Samenvatting van Inhoud voor BRP can-am RENEGADE 2012
Pagina 1
Gebruikershandleiding Veiligheids-, Voertuig- en Onderhoudsinformatie WAARSCHUWING Lees deze handleiding aandachtig. Ze bevat belangrijke veiligheidsinformatie. Aanbevolen minimumleeftijd bestuurder: 16 jaar. Alleen ervaren bestuurders. Bewaar deze Gebruikershandleiding in het voertuig. 2 1 9 7 0 2 1 6 3...
Pagina 3
Gefeliciteerd met de aankoop van uw Veiligheidsaanwijzingen nieuwe Can-Am™ ATV. U geniet de Verklaring over de soorten veiligheids- BRP-garantie en kunt steeds een be- meldingen, hoe ze eruit zien en hoe ze roep doen op een netwerk van erkende in deze handleiding worden gebruikt: Can-Am dealers voor de nodige onder- delen, accessoires of service.
Pagina 4
VOORWOORD De informatie in dit document is cor- rect op het moment van publicatie. BRP voert echter een beleid van con- tinue verbetering van zijn producten, zonder dat dit enige verbintenis in- houdt tot uitrusting van zulke nieuw- igheden op oudere producten. Door...
Pagina 5
INHOUDSOPGAVE VOORWOORD ............... 1 Informeer u voor u vertrekt .
Pagina 7
GARANTIE BEPERKTE GARANTIE VAN BRP V.S. EN CANADA: 2012 CAN-AM ATV ................. 144...
Pagina 8
ATV ................. 149 BEPERKTE GARANTIE VAN BRP VOOR DE EUROPESE EN RUSSISCHE ECONOMISCHE RUIMTES EN TURKIJE: 2012 CAN-AM ATV .
Pagina 9
VEILIGHEIDS- INFORMATIE _______ _______ VEILIGHEIDSINFORMATIE...
Pagina 10
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Koolmonoxidevergiftiging Brandstofbranden en vermijden andere gevaren vermijden Uitlaatgassen van motors bevatten Benzine is uiterst brandbaar en zeer steeds koolmonoxide, een dodelijk explosief. Benzinedampen kunnen gas. Inademing van koolmonoxide kan zich verspreiden en op meters afstand leiden tot hoofdpijn, duizeligheid, sla- van de motor door een vonk of vlam perigheid, misselijkheid, verwarring en worden aangestoken.
Pagina 11
Accessoires en aanpassingen Maak geen ongeautoriseerde aanpas- singen of gebruik geen onderdelen of accessoires die niet door BRP zijn goedgekeurd. Omdat zulke aanpas- singen niet door BRP zijn getest, kan dit een verhoogd risico op ongevallen of letsel met zich meebrengen en het voertuig onwettelijk maken.
Pagina 12
BIJZONDERE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN DIT VOERTUIG IS GEEN SPEELGOED EN HET GEBRUIK ERVAN HOUDT GE- VAREN IN. – Dit voertuig besturen is heel anders dan rijden met andere voertuigen, zoals motorfietsen en auto's. Een aanrijding of koprol is snel gebeurd als u de nodige voorzorgen niet neemt, zelfs tijdens routinemanoeuvres zoals keren, bergop of over hindernissen rijden.
Pagina 13
BIJZONDERE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN – Volg om bergop te rijden altijd de juiste procedures die u verder in deze Ge- bruikershandleiding vindt. Controleer het terrein aandachtig voordat u een helling begint op te rijden. Rijd nooit een helling op met een te gladde of losse ondergrond.
Pagina 14
BIJZONDERE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN – BRP raadt u aan op uw ATV te zitten bij rijden in achteruit. Sta zo weinig moge- lijk rechtop. Als uw gewicht naar voren schuift tegen de gashendel kunt u onver- hoeds versnellen en de controle verliezen.
Pagina 15
BIJZONDERE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN WAARSCHUWING Lier vooraan: – De haak van de lier vooraan, indien aanwezig, moet worden verwijderd en opgeborgen, wanneer u zich met uw voertuig op de openbare weg of publieke paden begeeft. – Als u dit niet doet, vormt uw voertuig een gevaar voor omstanders. ________ _______ VEILIGHEIDSINFORMATIE...
Pagina 16
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN OPMERKING: De volgende illustraties zijn slechts algemene voorstellingen. Uw model kan hiervan afwijken. WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden met dit voertuig zonder aangepaste opleiding. WAT KAN ER GEBEUREN Het risico op een ongeval neemt aanzienlijk toe wanneer de bestuurder niet weet hoe hij dit voertuig correct moet besturen in verschillende situaties en op verschillende soorten terreinen.
Pagina 17
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Niet-naleving van de leeftijdsaanbevelingen voor dit voertuig. WAT KAN ER GEBEUREN Wanneer deze leeftijdsaanbeveling niet wordt gerespecteerd, loopt de jon- ge bestuurder gevaar op ernstig letsel of zelfs de dood. Zelfs als een kind tot de leeftijdscategorie behoort waarvoor dit voertuig wordt aanbevolen, beschikt het niet altijd over de nodige vaardigheden en voldoende beoordelingsvermogen om veilig met dit voertuig te rijden.
Pagina 18
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Een passagier meenemen met dit voertuig. WAT KAN ER GEBEUREN Hierdoor wordt uw voertuig moeilijker bestuurbaar en raakt het sneller uit evenwicht. Dit kan tot een ongeluk leiden, waarbij u en/of uw passagier gewond raken. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Neem nooit een passagier mee.
Pagina 19
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Met dit voertuig op de openbare weg rijden. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt botsen met een ander voertuig. Op een verharde weg verandert het rijgedrag van uw voertuig aanzienlijk, waardoor u de controle kunt verliezen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Als de wegcode in uw streek het gebruik van uw voertuig op de openbare weg toelaat, begeef u dan enkel voor korte afstanden op de weg en enkel...
Pagina 20
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden met dit voertuig zonder een goedgekeurde helm, oogbescherming en beschermende kledij te dragen. WAT KAN ER GEBEUREN De volgende punten gelden voor alle ATV-bestuurders: – Wanneer u rijdt zonder goedgekeurde helm neemt het risico op een ern- stig of zelfs dodelijk hoofdletsel bij een ongeval aanzienlijk toe.
Pagina 21
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden met dit voertuig onder invloed van alcohol of drugs. WAT KAN ER GEBEUREN Dit kan uw beoordelingsvermogen ernstig aantasten. Uw reactiesnelheid kan afnemen. Uw evenwicht en perceptie kunnen eronder lijden. U kunt een ernstig of dodelijk ongeluk krijgen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Gebruik nooit alcohol of drugs voor of tijdens het rijden met dit voertuig.
Pagina 22
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Te snel rijden met dit voertuig. WAT KAN ER GEBEUREN De kans dat u de controle over uw voertuig verliest en een ongeluk heeft neemt toe. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Pas uw snelheid altijd aan aan het terrein, de zichtbaarheid, de rijom- standigheden en uw ervaring.
Pagina 23
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden op twee wielen, springen en andere stunts. WAT KAN ER GEBEUREN Het risico dat u een ongeluk heeft, bijvoorbeeld kantelt, neemt toe. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Haal nooit stunts uit, zoals op twee wielen rijden of springen. Probeer niet op te scheppen.
Pagina 24
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Niet inspecteren van het voertuig voor het rijden. Niet goed onderhouden van het voertuig. WAT KAN ER GEBEUREN Hierdoor neemt het risico op ongevallen of beschadiging van de uitrusting toe. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Inspecteer uw voertuig altijd voor elk gebruik om zeker te zijn dat het voer- tuig in goede staat verkeert.
