ONDERHOUDSPROCEDURES
1. Referentielijn voor KOUDE koelvloeistof
2. Referentielijn voor HETE koelvloeistof
10. Plaats de servicekap terug.
OPMERKING: Als het koelsysteem
vaak moet worden bijgevuld, wijst
dit op een lek of motorproblemen.
Raadpleeg een erkende Can-Am
roadster dealer.
Radiatorventilatoren
Radiatorventilatoren reinigen
Verwijder mogelijk vuil uit de roos-
ters.
OPMERKING: Reinig niet met een
hogedrukreiniger, want dit kan
schade aan de radiatorvinnen ver-
oorzaken. Reinig alleen met pers-
lucht van achteren (blaas de lucht
van de achterkant naar de voorkant
toe).
1. Radiatorventilatorroosters
OPMERKING: Als de motor inge-
schakeld is en het voertuig op lage
snelheid wordt gestopt, stuwen de
ventilatoren lucht naar de voorkant
130
van het voertuig. Als het voertuig
op hogere snelheid rijdt, stuwen
de ventilatoren de lucht naar de
achterkant van het voertuig.
Koppelingsvloeistof
(model SM6)
Controle van het
koppelingsvloeistofpeil
Controleer het koppelingsvloeistof-
peil als de koppeling niet normaal
werkt of als schakelen met de
schakelhendel moeilijk verloopt.
Het reservoir van de koppelings-
vloeistof bevindt zich bij de achter-
uitrijknop links op het stuur.
Controleer het peil van de koppe-
lingsvloeistof als volgt:
1. Parkeer het voertuig op een
stevige, vlakke ondergrond.
2. Zet het stuur recht om de boven-
kant van het koppelingsvloeistof-
reservoir horizontaal te plaatsen.
3. Veeg de zone rond de dop
schoon.
4. Gebruik de kruisschroevendraai-
er in de gereedschapstas.
5. Schroef de borgschroeven van
de dop los.
6. Verwijder de dop voorzichtig.
Let op dat de dichting van de
dop niet valt.
7. Kijk het vloeistofpeil in het reser-
voir na.