Samenvatting van Inhoud voor BRP can-am OUTLANDER 400 EFI 2014
Pagina 3
Gefeliciteerd met de aankoop van Informeer u voor u ver- uw nieuwe Can-Am ATV. U ge- trekt niet de BRP-garantie en kunt steeds een beroep doen op een Lees voordat u het voertuig gaat netwerk van erkende Can-Am dea- besturen deze Gebruikershandlei-...
Pagina 4
De informatie in dit document is LET OP Duidt een gevaarlijke correct op het moment van publica- situatie aan die, wanneer ze niet tie. BRP voert echter een beleid wordt vermeden, zou kunnen lei- van continue verbetering van zijn den tot lichte tot matige verwondin- producten, zonder dat dit enige gen.
Pagina 5
VOORWOORD de beschrijvingen en/of specifica- ties in deze handleiding. BRP be- houdt zich het recht voor op eender welk moment specificaties, ontwer- pen, functies, modellen of uitrus- ting te schrappen of te wijzigen zonder dat dit enige verplichting inhoudt. Deze Gebruikershandleiding en de...
Pagina 7
INHOUDSOPGAVE VOORWOORD..................1 INFORMEER U VOOR U VERTREKT..........1 AANBEVOLEN LEEFTIJD..............1 RIJOPLEIDING...................2 VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN............2 INFO OVER DEZE GEBRUIKERSHANDLEIDING.......2 VEILIGHEIDSINFORMATIE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN............10 KOOLMONOXIDEVERGIFTIGING VERMIJDEN......10 BRANDSTOFBRANDEN EN ANDERE GEVAREN VERMIJDEN..10 BRANDWONDEN DOOR HETE ONDERDELEN VERMIJDEN..10 ACCESSOIRES EN AANPASSINGEN..........10 BIJZONDERE VEILIGHEIDSBERICHTEN..........11 EUROPESE GEMEENSCHAP............14 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN............16 RIJDEN MET UW VOERTUIG..............45 INSPECTIE VOOR HET VERTREK............46 KLEDIJ....................48 EEN PASSAGIER VERVOEREN............49...
Pagina 8
INHOUDSOPGAVE CONTACTSCHAKELAAR..............90 REMPEDAAL..................91 VOETSTEUNEN................91 HANDGREPEN.................92 PASSAGIERSSTOEL................92 HANDSCHOENVAK................93 VERGRENDELING CHAUFFEURSSTOEL........94 BERGVAK ACHTERAAN..............95 BAGAGEREKKEN................96 TREKHAAK..................96 GEREEDSCHAPSSET...............97 LIER (XT-MODELLEN)..............97 LIER BEDIENINGSSCHAKELAAR (XT-MODELLEN)......97 VOERTUIGSLOT................98 RICHTINGAANWIJZERSCHAKELAAR..........98 CLAXONKNOP.................98 WAARSCHUWINGSKNOP...............98 SERVICEVAK VOORAAN..............98 LIER AFSTANDSBEDIENING (XT-MODELLEN).......99 BRANDSTOF..................100 VEREISTE BRANDSTOF..............100 TANKPROCEDURE................100 INRIJPERIODE..................102 GEBRUIK TIJDENS DE INRIJPERIODE..........102 BASISPROCEDURES................103 DE MOTOR STARTEN..............103 NAAR EEN ANDERE VERSNELLING SCHAKELEN.......103 DE MOTOR UITZETTEN..............103 SPECIALE PROCEDURES..............104...
Pagina 9
MELDINGEN OP DE DISPLAY VAN DE MULTIFUNCTIONELE ME- TER......................164 GARANTIE INTERNATIONALE BEPERKTE GARANTIE VAN BRP: 2014 CAN- ATV..................166 BEPERKTE GARANTIE VAN BRP VOOR DE EUROPESE ECONOMI- SCHE RUIMTE, HET RUSSISCHE GEMENEBEST EN TURKIJE: 2014 CAN-AM ATV.................171 KLANTENINFORMATIE BESCHERMING VAN DE PRIVACY...........178...
Pagina 11
VEILIGHEIDSINFORMATIE VEILIGHEIDSINFORMATIE...
Pagina 12
BRP zijn goedgekeurd. Omdat zul- uitlaatgassen langs openingen, ke aanpassingen niet door BRP zijn zoals vensters en deuren, een getest, kan dit een verhoogd risico gebouw kunnen binnendringen. op ongevallen of letsel met zich...
Pagina 13
BIJZONDERE VEILIGHEIDSBERICHTEN DIT VOERTUIG IS GEEN SPEELGOED EN HET GEBRUIK ERVAN HOUDT GEVAREN IN. Dit voertuig besturen is heel anders dan rijden met andere voertuigen, zoals motorfietsen en auto's. Een aanrijding of koprol is snel gebeurd als u de nodige voorzorgen niet neemt, zelfs tijdens routine manoeuvres zoals keren, bergop of over hindernissen rijden.
