 sec. De button verandert eerst van grootte en kleur; verandert na ca. 3 seconden op- nieuw van kleur; Het opgeslagen werkpunt wordt door de huidige instellingen over- schreven.
Pagina 194
'Job laden' selecteren De lijst met opgeslagen jobs wordt weergegeven. Met het stelwiel de gewenste job selecteren "Laden" selecteren of stelwiel indrukken De job wordt in het lasmenu geladen, de stroombron bevindt zich niet in het job- bedrijf.
Job-modus Algemeen Tot 1.000 jobs kunnen in de stroombron worden opgeslagen en gereproduceerd. Handmatige documentatie van de lasparameters is niet langer nodig. Het job-bedrijf verhoogt zo de kwaliteit van geautomatiseerde en handmatige toepassingen. Jobs kunnen alleen worden opgeslagen vanuit het lasbedrijf. Bij het opslaan van jobs worden naast de huidige lasinstellingen ook de procesparameters en bepaal- de machinevoorkeuren in aanmerking genomen.
Het toetsenbord wordt weergegeven. Job-naam invoeren 'OK' selecteren en de job-naam bevestigen / stelwiel indrukken De naam worde overgenomen, de bevestiging via het opslaan van de job wordt weergegeven. Voor het verlaten 'Beëindigen' selecteren / stelwiel indrukken Job lassen - Jobs OPMERKING! oproepen Voor het opvragen van een Job controleren of de lasinstallatie overeenkomstig...
BELANGRIJK! In het job-bedrijf kan alleen de lasparameter 'jobnummer' worden gewijzigd, de andere lasparameters kunnen alleen worden bekeken. Job optimalise- 'Procesparameter' selecteren 'JOB' selecteren 'Job optimaliseren' selecteren Het overzicht van de laatste geoptimaliseerde job wordt weergegeven.
Stelwiel draaien en de job of de parameters van de job die moeten worden gewijzigd, selecteren De job en de parameters van de job kunnen ook worden geselecteerd door de button 'Jobnummer / Jobparameter' aan te raken. Job selecteren: Stelwiel indrukken Het jobnummer wordt blauw gemarkeerd en kan nu worden gewijzigd.
Pagina 199
Stelwiel draaien en de job waarvan de naam moet worden veranderd, selecte- 'Jobnaam veranderen' selecteren Het toetsenbord wordt weergegeven. Met toetenbord de jobnaam veranderen 'OK' selecteren en de veranderde jobnaam bevestigen / stelwiel indrukken De jobnaam is veranderd, de lijst met jobs wordt weergegeven. Voor verlaten 'Annuleren' selecteren OPMERKING! Als alternatief voor de hierboven beschreven procedure kan de job ook worden...
Job wissen "Als job opslaan" selecteren (werkt ook in het job-bedrijf) De lijst van jobs wordt weergegeven. Stelwiel draaien en de te wissen job selecteren 'Job wissen' selecteren De veiligheidsvraag voor het wissen van de job wordt weergegeven. 'Ja' selecteren om de geselecteerde job te wissen De job is gewist, de lijst met jobs wordt weergegeven.
OPMERKING! Als alternatief voor de hierboven beschreven procedure kan de job ook worden verwijderd in de procesparameters: ▶ Procesparameter / Job / Job optimaliseren / Job verwijderen Job laden Met de functie 'Job laden' kunnen de gegevens van een opgeslagen job of van EasyJobs in het gedeelte Lassen worden geladen.
Pagina 202
Lasproceslijn De parameter wijst een lasproceslijn aan de job toe: De job kan alleen op lasproceslijn 1 worden gelast. De job kan alleen op lasproceslijn 2 worden gelast. negeren De job kan door beide lasproceslijnen worden gebruikt. De lasproceslijn wordt geselecteerd via de lasbrandertoets, de statusregel, de toetsen op de WF Dual of de afstandsbediening.
Procesparameter job JOB-procespa- rameter TIG/MMA GMAW Procesparameters voor componenten en monitoring, zie pagina 214. Procesparame- De volgende procesparameters kunnen worden ingesteld voor het optimaliseren ters voor job op- van jobs: timaliseren Werkparameter Startstroom zie pagina [% van hoofdstroom] Up-Slope zie pagina Hoofdstroom zie pagina Reductiestroom...
Pagina 204
Lasprocedure-instellingen Polariteit zie pagina [DC- / AC] Bedrijfsmodus TIG-toorts zie pagina [2-staps / 4-staps / puntlassen] TIG-pulsinstellingen Hechten zie pagina Pulsfrequentie zie pagina [Hz] Grondstroom zie pagina [% van hoofdstroom] Dutycycle zie pagina Golfvorm puls zie pagina [Rechthoek / Driehoek / Sinus] Golfvorm grondstroom zie pagina [Rechthoek / Driehoek / Sinus]...
Pagina 205
Invoersnelheid zie pagina [m/min] Ontstekings- en bedrijfsmodusinstellingen HF-ontsteking zie pagina [aan / uit / touch HF / extern] HF-ontstekingsvertraging zie pagina Ontsteking met omgekeerde polariteit zie pagina [uit / aan] Lichtboogmonitoring Ontstekingstime-out zie pagina Lichtboogbreukfiltertijd zie pagina Lichtboogbreukmonitoring zie pagina [negeren / fout] Reductiestroom voor 4-stapsproces zie pagina...
Pagina 206
Puntlastijd zie pagina Gasvoorstroming zie pagina Gasnastroming zie pagina Correctiegrenzen TIG-job bovenste hoofdstroomgrens 0 - 50% Fabrieksinstelling: 0% onderste hoofdstroomgrens -50 - 0% Fabrieksinstelling: 0% Jobslope 0,0 - 10,0 s definieert de tijd tussen de actuele, Fabrieksinstelling: 0 s geselecteerde job en de eerstvolgende CycleTIG CycleTIG geactiveerd zie pagina...
Pagina 207
onderste draadtoevoergrens -10,0 - 0,0 m/min [m/min] Fabrieksinstelling: -1,0 m/min bovenste draadtoevoergrens 0,0 - 10,0 m/min [m/min] Fabrieksinstelling: 1,0 m/min Maximale tijd van de draadtoevoeraf- uit / 0,1 - 10,0 s wijking Fabrieksinstelling: uit Richtwaarde lasduur 0,0 - 999,9 s Fabrieksinstelling: 5,0 s onderste lasduurgrens -50,0 - 0,0 s...
Correctiegren- Voor elke job kunnen individuele correctiegrenzen voor lasvermogen en licht- zen voor een job booglengte worden ingesteld. instellen Als voor een job correctiegrenzen zijn ingesteld, kunnen het lasvermogen en de lichtbooglengte van de betreffende job tijdens de job lassen binnen de ingestelde grenzen worden gecorrigeerd.