Pagina 25
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden op bevroren waterwegen. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt zwaar of zelfs dodelijk letsel oplopen als u door het ijs breekt. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Begeef u nooit met dit voertuig op een bevroren oppervlak, tenzij u zeker weet dat het ijs dik en stevig genoeg is om het voertuig en zijn lading te dragen en bestand is tegen de kracht die een bewegend voertuig uitoefent.
Pagina 26
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden met de handen los van het stuur of de voeten los van de voetsteunen. WAT KAN ER GEBEUREN Zelfs met één hand of voet los heeft u minder controle over het voertuig. U kunt het evenwicht verliezen en van het voertuig vallen. Als u een voet van de voetsteun haalt, kan uw voet of been de achterwielen raken, zodat u ver- wondingen oploopt of een ongeluk heeft.
Pagina 27
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Onvoldoende voorzichtig rijden op onbekend terrein. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt op verborgen rotsblokken, bulten of gaten stoten zonder voldoende tijd om te reageren. Uw voertuig kan kantelen of oncontroleerbaar worden. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Rijd traag en wees extra voorzichtig wanneer u op onbekend terrein rijdt.
Pagina 28
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Onvoldoende voorzichtig rijden op zeer ruige, gladde of losse ondergrond. WAT KAN ER GEBEUREN Uw voertuig kan zijn grip verliezen en oncontroleerbaar worden. Dit kan lei- den tot een ongeluk, bijvoorbeeld kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Rijd nooit op te ruige, gladde of losse ondergrond, tot u de nodige vaardig- heid heeft verworven om uw voertuig onder controle te houden op dergelijk terrein.
Pagina 29
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd draaien. WAT KAN ER GEBEUREN Het voertuig kan onbestuurbaar worden en een aanrijding veroorzaken of kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Volg om te draaien altijd de juiste procedures die u verder in deze Gebrui- kershandleiding vindt.
Pagina 30
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden op zeer steile hellingen. WAT KAN ER GEBEUREN Het voertuig kan sneller kantelen op zeer steile hellingen dan op vlakke on- dergrond of lichte hellingen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Begeef u met dit voertuig nooit op hellingen die te steil zijn voor het voertuig of voor uw rijvaardigheid.
Pagina 31
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd bergop rijden. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt de controle verliezen of het voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Volg om bergop te rijden altijd de juiste procedures die u verder in deze Ge- bruikershandleiding vindt.
Pagina 32
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd bergaf rijden. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt de controle verliezen of het voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Volg om bergaf te rijden altijd de juiste procedures die u verder in deze Ge- bruikershandleiding vindt.
Pagina 33
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd dwars op een helling rijden of keren op een helling. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt de controle verliezen of het voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Probeer nooit te keren op een heuvel, tot u de omkeertechniek op vlak terrein onder de knie heeft, die u verder in deze Gebruikershandleiding vindt.
Pagina 34
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Stilvallen, achteruit rollen of verkeerd afstappen tijdens het bergop rijden. WAT KAN ER GEBEUREN Uw voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Schakel naar een gepaste versnelling en houd een constante snelheid aan bij het bergop rijden. Als u niet meer vooruit komt: Houd uw gewicht aan de bergopzijde.
Pagina 35
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd over hindernissen rijden. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt de controle verliezen of botsen. Het voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Controleer op hindernissen voordat u in een onbekend gebied gaat rijden. Probeer nooit over grote hindernissen, zoals grote rotsblokken of omgeval- len bomen, te rijden.
Pagina 36
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd slippen of schuiven. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt de controle over uw voertuig verliezen. U kunt ook plots opnieuw grip krijgen, waardoor het voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Oefen met lage snelheid op een vlak, effen terrein totdat u het slippende of schuivende voertuig veilig onder controle kunt houden.
Pagina 37
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Met het voertuig door diep of snel stromend water rijden. WAT KAN ER GEBEUREN De banden kunnen gaan drijven, waardoor u uw grip en de controle verliest en een ongeval kunt veroorzaken. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Rijd nooit met dit voertuig door snel stromend water of door water dat die- per is dan de specificaties verder in deze Gebruikershandleiding.
Pagina 38
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd achteruit rijden. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt tegen een hindernis of persoon achter het voertuig rijden en ernstige verwondingen veroorzaken. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Controleer wanneer u in achteruit schakelt of er geen hindernissen of perso- nen achter het voertuig zijn.
Pagina 39
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden met ongeschikte banden, met een verkeerde of ongelijkmatige ban- denspanning. WAT KAN ER GEBEUREN Wanneer u rijdt met ongeschikte banden of een verkeerde of ongelijkma- tige bandenspanning kunt u de controle over het voertuig verliezen, een klapband krijgen of kunnen de banden loskomen van de velgen.
Pagina 40
Alle onderdelen en accessoires die u aan dit voertuig toevoegt, moeten goedgekeurd zijn door BRP en worden geïnstalleerd en gebruikt volgens de aanwijzingen. Met al uw bijkomende vragen kunt u bij een erkende Can-Am dealer terecht.
Pagina 41
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Overladen van dit voertuig en verkeerd dragen of slepen van lasten. WAT KAN ER GEBEUREN Het rijgedrag van het voertuig kan veranderen, wat tot ongelukken kan lei- den. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Overschrijd nooit de aangegeven maximale belasting van dit voertuig, inclusief bestuurder, alle lading en bijkomende accessoires.
Pagina 42
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Het transport van ontvlambare of gevaarlijke materialen kan tot ontploffin- gen leiden. WAT KAN ER GEBEUREN Dit kan ernstig letsel of zelfs de dood tot gevolg hebben. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Vervoer nooit ontvlambare of gevaarlijke materialen. _______ _______ VEILIGHEIDSINFORMATIE...
Pagina 43
ATV-clubs of een erkende ATV-opleidingsorganisatie. BRP raadt aan nooit personen van jonger dan 16 te laten rijden op een ATV met een motor van meer dan 90 cc. Zelfs als een kind tot de leeftijdscategorie behoort...
Pagina 44
RIJDEN MET UW VOERTUIG Ga er nooit van uit dat het voertuig overal veilig zal geraken. Door onverwachte ter- reinveranderingen, zoals putten, laagtes, glooiingen, zachtere of hardere "grond" of andere onregelmatigheden kan het voertuig kantelen of onstabiel worden. Rijd traag en observeer altijd het terrein voor u om dit te voorkomen. Dreigt het voertuig toch te kantelen of om te kiepen, dan kunt u beter onmiddellijk afstappen, WEG van de richting waarin het voertuig kantelt! Inspectie voor het vertrek...
Pagina 45
RIJDEN MET UW VOERTUIG TE INSPECTEREN TE INSPECTEREN ITEMS Respecteer de maximale belasting als u lading vervoert. Zorg ervoor dat de lading goed aan de bagagedrager is bevestigd. Als u een aanhangwagen of iets anders gaat slepen: Lading – Controleer de staat van de trekhaak en bal. –...
Pagina 46
RIJDEN MET UW VOERTUIG Te doen nadat de motor is gestart TE INSPECTEREN TE INSPECTEREN ITEMS Draai het stuur heen en weer om na te gaan of het stuur vrij kan Stuur bewegen. Schakelhendel Controleer de werking van de schakelhendel (P, R, N, H en L). Keuzeschakelaar Controleer de werking van de 2WD/4WD-keuzeschakelaar.
