Het koelsysteem moet worden
gevuld met gedistilleerd water en
een antivriesoplossing (50% gedis-
tilleerd water, 50% antivriesmid-
del).
Gebruik voor de beste prestaties
(Stuknr. 219 702 685) of gelijkwaar-
dig.
Controleer bij een koude motor het
peil van de koelvloeistof als volgt:
1. Parkeer het voertuig op een
stevige, vlakke ondergrond.
2. Open het deksel van het berg-
vak vooraan.
3. Verwijder de plastic klinknagel
van de servicekap rechts.
1. Servicekap rechts
2. Plastic klinknagel
4. Trek de servicekap aan de uit-
sparing naar beneden zodat de
bovenste lipjes loskomen uit de
voorfascia.
5. Trek het achterste lipje uit.
6. Hef de servicekap op om ze te
verwijderen.
OPMERKING
Zorg dat de scha-
kelaar bagageruimte vooraan
niet beschadigd raakt.
ONDERHOUDSPROCEDURES
7. Controleer het koelvloeistofpeil
aan de rechterkant. De koelvloei-
stof moet enigszins zichtbaar
zijn maar mag het peil van het
MAX.-merkteken niet overschrij-
den.
OPMERKING: Als de motor heet
is, moet de koelvloeistof zichtbaar
zijn maar mag het peil van het
HEET-merkteken niet overschrij-
den.
1. Dop koelmiddelreservoir
8. Voeg indien nodig koelvloeistof
toe tot het zichtbaar is in het
reservoir maar niet voorbij het
peil van het KOUD-merkteken.
Gebruik een trechter om mor-
sen te vermijden. Nooit te veel
bijvullen.
9. Stop met het toevoegen van
koelvloeistof als de koelvloeistof
zichtbaar wordt in de buis.
129