82 Richtlijnen voor de planning van de elektrische installatie
WAARSCHUWING!
Door het inherente werkingsprincipe en de constructie van de automaten, onaf-
hankelijk van de fabrikant, kunnen hete geïoniseerde gassen uit de behuizing van
de automaat ontsnappen in geval van een kortsluiting. Om een veilig gebruik te
garanderen, moet bijzondere aandacht worden besteed aan de installatie en de
plaatsing van de automaten. Volg de instructies van de fabrikant op.
■
Beveiligen van de motor en motorkabel bij kortsluiting
De omvormer beschermt de motorkabel en de motor in een kortsluitingssituatie wan-
neer:
•
de motorkabel de juiste afmetingen heeft
•
het type motorkabel voldoet aan de richtlijnen voor de keuze van motorkabels door
ABB-omvormers
•
de kabellengte niet groter is dan de toegestane maximumlengte die voor de om-
vormer is opgegeven
•
de instelling van het nominale motorvermogen (99.10) in de omvormer gelijk is aan
de waarde die op het typeplaatje van de motor vermeld staat.
De elektronische kortsluitingsbeveiliging van de vermogensuitgang voldoet aan de eisen
van IEC 60364-4-41 2005/AMD1.
■
Beveiliging van de omvormer tegen thermische overbelasting
De omvormer heeft standaard een overbelastingsbeveiliging.
■
Beveiliging van de ingangsvoedingskabel tegen thermische overbelas-
ting
De omvormer heeft standaard een overbelastingsbeveiliging. Als de dimensionering
van de ingangskabel correct is, beschermt de overbelastingsbeveiliging van de omvormer
ook de kabel tegen overbelasting. In geval van parallelle ingangskabels kan het nodig
zijn om elke kabel afzonderlijk te beveiligen. Houd u aan de plaatselijke voorschriften.
■
Beveiliging van de motorkabels tegen thermische overbelasting
De omvormer beschermt de motorkabels tegen thermische overbelasting wanneer de
kabels in overeenstemming met de nominale uitgangsstroom van de omvormer gedi-
mensioneerd zijn. Er is geen extra thermische beveiliging noodzakelijk.