Pagina 47
RIJDEN MET UW VOERTUIG Een passagier vervoeren Dit voertuig is specifiek ontwikkeld voor het vervoer van één bestuurder. Ondanks de lange zitting is dit voertuig noch ontworpen noch bedoeld om passagiers te ver- voeren. Installeer NOOIT een passagiersstoel en laat nooit een passagier plaats- nemen op de bagagedrager.
Pagina 48
Om aanhangwagens te trekken moet een achteraan het voertuig MERK OP een haakplaat goedgekeurd door BRP worden geïnstalleerd. Wanneer dit voertuig een aanhangwagen trekt, neemt het risico op kantelen toe, vooral op een helling. Als u een aanhangwagen wilt trekken, moet u zeker nagaan of de dissel op de trekhaak van het voertuig past.
Pagina 49
RIJDEN MET UW VOERTUIG Recreatief gebruik Respecteer de rechten en beperkingen van anderen. Begeef u niet in zones die zijn voorbehouden aan andere offroadactiviteiten. Daartoe behoren paden voor sneeuwscooters, ruiters, langlaufsporen, mountainbikeparcours enz. Ga er nooit van uit dat er toch geen andere gebruikers op het pad zijn. Houd altijd uiterst rechts op het pad en zigzag niet heen en weer.
Pagina 50
RIJDEN MET UW VOERTUIG Wilde dieren opjagen is wettelijk verboden in heel wat streken. Wild dat door een motorvoertuig wordt opgejaagd, kan sterven van uitputting. Komt u dieren tegen op uw weg, stop dan en observeer ze in stilte. U houdt er zeker heel wat mooie her- inneringen aan over.
Pagina 51
RIJDEN MET UW VOERTUIG Gebruik het voertuig niet als de bedieningselementen niet normaal werken. Controleer bij het achteruit rijden of er geen mensen of hindernissen achter het voertuig staan. Rijd traag en vermijd scherpe bochten. Schakel na stilstand of parkeren altijd het remslot in en schakel de schakelhendel in de PARKEER-stand (P).
Pagina 52
RIJDEN MET UW VOERTUIG Dwars op een helling rijden Dit moet zoveel mogelijk worden vermeden. Is het toch noodzakelijk, wees dan uiterst voorzichtig. Laat uw passagier altijd afstappen voordat u dit doet. Wanneer u dwars op een steile helling rijdt kunt u kantelen. Bovendien kunt u op gladde of losse oppervlakken oncontroleerbaar wegschuiven.
Pagina 53
RIJDEN MET UW VOERTUIG stuurimpulsen. Houd rempedaal, voetsteunen, vloerplaten, rem- en gashendels altijd sneeuw- en ijsvrij. Veeg regelmatig de sneeuw van de zitting, handgrepen, kop- en achterlichten en reflectoren. De sneeuw kan rotsen, boomstronken of andere objecten verhullen of kan zo diep liggen dat het voertuig onbruikbaar is omdat het vast zou komen te zitten of helemaal geen tractie meer zou hebben in de sneeuwbrij.
Pagina 54
RIJDEN MET UW VOERTUIG Hoewel dit voertuig is uitgerust met een degelijk ophangingssysteem, kan het rijden op zeer hobbelig of uiterst ruig terrein u een onaangenaam gevoel geven of zelfs rugletsels veroorzaken. Vaak zult u in een gehurkte houding moeten rijden. Vertraag dan en vang de schokken gedeeltelijk op met gebogen benen.
Pagina 55
RIJDEN MET UW VOERTUIG Water vermindert het remvermogen van uw voertuig. Laat de remmen altijd dro- gen door ze meermaals te activeren wanneer het voertuig weer op het droge is. Nabij water is er vaak modder of moerasland. Let op voor onverwachte gaten of inzinkingen.
Pagina 56
RIJDEN MET UW VOERTUIG veiligheidsvlag bespeurt. Omdat een hoog uitstekende vlag kan plooien en terug- veren tegen uw lichaam, mag u ze niet gebruiken op plaatsen met lage takken of hindernissen. Rijden op losse stenen of kiezel lijkt sterk op rijden op ijs. Het verandert de bestu- ring van het voertuig, waardoor het kan slippen of kantelen, vooral bij te hoge snel- heden.
Pagina 57
RIJDEN MET UW VOERTUIG Activeer de parkeerinrichting altijd wanneer u stilstaat of parkeert. Dit is vooral be- langrijk wanneer u op een helling parkeert. Op erg steile hellingen of als de ATV ge- laden is, moeten de wielen worden geblokkeerd met stenen of bakstenen. Bergop Verplaats uw lichaamsgewicht naar voren, naar de top van de heuvel toe.
Pagina 58
RIJDEN MET UW VOERTUIG Bergaf Verplaats uw lichaamsgewicht naar achteren. Rem geleidelijk om niet te slippen. Laat u niet naar beneden “rollen“ op uitsluitend de motorcompressie of in neu- traal. Dwars op een helling rijden Dit is één van de gevaarlijkste manieren van rijden, omdat het evenwicht van het voertuig drastisch verandert.
Pagina 59
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT Loshangend Label Dit voertuig wordt geleverd met een loshangend label aan het stuur en labels die belangrijke veiligheidsinformatie bevatten. Elke persoon die met dit voertuig rijdt moet deze informatie gelezen en begrepen hebben voor zijn vertrek. vmo2009-007-100_nl ________ _______...
Pagina 60
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT Veiligheidslabels op het voertuig Lees alle veiligheidslabels op uw voer- tuig aandachtig door. De veiligheidslabels op uw voertuig moeten als vaste onderdelen van het voertuig worden beschouwd. Als ze ontbreken of beschadigd zijn, kun- nen ze kosteloos worden vervangen. Raadpleeg een erkende Can-Am dea- ler.
Pagina 61
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT WA ARSCHUWING vmo2008-005-005_c vmo2010-006-001_b vmo2009-003-007_anl LABEL 1 LABEL 2 ________ _______ VEILIGHEIDSINFORMATIE...
Pagina 62
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT vmo2008-015-003_nl LABEL 3 - TYPISCH vmo2007-015-019_nl LABEL 5 (OPMERKING: RAADPLEEG DE SPECIFICATIES VOOR DE PRECIEZE DRUK) LABEL 4 - TYPISCH vmo2010-004-002_nl LABEL 6 _______ _______ VEILIGHEIDSINFORMATIE...
Pagina 63
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT vmo2006-014-003_a LABEL 7 vmo2008-015-004_nl LABEL 10 vmo2007-015-020_nl LABEL 8 (OPMERKING: RAADPLEEG DE SPECIFICATIES VOOR WAARDEN) vmo2010-010-100_a LABEL 11 LABEL 9 ________ _______ VEILIGHEIDSINFORMATIE...
Pagina 64
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT Conformiteitslabels Deze labels geven weer of het voertuig conform is. GEPRODUCEERD DOOR: vmo2008-011-093 nl LOCATIE: ONDER ZITTING, OP DE BOVENSTE STANG VAN HET CHASSIS XXX XXXXXXX XXX XXXXXXX XXX X XXXX XX XXX XX XXX vmo2010-001-302_a nl LOCATIE: ONDER ZITTING, OP DE BOVENSTE STANG VAN HET CHASSIS...
Pagina 66
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/ UITRUSTING OPMERKING: Sommige bedieningselementen/instrumenten/uitrusting zijn opties. vmo2008-005-100_f TYPISCH ______________...
Pagina 67
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING vmo2008-005-009_b TYPISCH _______________...
Pagina 68
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING vmo2008-005-010_d TYPISCH Onthoud tijdens het lezen van deze Gebruikershandleiding, dat: WAARSCHUWING Duidt op een mogelijk gevaar dat, indien het niet wordt vermeden, kan lei- den tot ernstige of dodelijke verwondingen. ______________...
