18 Veiligheidsvoorschriften
Elektrische veiligheid bij installatie, opstarten en onderhoud
■
Elektrische veiligheids-voorzorgsmaatregelen
Deze elektrische veiligheids-voorzorgsmaatregelen gelden voor iedereen die werkt aan
de omvormer, de motorkabel of de motor.
WAARSCHUWING!
Volg deze instructies. Als u ze negeert, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel
of schade aan de apparatuur.
Als u geen gekwalificeerd elektrotechnicus bent, mag u geen installatie- of onder-
houdswerk verrichten.
Volg deze stappen voordat u aan enig installatie- of onderhoudswerk begint.
1.
Identificeer duidelijk de werklocatie en apparatuur.
2.
Ontkoppel alle mogelijke spanningsbronnen. Zorg ervoor dat heraansluiting niet
mogelijk is. Vergrendelen en uitschakelen (lockout, tagout).
•
Open de hoofdschakelaar van de omvormer.
•
Indien u een permanentmagneet-motor op de omvormer aangesloten heeft,
koppel dan de motor van de omvormer los via een veiligheidsschakelaar of
andere middelen.
•
Koppel alle gevaarlijke externe vermogensbronnen los van de besturingscircuits.
•
Na het ontkoppelen van de stroom van de omvormer moet u altijd 5 minuten
wachten om de condensatoren van de tussenkring te laten ontladen voordat
u verder gaat.
3.
Beveilig alle andere onder spanning staande delen op de plek waar u werkt tegen
aanraking.
4.
Neem speciale voorzorgsmaatregelen wanneer u dicht bij blote geleiders werkt.
5.
Controleer en meet of de installatie spanningsloos is. Gebruik een goede voltmeter.
•
Controleer voor en na het meten van de installatie de werking van de spannings-
tester op een bekende spanningsbron.
•
Controleer dat de spanning tussen de voedingsklemmen van de omvormer (L1,
L2, L3) en de aarde (PE) rail nul. is.
•
Controleer dat de spanning tussen de uitgangsklemmen van de omvormer
(T1/U, T2/V, T3/W) en de aarderail (PE) nul. is.
Belangrijk! Herhaal de meting ook met de gelijkspanningsinstelling van de
tester. Meet tussen elke fase en aarde. Er bestaat een risico van gevaarlijke
oplading van gelijkspanning door lekcapaciteiten van het motorcircuit. Deze
spanning kan nog lange tijd na het uitschakelen van de omvormer geladen
blijven. De meting ontlaadt de spanning.
•
Zorg ervoor dat de spanning tussen de DC-klemmen van de regelaar (UDC+ en
UDC-) en de aardklem (PE) nul is.