OPMERKING: Een laag remvloei-
stofpeil kan wijzen op lekken of
versleten remblokjes. Raadpleeg
een erkende Can-Am roadster
dealer.
Remvloeistof toevoegen
1. Verwijder de vuldop.
1. Vuldop
2. Vergrendelmechanisme vuldop
WAARSCHUWING
Reinig de vuldop voordat u deze
verwijdert. Gebruik alleen DOT
4-remvloeistof uit een gesloten
verpakking.
2. Voeg vloeistof toe tot het MAX-
niveau.
OPMERKING: Het vervangen van
de remblokken verhoogt het rem-
vloeistofpeil. Als deze op het MAX-
niveau worden vervangen, kan er
remvloeistof worden gemorst.
OPMERKING
gelakte oppervlakken of plastic
onderdelen beschadigen. Veeg
gemorste brandstof af.
3. Plaats de vuldop terug en zet
deze vast.
4. Sluit het zadel en controleer of
het goed vergrendeld is.
Controle van het remsysteem
De voor- en achterremmen zijn hy-
draulische schijfremmen. Deze
Remvloeistof kan
ONDERHOUDSPROCEDURES
remmen zijn zelfregelend en moe-
ten niet worden afgesteld.
Het rempedaal moet evenmin
worden afgesteld.
Om de remmen in goede conditie
te houden, controleert u het volgen-
de volgens het ONDERHOUDS-
SCHEMA :
-
Het gehele remsysteem op
vloeistoflekken
-
Het rempedaal op sponzig aan-
voelen
-
Overmatige slijtage van de
remschijven en staat van het
schijfoppervlak
-
Slijtage, beschadigingen en los-
zitten van de remblokken.
RT Limited SE6 modellen
1. Maak de vergrendeling onder
de voetplaat los.
2. Draai de voetplaat door het
voorste deel handmatig neer te
drukken.
3. Kantel de vloerplaat naar achter
tot het vergrendelt. Het mecha-
nisme moet vrij kunnen bewe-
gen.
Raadpleeg een erkende Can-Am
roadster dealer bij problemen met
het remsysteem.
Koplampen
Controle op de koplamprichting
(Noord-Amerikaanse modellen)
1. Controleer of de banden goed
opgepompt zijn. Zie de SPECIFI-
CATIES .
2. Stel de luchtdruk van de achter-
wielophanging in op 0 kPa met
behulp van het schraderventiel
onder het zadel.
137