Pagina 14
BIJZONDERE VEILIGHEIDSBERICHTEN Begeef u met dit voertuig nooit op hellingen die te steil zijn voor het voertuig of voor uw rijvaardigheid. Vergeet niet dat de bestuurder van een 2-UP-model verantwoordelijk is voor de veiligheid van zijn passa- gier. Laat hem in geval van twijfel afstappen voordat u bergop rijdt. Denk eraan: wanneer u met een passagier rijdt heeft dit een grote in- vloed op de besturing van uw voertuig, de stabiliteit en de remafstand.
Pagina 15
Gebruikershandleiding wordt beschreven. Voer nooit onoordeelkundige wijzigingen aan uw voertuig uit, bijvoor- beeld verkeerde installatie of toepassing van accessoires. Gebruik alleen door BRP goedgekeurde accessoires. Plaats NOOIT een passagiersstoel op een 1-UP model en laat nooit een passagier plaatsnemen op de bagagerekken.
Pagina 16
BIJZONDERE VEILIGHEIDSBERICHTEN Vergeet niet dat de bestuurder verantwoordelijk is voor de veiligheid van zijn passagier. Laat hem in twijfelgevallen afstappen voordat u een risicovol manoeuvre uitvoert. Oefen de manoeuvres die in deze Gebrui- kershandleiding worden beschreven altijd in zonder passagier. Denk eraan: wanneer u met een passagier rijdt heeft dit een grote invloed op de besturing van uw voertuig, de stabiliteit en de remafstand.
Pagina 17
BIJZONDERE VEILIGHEIDSBERICHTEN WAARSCHUWING Dit voertuig is uitsluitend ontworpen voor gebruik BUITEN de open- bare weg. U kunt het gebruiken om aan een lage snelheid korte af- standen af te leggen op verharde wegen om het voertuig van de ene offroadlocatie naar een andere te brengen. Geef geen gas en neem een beduidende hoeveelheid gas terug bij het draaien.
Pagina 18
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN OPMERKING: De volgende illustraties zijn slechts algemene voorstellin- gen. Uw model kan hiervan afwijken. WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden met dit voertuig zonder aangepaste opleiding. WAT KAN ER GEBEUREN Het risico op een ongeval neemt aanzienlijk toe wanneer de bestuurder niet weet hoe hij het voertuig correct moet besturen in verschillende situaties en op verschillende soorten terrein met of zonder passagier (2- UP-modellen).
Pagina 19
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Niet-naleving van de leeftijdsaanbevelingen voor dit voertuig. WAT KAN ER GEBEUREN Wanneer deze leeftijdsaanbeveling niet wordt gerespecteerd, loopt de jonge bestuurder gevaar op ernstig letsel of zelfs de dood. Zelfs als een kind tot de leeftijdscategorie behoort waarvoor dit voertuig wordt aanbevolen, beschikt het niet altijd over de nodige vaardigheden en voldoende beoordelingsvermogen om veilig met dit voertuig te rijden.
Pagina 20
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN Enkel 2-UP-modellen WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Negeren van de lichamelijke beperkingen van de passagier van een 2- UP-model. WAT KAN ER GEBEUREN Een passagier die niet goed met zijn voeten op de voetsteunen kan steunen, kan worden weggeslingerd tijdens een rit op oneffen terrein. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN De passagier moet met zijn beide voeten op de voetsteunen kunnen rusten en met zijn handen altijd de handgrepen kunnen vasthouden terwijl...
Pagina 21
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN Enkel 1-UP-modellen WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Een passagier meenemen met dit voertuig. WAT KAN ER GEBEUREN Hierdoor wordt uw voertuig moeilijker bestuurbaar en raakt het sneller uit evenwicht. Dit kan tot een ongeluk leiden, waarbij u en/of uw passagier gewond raken.
Pagina 22
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN Enkel 2-UP-modellen WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Meer dan één (1) passagier meenemen op dit voertuig. WAT KAN ER GEBEUREN Wanneer u meer dan één (1) passagier meeneemt, zal dit voertuig snel zijn evenwicht verliezen of oncontroleerbaar worden. Dit kan tot een ongeluk leiden, waarbij u en/of uw passagiers gewond raken.
Pagina 23
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN Enkel 2-UP-modellen WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Een passagier laten plaatsnemen op een andere plek dan de speciale passagiersstoel. WAT KAN ER GEBEUREN Een passagier die plaatsneemt op een andere plek dan de speciale pas- sagiersstoel kan: De stabiliteit van het voertuig in het gedrang brengen en controlever- lies veroorzaken.
Pagina 24
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden met dit voertuig op verharde oppervlakken. WAT KAN ER GEBEUREN Op een verharde weg verandert het rijgedrag van uw voertuig aanzienlijk, waardoor u de controle kunt verliezen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Als de wegcode in uw streek het gebruik van uw voertuig op de openbare weg toelaat, begeef u dan enkel voor korte afstanden op de weg en enkel om uw voertuig van één offroad-locatie naar een andere te verplaat- sen.
Pagina 25
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden met dit voertuig zonder een goedgekeurde helm, oogbescherming en beschermende kledij te dragen. Ook de passagier van een 2-UP-model moet een goedgekeurde helm met harde kinbeschermer dragen. WAT KAN ER GEBEUREN De volgende punten betreffen de bestuurder en de passagier (2-UP- modellen): Wanneer u rijdt zonder goedgekeurde helm neemt het risico op een ernstig of zelfs dodelijk hoofdletsel bij een ongeval aanzienlijk toe.