Pagina 209
Het overzicht met de jobcorrectiegrenzen van de laatste opgeroepen jobs wordt weergegeven. Stelwiel draaien en de job of de grenzen van de job die moeten worden gewij- zigd, selecteren De job en de grenzen van de job kunnen ook worden geselecteerd door de button 'Jobnummer / Jobparameter' aan te raken.
Voorkeur voor Onder Voorkeuren voor 'Opslaan als job' kunnen standaardwaarden worden inge- 'Opslaan als' steld die voor elke nieuw gemaakte taak worden overgenomen. 'Procesparameter' selecteren 'JOB' selecteren Voorkeur voor 'Opslaan als' selecteren De weergegeven informatie bevestigen De voorkeuren voor het opslaan van nieuwe jobs worden weergegeven. Draai aan het stelwiel en kies de gewenste parameter Het stelwiel indrukken Stelwiel draaien en de waarde wijzigen...
Procesparameter Componenten en monitoring Procesparame- OPMERKING! ter Componen- ten en monito- De weergave en de volgorde van de procesparameters kan variëren afhankelijk van het apparaattype, de uitrusting en de beschikbare Welding Packages. ring Procesparame- Koelcircuit ters voor compo- Bedrijfsmodus koelcircuit nenten voor de besturing van een koelapparaat zuinig / automatisch / aan / uit...
Pagina 215
Na het lassen blijft het koelapparaat nog 2 minuten werken. Na deze periode van 2 minuten schakelt ook het koelapparaat uit. Continuloop Zodra de stroombron wordt ingeschakeld, begint het koelapparaat te werken (ventilator en koelvloeistofpomp draaien permanent) Geen bedrijf, ook niet wanneer het lassen begint zuinig De koelvloeistofpomp begint te werken als het lassen begint.
Pagina 216
Time-out ontsteking draadlengte tot veiligheidsuitschakeling uit / 5 - 100 mm (0,2 - 3,94 in.) Fabrieksinstelling: uit OPMERKING! De procesparameter ontstekingstime-out is een veiligheidsfunctie. In het bijzonder bij hoge draadsnelheden kan de voor de veiligheidsuitschakeling vereiste draadlengte afwijken van de ingestelde draadlengte. Werking: Wanneer de lasbrandertoets wordt ingedrukt, begint de gasvoorstroming onmid- dellijk.
Pagina 217
voor geschaalde oppervlakken, hoge meetgerelateerde storingsgevoeligheid Niet geschikt voor lassen met meerdere stroombronnen op één onderdeel! Geïsoleerde oppervlakken kunnen niet worden gedetecteerd. Procedure voor het bepalen van de Touchsensing-gevoeligheid: met de fabrieksinstelling 1 starten als er geen activeringssignaal is, de Touchsensing-gevoeligheid verhogen BELANGRIJK! Een hogere Touchsensing-gevoeligheid verhoogt ook de storings- gevoeligheid! Randdetectie "WireSense"...
Lasbranderslan- Voorwaarden voor het legen / vullen van het lastoorts-slangenpakket: genpakket leeg- Optie OPT/i Torch Deflate moet op het koelapparaat aanwezig zijn maken/vullen Bedrijfsmodus van koelapparaat = eco of auto Stroombron mag zich niet in lasbedrijf bevinden Het lastoorts-slangenpakket mag op dit moment niet gevuld worden het toortslichaam moet gemonteerd zijn het lastoorts-slangenpakket moet correct zijn aangesloten OPMERKING!
Lastoorts-slangenpakket vullen Toets Gascontrole indrukken en de weergegeven aanwijzingen opvolgen Op de lastoorts de toets LED in- drukken en ingedrukt houden Druk op de toets Down (-) en houd deze 2 seconden lang ingedrukt De weergegeven aanwijzingen op- volgen Nadat het vullen succesvol is verlopen, wordt er een overeenkomstige bevesti- gingsmelding weergegeven.
Om de volgende stappen van de systeemuitbalanceringswizard op te roepen, 'Volgende' selecteren / stelwiel indrukken Nadat het systeem uitgebalanceerd is, wordt er een overeenkomstige bevesti- gingsmelding weergegeven. Om de systeemuitbalanceringswizard te beëindigen 'Beëindigen' selecteren / stelwiel indrukken Lichtboogbreuk- Procesparameter / Componenten en monitoring / Lichtboogbreukmonitoring monitoring selecteren Het overzicht 'Lichtboogbreukmonitoring' wordt weergegeven.
Stelwiel draaien en de waarde van de parameter wijzigen (blauwe achter- grond) Draad zit vast aan contactbuis = negeren: De monitoring van het vastzitten van de draad aan de contactbuis is gedeac- tiveerd. Draad zit vast aan contactbuis = Fehler (geactiveerd): Als de draad aan de contactbuis vastzit, wordt de lasprocedure onderbroken.
Pagina 222
Meetresultaat: coupling coupling Resultaat (common ground) (inductive coupling) zeer goed 0 mOhm goed 1 - 2,5 mOhm 2 - 15% gemiddeld 3 - 15 mOhm 16 - 30% slecht 16 - 100 mOhm 31 - 100% De meetresultaten worden in het logboek opgeslagen.
Pagina 223
Informatie over de koppeling van het lascircuit vindt u in de gebruiksaanwijzing "Handleiding voor kabelbeheer" - 42,0426,0420,xx. De gebruiksaanwijzing is als HTML beschikbaar onder de volgende koppeling: https://manuals.fronius.com/html/4204260420...
Draaduiteinde- Procesparameter / Componenten en monitoring / Draaduiteindemonitoring monitoring selecteren Het overzicht 'Setupmenu draaduiteindemonitoring' wordt weergegeven. Stelwiel draaien en de gewenste parameter selecteren, afhankelijk van de be- staande draaduiteinde: Draaduiteindereactie voor OPT/i WF R WE ring sensor 4,100,878,CK Draaduiteindereactie voor OPT/i WF R WE drum 4,100,879,CK Draaduiteindereactie voor...
Gasmonitoring De parameters voor de gasmonitoring zijn alleen beschikbaar als de optie OPT/i- gasdoorstromingssensor aanwezig is op de draadtoevoer of SplitBox. Voor gasmonitoring kan een onderste gasstromingsgrens worden gedefinieerd. Als de gasstroming gedurende een bepaalde tijd onder een bepaald niveau daalt, wordt onmiddellijk een foutmelding gegenereerd en wordt de lasprocedure ge- stopt.
