118 Elektrische installatie – (IEC)
•
Gebruik parameter 49.06* om eventuele wijzigingen te valideren.
*De parametergroep is 149 met voeding (lijnzijde), rem of DC/DC-omvormer.
Herhaal het bovenstaande voor elke omvormer.
2.
Terwijl het paneel aangesloten is op één eenheid, linkt u de eenheden via Ethernet-
kabels.
3.
Schakel de busafsluiting aan op de omvormer die het verst weg is van het bedie-
ningspaneel in de keten.
•
Bij omvormers waarbij het paneel op de frontkap gemonteerd is: beweeg de
afsluitschakelaar naar de buitenste stand.
•
(Bij een FDPI-02 module, zet u afsluitschakelaar S2 in de TERMINATED stand.
Zorg er voor dat de busafsluiting uit is op alle andere omvormers.
4.
Op het bedieningspaneel schakelt u de paneelbus-functionaliteit in (Opties - Selec-
teer omvormer - Paneelbus). De te besturen omvormer kan nu geselecteerd worden
uit de lijst onder Opties - Kies omvormer.
Als er een PC aangesloten is op het bedieningspaneel, worden automatisch de omvor-
mers op de paneelbus getoond in de Drive composer tool.
Met dubbele connectors in de bedieningspaneelhouder:
1
1
2
3