Pagina 26
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Gebruik van dit voertuig als u onder invloed bent van drugs of alcohol. WAT KAN ER GEBEUREN Hierdoor kan de passagier vallen (2-UP-modellen). Dit kan uw beoordelingsvermogen ernstig aantasten. Uw reactiesnelheid kan afnemen. Uw evenwicht en perceptie kunnen eronder lijden. Dit kan leiden tot een ongeluk of overlijden van de passagier (2-UP-mo- dellen) en/of bestuurder.
Pagina 27
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Te snel rijden met dit voertuig. WAT KAN ER GEBEUREN De kans dat u de controle over uw voertuig verliest en een ongeluk heeft neemt toe. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Pas uw snelheid altijd aan aan het terrein, de zichtbaarheid, de rijomstan- digheden en uw ervaring.
Pagina 28
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden op twee wielen, springen en andere stunts. WAT KAN ER GEBEUREN Verhoogt het risico van bestuurder en passagier (2-UP-modellen) op een ongeluk, inclusief kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Haal nooit stunts uit, zoals op twee wielen rijden of springen. Probeer niet op te scheppen.
Pagina 29
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden op bevroren waterwegen. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt zwaar of zelfs dodelijk letsel oplopen als u door het ijs breekt. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Begeef u nooit met dit voertuig op een bevroren oppervlak, tenzij u zeker weet dat het ijs dik en stevig genoeg is om het voertuig en zijn lading te dragen en bestand is tegen de kracht die een bewegend voertuig uitoefent.
Pagina 30
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Onvoldoende voorzichtig rijden op onbekend terrein. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt op verborgen rotsblokken, bulten of gaten stoten zonder voldoen- de tijd om te reageren. Uw voertuig kan kantelen of oncontroleerbaar worden en de passagier kan worden weggeslingerd (2-UP-modellen).
Pagina 31
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Onvoldoende voorzichtig rijden op zeer ruige, gladde of losse ondergrond. WAT KAN ER GEBEUREN Uw voertuig kan zijn grip verliezen en oncontroleerbaar worden. Dit kan leiden tot een ongeluk, bijvoorbeeld kantelen of wegslingeren van de passagier (2-UP-modellen). HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Rijd nooit op te ruige, gladde of losse ondergrond, tot u de nodige vaar- digheid heeft verworven om uw voertuig onder controle te houden op...
Pagina 32
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd draaien. WAT KAN ER GEBEUREN Het voertuig kan oncontroleerbaar worden en een botsing veroorzaken, kantelen of de passagier wegslingeren (2-UP-modellen). HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Volg altijd de juiste procedures om te draaien, die u verder in deze Ge- bruikershandleiding vindt.
Pagina 33
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden op zeer steile hellingen. WAT KAN ER GEBEUREN Het voertuig kan sneller kantelen op zeer steile hellingen dan op vlakke ondergrond of lichte hellingen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Begeef u met dit voertuig nooit op hellingen die te steil zijn voor het voertuig of voor uw rijvaardigheid.
Pagina 34
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd bergop rijden. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt de controle verliezen, de passagier kan worden weggeslingerd (2-UP-modellen) of uw voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Volg altijd de juiste procedures om bergop te rijden, die u verder in deze Gebruikershandleiding vindt.
Pagina 35
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd bergaf rijden. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt de controle verliezen, de passagier kan worden weggeslingerd (2-UP-modellen) of uw voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Volg om bergaf te rijden altijd de juiste procedures die u verder in deze Gebruikershandleiding vindt.
Pagina 36
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd dwars op een helling rijden of keren op een helling. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt de controle verliezen, de passagier kan worden weggeslingerd (2-UP-modellen) of uw voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Voer dit manoeuvre nooit uit op een 2-UP-model met een passagier aan boord.
Pagina 37
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN Enkel 1-UP-modellen WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Stilvallen, achteruit rollen of verkeerd afstappen tijdens het bergop rijden. WAT KAN ER GEBEUREN Uw voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Schakel naar een gepaste versnelling en houd een constante snelheid aan bij het bergop rijden.
Pagina 38
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN Enkel 2-UP-modellen WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Stilvallen, achteruit rollen of verkeerd afstappen tijdens het bergop rijden. WAT KAN ER GEBEUREN Uw voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Schakel naar een gepaste versnelling en houd een constante snelheid aan bij het bergop rijden.
Pagina 39
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd over hindernissen rijden. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt de controle verliezen of botsen en de passagier (2-UP-modellen) kan worden weggeslingerd. Het voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN De bestuurder van een 2-UP-model is verantwoordelijk voor de veiligheid van zijn passagier.
Pagina 40
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd slippen of schuiven. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt de controle over uw voertuig verliezen. U kunt ook plots opnieuw grip krijgen, waardoor het voertuig kan kantelen of de passagier kan worden weggeslingerd (2-UP-modellen). HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Vermijd slippen en schuiven met een 2-UP-model wanneer er een pas- sagier aan boord is.