Motorkrachtmo- Procesparameter / Componenten en monitoring / Motorkrachtmonitoring se- nitoring lecteren Het overzicht 'Motorkrachtmonitoring' wordt weergegeven. Stelwiel draaien en de gewenste parameter selecteren: Draadtoevoerkrachtmonitoring Instelbereik: Negeren (geen reactie) Waarschuwing (er wordt een waarschuwing weergegeven) Fout (lasproces wordt onderbroken, er wordt een foutmelding weergegeven) Fabrieksinstelling: Negeren Maximale kracht Instelbereik: 0 - 999 N...
Voorinstellingen Algemeen OPMERKING! Als gevolg van firmware-updates kunnen functies op uw apparaat beschikbaar zijn die niet in deze gebruiksaanwijzing staan beschreven, of omgekeerd. Bovendien kunnen enkele afbeeldingen enigszins afwijken van de bedieningsele- menten op uw apparaat. De werking van deze bedieningselementen is echter ge- lijk.
De gewenste norm selecteren: Aanduiding van extra materiaal conform Europese normen (bijv. AlMg 5, CuSi3, Steel enz.) Aanduiding van extra materiaal conform normen van American Welding Standard (bijv. ER 5356, ER CuSi-A, ER 70 S-6 enz.) De gewenste weergave van de laswaarden bij laseinde selecteren Hold De actuele werkelijke waarde bij laseinde worden weergegeven.
Pagina 232
Stelwiel draaien en de gewenste parameter selecteren: Jaar / Maand / Dag / Uur/ Minuten (witte achtergrond) Stelwiel indrukken om de parameter te wijzigen (blauwe achtergrond) Stelwiel draaien en de gewenste waarde instellen (blauwe achtergrond) Stelwiel indrukken en de gewenste waarde overnemen (witte achtergrond) 'OK' selecteren / stelwiel indrukken De weergave Voorkeuren wordt weergegeven.
Systeemgege- Voorkeuren / Weergave / Systeemgegevens selecteren vens oproepen De huidige systeemgegevens worden weergegeven. Lichtboogvermogen van momentele waarden in kW IP geeft de juiste gemiddelde waarde van het lichtboogvermo- gen dankzij de hoge meetbemonsteringsfrequentie voor niet- continue lasprocessen. Als de lassnelheid bekend is, kan de elektrische energie per lengte-eenheid worden berekend: E = IP / vs Elektrische energie per lengte-eenheid in kJ/cm...
huidige motorstroom in A, draadtoevoer 2 (bijv. de achterste draadtoevoer in een Push/Pull-systeem) huidige motorstroom in A, draadtoevoer 3 (bijv. de een afwikkeldraadtoevoer in een Push/Pull-systeem met afwikkeldraadtoevoer) huidige motorkracht in N, draadtoevoermotor 1 huidige motorkracht in N, draadtoevoermotor 2 huidige motorkracht in N, draadtoevoermotor 3 huidige debiet in l/min in koelapparaat (bij ingebouwde optie OPT/i CU Flow-Thermo-Sensor)
Pagina 235
Gewenste weergaveoptie selecteren huidige karakteristiek weergeven: Alleen de huidige karakteristieken worden in de materiaalinstellingen weerge- geven. vervangen karakteristieken weergeven: Naast de huidige karakteristieken worden ook vervangen, oudere karakteris- tieken in de materiaalinstellingen weergegeven. Deze kunnen ook tijdens het configureren van de materiaalinstellingen worden geselecteerd. OK selecteren De weergave Voorkeuren wordt weergegeven.
Parameterweer- Met deze functie kunnen bij de TIG-lasparameters extra parameters of instellin- gave TIG gen worden weergegeven. Werkparameter: AC Balance, elektrodediameter Lasprocedureparameter: Welving-modus, polariteit, bedrijfsmodus TIG-lasbrander TIG Puls-instellingen: Hechten, pulsfrequentie, basisstroom, dutycycle, golfvorm puls, golfvorm ba- sisstroom AC-instellingen: AC-frequentie, AC-stroomafwijking, golfvorm positieve halfgolf, golfvorm negatieve halfgolf, fasesynchronisatie Ontstekingsparameter: HF-ontsteking, HF-ontstekingsvertraging, ontsteking met omgekeerde pola-...
Parameterweer- Deze functie wordt gebruikt om de functies en parameters van een TIG JobMas- gave TIG iJob ter-lasbrander in te stellen. Werkparameter: Jobnummer, EasyJobs, startstroom, Up-Slope, reductiestroom, Down-Slope, eindstroom, AC Balance, elektrodediameter Lasprocedureparameter: Welving-modus, polariteit TIG Puls-instellingen: Hechten, pulsfrequentie, basisstroom, dutycycle, golfvorm puls, golfvorm ba- sisstroom AC-instellingen: AC-frequentie, golfvorm positieve halfgolf, golfvorm negatieve halfgolf...
Voorkeuren - Systeem Voorkeuren sys- teem Apparaatgege- Voorkeuren / Systeem / Informatie selecteren vens oproepen De apparaatgegevens worden weergegeven: serienummer, Image-versie, softwareversie, IP-adres OK selecteren om de apparaatgegevens te verlaten Fabrieksinstel- Voorkeuren / Systeem / Fabrieksinstellingen terugzetten selecteren lingen terugzet- De veiligheidsvraag voor het terugzetten naar de fabrieksinstellingen wordt weer- gegeven.
'Ja' selecteren om de fabrieksinstellingen terug ze zetten De procesparameter- en de machinevoorkeurswaarden worden teruggezet op de fabrieksinstellingen en het overzicht Voorkeurssysteem wordt weergegeven. Wachtwoord Voorkeuren / Systeem / Wachtwoord websites selecteren websites wijzi- De bevestigingsvraag voor het wijzigen van het wachtwoord voor de websites wordt getoond.
Pagina 242
Bij een lasstart wordt automatisch de job met het laagste nummer in de job- groep geselecteerd. U kunt binnen een jobgroep naar de job met het volgende hogere nummer omschakelen door kort op de lastoortstoets te drukken (< 0,5 seconde). Om de lasprocedure te beëindigen, drukt u de lastoortstoets langer dan 0,5 seconde in.
Bij een lasstart wordt automatisch de job met het laagste nummer in de job- groep geselecteerd. U kunt binnen een jobgroep naar de job met het volgende hogere nummer omschakelen door kort op de lastoortstoets te drukken (< 0,5 seconde). Om de lasprocedure te beëindigen, drukt u de lastoortstoets langer dan 0,5 seconde in.
WLAN instellen Voorkeuren / Systeem / Setup netwerk selecteren WLAN selecteren Het overzicht van Setup WLAN wordt weergegeven. Landcode instellen Landcode instellen selecteren Het stelwiel indrukken Stelwiel draaien en het betreffende land selecteren OK selecteren WLAN activeren WLAN activeren selecteren Als WLAN geactiveerd is, staat er een vinkje in de button, de buttons Net- werk toevoegen en Netwerk wissen zijn actief.
