■
Frames R5 tot R9 (IP21, UL Type 1)
1.
Zie de afmetingen in hoofdstuk Maattekeningen. Markeer de plaatsen voor de vier
of zes montagegaten. U kunt hiervoor het montagesjabloon gebruiken dat in de
verpakking van de omvormer is meegeleverd.
Opmerking: De onderste gaten/bevestigingsschroeven of -bouten zijn niet per se
nodig. Als u ze ook gebruikt, kunt u de omvormermodule vervangen zonder de ka-
belinvoerbox uit de muur te halen.
2.
Boor de montagegaten.
3.
Plaats bevestigingsankers of pluggen in de gaten. Steek de twee bovenste bouten
en de twee onderste bouten in de ankers of pluggen. Zorg dat de schroeven en
pluggen geschikt zijn voor het gewicht van de omvormer.
4.
Plaats de omvormermodule op de bouten aan de wand.
5.
Draai de bovenste montagebouten goed vast in de wand.
6.
Neem het voorpaneel weg.
7.
Bevestig de kabelbox aan het omvormerframe. Zie de montagetekening in de ka-
belbox voor instructies. Een aanzicht van frame R8 is hieronder afgebeeld.
8.
Draai de onderste montagebouten goed vast in de wand.
Mechanische installatie 57