Pagina 41
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Met het voertuig door diep of snel stromend water rijden. WAT KAN ER GEBEUREN De banden kunnen gaan drijven, waardoor u uw grip en de controle verliest en een ongeval kunt veroorzaken. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Rijd nooit met dit voertuig door snel stromend water of door water dat dieper is dan de specificaties verder in deze Gebruikershandleiding.
Pagina 42
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd achteruit rijden. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt tegen een hindernis of persoon achter het voertuig rijden en ernstige verwondingen veroorzaken. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Controleer wanneer u in achteruit schakelt of er geen hindernissen of personen achter het voertuig zijn.
Pagina 43
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden met ongeschikte banden, met een verkeerde of ongelijkmatige bandenspanning. WAT KAN ER GEBEUREN Wanneer u rijdt met ongeschikte banden of een verkeerde of ongelijk- matige bandenspanning kunt u de controle over het voertuig verliezen, een klapband krijgen of kunnen de banden loskomen van de velgen. Daardoor neemt het risico op een ongeluk toe.
Pagina 44
Alle onderdelen en accessoires die u aan dit voertuig toevoegt, moeten goedgekeurd zijn door BRP en worden geïnstalleerd en gebruikt volgens de aanwijzingen. Met al uw bijkomende vragen kunt u bij een erkende Can-Am dealer te- recht.
Pagina 45
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Overladen van dit voertuig en verkeerd dragen of slepen van lasten. WAT KAN ER GEBEUREN Het rijgedrag van het voertuig kan veranderen, wat tot ongelukken kan leiden. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Overschrijd nooit de aangegeven maximale belading van dit voertuig, inclusief bestuurder en passagier (2-UP-modellen), alle lasten en bijko- mende accessoires.
Pagina 46
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Het transport van ontvlambare of gevaarlijke materialen kan tot ontplof- fingen leiden. WAT KAN ER GEBEUREN Dit kan ernstig letsel of zelfs de dood tot gevolg hebben. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Vervoer nooit ontvlambare of gevaarlijke materialen. VEILIGHEIDSINFORMATIE...
Pagina 47
RIJDEN MET UW VOERTUIG Terwijl u de gebruikershandleiding doorleest, onthoud dat: WAARSCHUWING Duidt op een mogelijk gevaar dat, indien het niet wordt vermeden, kan leiden tot ernstige of dodelijke verwondingen. Om ten volle te kunnen genieten van een aangename en boeiende rit met uw voertuig MOET u enkele basisregels en tips in acht nemen.
Pagina 48
RIJDEN MET UW VOERTUIG voorzichtig. Neem nooit onnodige risico's, waardoor u of uw passagier zou kunnen vastlopen of gewond raken. Ga er nooit van uit dat het voertuig overal veilig zal geraken. Door onver- wachte terreinveranderingen, zoals putten, laagtes, glooiingen, zachtere of hardere “grond”...
Pagina 49
RIJDEN MET UW VOERTUIG TE INSPECTEREN TE INSPECTEREN ITEMS Controleer of de zitting van de bestuurder op zijn plaats staat en goed vergrendeld is. Controleer of de passagiersstoel en de koffer correct zijn ZITTING(EN) aangebracht en bevestigd (2-UP-modellen). Controleer de handgrepen en rugleuning van de passagier (2-UP-modellen) Respecteer de maximale belasting als u lading vervoert.
Pagina 50
RIJDEN MET UW VOERTUIG Te doen nadat de motor is gestart TE INSPECTEREN TE INSPECTEREN ITEMS Draai het stuur heen en weer om na te gaan of het stuur vrij kan STUURINRICHTING bewegen. SCHAKELHENDEL Controleer de werking van de schakelhendel (P, R, N, H en L). KEUZESCHAKELAAR Controleer de werking van de 2WD/4WD-keuzeschakelaar.
Pagina 51
ÉÉN (1) passagier. De passagier moet plaatsnemen op de daartoe voorziene passagiersstoel en zich altijd vasthouden aan de handgrepen. Installeer NOOIT een andere passagiersstoel dan het door BRP aanbevolen model. Laat geen passagier(s) plaatsnemen op de bagagerekken. Wanneer u meer dan ÉÉN (1) passagier vervoert, komen de stabiliteit en bestuur- baarheid van het voertuig in het gedrang.
Pagina 52
RIJDEN MET UW VOERTUIG van het voertuig niet kan hinderen. Houd er rekening mee dat de “lading” kan gaan schuiven of vallen en een ongeluk kan veroorzaken. Vermijd la- dingen die er opzij uitsteken en aan struiken of andere obstakels kunnen blijven haken.
Pagina 53
RIJDEN MET UW VOERTUIG voorzichtig wanneer u een geladen aanhangwagen loskoppelt; de wagen of de lading kan op u of anderen vallen. Draai nooit met een hoge snelheid. Rijd altijd in lage versnelling en vertraag sterk. Werken met uw voertuig Uw voertuig kan u helpen bij een aantal uiteenlopende LICHTE taken, gaande van sneeuw ruimen tot hout slepen of een last vervoeren.