Pagina 69
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING 1) Gashendel De gashendel bevindt zich rechts aan het stuur. Wanneer deze naar voren wordt ge- duwd verhoogt het motortoerental tot waar het kan schakelen naar de geko- zen versnelling. Zodra de hendel wordt losgelaten keert de motor automatisch terug naar het stationair toerental en vertraagt het voertuig geleidelijk.
Pagina 70
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING 3) Remhendel links De remhendel links bevindt zich links aan het stuur. Druk deze hendel in om de achterrem te activeren. Wanneer hij wordt los- gelaten moet de hendel automatisch terugkeren naar zijn oorspronkelijke stand. 4WD-MODUS vmo2012-006-002_b Om de 4WD-modus uit te schakelen zet u de schakelaar op 2WD.
Pagina 71
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING vmo2008-014-003_a TYPISCH 1. Remhendel vmo2012-006-002_c 2. Om te remmen TYPISCH 1. Remhendelslot Het remeffect is evenredig met de 2. Indrukken om het remslot te activeren kracht die op de hendel wordt uitgeoe- fend. OPMERKING: Het remhendelslot kan in verschillende standen worden ge- zet.
Pagina 72
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING 6) Schakelhendel R: Achteruit De schakelhendel zit aan de rechter- In deze stand kan het voertuig achteruit kant van het voertuig naast de stuurko- rijden. De snelheid van het voertuig is lom. beperkt. Een hendel met 5 standen: P, R, N, H WAARSCHUWING en L.
Pagina 73
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING 7) Multifunctionele schakelaar De multifunctionele schakelaar be- vindt zich links aan het stuur. Op deze multifunctionele schakelaar zijn de volgende bedieningselementen ondergebracht: Dimschakelaar Deze schakelaar dient om te schakelen tussen dim- of grootlichten. vmo2007-015-008_a STANDEN CONTACTSCHAKELAAR 1. UIT 2. AAN "met licht" 3.
Pagina 74
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING Motorstartknop Om de motor te starten zet u de motor- stopschakelaar op RIJDEN (RUN). Houd de motorstartknop ingedrukt. Laat hem onmiddellijk los nadat de mo- tor is gestart. vmo2011-007-003_a 1. Ophefknop Om gebruik te maken van de ophef- functie, gaat u als volgt te werk: Zet de schakelhendel in de ACHTER- UIT-stand (R).
Pagina 75
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING 8) Multifunctionele meter Taalselectie De multifunctionele meter bevindt zich De meter kan op verschillende talen midden op het stuur. worden ingesteld. Neem contact op met een erkende WAARSCHUWING Can-Am dealer om de meter in te laten stellen op de beschikbare taal van uw Selecteer de diverse numerieke voorkeur.
Pagina 76
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING Combinatiemodus Multifunctionele display (tijdelijke weergavemodus) In deze modus toont de display de voertuigsnelheid en het motortoeren- Houd de keuzetoets ingedrukt om over tal (RPM). te schakelen van de normale naar een van de volgende tijdelijke weergave- modi: – Kilometerteller –...
Pagina 77
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING Clock (Klok) 7. Houd de knop ingedrukt. Toont de huidige tijd. 8. Kies het tweede uurcijfer door op de knop te drukken. 9. Houd de knop ingedrukt. 10. Kies het eerste minutencijfer door op de knop te drukken. 11. Houd de knop ingedrukt. 12.
Pagina 78
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING Tripuurmeter (TH) De tripuurmeter registreert de bedrijfs- duur van het voertuig wanneer het elektrisch systeem is ingeschakeld. Hij kan bijv. worden gebruikt om de reistijd tussen 2 punten te meten. vmr2007-050-002_d 1. Versnelling WEERGAVE FUNCTIE Parkeren Achteruit Neutraal vsi2009-018-032 HOUD de displaykeuzetoets 2 secon- Hoge versnelling den ingedrukt om de uurmeter te re-...
Pagina 79
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING verklikkerlichtje Verklikkerlichtjes BRANDT, staan de koplam- pen op grootlichten met de contactschakelaar op LICHTEN. Als dit lichtje knippert, betekent dit dat het knipperlicht/waar- schuwingsknipperlicht actief is. Het lampje dat oplicht duidt aan met welke eenheid de snel- vmr2007-050-002_f heidsmeter werkt. 1.
Pagina 80
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING Digitally Encoded Security System (D.E.S.S.) De contactsleutel is voorzien van een elektronisch circuit dat een uniek elek- tronisch serienummer bevat. Deze contactsleutel kan niet worden gebruikt op een ander voertuig en om- gekeerd kan de sleutel van een ander voertuig ook niet op uw voertuig wor- den gebruikt, behalve wanneer dit zo werd geprogrammeerd.
Pagina 81
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING Het remeffect is evenredig met de WAARSCHUWING kracht die op de hendel wordt uitgeoe- Zet de schakelhendel bij draaiende fend. motor altijd in de PARKEER-stand OPMERKING: Net als bij andere voer- (P) alvorens het deksel te openen. tuigen op wielen verschuift het ge- Leg nooit zware of losliggende wicht bij het remmen naar de voorwie- breekbare voorwerpen in het berg-...
Pagina 82
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING 14) Bagagedrager Installeren van de zitting achteraan Steek de lipjes vooraan in de bevesti- gingshaakjes. Druk de zitting daarna De bagagedrager achteraan is handing stevig naar beneden tot ze vastklikt. om kleine voorwerpen mee te nemen. OPMERKING: U zult duidelijk een klik Bevestig de voorwerpen aan de baga- voelen.
Pagina 83
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING 15) Sleephaak 18) Richtingaanwijzer- schakelaar Handige haak om een vastgelopen ATV los te trekken. De richtingaanwijzer bevindt zich links aan het stuur. 16) Gereedschapsset Het gereedschapskistje zit in het berg- vak achteraan. Het bevat gereedschap voor elementaire onderhoudstaken en deze Gebruikershandleiding.
Pagina 84
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING 20) Waarschuwingsknop De waarschuwingsknop bevindt zich links aan het stuur. vmo2012-006-001_e 1. Waarschuwingsknop Inrichting van het voertuig die alle rich- tingaanwijzers simultaan laat knippe- ren. Deze wordt gebruikt wanneer het voertuig in neutraal staat om aan te duiden dat het voertuig tijdelijk het ver- keer hindert.
Pagina 85
BRANDSTOF Aanbevolen brandstof Tankprocedure Gebruik loodvrije benzine van de pomp WAARSCHUWING of geoxygeneerde brandstof met maxi- maal 10 % ethanol of methanol. De – Stop de motor altijd voor u gebruikte benzine moet het volgende tankt. Draai de dop langzaam aanbevolen minimale octaangetal heb- open.
Pagina 86
BRANDSTOF 5. Vul rustig brandstof bij zodat de lucht uit de tank kan ontsnappen en vermijd dat de brandstof terug- stroomt. Let op dat u geen brand- stof morst. 6. Stop met tanken zodra de brandstof de onderkant van de vulmond be- reikt.
Pagina 87
INRIJPERIODE Gebruik tijdens de inrijperiode Het voertuig heeft een inrijperiode van 10 bedrijfsuren of 300 km nodig. Na de inrijperiode moet uw voertuig door een erkende Can-Am dealer wor- den geïnspecteerd. Zie het hoofdstuk ONDERHOUD. Motor Tijdens de inrijperiode: – Geef geen plankgas. –...