Pagina 245
Afstandsbediening RC Panel Basic /BT Voet-afstandsbediening RC Pedal TIG /BT Lashelm Vizor Connect /BT Een actieve Bluetooth-verbinding wordt op het display in de statusregel door een blauw oplichtend bluetooth-symbool weergegeven: Bij bluetooth-apparaten van hetzelfde type kan uit veiligheidsoverwegingen slechts één apparaat actief met de stroombron worden verbonden. Actieve bluetooth-verbindingen met meerdere bluetooth-apparaten van verschil- lende types zijn mogelijk.
Pagina 246
Gekoppeld Een Bluetooth-deelnemer was eerder al actief met een stroombron verbonden en verschijnt in de lijst met Bluetooth-deelnemers. Inactief Er is een nieuwe Bluetooth-deelnemer gevonden, of de Bluetooth-deelnemer is door de gebruiker verwijderd. Bluetooth-apparaat wissen Door middel van het stelwiel het te wissen Bluetooth-apparaat selecteren Button Apparaat wissen selecteren De veiligheidsvraag over het wissen van het apparaat met OK bevestigen 'OK' selecteren om Setup Bluetooth te verlaten...
Configuratie Voorkeuren / Systeem / Configuratie stroombron selecteren stroombron De stroombronconfiguratie wordt weergegeven. Stelwiel draaien en een configuratiepunt selecteren Het stelwiel indrukken Het toetsenbord wordt weergegeven. Met toetsenbord de gewenste tekst invoeren (max. 20 tekens). 'OK' selecteren om de tekst over te nemen / stelwiel indrukken De tekst wordt overgenomen, de stroombronconfiguratie wordt weergegeven.
Setup TWIN In Setup TWIN worden laslijn 1 en 2 aan de stroombronnen toegewezen. Stroombron 2 inschakelen, stroombron 1 uitgeschakeld laten Sticker 2 goed zichtbaar op stroombron 2 aanbrengen Bij stroombron 2 Voorkeuren / Systeem / Volgende pagina selecteren Setup TWIN selecteren De parameter instellen op 2, 'Volgende' selecteren Stroombron 1 inschakelen Sticker 1 goed zichtbaar op stroombron 1 aanbrengen...
Voorkeuren - Documentatie Voorkeuren do- cumentatie Bemonsterings- Voorkeuren / Documentatie / Basisinstellingen selecteren frequentie in- Het stelwiel indrukken stellen Stelwiel draaien en de waarde voor de bemonsteringsfrequentie wijzigen: Bemonsteringsfrequentie is gedeactiveerd, er worden alleen gemiddelde waarden opgeslagen. 0,1 - 100,0 s Documentatie wordt met ingestelde bemonsteringsfrequentie opgeslagen.
Nummer van de lasbewerking Datum (ddmmjj) Tijd (uummss) Duur van de lasbewerking in sec Lasstroom in A (gemiddelde waarde) Lasspanning in V (gemiddelde waarde) Draadsnelheid in m/min Lichtboogenergie in kJ (meer informatie, zie pagina 233) Jobnummer Als u het stelwiel draait, kunt u de lijst doorbladeren. 'OK' selecteren om het logboek te verlaten Grenswaarde- De grenswaardemonitoring is alleen beschikbaar in combinatie met de optie...
Gebruikersbeheer Algemeen Een gebruikersbeheer is zinvol, wanneer meerdere gebruikers met één en dezelf- de stroombron werken. Het gebruikersbeheer vindt plaats met behulp van verschillende rollen en NFC- keys. Afhankelijk van hun opleidingsniveau of kwalificaties krijgen gebruikers verschil- lende rollen toegewezen. Begripsverkla- Administrator ringen...
De rol 'Geblokkeerd' kan niet worden verwijderd of hernoemd, kan worden bewerkt om naar behoefte verschillende functies vrij te geven, Aan de rol 'Geblokkeerd' kunnen geen NFC-keys worden toegewezen. Als geen NFC-Key is toegewezen aan de vooraf gedefinieerde gebruiker "Admin", werkt elke NFC-Key om de stroombron te blokkeren en te deblokkeren (geen ge- bruikersbeheer, zie ook paragraaf "Stroombron blokkeren en deblokkeren via NFC-Key", pagina 56).
Fronius raadt aan om één of twee beheerder-keys aan te maken. In het ergste ge- val kan zonder beheerdersrechten een stroombron niet meer worden gebruikt. Wijze van handelen OPMERKING! Het verlies van een administrator-NFC-key kan afhankelijk van de instellingen leiden tot onbruikbaarheid van de stroombron! Een van beide administrator- NFC-keys op een veilige plaats bewaren.
Administrator- OPMERKING! sleutel aanleg- Wordt aan de vooraf gedefinieerde gebruikers 'Admin' onder Voorkeuren / Be- heer / Gebruikersbeheer / Administrator een NFC-key toegewezen, dan is het gebruikersbeheer geactiveerd. Voorkeuren / Beheer / Gebruikersbeheer selecteren Het gebruikersbeheer wordt weergegeven, administrator is geselecteerd. Het stelwiel indrukken Stelwiel draaien en administrator selecteren Het stelwiel indrukken...
Symbolen: ... verborgen ... alleen lezen ... lezen en schrijven Functies definiëren die een gebruiker in deze rol kan uitvoeren Functies door draaien aan stelwiel selecteren Het stelwiel indrukken Instellingen uit de lijst selecteren Het stelwiel indrukken OK selecteren Rollen kopiëren Voorkeuren / Beheer / Gebruikersbeheer selecteren Het gebruikersbeheer wordt weergegeven.
Gebruiker aanmaken Gebruiker aan- OPMERKING! maken Om redenen van gegevensbescherming mogen bij het aanmaken van nieuwe ge- bruikers alleen persoonlijke identificatienummers en geen volledige namen wor- den ingevoerd. Voorkeuren / Beheer / Gebruikersbeheer selecteren Het gebruikersbeheer wordt weergegeven. 'Gebruiker aanmaken' selecteren Het toetsenbord wordt weergegeven.
Pagina 258
Opnieuw aanmaken van selectie selecteren Naam van nieuwe gebruiker via toetsenbord invoeren OK selecteren Andere gebruikersgegevens invoeren Nieuwe NFC-key toewijzen OK selecteren...
Rollen / gebruikers bewerken, gebruikersbeheer deactiveren Rollen bewerken Voorkeuren / Beheer / Gebruikersbeheer selecteren Het gebruikersbeheer wordt weergegeven. Stelwiel draaien en de gewenste rol selecteren 'Gebruiker / rol bewerken' selecteren De rol wordt geopend, de functies kunnen worden gewijzigd: Functie door draaien aan stelwiel selecteren Het stelwiel indrukken Rolnaam via toetsenbord wijzigen Instellingen voor de functies uit de lijst selecteren...
