Antivries is schadelijk voor de gezondheid. Lees
altijd de aanwijzingen op de verpakking!
Bepaalde motorbeschermingsmiddelen zijn
brandbaar. Sommige van deze middelen mogen
ook niet worden ingeademd. Zorg altijd voor
goede ventilatie van de werkruimte. Gebruik tij-
dens spuitwerkzaamheden altijd een veiligheids-
masker.
Hete olie kan brandwonden veroorzaken. Voor-
kom daarom dat u hete olie op de huid krijgt.
Controleer altijd of de druk van het smeersysteem
is weggenomen alvorens hier werkzaamheden
aan uit te voeren. Start de motor nooit en laat
deze evenmin draaien wanneer u de olievuldop
hebt verwijderd. Hierdoor kan namelijk olie vrijko-
men.
Vermijd open vuur of elektrische vonken in de na-
bijheid van de accu's. Rook evenmin in de buurt
van de accu's. De accu's geven tijdens het opla-
den waterstofgas af, dat bij vermenging met lucht
een ontplofbaar mengsel (knalgas) kan vormen.
Dit gas is bijzonder vluchtig en ontvlambaar. Eén
vonk als gevolg van het onjuist aansluiten van de
accu is al voldoende om een explosie met moge-
lijk ernstige gevolgen te veroorzaken. Verschuif
de accu-aansluitingen daarom niet wanneer u de
motor probeert te starten (in verband met de kans
op vonken) en leun evenmin over de accu's. Zie
de instructies in de Instructiehandleiding.
Zorg er altijd voor dat de plus- en minkabels op
de juiste polen van de accu zijn aangesloten. On-
juiste aansluiting kan ernstige schade aan de
elektrische apparatuur tot gevolg hebben. Zie de
bedradingsschema's voor meer informatie.
Draag bij werkzaamheden aan de accu's en het
opladen hiervan altijd een veiligheidsbril. De
accuvloeistof bevat sterk bijtend zwavelzuur. Als
u accuvloeistof op de huid krijgt, moet u deze on-
middellijk met een ruime hoeveelheid water en
zeep wassen. Als u accuzuur in de ogen krijgt,
moet u deze onmiddellijk met een ruime hoeveel-
heid water spoelen en direct medische hulp inroe-
pen.
Zet de motor uit en schakel de stroomtoevoer bij
de hoofdschakelaars (onderbrekers) uit voordat u
werkzaamheden aan de elektrische installatie uit-
voert.
Verricht eventuele afstelwerkzaamheden aan de
koppeling (indien aanwezig) alleen als de motor
uit staat.
Gebruik bij het optakelen van de aandrijving de
hijsogen op de motor/keerkoppeling. Controleer
vooraf of de gebruikte takelapparatuur in goede
staat verkeert en voldoende vermogen heeft om
de motor (het motorgewicht inclusief de keer-
koppeling en eventuele andere aangebrachte ap-
paratuur) op te takelen.
Gebruik een takelbalk om de motor veilig te kun-
nen optakelen en de onderdelen op de motor niet
te beschadigen.
Alle kettingen en kabels moeten parallel aan el-
kaar lopen en zo haaks mogelijk op de bovenkant
van de motor staan.
Als het zwaartepunt van de motor door de
aanbrenging van extra apparatuur is gewijzigd,
moet een speciale takelinrichting worden gebruikt
om de motor bij het takelen in balans te houden.
Verricht nooit werkzaamheden aan een motor die
in een takelinrichting hangt.
WAARSCHUWING! De onderdelen in de elektri-
sche installatie en het brandstofsysteem van
Volvo Penta-produkten zijn ontworpen en ver-
vaardigd om de kans op brand en explosies zo
klein mogelijk te houden.
Desondanks mag u de motor nooit laten lopen op
plaatsen waar explosieve materialen aanwezig
zijn.
Vervang het brandstoffilter alleen wanneer de
motor koud is. Hierdoor voorkomt u dat er brand
optreedt wanneer u brandstof op het uitlaatspruit-
stuk morst. Dek de (wisselstroom)dynamo af wan-
neer deze onder het brandstoffilter is geplaatst.
De (wisselstroom)dynamo kan namelijk schade
oplopen als deze met brandstof in contact komt.
Draag altijd werkhandschoenen wanneer u lekka-
ges opspoort. Onder druk vrijkomende vloeistof-
fen kunnen het huidweefsel binnendringen en
ernstig letsel veroorzaken. Bloedvergiftiging is
hierbij niet uitgesloten.
Gebruik altijd brandstoffen die door Volvo Penta
zijn aanbevolen. Zie de Instructiehandleiding voor
meer informatie. Brandstoffen van een lagere
kwaliteit kunnen tot motorschade leiden. Bij een
dieselmotor kan de aandrijfstang door slechte
brandstoffen vast komen te zitten en het motor-
toerental te hoog oplopen, hetgeen motorschade
en persoonlijk letsel tot gevolg kan hebben. Daar-
naast kan brandstof van slechte kwaliteit tot ho-
gere onderhoudskosten leiden.
Houd u bij het gebruik van hogedrukspuiten aan
de volgende punten: Richt de waterstraal nooit op
afdichtingen, rubberen slangen of elektrische on-
derdelen. Gebruik nooit een hogedrukspuit om de
motor schoon te maken.
3