Pagina 88
BASISPROCEDURES De motor starten Gebruik van de snelheidsbegrenzer in achteruit De schakelhendel moet in de PAR- KEER-stand of NEUTRAAL staan. Wanneer de schakelhendel in ACH- TERUIT staat (R), wordt het motor- OPMERKING: Gemakshalve is er een toerental begrensd zodat de snelheid modus "negeren"...
Pagina 89
SPECIALE PROCEDURES Als het voertuig geen Wat als er water in de CVT MERK OP onderhoudsbeurt krijgt, kan dit lei- zit? den tot permanente schade aan de Wanneer u vermoedt dat er water is volgende componenten (niet-ex- binnengedrongen in het CVT-deksel, haustieve lijst): moet u de aftapplug openen en de –...
Pagina 90
SPECIALE PROCEDURES Wat als het voertuig onder water staat? Stop onmiddellijk de motor als het voertuig onder water staat. Gebruik geen elektrische apparatuur wan- neer het voertuig onder water staat. U moet het voertuig zo snel mogelijk naar een erkende Can-Am dealer bren- gen.
Pagina 91
UW RIT AANPASSEN Pas ze aan door de regelnok of -ring in Ophanging afstellen die zin te draaien. Gebruik het gereed- schap uit het gereedschapskistje van WAARSCHUWING het voertuig. De afstelling van de ophanging kan de bestuurbaarheid van het voertuig beïnvloeden.
Pagina 92
UW RIT AANPASSEN vmo2008-021-002_a TYPISCH — REGELING VOORBELASTING ACHTERAAN A. Zelfde lengte ______________...
Pagina 93
TRANSPORT VAN HET VOERTUIG Bevestig het voertuig voor transport met aangepaste bevestigingsmidde- len op de aanhangwagen of pick-up. Gewoon touw is niet aanbevolen. WAARSCHUWING Sleep dit voertuig nooit achter een wagen of een ander voertuig. Ge- bruik een aanhangwagen. Kantel dit voertuig nooit op zijn achter- vmo2008-005-004_a kant om het te transporteren.
Pagina 94
TRANSPORT VAN HET VOERTUIG Deze pagina is bewust leeg gelaten ______________...
Pagina 96
INRIJ-INSPECTIE BRP raadt u aan uw voertuig na de eerste 10 bedrijfsuren of 300 km rijden, afhan- kelijk van wat eerst voorvalt, te laten inspecteren door een erkende Can-Am dea- ler. De inrij-inspectie is erg belangrijk en mag niet worden verwaarloosd.
Pagina 97
INRIJ-INSPECTIE VERVANGEN AFREGELEN AANDRAAIEN INRIJ-INSPECTIEKAART SMEREN REINIGEN INSPECTEREN MOTOR Motorolie en filter Klepspeling Motorpakkingen Motorbevestigingen Uitlaatsysteem KOELSYSTEEM Radiatordop/koelsysteem-druktest Radiator MOTORBEHEERSSYSTEEM (EMS) EMS-sensoren EMS-foutcodes BRANDSTOFSYSTEEM Gasklephuis Gaskabel Lekproef brandstoftank, brandstofleidingen, brandstofrails, aansluitingen en keerkleppen ELEKTRISCH SYSTEEM Bougies Accu-aansluitingen Elektrische aansluitingen en bevestiging (ontstekingssysteem, startsysteem, brandstofinjectoren enz.) Koplampen richten CVT-TRANSMISSIE...
Pagina 98
INRIJ-INSPECTIE VERVANGEN AFREGELEN AANDRAAIEN INRIJ-INSPECTIEKAART SMEREN REINIGEN INSPECTEREN TANDWIELKAST Olie voor tandwielkasten Snelheidssensor 4 x 4 koppelingseenheid AANDRIJFSYSTEEM Differentiëlen vooraan/achteraan (oliepeil, pakkingen en ontluchtingsopeningen) Achterste cardanasverbinding WIEL Wielmoeren/tappen STUURSYSTEEM Stuursysteem (kolom, lager enz.) Uitlijning voorwielen REMMEN Remvloeistof ______________...
Pagina 99
ONDERHOUDSSCHEMA Het onderhoud is zeer belangrijk om uw voertuig in een veilig functionerende staat te houden. De eigenaar is verantwoordelijkheid voor een behoorlijk onderhoud. Het voertuig dient servicebeurten te ondergaan volgens het onderhoudsschema. Ook als u het onderhoudsschema volgt moet u steeds de inspectie voor het ver- trek uitvoeren.
Pagina 100
ONDERHOUDSSCHEMA ONDERHOUDSSCHEMA 25 u of 750 km A: Afregelen 50 u of 1.500 km C: Reinigen I: Inspecteren 100 u of 1 jaar of 3.000 km L: Smeren 200 u of 2 jaar of 6.000 km R: Vervangen Uit te voeren door ONDERDEEL/TAAK LEGENDE BRANDSTOFSYSTEEM...
Pagina 101
ONDERHOUDSSCHEMA ONDERHOUDSSCHEMA 25 u of 750 km A: Afregelen 50 u of 1.500 km C: Reinigen I: Inspecteren 100 u of 1 jaar of 3.000 km L: Smeren 200 u of 2 jaar of 6.000 km R: Vervangen Uit te voeren door ONDERDEEL/TAAK LEGENDE TANDWIELKAST...
Pagina 102
ONDERHOUDSSCHEMA ONDERHOUDSSCHEMA 25 u of 750 km A: Afregelen 50 u of 1.500 km C: Reinigen I: Inspecteren 100 u of 1 jaar of 3.000 km L: Smeren 200 u of 2 jaar of 6.000 km R: Vervangen Uit te voeren door ONDERDEEL/TAAK LEGENDE REMMEN...
Pagina 103
ONDERHOUDSPROCEDURES Dit hoofdstuk bevat aanwijzingen voor De luchtfilter moet vaker worden on- de elementaire onderhoudsprocedu- derhouden en er moet olie worden toe- res. Als u over de nodige mechanische gevoegd aan het schuimfilterelement deskundigheid en de vereiste hulpmid- in de volgende stoffige omstandighe- delen beschikt, kunt u deze procedu- den: res zelf uitvoeren.
Pagina 104
ONDERHOUDSPROCEDURES Luchtfilter schoonmaken en smeren LET OP Draag altijd aangepas- te huid- en oogbescherming. Che- micaliën kunnen huiduitslag en oog- letsel veroorzaken. Papierfilter schoonmaken 1. Zorg dat het schuimfilterelement uit de papierfilter wordt genomen. vmo2006-007-027_a 2. Tik grote stofafzettingen uit het pa- 1.
Pagina 105
ONDERHOUDSPROCEDURES vbs2009-012-005 TYPISCH - DROOG OPMERKING: Een tweede toepas- 219700341 sing kan noodzakelijk zijn voor zwaar LUCHTFILTERREINIGER (STUKNR. 219 700 vervuilde elementen. 341) Schuimfilterelement smeren 1. Spuit LUCHTFILTEROLIE (STUK- NR. 219 700 340) op het eerder ge- droogde schuimelement. vbs2009-012-015_a TYPISCH - BINNEN EN BUITEN OP HET SCHUIMELEMENT SPUITEN 2.
Pagina 106
ONDERHOUDSPROCEDURES Motorolie Motoroliepeil Controleer het peil re- MERK OP gelmatig en vul bij indien nodig. Nooit te veel bijvullen. Een te hoog oliepeil kan ernstige schade aan de motor aanrichten. Veeg gemorste olie weg. OPMERKING: Voer terwijl u het mo- vbs2009-012-014_a toroliepeil controleert een visuele in- TYPISCH - FILTERELEMENT MET OLIE...