Aan het stelwiel draaien en de te wissen opslaglocatie selecteren Gebruiker / rol bewerken' selecteren (of stelwiel indrukken) Door aan het stelwiel te draaien de parameter selecteren Het stelwiel indrukken Naam en internetwachtwoord via toetsenbord wijzigen Andere instellingen uit de lijst selecteren NFC-kaart vervangen: Stelwiel draaien en NFC-kaart selecteren Het stelwiel indrukken...
Sleutelsymbool in de statusregel op het display aanraken De informatie over het verlies van de administrator-kaart wordt weergegeven. IP-adres van de stroombron noteren SmartManager van de stroombron openen (IP-adres van de stroombron in een browser invoeren) De Fronius-serviceafdeling op de hoogte brengen...
CENTRUM - Centraal gebruikersbeheer CENTRUM-ser- CENTRUM is een software voor centraal gebruikersbeheer. Gedetailleerde infor- ver activeren matie vindt u in de CENTRUM-gebruiksaanwijzing (42.0426.0338.xx). De CENTRUM-server kan ook als volgt direct bij de stroombron worden geacti- veerd: Voorkeuren / Beheer / CENTRUM-server selecteren De Central User Management-server wordt weergegeven.
SmartManager - De website van de stroombron Algemeen De stroombronnen beschikken dankzij de SmartManager over een eigen website. Zodra de stroombron door middel van een netwerkkabel met een computer is verbonden of in een netwerk is geïntegreerd, kan de SmartManager van de stroombron via het IP-adres van de stroombron worden opgevraagd.
Stuur dit verificatiebestand via e-mail naar Fronius Technische Ondersteu- ning: welding.techsupport@fronius.com Fronius antwoordt via e-mail met een eenmalig activeringsbestand met de vol- gende bestandsnaam: response_SN[serienummer]_JJJJ_MM_DD_uummss.txt Sla het activeringsbestand op de computer op Klik op 'Activeringsbestand zoeken'...
Instellingen Door op dit symbool te klikken kan voor de SmartManager van de stroombron de weergave van karakteristieken, materiaalgegevens en bepaalde lasparameters worden vergroot. De instellingen zijn afhankelijk van de gebruiker die op dat moment is aangemeld. Taal selecteren Door op de taalafkorting te klikken, worden de voor de SmartManager beschik- bare talen weergegeven.
Als er een fout optreedt, wordt er een rode foutregel met het foutnum- mer boven de regel met het Fronius-logo weergegeven. Na klikken op de foutregel wordt een foutbeschrijving weergegeven. Fronius Door eenmaal op het Fronius-logo te klikken, wordt de homepage van Fronius ge- opend: www.fronius.com...
Actuele systeemgegevens Actuele sys- De actuele gegevens van het lasapparaat worden weergegeven. teemgegevens OPMERKING! Afhankelijk van de lasprocedure, de uitrusting en bestaande Welding Packages variëren de weergegeven systeemgegevens. ▶ Bijv. systeemgegevens voor WIG/AC: (10) (11) (12) (13) (14) (15) (16) (17) (18) (19)
Pagina 270
Apparaattype (17) Diameter elektrode Apparaatnaam (18) Up-slope Fabriek (19) Down-slope (20) Polariteit (21) Totale lichtboogenergie Lasprocedure (22) Totaal verbruik van bescherm- Werkelijke waarden / HOLD- of Average-waarden (afhankelijk (23) Totale brandduur van lichtboog van instelling) (24) Totale aantal bedrijfsuren van Lasstroom de stroombron Lasspanning...
Documentatie logboek Logboek In de vermelding Documentatie worden de laatste 100 vermeldingen in het log- boek weergegeven. Deze logboekvermeldingen kunnen lassen, fouten, waarschu- wingen, meldingen en gebeurtenissen zijn. De button "Tijdfilter" kan worden gebruikt om de weergegeven gegevens volgens een specifieke tijdsperiode te filteren. De invoer wordt gedaan voor datum (jjjj MM dd) en tijd (uu mm), telkens van - tot.
Pagina 272
Door op de button 'Kolom toevoegen' te klikken, kunnen meer waarden worden weergegeven: I max / I min: maximale / minimale lasstroom in A Vermogen max / vermogen min: maximaal / minimaal vlamboogvermogen in Starttijd (tijd stroombron): datum en tijd U max / U min: maximale / minimale lasspanning in V Vd max / Vd min: maximale / minimale draadsnelheid in m/min Als op de stroombron de optie OPT/i-documentatie beschikbaar is, kunnen ook...
Jobgegevens Jobgegevens Als de optie OPT/i Jobs beschikbaar is op de stroombron, kan het volgende bij de vermelding Jobgegevens worden ingevoerd bestaande jobs van het lassysteem worden bekeken, bestaande jobs van het lassysteem worden geoptimaliseerd, extern opgeslagen jobs aan het lassysteem worden overgedragen, bestaande jobs van het lassysteem als PDF of als CSV-bestand worden geëxporteerd.
Ter bevordering van het bewerken van de job kunnen er eenvoudig andere jobs aan de opsomming van getoonde gegevens worden toegevoegd door op 'Job toe- voegen' te klikken. Nieuwe job maken Klik op "Nieuwe job maken" Voer jobgegevens in Klik op "OK" om de nieuwe job te accepteren Job importeren Met deze functie kunnen extern opgeslagen jobs aan het lassysteem worden overgedragen, op voorwaarde dat de optie OPT/i Jobs op de stroombron beschik-...
Pagina 275
Te exporteren job(s) selecteren: Actuele job / Alle jobs / Jobnummers Klik op "PDF opslaan" of "CSV opslaan" Van de geselecteerde jobs wordt een PDF of een CSV-bestand gemaakt en af- hankelijk van de instellingen van de gebruikte browser opgeslagen.
Stroombronnen instellingen Procesparame- Onder procesparameters kunnen algemene procesparameters en procesparame- ters voor componenten en bewaking van een stroombron worden bekeken en ge- wijzigd. Procesparameter wijzigen Op de parameter(groep) klikken De waarde van de parameter direct in het weergaveveld wijzigen Wijzigingen opslaan Naam en locatie Onder Naam en locatie kan de stroombronconfiguratie worden bekeken en gewij- zigd.