Pagina 54
RIJDEN MET UW VOERTUIG Eerstehulpkit Verstelbare steeksleutel Antisliptape Zaklamp Een touw Bril met donkere glazen Reservelampjes Kaart van het traject Bijgeleverde gereedschapstas Snack Milieu Eén van de voordelen van dit voertuig is dat u zich op ongebaand terrein kunt begeven tot ver buiten de bewoonde wereld. Doe dit echter altijd met respect voor de natuur en de rechten van andere natuurliefhebbers.
Pagina 55
RIJDEN MET UW VOERTUIG Gebruik off-road Rijden op ongebaand terrein is per definitie gevaarlijk. Elk terrein dat niet speciaal werd voorbereid om voertuigen te dragen houdt gevaren in omdat men nooit op voorhand weet welke oneffenheden men tegenkomt, hoe vast de ondergrond is en hoe steil de helling. Het terrein zelf is daarom een permanente risicofactor, die elke persoon die op avontuur trekt moet aanvaarden en incalculeren.
Pagina 56
RIJDEN MET UW VOERTUIG We raden u aan op uw ATV te zitten bij rijden in achteruit. Sta zo weinig mogelijk rechtop. Als uw gewicht naar voren verschuift en tegen de gas- hendel komt, kunt u onverhoeds versnellen. Bergop rijden Door zijn configuratie kan dit voertuig uitstekend klimmen, zo goed zelfs dat het eerder zal kantelen dan zijn tractie te verliezen.
Pagina 57
RIJDEN MET UW VOERTUIG Dit voertuig zal gewoonlijk “stoppen” wanneer de voor- of achterwielen over een steile daling rijden. Als het om een steile, diepe afgrond gaat zal het voertuig met zijn neus naar beneden duiken en kantelen. WAARSCHUWING Vermijd steile dalingen. Keer om en kies een alternatieve route. Rijden over besneeuwde oppervlakken Let bij de inspectie voor het vertrek speciaal op die plekken op het voertuig waar sneeuw- en ijsafzettingen de zichtbaarheid van de achterlichten en...
Pagina 58
RIJDEN MET UW VOERTUIG Denk eraan: met een passagier rijden heeft een weerslag op de besturing en de stabiliteit van uw voertuig. Probeer met een passagier nooit manoeu- vres uit te voeren waardoor het voertuig kan gaan schuiven en de passa- gier, na een abrupte stilstand, kan worden afgeworpen en/of het voertuig kan gaan rollen of kantelen.
Pagina 59
RIJDEN MET UW VOERTUIG Hoewel dit voertuig is uitgerust met een degelijk ophangingssysteem, kan het rijden op zeer hobbelig of uiterst ruig terrein u een onaangenaam gevoel geven of zelfs rugletsels veroorzaken. Vaak moet u in gehurkte houding rijden. Vertraag dan en vang de schokken gedeeltelijk op met gebogen benen.
Pagina 60
RIJDEN MET UW VOERTUIG Natte remmen verminderen het remvermogen van uw voertuig. Laat de remmen altijd drogen door ze meermaals te activeren wanneer het voertuig uit water, modder of sneeuw komt. Wanneer u een passagier meeneemt op een 2-UP-model heeft dit een grote weerslag op uw remafstand. Matig uw snelheid altijd wanneer u een passagier meeneemt.
Pagina 61
RIJDEN MET UW VOERTUIG om te verhinderen dat ijs of sneeuw zich kunnen vastzetten. Raadpleeg de paragraaf ALGEMENE BEDIENINGS- EN VEILIGHEIDSVOORSCHRIF- TEN in dit hoofdstuk voor nadere informatie over rijden op besneeuwde oppervlakken. Rijden op zandduinen of sneeuw is nog een unieke ervaring, waarvoor u echter enkele elementaire voorzorgen moet nemen.
Pagina 62
RIJDEN MET UW VOERTUIG Als u toch begint te slippen of schuiven, kan het nuttig zijn het stuur te draaien in de richting waarin u slipt tot u het voertuig opnieuw onder controle krijgt. U mag nooit bruusk remmen en de wielen blokkeren. Respecteer en volg de signalisatie langs het pad.
Pagina 63
RIJDEN MET UW VOERTUIG van de helling en blijf uit de buurt van het voertuig en de draaiende wielen. Probeer het voertuig nooit tegen te houden als het begint te kantelen. Blijf uit de buurt. Rijd niet met hoge snelheid over een heuveltop. Achter de top kunnen er hindernissen of een steile afgrond liggen.
Pagina 64
RIJDEN MET UW VOERTUIG naar beneden. Loop en stap altijd af aan de hoger gelegen zijde van de helling en blijf uit de buurt van het voertuig en de draaiende wielen. Probeer het voertuig nooit tegen te houden als het begint te kantelen. Blijf uit de buurt.
