■
Aparte kabelgoten voor besturingskabels
Laat besturingskabels van 24 V DC en 230 V AC (120 V AC) in afzonderlijke goten lopen,
tenzij de 24 V DC-kabel geïsoleerd is voor 230 V AC (120 V AC) of voorzien is van een
isolatie voor 230 V AC (120 V AC).
Implementeren van beveiliging tegen kortsluiting en thermi-
sche overbelasting
■
Beveiligen van de omvormer en de voedingskabel bij kortsluiting
Beveilig de omvormer met zekeringen en de ingangskabel met zekeringen of een
stroomonderbreker.
De zekeringen of de stroomonderbreker moeten worden gedimensioneerd volgens de
plaatselijke voorschriften voor de ingangskabelbeveiliging. Selecteer de zekeringen of
stroomonderbrekers voor de omvormer volgens de aanwijzingen in de technische ge-
gevens. De zekeringen voor de omvormerbeveiliging beperken schade aan de omvormer
en voorkomen schade aan aangrenzende apparatuur in geval van kortsluiting in de
omvormer.
Opmerking: Als de zekeringen of stroomonderbrekers voor de beveiliging van de om-
vormer bij de laagspanningsverdeling geplaatst zijn en de ingangskabel gedimensio-
neerd is volgens de nominale ingangsstroom van de omvormer gegeven in de technische
gegevens, zullen de zekeringen of stroomonderbrekers ook de ingangskabel beveiligen
in geval van kortsluiting, schade aan de omvormer beperken en schade aan naburige
apparatuur voorkomen in geval van kortsluiting in de omvormer. Er zijn geen aparte
zekeringen of stroomonderbrekers voor de ingangskabelbeveiliging nodig.
Richtlijnen voor de planning van de elektrische installatie 81
24 V DC
230 V AC
24 V DC
(120 V AC)
230 V AC
(120 V AC)
~
~
M
3~