Pagina 107
ONDERHOUDSPROCEDURES Als deze niet beschikbaar is, gebruik dan 4-taktmotorolie SAE 5W30 die vol- doet aan de vereisten van de API-clas- sificatie SM, SL of SJ of deze overtreft. Controleer altijd of het API-label op de oliebus minstens één van deze nor- men bevat.
Pagina 108
ONDERHOUDSPROCEDURES Start de motor en laat hem enkele mi- LET OP De motorolie kan erg nuten stationair draaien. Controleer of heet zijn. Om brandwonden te voor- er geen lekkage is ter hoogte van de komen mag u de motoraftapplug of oliefilter en de olieaftapplug.
Pagina 109
ONDERHOUDSPROCEDURES Laat de werking van het koelsysteem controleren door een erkende Can-Am dealer. Motorkoelvloeistof Motorkoelvloeistofpeil WAARSCHUWING Controleer het koelvloeistofpeil wanneer de motor koud is. Voeg vmo2007-015-012_a nooit koelvloeistof bij in het koel- 1. Radiator systeem terwijl de motor heet is. Inspecteer de radiator en slangen op lekkage of andere schade.
Pagina 110
Aanbevolen motorkoelvloeistof Gebruik altijd ethyleenglycolantivries met anticorrosiemiddel, speciaal be- stemd voor aluminium interne verbran- dingsmotoren. Vul het koelsysteem met BRP VOOR- GEMENGD KOELMIDDEL (STUK- NR. 219 700 362) of met gedestilleerd water en een antivriesoplossing (50 % gedestilleerd water, 50 % antivries).
Pagina 111
ONDERHOUDSPROCEDURES Laat de motor stationair draaien met verwijderde radiatordop. Voeg lang- zaam koelvloeistof toe indien nodig. Wacht nu tot de motor een normale be- drijfstemperatuur heeft bereikt. Druk de gashendel twee- of driemaal in en voeg nog koelvloeistof toe, indien no- dig.
Pagina 112
ONDERHOUDSPROCEDURES vmo2007-015-011_a vmo2006-007-018_a 1. Reinigingsplug 2. Knalpot 1. Oliepeilplug 2. Olieaftapplug Blokkeer het uiteinde van de knalpot Het oliepeil moet ter hoogte van de on- met een poetslap en start de motor. derrand van het oliepeilgat staan. Vul Drijf het motortoerental meermaals olie bij, indien nodig, tot er olie door het even op om de opgehoopte koolstof oliepeilgat naar buiten loopt.
Pagina 113
ONDERHOUDSPROCEDURES OPMERKING: Om de tandwielkast volledig te ledigen, zet u een krik on- der de linkervoetsteun en kantelt het voertuig wat naar rechts. Wanneer de tandwielkast leeg is, brengt u de aftap- plug weer aan en zet het voertuig weer op de grond.
Pagina 114
ONDERHOUDSPROCEDURES vmo2006-007-032_a 1. Gasklephuis 2. Schroeven zijdeksel 1. Beschermer in de behuizing Steek de naald van de oliebus in het uit- Verwijder de kabel uit de gashendelbe- einde van de gaskabelafstelschroef. huizing. OPMERKING: Schuif de kabel in de LET OP Draag altijd aangepas- gleuf van de clip en trek het kabeluit- te huid- en oogbescherming.
Pagina 115
ONDERHOUDSPROCEDURES Bougies Gaskabel afstellen Schuif de rubberen beschermer ach- Verwijdering van de bougie teruit zodat de gaskabelafstelschroef zichtbaar wordt. WAARSCHUWING Draai de borgmoer los en draai aan de Draai de contactsleutel altijd in de afstelschroef tot de gashendel de juis- stand UIT, alvorens onderhouds- te speling heeft.
Pagina 116
ONDERHOUDSPROCEDURES Accu WAARSCHUWING Draai de contactsleutel altijd in de stand UIT, alvorens onderhouds- of reparatiewerken aan het elek- trisch systeem uit te voeren, tenzij anders aangegeven. vmo2006-007-030_a LET OP Laad nooit een accu terwijl die in het voertuig is geïnstal- LINKERKANT —...
Pagina 117
ONDERHOUDSPROCEDURES Gebruik geen zekering MERK OP met een hoger vermogen om ernsti- ge schade te vermijden. Inspectie van de zekering Controleer of de draad is gesmolten. Vervang de kapotte zekering als de gloeidraad is doorgesmolten, zie de ta- bel Locatie zekeringen voor het juiste vermogen.
Pagina 118
ONDERHOUDSPROCEDURES vmo2008-014-002_d 1. Zekeringdoos vooraan vmr2008-061-001_a ZEKERINGDOOS VOORAAN Bepaal de locatie van de zekeringhou- VERMO- BESCHRIJVING der achteraan. Ontstekingsspoelen Ventilator 20 A Brandstofinjectoren Snelheidsmeter, snelheidssensor, 7,5 A achterlicht Brandstofpomp 7,5 A Engine Control Module (ECM - motorbeheermodule) Accessoires 20 A vmr2006-019-003_b TYPISCH - ZEKERINGHOUDER ACHTERAAN OPMERKING: Kijk in het deksel van...
Pagina 119
ONDERHOUDSPROCEDURES OPMERKING: Dezelfde koplamp Lichten wordt aan beide kanten van het voer- tuig gebruikt, zowel voor grootlicht als Koplamp richten dimlicht. Draai aan de regelschroeven om de straalhoogte naar wens in te stellen. Draai de contactsleutel in de UIT- Stel de koplampen gelijk af. stand.
Pagina 120
ONDERHOUDSPROCEDURES Om de nieuwe lamp te installeren drukt u ze eerst in en draait rechtsom. Manchetten en beschermers aandrijfas Inspectie van de manchetten en beschermers aandrijfas Inspecteer de beschermers en man- chetten van de aandrijfas visueel. Controleer de beschermers op bescha- digingen of schuren tegen de assen.
Pagina 121
ONDERHOUDSPROCEDURES TYPISCH — ACHTERKANT VOERTUIG 1. Beschermer aandrijfas 2. Manchetten aandrijfas Wielen en banden TYPISCH Inspectie wiellagers Plaats het voertuig op een vlakke on- Raadpleeg een erkende Can-Am dea- dergrond. ler als u een abnormale speling vast- stelt. Schakel het remslot in. Trek het voertuig op.
Pagina 122
ONDERHOUDSPROCEDURES Controleer de druk wanneer de ban- den koud zijn voordat u het voertuig gaat gebruiken. De bandendruk ver- schilt naargelang de temperatuur en de hoogte. Controleer de bandenspan- ning opnieuw wanneer een van deze factoren verandert. Voor uw comfort zit er een drukmeter in de gereedschapstas.
Pagina 123
ONDERHOUDSPROCEDURES A-armen vooraan WAARSCHUWING Controleer de A-armen op barsten, – Let er bij de vervanging van de krombuiging of andere schade. banden op dat u nooit een di- Raadpleeg een erkende Can-Am dea- agonaalband combineert met ler als u een probleem vaststelt. een radiaalband.
Pagina 124
ONDERHOUDSPROCEDURES Vloeistofreservoir remhendel Draai het stuur recht vooruit zodat het reservoir waterpas staat. Controleer het remvloeistofniveau. Het reservoir is vol wanneer de vloei- stof tot de bovenrand van het venster reikt. vmo2008-014-002_b VLOEISTOFRESERVOIR VAN HET REMPEDAAL Berg nooit voorwerpen MERK OP op in het servicevak vooraan.