Pagina 65
RIJDEN MET UW VOERTUIG 2-UP-modellen Vergeet niet dat de bestuurder verantwoordelijk is voor de veiligheid van zijn passagier. Laat hem in geval van twijfel afstappen voordat u bergaf rijdt. Denk eraan: wanneer u met een passagier rijdt heeft dit een grote invloed op de besturing van uw voertuig, de stabiliteit en de remafstand.
Pagina 66
RIJDEN MET UW VOERTUIG Dwars op een helling rijden 1-UP-modellen Dit is één van de gevaarlijkste manieren van rijden, omdat het evenwicht van het voertuig drastisch verandert. Vermijd dit zoveel mogelijk. Als het toch niet anders kan, verplaats dan ALTIJD uw lichaamsgewicht naar de top van de helling toe en houd u klaar om er aan deze zijde af te springen mocht het voertuig beginnen kantelen.
Pagina 67
RIJDEN MET UW VOERTUIG 2-UP-modellen Vergeet niet dat de bestuurder verantwoordelijk is voor de veiligheid van zijn passagier. Laat hem in geval van twijfel afstappen voordat u doorgaat. Denk eraan: wanneer u met een passagier rijdt heeft dit een grote invloed op de besturing van uw voertuig, de stabiliteit en de remafstand.
Pagina 68
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT Loshangend Etiket Dit voertuig is bij zijn levering voorzien van etiketten en labels met belang- rijke veiligheidsinformatie. Iedereen die met dit voertuig rijdt, moet deze informatie lezen en begrijpen voor het rijden. WAARSCHUWING Zoek en lees de gebruikershandleiding. Verkeerd gebruik van deze ATV kan tot ERNSTIGE of DODELIJKE VERWONDINGEN leiden.
Pagina 69
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT 2-UP-modellen VEILIGHEIDSINFORMATIE...
Pagina 70
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT Veiligheidslabels op het voertuig Lees alle veiligheidslabels op uw voertuig aandachtig door. Deze labels zijn bevestigd op het voertuig voor de veiligheid van de bestuurder, passagier en omstan- ders. De veiligheidslabels op uw voertuig moeten als vaste onderdelen van het voertuig worden beschouwd.
Pagina 71
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT Label 1 LABEL 1: 2-UP-MODELLEN WAARSCHUWING Label 2 Zoek en lees de gebruikers- handleiding. Verkeerd gebruik WAARSCHUWING van deze ATV kan tot ERNSTI- GE of DODELIJKE VERWON- Als u jonger bent dan 16 jaar, DINGEN leiden. Volg alle aan- dan brengt het rijden op deze wijzingen en waarschuwingen ATV een verhoogd risico met...
Pagina 72
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT Label 3 LABEL 5: 1-UP-MODELLEN LABEL 3 Label 4 LABEL 5: 2-UP-MODELLEN LABEL 4 Label 5 WAARSCHUWING Zoek en lees de gebruikers- handleiding. Vervoer NOOIT een passagier op 1-upmodellen en vervoer NOOIT meer dan één passa- gier op de 2-upmodellen.
Pagina 73
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT Label 6 WAARSCHUWING Neem NOOIT een passagier mee op deze drager. MAXIMALE BELADING VOOR: 45 kg gelijkmatig verdeeld. MAXIMALE BELADING ACHTER: 90 kg gelijkmatig verdeeld (inclusief het disselgewicht van de aanhanger indien van toepassing). LABEL 6 - OPMERKING: RAADPLEEG DE SPECIFICATIES VOOR DE TOEPASSELIJKE WAARDEN Label 7 WAARSCHUWING...
Pagina 74
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT LABEL 7 < 235 kg (517 lb) MAX: 48.3 kPa MAX: 48.3 kPa (7 psi) (7 psi) MIN: 34.5 kPa MIN: 34.5 kPa (5 psi) (5 psi) 135 kg 13 kg (297 lb) (28 lb) 704903944 LABEL 7 - 2-UP-MODELLEN - OPMERKING: RAADPLEEG DE SPECIFICATIES VOOR TOEPASSELIJKE WAARDEN VOOR BANDEN...
Pagina 75
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT Label 8 WAARSCHUWING Maak NIETS hier of aan het ba- gagerek vast om iets te trekken. Hierdoor kan uw voertuig kante- len. Gebruik enkel de trekhaak of hulphaak om lasten te trek- ken. LABEL 10 LABEL 8 Label 9 LABEL 9...
Pagina 76
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT Label 11 LABEL 11 VEILIGHEIDSINFORMATIE...
Pagina 77
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT Conformiteitslabels Deze labels geven weer of het voertuig conform is. ONDER ZITTING, OP DE BOVENSTE STANG VAN HET CHASSIS Technische informatiela- bels LUCHTFILTERHUIS VEILIGHEIDSINFORMATIE...
Pagina 78
Deze pagina is opzettelijk blanco VEILIGHEIDSINFORMATIE...
Pagina 80
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING OPMERKING: Sommige bedieningselementen/instrumenten/uitrusting zijn opties. TYPISCH - ALLE MODELLEN...
Pagina 81
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING TYPISCH - 1-UP-MODELLEN TYPISCH - 1-UP-MODELLEN...
Pagina 82
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING TYPISCH - 2-UP-MODELLEN TYPISCH - 2-UP-MODELLEN...
