248 Weerstandsremmen
+24VD
Θ
DIx
Beveiligen van de weerstandskabel tegen kortsluiting
De ingangszekeringen beveiligen ook de weerstandskabel wanneer deze gelijkwaardig
is aan de ingangskabel.
Mechanische installatie
Remweerstanden moeten buiten de omvormer worden geïnstalleerd. Volg de instructies
van de fabrikant van de weerstanden op.
Elektrische installatie
■
De isolatie meten
Zie sectie
Meten van de isolatieweerstand van het remweerstandscircuit (pagina 97)
■
Aansluitschema
Zie de sectie
Aansluitschema (pagina
■
Aansluitprocedure
•
Sluit de weerstandskabels op dezelfde manier aan op de aansluitingen R+ en R- als
de andere voedingskabels. Als een afgeschermde drie-aderige kabel wordt gebruikt,
knipt u de derde geleider af, isoleert u deze en aardt u de getwiste afscherming
van de kabel (aardegeleider van de weerstandsgroep) aan beide uiteinden.
•
Sluit de thermische schakelaar van de remweerstand aan zoals hierboven beschreven
in de sectie
Frames R1 tot R4 (pagina 246) ofFrames R5 tot R9 (pagina
Opstarten
Opmerking: Nieuwe remweerstanden kunnen gecoat zijn met vet. Wanneer de remchop-
per voor het eerst in bedrijf is, brandt het vet eraf en kan het wat rook produceren. Zorg
voor goede ventilatie.
Stel de volgende parameters (ACS880 primair besturingsprogramma):
•
Schakel de overspanningsregeling van de omvormer uit met parameter 30.30
Overspanningsregeling.
•
Stel de parameter 31.01 Externe gebeurtenis 1 bron in om naar de digitale ingang
waarop de thermische schakelaar van de remweerstand aangesloten is, te wijzen.
•
Stel parameter 31.02 Externe gebeurtenis 1 type in op Fout.
x
x
99).
247).