Beveiligen en herstellen Algemeen In de record Beveiligen en herstellen kunnen alle gegevens van het lassysteem als back-up worden opgeslagen (bijv. huidi- ge parameterinstellingen, jobs, gebruikerscurves, voorkeuren enz.), beschikbare back-ups weer in het lassysteem worden opgeslagen gegevens voor automatische back-up worden ingesteld. Beveiligen en Beveiligen starten herstellen...
Automatische Intervalinstellingen activeren beveiliging Voer de intervalinstellingen in wanneer de automatische back-up moet plaatsvinden: Interval: dagelijks / wekelijks / maandelijks Tijd (uu.mm) Voer de gegevens voor de back-upbestemming in: Protocol: SFTP (Secure File Transfer Protocol) / SMB (Server Message Block) Server: Voer het IP-adres van de doelserver in Poort:...
Gebruikersbeheer Algemeen In het gedeelte 'Gebruikersbeheer' kunnen gebruikers worden bekeken, gewijzigd en aangemaakt. gebruikersrollen worden bekeken, gewijzigd en aangemaakt. gebruikers en gebruikersrollen worden geëxporteerd of geïmporteerd naar de stroombron. Tijdens het importeren worden de bestaande gebruikersbeheergegevens op de stroombron overschreven. kan een CENTRUM-server worden geactiveerd.
Bevestig de veiligheidsvraag met OK De rollen 'Beheerder’ en 'vergrendeld' kunnen niet worden gewist. Gebruikersrol aanmaken: Klik op de button 'Nieuwe gebruikersrol aanmaken' Voer de naam van de rol in en accepteer de waarde Bevestig met OK Exporteren en Gebruiker en gebruikersrollen van een stroombron exporteren importeren Klik op 'Exporteren' Het gebruikersbeheer van de stroombron wordt opgeslagen in de downloadmap...
Overzicht Overzicht In het gedeelte 'Overzicht' worden componenten en opties van de lasinstallatie met alle daarover beschikbare informatie weergegeven, bijv. firmwareversie, arti- kelnummer, serienummer en productiedatum Alle groepen Door op de button "Alle groepen vergroten" te klikken, wordt over de afzonderlij- vergroten / Alle ke systeemcomponenten meer informatie gegeven.
Update Update In de record Update kan de firmware van de stroombron worden bijgewerkt. De momenteel op de stroombron aanwezige firmwareversie wordt weergegeven. Firmware van de stroombron bijwerken: Het updatebestand kan bijvoorbeeld via de volgende koppeling worden gedown- load: https://tps-i.com/index.php/firmware Organiseer het updatebestand en sla het op Klik op 'Updatebestand zoeken’...
Om de stroombron opnieuw te starten, op "Ja" klikken De stroombron wordt opnieuw gestart, het display wordt korte tijd donker. Tijdens het opnieuw starten wordt het Fronius-logo op het display van de stroombron weergegeven. Na een succesvolle update worden een bevestiging en de huidige firmware- versie weergegeven.
Functiepakketten Functiepakket- De volgende gegevens kunnen worden weergegeven onder Functiepakketten: Op de stroombron aanwezige Welding Packages (bijv. WP STANDARD, WP PULSE, WP LSC, ...) DB /i (databases) Op de stroombron aanwezige opties (OPT/i ...) CFG /i (configuraties robotinterface) Welding Packa- Onder Welding Packages worden de Welding Packages die beschikbaar zijn op de stroombron weergegeven met de respectievelijke artikelnummers, bijv: WP Standard (MIG/MAG standaard synergisch lassen)
Screenshot Screenshot In de record Screenshot kan te allen tijde een digitale kopie van het stroombron- nendisplay worden gemaakt, ongeacht de navigatie of ingestelde waarden. Klik op "Screenshot maken" om een screenshot van het display te maken Er wordt een screenshot gemaakt met de instellingen die op dat moment op het display worden weergegeven.
Storingsdiagnose en storingen opheffen Algemeen De stroombronnen zijn uitgerust met een intelligent veiligheidssysteem, waarbij smeltzekeringen vrijwel geheel achterwege zijn gelaten. Na het verhelpen van een storing kan de stroombron direct weer worden gebruikt. Mogelijke storingen, waarschuwingen of statuscodes worden in de vorm van dia- logen als duidelijke tekstweergaven op het display weergegeven.
Fouten in de Stroombron functioneert niet stroombron De netschakelaar is ingeschakeld, maar de weergaven branden niet vaststellen Oorzaak: De netvoeding is onderbroken, de netstekker is niet in het stopcon- tact gestoken Oplossing: Netvoedingskabel controleren, de stekker van het netsnoer in het stopcontact steken Oorzaak: De netstekkerdoos of de netstekker is defect...
Pagina 291
Geen functioneren na indrukken van de brandertoets Netschakelaar ingeschakeld, schermen lichten op Oorzaak: De stuurstekker is niet aangesloten Oplossing: Steek stuurstekker in contact Oorzaak: Lasbrander of stuurleiding van de lasbrander is defect Oplossing: Vervang de lasbrander Oorzaak: Verbindingsleidingpakket defect of niet juist aangesloten (niet bij stroombronnen met geïntegreerde draadaandrijving) Oplossing: Verbindingsleidingpakket controleren...
Pagina 292
Slechte laseigenschappen Oorzaak: Verkeerde lasparameter, verkeerde correctieparameter Oplossing: Instellingen controleren Oorzaak: Massaverbinding slecht Oplossing: Goed contact met werkstuk maken Oorzaak: Meerdere stroombronnen lassen op een onderdeel Oplossing: Afstand tussen de slangenpakketten en de massakabels vergroten; geen gemeenschappelijke massa gebruiken. Oorzaak: Geen of te weinig beschermgas Oplossing: Drukverminderaar, gasleiding, gas-magneetventiel, lasbrander-gas-...
Pagina 293
Onregelmatige draadsnelheid Oorzaak: rem te sterk afgesteld Oplossing: rem losmaken Oorzaak: boring van de contactbuis te nauw Oplossing: passende contactbuis gebruiken Oorzaak: draadgeleidekern in lasbrander defect Oplossing: draadgeleidekern controleren op knikken, vuil enz. en eventueel ver- vangen Oorzaak: aandrijfrollen niet geschikt voor gebruikte draadelektrode Oplossing: passende aandrijfrollen gebruiken Oorzaak:...
Verzorging, onderhoud en recycling Algemeen De stroombron heeft onder normale bedrijfsomstandigheden slechts minimale verzorging en onderhoud nodig. Enkele punten verdienen echter absoluut aan- dacht, om de lasinstallatie jarenlang gebruiksklaar te houden. Veiligheid GEVAAR! Gevaar door elektrische stroom. Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken. ▶...
