15
20
19
25 21
26
28
12
16
17
18
24
22 23
27
Extra alarmpaneel
Dit paneel heeft vier „vensters". Als het akoestische
alarm wordt ingeschakeld, begint één van de vensters
te knipperen (in rood) om de oorzaak van het alarm aan
te geven.
15. Het motoroliepeil is te laag. Vul de olie tot het
juiste peil aan alvorens de motor te starten.
16. Het koelmiddelpeil is te laag. Vul het koelmiddel tot
het juiste peil bij alvorens de motor te starten.
17. Er zit water in het extra brandstofvoorfilter. Tap het
water in het filter af. Zie het onderhoudsschema op
pagina 27 (punt 13).
18. Extra alarm.
Paneel voor alternatief
bedieningspunt
(„3e instrumentenpaneel")
19. Toerenteller, motor. Vermenigvuldig de getoonde
waarde met 100 voor het aantal toeren per minuut.
20. Bedrijfsurenteller. Deze toont het aantal bedrijfs-
uren van de motor met een nauwkeurigheid van
ééntiende uur.
21. Drukknop voor het testen van de alarmfunctie.
22. Storingsalarm met dezelfde functie als het alarm
op het hoofdpaneel.
23. Drukknop voor de instrumentenverlichting.
24. Contactslot met start- en stopfunctie en inge-
bouwde herstartblokkering (startmotorbeveiliging).
De herstartblokkering zorgt ervoor dat de motor al-
leen opnieuw kan worden gestart nadat de con-
tactsleutel in de stopstand (S) is teruggedraaid.
25. Alarmpaneel met dezelfde waarschuwings-
symbolen als op het hoofdpaneel.
Aanvullend paneel
26. Oliedrukmeter voor keerkoppeling.
27. Afdekpluggen. Ruimte voor een extra schakelaar
of iets dergelijks.
28. Luchtdrukmeter voor laaddruk turbocompressor.