Pagina 83
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING 1) Gashendel De gashendel bevindt zich rechts aan het stuur. Wanneer deze naar voren wordt geduwd verhoogt het motortoeren- tal tot waar het kan schakelen naar de gekozen versnelling. Zodra de hendel wordt losgelaten keert de motor automatisch terug naar het stationair toerental en vertraagt het voertuig geleidelijk.
Pagina 84
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING Wanneer hij wordt losgelaten moet de hendel automatisch terugkeren naar zijn oorspronkelijke stand. Het remeffect is evenredig met de kracht die op de hendel wordt uit- geoefend. 4WD-MODUS TYPISCH Om de 4WD-modus uit te schake- 1. Remhendel len zet u de schakelaar op 2WD. 2.
Pagina 85
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING OPMERKING Let op dat u het 5) Schakelhendel remslot volledig ontgrendelt De schakelhendel zit aan de rech- voordat u met het voertuig ver- terkant van het voertuig naast de trekt. Wanneer de remmen tij- stuurkolom. dens het rijden slepen door een aanhoudende druk op de hendel, Een hendel met 5 standen: P, R, kan dit leiden tot beschadiging...
Pagina 86
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING Deze schakelaar dient om de kop- R: Achteruit lamp te schakelen tussen het dim- In deze stand kan het voertuig licht of grootlicht. achteruit rijden. De snelheid van het voertuig is beperkt. WAARSCHUWING Voor u het voertuig in achteruit schakelt, moet u nagaan of er geen hindernissen of omstan- ders achter het voertuig staan.
Pagina 87
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING Druk de ophefknop in en houd hem 8) Motorstartknop ingedrukt terwijl u de gashendel De motorstartknop bevindt zich geleidelijk indrukt. links aan het stuur. OPMERKING: Bij gebruik van de De knop dient om de motor te opheffunctie schuift de melding starten.
Pagina 88
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING 1. Keuze meeteenheid TYPISCH 1. Display 1 (snelheidsmeter) Taalselectie 2. Display 2 (modus) De taal van de meter kan worden 3. Display 3 (modus/bericht) gewijzigd. Raadpleeg een erkende 4. Displaykeuzetoets Can-Am dealer voor de beschikbare 5. Toerenteller talen en om de meter in te stellen 6.
Pagina 89
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING Kilometerteller (ODO) Motor-uurmeter Tripmeter (TRIP) Registreert de motorbedrijfsduur. Uurmeter (TRIP TIME) Motortoerentallen Voertuig-uurmeter (ENGINE Meet het aantal toeren per minuut HOURS) (RPM). Motortoerental minuut Klok (RPM) Toont de huidige tijd. Klok (CLOCK). Om de huidige tijd in te stellen gaat OPMERKING: Er verschijnt ook u als volgt te werk: een afkorting van de geselecteerde...
Pagina 90
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING 9. Kies het eerste minutencijfer door op de knop te drukken. 10. HOUD de knop ingedrukt. 11. Kies het tweede minutencijfer door op de knop te drukken. 12. Druk op de knop om de instellin- gen te bevestigen (CLOCK (Klok) verschijnt in display 3).
Pagina 91
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING Versnellingsdisplay Deze display toont in welke versnel- ling het voertuig staat. 1. Brandstofpeilaanduiding 2. Verklikkerlichtje te laag brandstofpeil Verklikkerlichtjes 1. Versnelling OPMERKING: geven in combinatie met TABEL VAN MELDINGEN IN Weergave Functie DISPLAY 3 (MODUS/BERICHT) Parkeren bijkomende informatie over meldin- gen.
Pagina 92
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING Beschrijving: Remslot is ingeschakeld. 4WD-systeem is geactiveerd. Brandstofpeil laag. verklikkerlichtje BRANDT, 1. 12-volt-voedingsuitgang betekent dit dat er in de 2. Beschermkapje brandstoftank nog maar 12) Contactschakelaar brandstof overblijft. De contactschakelaar bevindt zich Motor en werking van het op het centrale paneel bij de stuur- D.E.S.S.-systeem controleren.
Pagina 93
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING In de stand AAN met lichten gaan alle lichten branden, ook als de motor niet draait. Vergeet niet dat de accu ontlaadt wanneer de lich- ten branden zonder dat de motor draait. Draai de contactschakelaar altijd op UIT wanneer de motor is gestopt.
Pagina 94
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING Hier kunnen bestuurder en passa- De passagier moet zich tijdens de gier (2-UP modellen) hun voeten rit altijd goed vasthouden aan de stevig neerzetten. handgrepen. WAARSCHUWING De passagier moet zich altijd vasthouden aan de passagiers- handgrepen, niet aan de be- stuurder.
Pagina 95
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING TYPISCH 1. Passagiersstoel 1. Gaten voor de positioneerbuizen van de 2. Ingebouwde rugsteun passagiersstoel Druk de zitting daarna stevig naar Verwijdering passagiersstoel beneden tot ze vastklikt. Trek aan een van de vergrendelings- OPMERKING: U zult duidelijk een hendels van de passagiersstoel. Deze beide hendels zitten links en klik voelen.