Huidige firmware organiseren (bijv. van Fronius DownloadCenter) Bestandsformaat: official_TPSi_X.X.X-XXXX.ffw Ethernet-verbinding tussen pc/laptop en stroombron tot stand brengen SmartManager van de stroombron oproepen (zie pagina 265) Firmware aan de stroombron overdragen (zie pagina 282) Recycling Het afvoeren mag uitsluitend volgens de nationale en regionale bepalingen...
Gemiddelde verbruikswaarden bij het lassen Gemiddeld be- Grootte van schermgasver- gasmondstuk bruik bij het TIG- Gemiddeld ver- lassen 6 l/min 8 l/min 12 l/min 12 l/min 15 l/min bruik l/min Gemiddeld be- Diameter van 1,0 mm 1,2 mm 1,6 mm 2,0 mm 2 x 1,2 mm (TWIN) schermgasver-...
Technische gegevens Verklaring van De inschakelduur (in het Duits: Einschaltdauer, ED) is dat gedeelte van een cyclus het begrip 'in- van 10 minuten waarin het apparaat met het aangegeven vermogen kan worden schakelduur' gebruikt zonder oververhit te raken. OPMERKING! De op het kenplaatje vermelde waarden voor de ED hebben betrekking op een omgevingstemperatuur van 40°C.
300i DC Netspanning (U 3 x 400 V Max. effectieve primaire stroom (I 12,7 A 1eff Max. primaire stroom (I 16,9 A 1max Netbeveiliging 16 A traag gezekerd Tolerantie netspanning +/- 15% Lichtnetfrequentie 50 / 60 Hz Cos Phi (1) 0,99 Max.
Pagina 302
De elektromagnetische compatibiliteit kan worden beïnvloed door geleide of uitgestraalde radiofrequenties.
iWave 300i Netspanning (U 3 x 380 / 400 / 460 V DC /nc Max. effectieve primaire stroom (I 1eff 3 x 380 V 13,57 A 3 x 400 V 12,7 A 3 x 460 V 11,2 A Max. primaire stroom (I 1max 3 x 380 V 18,1 A...
Pagina 304
Efficiëntie van de stroombron bij 300 A / 32,0 V Maximale druk beschermgas 7 bar / 102 psi Interface voor openbaar elektriciteitsnet met 230 / 400 V en 50 Hz Een apparaat uit de emissieklasse A is niet bedoeld voor gebruik in woon- wijken waar de elektriciteit wordt verzorgd door een openbaar laagspan- ningsnet.
iWave 300i Netspanning (U 3 x 200/230/240/380/400/460/600 V DC /MV/nc Max. effectieve primaire stroom (I 1eff 3 x 200 V 26,1 A 3 x 230 V 22,5 A 3 x 240 V 20,9 A 3 x 380 V 13,5 A 3 x 400 V 12,7 A 3 x 460 V...
Pagina 306
Ontstekingsspanning (U 10 kV De lichtboogontsteking is geschikt voor handmatig bedrijf. Beschermingsklasse IP 23 EMV-emissieklasse Afmetingen l x b x h 700 x 300 x 510 mm 27,6 x 11,8 x 20,1 in. Gewicht 46,5 kg / 102,52 lb. Max. geluidsemissie (LWA) 75 dB (A) Energieverbruik in onbelaste toestand 39,7 W...
iWave 400i DC Netspanning (U 3 x 400 V Max. effectieve primaire stroom (I 18,4 A 1eff Max. primaire stroom (I 24,9 A 1max Netbeveiliging 35 A traag gezekerd Tolerantie netspanning +/- 15% Lichtnetfrequentie 50 / 60 Hz Cos Phi (1) 0,99 Max.
Pagina 308
De elektromagnetische compatibiliteit kan worden beïnvloed door geleide of uitgestraalde radiofrequenties.
iWave 400i Netspanning (U 3 x 380 / 400 / 460 V DC /nc Max. effectieve primaire stroom (I 1eff 3 x 380 V 19,3 A 3 x 400 V 18,4 A 3 x 460 V 16,1 A Max. primaire stroom (I 1max 3 x 380 V 26,2 A...
Pagina 310
Efficiëntie van de stroombron bij 400 A / 36,0 V Maximale druk beschermgas 7 bar / 102 psi Interface voor openbaar elektriciteitsnet met 230 / 400 V en 50 Hz Een apparaat uit de emissieklasse A is niet bedoeld voor gebruik in woon- wijken waar de elektriciteit wordt verzorgd door een openbaar laagspan- ningsnet.
iWave 400i Netspanning (U 3 x 200/230/240/380/400/460/600 V DC /MV/nc Max. effectieve primaire stroom (I 1eff 3 x 200 V 37,8 A 3 x 230 V 34,1 A 3 x 240 V 30,7 A 3 x 380 V 19,3 A 3 x 400 V 18,4 A 3 x 460 V...
Pagina 312
Nullastspanning 104 V peak / U r.m.s) Ontstekingsspanning (U 10 kV De lichtboogontsteking is geschikt voor handmatig bedrijf. Beschermingsklasse IP 23 EMV-emissieklasse Afmetingen l x b x h 706 x 300 x 510 mm 27,8 x 11,8 x 20,1 in. Gewicht 49,3 kg / 108,69 lb.
iWave 500i DC Netspanning (U 3 x 400 V Max. effectieve primaire stroom (I 21,9 A 1eff Max. primaire stroom (I 34,4 A 1max Netbeveiliging 35 A traag gezekerd Tolerantie netspanning +/- 15% Lichtnetfrequentie 50 / 60 Hz Cos Phi (1) 0,99 Max.
Pagina 314
De elektromagnetische compatibiliteit kan worden beïnvloed door geleide of uitgestraalde radiofrequenties.
iWave 500i Netspanning (U 3 x 380 / 400 / 460 V DC /nc Max. effectieve primaire stroom (I 1eff 3 x 380 V 22,8 A 3 x 400 V 21,9 A 3 x 460 V 19,2 A Max. primaire stroom (I 1max 3 x 380 V 36,0 A...
Pagina 316
Efficiëntie van de stroombron bij 500 A / 40,0 V Maximale druk beschermgas 7 bar / 102 psi Interface voor openbaar elektriciteitsnet met 230 / 400 V en 50 Hz Een apparaat uit de emissieklasse A is niet bedoeld voor gebruik in woon- wijken waar de elektriciteit wordt verzorgd door een openbaar laagspan- ningsnet.
iWave 500i Netspanning (U 3 x 200/230/240/380/400/460/600 V DC /MV/nc Max. effectieve primaire stroom (I 1eff 3 x 200 V 43,1 A 3 x 230 V 38,9 A 3 x 240 V 36,2 A 3 x 380 V 22,8 A 3 x 400 V 21,9 A 3 x 460 V...
