Brandstoffilters
Het brandstofsysteem omvat twee parallel verbonden
brandstofhoofdfilters met een gemeenschappelijk dek-
sel. Deze voor eenmalig gebruik bestemde filters bevat-
ten een filterelement van spiraalvormig gewikkeld filter-
papier.
Als accessoire is een waterscheidend duplexvoorfilter
leverbaar. De elementen van dit duplexvoorfilter kunnen
zo nodig worden vervangen terwijl de motor loopt.
Het is van belang dat de brandstoffilters conform het
onderhoudsschema worden vervangen. Verstopte filters
kunnen namelijk startproblemen en lagere motorvermo-
gens tot gevolg hebben.
Brandstofhoofdfilter, stroming
Inspuitpomp
De inspuitpomp bevindt zich aan de linkerkant van de
motor en wordt aangedreven door de distributietandwie-
len. De pomp bestaat uit een zogenaamde zuigerpomp
met centrifugaalregulator. Deze regulator stemt de
brandstoftoevoer naar de motor af op het toerental dat
door de bestuurder met de bedieningshendel is inge-
steld. Daarnaast begrenst de regulator het maximale
toerental van de motor wanneer de belasting plotseling
wegvalt.
Drukafhankelijke vollastaanslag
(rookstop)*
De inspuitpomp beschikt aan de voorkant over een
drukafhankelijke vollastaanslag (rookstop). De rookstop
vermindert de roetvorming die optreedt wanneer vanuit
lage toerentallen snel wordt geaccelereerd terwijl de
stroom uitlaatgassen door de turbocompressor nog te
zwak is om een juiste turbodruk te leveren en voldoen-
de lucht voor de ingespoten hoeveelheid brandstof aan
te voeren. De rookstop is via een kunststof buis op het
inlaatspruitstuk aangesloten.
42
Brandstofopvoerpomp
De inspuitpomp functioneert alleen als er onder een be-
paalde druk brandstof wordt toegevoerd. Deze taak
wordt verzorgd door de brandstofopvoerpomp die uit
een zuigerpomp bestaat. De opvoerpomp bevindt zich
op de inspuitpomp en wordt aangedreven door de nok-
kenas hiervan.
De opvoerdruk wordt geregeld door middel van een
overstroomklep op de inspuitpomp. Deze klep regelt de
druk van de opvoerpomp en zorgt voor een continue
ontluchting van het brandstofsysteem.
Als de motor uit staat, kan er tijdens het ontluchten van
het brandstofsysteem (bijvoorbeeld na vervanging van
de brandstoffilters) met de handpomp van de opvoer-
pomp brandstof naar de filters en inspuitpomp worden
gepompt.
Verstuivers
De verstuivers hebben tot taak om de exact door de in-
spuitpomp afgemeten hoeveelheden brandstof in de ver-
brandingskamers van de motor te spuiten en te verneve-
len. De inspuiting vindt onder extreem hoge druk plaats,
zodat de brandstof zo optimaal mogelijk wordt verneveld
en verbrand. De spanning van de drukveer bepaalt de
openingsdruk van de verstuiver.
De verstuivers moeten regelmatig door een erkende
dealer worden gecontroleerd. Zie het onderhoudssche-
ma. Een onjuiste openingsdruk of defecte verstuiver-
naald kan tot rokerige uitlaatgassen en een lager motor-
vermogen leiden.
Verstuivers
1. Wartelbout
2. Pakkingen
3. Verstuiverbevestiging
4. Stelringen
5. Veer
6. Drukpen
7. Geleidepennen
8. Geleider
9. Geleidepennen
10. Sproeier
11. Sproeiermoer