Pagina 125
ONDERHOUDSPROCEDURES SERVICELIMIETEN Dikte remblokken 1 mm 4,3 mm Dikte remschijven vooraan Dikte remschijf achteraan 4,3 mm Maximale schijfkromming 0,2 mm Doe een beroep op uw erkende Can-Am dealer als u een probleem met het remsysteem vaststelt. vmo2011-006-101_a TYPISCH - SLANG VOORZICHTIG WAARSCHUWING DOORSNIJDEN 1.
Pagina 126
ONDERHOUDSPROCEDURES Verwijder het middenpaneel van het Carrosserie voertuig. Middenpaneel verwijderen Dashboard verwijderen Verwijder de zitting met de grendel achteraan. Verwijder het middenpaneel. Zie de procedure hierboven. Trek de kunststof tappen van het dash- board uit de pakkingsringen. vmr2007-059-001_a 1. Grendel achteraan Hef het voorste deel van het midden- paneel op.
Pagina 127
ONDERHOUDSPROCEDURES OPMERKING: Koppel het multifunc- tionele instrumentenbord, het stop- contact van 12 volt en de contactscha- kelaar af om het dashboard van het voertuig te verwijderen. Onthoud tijdens het lezen van deze Gebruikershandleiding, dat: WAARSCHUWING Duidt op een mogelijk gevaar dat, indien het niet wordt vermeden, kan lei- den tot ernstige of dodelijke verwondingen.
Pagina 128
VERZORGING VAN HET VOERTUIG Onderhoud na gebruik voertuig zoutwateromgeving hebt gebruikt (strand, bij het te water laten of uit het water halen van boten enz.), moet u het afspoelen met zoet water om het voertuig en al zijn onderdelen in goede staat te houden.
Pagina 129
BEWARING EN VOORBEREIDING OP HET RIJSEIZOEN WAARSCHUWING Laat een erkende Can-Am dealer nakijken of het brandstofsysteem intact is volgens het hoofdstuk ON- DERHOUDSSCHEMA. Als u het voertuig vier (4) maanden of langer niet gebruikt, is een correcte op- slag noodzakelijk. Uw erkende Can-Am dealer kan u hier meer over vertellen.
Pagina 130
BEWARING EN VOORBEREIDING OP HET RIJSEIZOEN Deze pagina is bewust leeg gelaten ______________...
Pagina 132
Uw erkende Can-Am dealer heeft deze nummers ook nodig om de garantieaanvraag naar behoren in te vullen. Er wordt geen ga- rantie geboden door BRP als het mo- vmo2007-015-015_b toridentificatienummer (E.I.N.) of het 1. Locatie label met serienummer voertuig voertuigidentificatienummer (V.I.N.)
Pagina 133
Uitlaatsysteem Amerikaanse USDA Forest Service Luchtfilter Synthetische papierfilter met schuim KOELSYSTEEM Mengsel ethylglycol/water (50% koelvloeistof, 50% water). Gebruik voorgemengde Type koelvloeistof verkocht door Koelvloeistof BRP (Stuknr. 219 700 362) of speciaal voor aluminium motoren ontwikkelde koelvloeistof Inhoud 2,5 L ______________...
Pagina 134
SPECIFICATIES MODEL RENEGADE 500 ELEKTRISCH SYSTEEM Output van de magneetgenerator 400 W Type ontstekingsysteem IDI (Inductive Discharge Ignition) Timing van de ontsteking Niet regelbaar Aantal Bougie Merk en type NGK DCPR8E Spleet 0,6 mm tot 0,7 mm Vooruit 8.000 RPM Instelling van de motortoerentalbe- grenzer Achteruit...
Pagina 135
XPS-olie voor kettingkasten Aanbevolen (Stuknr. 413 801 900) AANDRIJFSYSTEEM Vooraan 500 ml Inhoud Achteraan 300 ml BRP differentieelolie (Stuknr. 293 Vooraan 600 043) of synthetische olie Differentieelolie 75W90 (API GL5) Type BRP differentieelolie Achteraan (Stuknr. 293 600 043) of synthetische olie 75W140 (API GL5)
Pagina 136
SPECIFICATIES MODEL RENEGADE 500 AANDRIJFSYSTEEM (vervolg) Achteraandrijvingsratio 3,6:1 Smeermiddel homoki- Smeermiddel homokinetische koppelingen netische koppelingen (Stuknr. 293 550 019) Synthetisch XPS-vet Smeermiddel cardanas (Stuknr. 293 550 010) BESTURING Draaistraal 2,1 m Totale spoorbreedte (voertuig op de grond) 0 mm Wielvluchthoek 0°...
Pagina 137
SPECIFICATIES MODEL RENEGADE 500 REMMEN (vervolg) Minimale dikte remblokken 1 mm Vooraan 4,3 mm Minimumdikte van de remschijven Achteraan 4,3 mm 0,2 mm Maximale kromming van de remschijven BANDEN Maximum: 48,3 kPa Vooraan Minimum: 34,5 kPa Druk Maximum: 48,3 kPa Achteraan Minimum: 34,5 kPa 3 mm...
Pagina 138
16 kg Totaal toegelaten gewicht (inclusief bestuurder, alle andere 141 kg ladingen en extra accessoires) Nominaal brutogewicht voertuig 476 kg Trekvermogen 135 kg Disselcapaciteit (inbegrepen in gewicht laadrek achteraan) 14 kg (1) Hiervoor is een trekplaat goedgekeurd door BRP nodig. ______________...
Pagina 139
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN _____________...
Pagina 140
RICHTLIJNEN VOOR HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN MOTOR DRAAIT NIET 1. Contactschakelaar staat op UIT. – Zet de schakelaar op AAN. 2. Motorstopschakelaar. – Zorg dat de motorstopschakelaar op AAN staat. 3. Transmissie staat niet in de PARKEER-stand (P) of in NEUTRAAL (N). –...
Pagina 141
RICHTLIJNEN VOOR HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN MOTOR WENTELT MAAR START NIET (vervolg) 2. Geen brandstof in de motor (bougie droog bij verwijdering). – Controleer het brandstofpeil. – Mogelijk is de brandstofpomp defect. – Neem contact op met een erkende Can-Am dealer. 3.
Pagina 142
RICHTLIJNEN VOOR HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN MOTOR MIST ACCELERATIE OF VERMOGEN (vervolg) 6. De motor draait in terugkeermodus. – Lees de meldingen op de multifunctionele display. – Het motorverklikkerlichtje van de multifunctionele meter brandt en op de display verschijnt MOTORSTORING of MOTORMANAGEMENT NOOD- PROGRAMMA, neem contact op met een erkende Can-Am dealer.
Pagina 143
RICHTLIJNEN VOOR HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN VOERTUIG BEREIKT MAXIMUMSNELHEID NIET (vervolg) 3. Luchtfilter/behuizing verstopt of vuil. – Controleer de filter en reinig hem indien nodig. – Controleer de afvoer van het luchtfilterhuis op vuilafzetting. – Controleer de positie van de luchtinlaatleiding. 4.
Pagina 144
MELDINGEN OP DE DISPLAY VAN DE MULTIFUNCTIONELE METER MELDING BESCHRIJVING Dit duidt aan dat u de verkeerde contactsleutel heeft ge- bruikt. Gebruik de juiste contactsleutel voor dit voertuig. VERKEERDE SLEUTEL Misschien maakt de contactsleutel ook een slecht contact. Verwijder hem en maak hem schoon. Dit verschijnt als het remslot langer dan 15 seconden wordt geactiveerd.
Pagina 146
Alle originele Can-Am ATV-onderdelen en -accessoires die worden geïnstalleerd door een erkende BRP dealer op het ogenblik van de levering van de Can-Am ATV bouwjaar 2012, genieten dezelfde garantie als die voor de Can-Am ATV.
