5.
De motor haalt bij volgas niet het juiste toerental.
OORZAAK
De boot is abnormaal belast.
G
Er zit aangroeisel aan de onderkant van de boot.
G
De schroef is defect of beschadigd.
G
Er wordt onvoldoende brandstof toegevoerd omdat:
G
– De brandstoffilters verstopt zijn (door vuil of paraffi-
neafscheiding in de brandstof als gevolg van lage
buitentemperaturen)
Er zit water in de brandstof.
G
Er wordt onvoldoende lucht naar de motor toegevoerd
G
omdat:
–
het luchtfilter verstopt zit.
–
er lucht weglekt tussen de turbo en het inlaatspruit
stuk van de motor,
–
de turbocompressor defect is
–
het motorcompartiment onvoldoende wordt geven-
tileerd.
De gashendels zijn onjuist afgesteld
G
De luchtnakoeler zit verstopt
G
De druk in het uitlaatsysteem is te hoog
G
Een van de verstuivers is defect
G
De inspuitpomp is onjuist ingesteld.
G
De rookstop is defect
G
–
de rookstop blijft vastzitten
–
de drukleiding tussen het inlaatspruitstuk en de
rookstop lekt.
–
het membraan in de rookstop is defect
–
de rookstop is onjuist ingesteld
6.
De motor blijft lopen
OORZAAK
Een van de semi-automatische zekeringen in de aan-
G
sluitdoos is doorgeslagen.
Er is een slecht contact/breuk in de elektrische bedra-
G
ding (losse aansluitingen, oxydatie)
Het contactslot is defect
G
De magneetklep (brandstofafsluitventiel) is defect
G
68
REMEDIE
Verminder de belasting of verdeel deze anders.
Reinig de onderkant van de boot en behandel deze met
aangroeiwerende verf.
Vervang de schroef.
Breng nieuwe brandstoffilters (voorfilters en/of hoofdfilters)
aan. Ontlucht het systeem volgens de beschrijving op pagi-
na 44.
Maak de brandstoftank schoon. Tap het water in het brand-
stofvoorfilter af.
Vervang of reinig de luchtfilters.
Controleer de leiding tussen de turbo en het inlaatspruit-
stuk en controleer de overige aansluitingen. Draai de
slangklemmen aan.
Neem contact op met een erkende dealer.
Controleer of de ventilatiekanalen naar het motorcomparti-
ment niet verstopt zijn.
Stel de gashendels af.
Maak het element schoon volgens de beschrijving op pagi-
na 49.
Controleer of de uitlaatpijp op geen enkele wijze verstopt zit.
Laat de verstuivers door een erkende dealer controleren.
Neem contact op met een erkende dealer.
Neem contact op met een erkende dealer.
Breng een nieuwe drukleiding aan.
Neem contact op met een erkende dealer.
Neem contact op met een erkende dealer.
REMEDIE
Reset de zekering door de knop ervan in te drukken.
Herstel eventuele breuken/losse aansluitingen. Controleer
de aansluitingen op oxydatie. Maak de aansluitingen zo no-
dig schoon en behandel deze met vochtwerende spray. Zie
de bedradingsschema's op pagina 57–63.
Vervang het contactslot.
Neem contact op met een erkende dealer.