Starten met hulpaccu's
WAARSCHUWING!
De accu's (met name de hulpaccu's) bevatten een ui-
terst explosief mengsel van zuurstof en waterstofgas
(knalgas). Eén vonk als gevolg van het onjuist aanslui-
ten van de accu is al voldoende om een accu te laten
exploderen en schade en letsel te veroorzaken.
1.
Controleer of de hulpaccu's juist (in serie of paral-
lel) zijn aangesloten, zodat hun nominale spanning
gelijk is aan de systeemspanning van de elektri-
sche installatie.
2.
Verbind de rode startkabel (+) eerst met de hulp-
accu en vervolgens met de lege accu. Verbind ver-
volgens de zwarte startkabel (–) met de hulpaccu
Controleer tijdens de warmdraaiperiode of de in-
strumenten normale waarden aangeven.
De wijzer van de temperatuurmeter moet zich langzaam
naar de bedrijfstemperatuur begeven (75 –95°C).
De oliedrukmeter van de motor moet bij een bedrijfs-
toerental minimaal een waarde aangeven van:
300–500 kPa
Bij het lage stationaire toerental ca. 150 kPa
De systeemspanning moet ca. 28V bedragen.
Zowel de waarschuwingslampjes als de sirene moeten
uit staan.
Controleer de brandstofvoorraad.
Controleer het oliepeil van de keerkoppeling zodra deze
op bedrijfstemperatuur is (zorgt er hierbij voor dat de
motor stationair draait en de bedieningshendel in de
neutraalstand staat). De olie moet de bovenste
markering op de peilstok bereiken.
N.B. Als de motor draait, mag u nooit met de
hoofdschakelaars de stroom verbreken. Hier-
door kunnen de spanningsregelaar en de wissel-
stroomdynamo ernstig schade oplopen.
Schakel nooit de startmotor in terwijl de motor
loopt. Hierdoor kunnen de startmotor en de starter-
krans op het vliegwiel ernstige schade oplopen.
en vervolgens op een plaats op enige afstand
van de lege accu's, bijvoorbeeld aan de hoofd-
schakelaar aan de minkabel of bij de aansluiting
van de minkabel met de startmotor.
3.
Start de motor. N.B. Verschuif de accu-aanslui-
tingen niet wanneer u de motor probeert te
starten (in verband met de kans op vonken) en
leun evenmin over de accu's.
4.
Ontkoppel de startkabels in de omgekeerde volg-
orde als waarin u deze heeft aangesloten. N.B. De
accukabels van de standaard accu's mogen on-
der geen beding worden verplaatst.
19