Pagina 147
– Schade ten gevolge van de verwijdering van onderdelen, onoordeelkundige re- paraties, service, onderhoudswerken, veranderingen of het gebruik van onder- delen die niet werden geproduceerd of goedgekeurd door BRP of ten gevolge van reparaties door een persoon die geen erkende Can-Am ATV dealer met ser- viceautorisatie is;...
Pagina 148
BRP. 7) WAT BRP ZAL DOEN De verplichtingen van BRP in het kader van deze garantie beperken zich, naar eigen inzicht, tot de reparatie van onderdelen die bij normaal gebruik, onderhoud en ser-...
Pagina 149
Indien een product tijdens de garantieperiode van eigenaar verandert, wordt deze garantie mee overgedragen en blijft ze geldig voor de resterende dekkingsperiode, op voorwaarde dat BRP op de hoogte wordt gebracht van deze verandering van ei- genaar op de volgende manier: 1.
Pagina 150
In geval van een mengingsverschil of dispuut in verband met deze beperkte garan- tie, stelt BRP voor om samen met de dealer naar een oplossing voor de kwestie te zoeken. We raden u aan het probleem te bespreken met de servicemanager of zaakvoerder van de erkende dealer.
Pagina 151
Bombardier Recreational Products Inc. (“BRP”)* geeft een garantie op zijn Can-Am ATV bouwjaar 2012 die wordt verkocht door Can-Am ATV distributeurs of dealers die door BRP gemachtigd zijn om Can-Am ATV's te verdelen ("Can-Am ATV distributeur/dealer") buiten de vijftig staten van de Verenigde Staten, Canada en lidstaten van de EER (dit is de "Europese Economische Ruimte", nl.
Pagina 152
– Schade ten gevolge van de verwijdering van onderdelen, onoordeelkundige reparaties, service, onderhoudswerken, veranderingen of het gebruik van onderdelen die niet werden geproduceerd of goedgekeurd door BRP of ten gevolge van reparaties door een persoon die geen erkende Can-Am ATV distri- buteur/dealer met serviceautorisatie is;...
Pagina 153
– Zoals beschreven in de Gebruikershandleiding, moet het vereiste routineon- derhoud tijdig worden uitgevoerd, om aanspraak te kunnen maken op garantie. BRP behoudt zich het recht voor, een bewijs van correct onderhoud te vragen als voorwaarde voor prestaties onder garantie.
Pagina 154
9) BIJSTAND VOOR DE KLANT 1. In geval van discussie of geschil betreffende deze beperkte garantie, raadt BRP u aan met de dealer naar een oplossing voor de kwestie te zoeken. We raden u aan de kwestie te bespreken met de servicemanager of zaakvoerder.
Pagina 155
Finland Tel.: +358 16 3208 111 Neem voor alle andere landen contact op met uw plaatselijke Can-Am ATV distributeur/dealer (bezoek voor contactgegevens onze website op www.brp.com) of neem contact op met ons Noord-Amerikaanse kantoor: BOMBARDIER RECREATIONAL PRODUCTS INC. Customer Assistance Center 75 J.-A.
Pagina 156
Gebeurt dit toch, dan zijn deze niet afdwingbaar van BRP. BRP behoudt zich het recht voor, deze garantie op elk gewenst ogenblik te wijzigen. Dergelijke wijzigingen zullen echter geen invloed hebben op de ga- rantievoorwaarden die van toepassing waren op producten, die tijdens de geldigheidsduur van deze garantie werden verkocht.
Pagina 157
– Schade ten gevolge van de verwijdering van onderdelen, onoordeelkundige reparaties, service, onderhoudswerken, veranderingen of het gebruik van onderdelen die niet werden geproduceerd of goedgekeurd door BRP of ten gevolge van reparaties door een persoon die geen erkende Can-Am ATV distri- buteur/dealer met serviceautorisatie is;...
Pagina 158
– Zoals beschreven in de Gebruikershandleiding, moet het vereiste routineon- derhoud tijdig worden uitgevoerd, om aanspraak te kunnen maken op garantie. BRP behoudt zich het recht voor, een bewijs van correct onderhoud te vragen als voorwaarde voor prestaties onder garantie.
Pagina 159
BRP behoudt zich het recht voor, zijn producten regelmatig te verbeteren of aan te passen, zonder dat hieruit een verplichting voortvloeit om eerder geproduceerde producten aan te passen.
Pagina 160
Tel.: +358 16 3208 111 Neem voor alle andere landen contact op met uw plaatselijke Can-Am ATV distributeur/ dealer (bezoek voor contactgegevens onze website op www.brp.com) of neem contact op met ons Noord-Amerikaanse kantoor: BOMBARDIER RECREATIONAL PRODUCTS INC. Customer Assistance Center 75 J.-A.
Pagina 161
BIJKOMENDE VOORWAARDEN UITSLUITEND VOOR FRANKRIJK De volgende voorwaarden gelden uitsluitend voor producten die in Frankrijk zijn verkocht. De verkoper levert goederen die in overeenstemming zijn met het contract en is verantwoordelijk voor defecten die aanwezig zijn bij de levering. De verkoper is tevens verantwoordelijk voor defecten die voortvloeien uit de verpakking, de assemblage-instructies of de installatie wanneer deze verantwoordelijkheid contractueel de zijne is of deze taken onder zijn verantwoordelijkheid werden...
Pagina 164
BESCHERMING VAN DE PRIVACY Bij deze deelt BRP u mee dat uw contactgegevens zullen worden gebruikt voor vei- ligheids- en garantiegebonden doeleinden. Bovendien kunnen BRP en zijn doch- termaatschappijen hun klantenlijsten gebruiken om marketing en promotionele in- formatie over BRP en gerelateerde producten te verdelen.
Pagina 165
Wanneer u BRP op de hoogte brengt, zelfs nadat de beperkte garantie is afgelo- pen, kan BRP u bereiken indien dit nodig zou zijn, bijvoorbeeld als er ATV's zouden worden teruggeroepen om veiligheidsredenen. BRP op de hoogte brengen is de verantwoordelijkheid van de eigenaar.
Pagina 166
VERANDERING VAN ADRES/EIGENAAR Deze pagina is bewust leeg gelaten ______________...
Pagina 167
VERANDERING VAN ADRES/EIGENAAR TELEFOON TELEFOON E-MAILADRES TELEFOON TELEFOON E-MAILADRES ______________...
Pagina 168
VERANDERING VAN ADRES/EIGENAAR ______________...
Pagina 169
VERANDERING VAN ADRES/EIGENAAR TELEFOON TELEFOON E-MAILADRES TELEFOON TELEFOON E-MAILADRES ______________...
Pagina 170
VERANDERING VAN ADRES/EIGENAAR ______________...
Pagina 171
VERANDERING VAN ADRES/EIGENAAR NOTITIES ______________...
Pagina 172
VERANDERING VAN ADRES/EIGENAAR NOTITIES ______________...
Pagina 173
VERANDERING VAN ADRES/EIGENAAR NOTITIES ______________...
Pagina 174
VERANDERING VAN ADRES/EIGENAAR NOTITIES ______________...
Pagina 175
Informeer bij de dealer waar u uw voertuig kocht of uw voertuig werd gere- gistreerd bij BRP. Onthoud tijdens het lezen van deze Gebruikershandleiding, dat: WAARSCHUWING Duidt op een mogelijk gevaar dat, indien het niet wordt vermeden, kan lei- den tot ernstige of dodelijke verwondingen.