Pagina 318
= 380 - 600 V 40% / 500 A 60% / 430 A 100% / 360 A Bereik uitgangsspanning volgens normcurve (U 10,1 - 30,0 V MIG/MAG 14,2 - 36,5 V Staafelektrode 20,4 - 40,0 V Nullastspanning 104 V peak / U r.m.s) Ontstekingsspanning (U 10 kV...
iWave 300i Netspanning (U 3 x 400 V AC/DC Max. effectieve primaire stroom (I 15,5 A 1eff Max. primaire stroom (I 18,4 A 1max Netbeveiliging 16 A traag gezekerd Tolerantie netspanning +/- 15% Lichtnetfrequentie 50 / 60 Hz Cos Phi (1) 0,99 Max.
Pagina 320
De elektromagnetische compatibiliteit kan worden beïnvloed door geleide of uitgestraalde radiofrequenties.
iWave 300i Netspanning (U 3 x 380 / 400 / 460 V AC/DC /nc Max. effectieve primaire stroom (I 1eff 3 x 380 V 16,3 A 3 x 400 V 15,5 A 3 x 460 V 13,6 A Max. primaire stroom (I 1max 3 x 380 V 19,4 A...
Pagina 322
Efficiëntie van de stroombron bij 300 A / 32,0 V Maximale druk beschermgas 7 bar / 102 psi Interface voor openbaar elektriciteitsnet met 230 / 400 V en 50 Hz Een apparaat uit de emissieklasse A is niet bedoeld voor gebruik in woon- wijken waar de elektriciteit wordt verzorgd door een openbaar laagspan- ningsnet.
iWave 300i Netspanning (U 3 x 200/230/240//380/400/460/600 AC/DC /MV/nc Max. effectieve primaire stroom (I 1eff 3 x 200 V 31,0 A 3 x 230 V 26,7 A 3 x 240 V 23,5 A 3 x 380 V 16,3 A 3 x 400 V 15,5 A 3 x 460 V 13,6 A...
Pagina 324
Nullastspanning 102 V peak / U r.m.s) Ontstekingsspanning (U 10 kV De lichtboogontsteking is geschikt voor handmatig bedrijf. Beschermingsklasse IP 23 EMV-emissieklasse Afmetingen l x b x h 706 x 300 x 720 mm 27,8 x 11,8 x 28,41 in. Gewicht 64,5 kg / 142,20 lb.
iWave 400i Netspanning (U 3 x 400 V AC/DC Max. effectieve primaire stroom (I 22,7 A 1eff Max. primaire stroom (I 30,8 A 1max Netbeveiliging 35 A traag gezekerd Tolerantie netspanning +/- 15% Lichtnetfrequentie 50 / 60 Hz Cos Phi (1) 0,99 Max.
Pagina 326
De elektromagnetische compatibiliteit kan worden beïnvloed door geleide of uitgestraalde radiofrequenties.
iWave 400i Netspanning (U 3 x 380 / 400 / 460 V AC/DC /nc Max. effectieve primaire stroom (I 1eff 3 x 380 V 23,9 A 3 x 400 V 22,7 A 3 x 460 V 19,8 A Max. primaire stroom (I 1max 3 x 380 V 32,3 A...
Pagina 328
Efficiëntie van de stroombron bij 400 A / 36,0 V Maximale druk beschermgas 7 bar / 102 psi Interface voor openbaar elektriciteitsnet met 230 / 400 V en 50 Hz Een apparaat uit de emissieklasse A is niet bedoeld voor gebruik in woon- wijken waar de elektriciteit wordt verzorgd door een openbaar laagspan- ningsnet.
iWave 400i Netspanning (U 3 x 200/230/240/380/400/460/600 V AC/DC /MV/nc Max. effectieve primaire stroom (I 1eff 3 x 200 V 45,7 A 3 x 230 V 39,4 A 3 x 240 V 34,6 A 3 x 380 V 23,9 A 3 x 400 V 22,7 A 3 x 460 V...
Pagina 330
Ontstekingsspanning (U 10 kV De lichtboogontsteking is geschikt voor handmatig bedrijf. Beschermingsklasse IP 23 EMV-emissieklasse Afmetingen l x b x h 706 x 300 x 720 mm 27,8 x 11,8 x 28,41 in. Gewicht 68,4 kg / 150,80 lb. Max. geluidsemissie (LWA) 77 dB (A) Energieverbruik in onbelaste toestand 46,7 W...
iWave 500i Netspanning (U 3 x 400 V AC/DC Max. effectieve primaire stroom (I 24,8 A 1eff Max. primaire stroom (I 39,2 A 1max Netbeveiliging 35 A traag gezekerd Tolerantie netspanning +/- 15% Lichtnetfrequentie 50 / 60 Hz Cos Phi (1) 0,99 Max.
Pagina 332
De elektromagnetische compatibiliteit kan worden beïnvloed door geleide of uitgestraalde radiofrequenties.
iWave 500i Netspanning (U 3 x 380 / 400 / 460 V AC/DC /nc Max. effectieve primaire stroom (I 1eff 3 x 380 V 26,0 A 3 x 400 V 24,8 A 3 x 460 V 21,6 A Max. primaire stroom (I 1max 3 x 380 V 41,0 A...
Pagina 334
Efficiëntie van de stroombron bij 500 A / 40,0 V Maximale druk beschermgas 7 bar / 102 psi Interface voor openbaar elektriciteitsnet met 230 / 400 V en 50 Hz Een apparaat uit de emissieklasse A is niet bedoeld voor gebruik in woon- wijken waar de elektriciteit wordt verzorgd door een openbaar laagspan- ningsnet.
iWave 500i Netspanning (U 3 x 200/230/240/380/400/460/600 V AC/DC /MV/nc Max. effectieve primaire stroom (I 1eff 3 x 200 V 44,6 A 3 x 230 V 44,0 A 3 x 240 V 43,1 A 3 x 380 V 26,0 A 3 x 400 V 24,8 A 3 x 460 V...
Pagina 336
= 380 - 600 V 40% / 500 A 60% / 430 A 100% / 360 A Bereik uitgangsspanning volgens normcurve (U 10,1 - 30,0 V MIG/MAG 14,2 - 36,5 V Staafelektrode 20,4 - 40,0 V Nullastspanning 102 V peak / U r.m.s) Ontstekingsspanning (U 10 kV...
Overeenstemming met Richtlijn 2014/53 / EU - Richtlijn radioapparatuur (ROOD) ters Overeenkomstig artikel 10.8 (a) en 10.8 (b) van de RED bevat de volgende tabel informatie over de gebruikte frequentiebanden en het maximale RF-zendvermo- gen van Fronius-radioproducten die in de EU worden verkocht. Frequentiebereik Gebruikte kanalen Vermogen Modulatie 2.412 - 2.462 MHz...