80 Richtlijnen voor de planning van de elektrische installatie
3
min. 200 mm (8 in)
2
1
Motorkabel
2
Netvoedingskabel
3
Besturingskabel
4
Remweerstand of chopperkabel (indien aanwezig)
■
Continue motorkabelafscherming/installatiebuis of behuizing voor
apparatuur aan de motorkabel
Wanneer er veiligheidsschakelaars, magneetschakelaars, aansluitkasten of vergelijkbare
apparatuur in de motorkabel zijn aangesloten tussen de omvormer en de motor, kan
de emissie als volgt tot een minimum worden beperkt:
•
Installeer de apparatuur in een metalen behuizing.
•
Gebruik ofwel een symmetrisch afgeschermde kabel, ofwel installeer de bekabeling
in een metalen installatiebuis.
•
Zorg voor een goede en continue galvanische verbinding in de afscherming/leiding
tussen de omvormer en de motor.
•
Sluit de afscherming/installatiebuis aan op de beschermende aardklem van de
omvormer en de motor.
min. 300 mm (12 in)
2
min. 300 mm (12 in)
2
90°
1
min. 500 mm (20 in)
3
1
4
4
min. 500 mm (20 in)
3