Pagina 96
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING 1. Rubbersluiting 1. koffer Het voertuig is heel eenvoudig om Verwijderen van het te bouwen: Verwijder de passa- handschoenvak giersstoel en installeer de koffer. Haal de koffer los van het voertuig door aan de riem te trekken. WAARSCHUWING Verwijder het handschoenvak. Wanneer de passagiersstoel Installeer de passagiersstoel terug, wordt verwijderd, wordt dit een...
Pagina 97
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING 1-UP-MODELLEN 1. Zadelvergrendeling 1. Steek de lipjes in de haakjes 2. Haakjes WAARSCHUWING Uiterst belangrijk voor de veilig- heid van de chauffeur is dat u controleert of de chauffeurs- stoel correct op zijn plaats ver- grendeld zit door deze meer- maals achteruit en omhoog te trekken.
Pagina 98
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING WAARSCHUWING Neem nooit een passagier mee op een bagagerek. De lading mag het gezicht van de bestuurder of de goede bestuurbaarheid nooit belem- meren. Overbelast het voertuig niet. Zorg er altijd voor dat de lading goed is bevestigd en niet uit de rekken steekt.
Pagina 99
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING OPMERKING: Bevestig de aan- WAARSCHUWING hangwagen volgens de aanwijzin- gen van de fabrikant. De haak van de lier vooraan, indien aanwezig, moet worden 22) Gereedschapsset verwijderd opgeborgen, wanneer u zich met uw voertuig Het gereedschapskistje zit in het op de openbare weg of publieke bergvak achteraan.
Pagina 100
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING 25) Voertuigslot Het voertuigslot bevindt zich rechts van de motor naast de par- keerstand van de schakelhendel. Dit slot dient om de schakelhendel in de parkeerstand te vergrendelen. OPMERKING: Het voertuig is niet op slot als het mechanisme is inge- 1.
Pagina 101
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING Demonteer het paneel voor toe- gang tot het servicevak. 1. Aansluiting afstandsbediening Meer informatie over de lier vindt u in de BASIC GUIDE TO WIN- 1. Toegangspaneel CHING TECHNIQUES (handleiding 2. Voorrekken basistechnieken lier). 3. Grendel OPMERKING Berg geen voorwer- OPMERKING Koppel de afstands- pen op in het servicevak vooraan.
Pagina 102
BRANDSTOF OPMERKING Experimenteer Vereiste brandstof nooit met andere brandstoffen. OPMERKING Gebruik altijd ver- Gebruik van ongeschikte brand- se benzine. Benzine oxideert, stof kan motor- of systeemscha- waardoor het octaangetal daalt, de veroorzaken. vluchtige ingrediënten vervliegen Tankprocedure en er gomvorming en aanslag ontstaan, die uw brandstofsys- teem kunnen beschadigen.
Pagina 103
BRANDSTOF 3. Open de tankdop met de bijge- leverde sleutel. 4. Schroef de tankdop linksom los en verwijder deze. 5. Steek het pistool in de vulmond. 6. Vul rustig brandstof bij zodat de lucht uit de tank kan ontsnap- pen en vermijd dat de brandstof terugstroomt.
Pagina 104
INRIJPERIODE Vermijd het slepen van een last. Gebruik tijdens de inrij- Vermijd rijden op een hoge periode kruissnelheid. Het voertuig heeft een inrijperiode van 10 bedrijfsuren of 300 km no- dig. Na de inrijperiode moet uw voer- tuig door een erkende Can-Am dealer worden geïnspecteerd.
Pagina 105
BASISPROCEDURES OPMERKING Stop het voertuig De motor starten altijd helemaal en druk op de rem De schakelhendel moet in de voordat u de schakelhendel ver- PARKEER-stand of NEUTRAAL zet om naar een andere versnel- staan. ling te schakelen. Als u dit niet doet, kan dit de transmissie be- OPMERKING: Gemakshalve is er schadigen.
Pagina 106
SPECIALE PROCEDURES OPMERKING Als het voertuig Wat als er water in de geen onderhoudsbeurt krijgt, kan CVT zit? dit leiden tot permanente schade aan de volgende componenten Wanneer u vermoedt dat er water (niet-exhaustieve lijst): is binnengedrongen in het CVT- deksel, moet u de aftapplug ope- Motor en versnellingsbak nen en de CVT-behuizing laten...
Pagina 107
SPECIALE PROCEDURES Can-Am dealer brengen. PROBEER DE MOTOR NOOIT TE STARTEN! OPMERKING Een ondergedom- peld voertuig kan ernstige scha- de oplopen als het niet op de juiste wijze wordt herstart. Van zodra het voertuig uit het water wordt getrokken, moet u het vol- gende doen: Tap de CVT af.
Pagina 108
UW RIT AANPASSEN WAARSCHUWING WAARSCHUWING De linker- en rechterregelnok- De afstelling van de ophanging ken moeten altijd in dezelfde kan de bestuurbaarheid van het stand worden ingesteld. Regel voertuig beïnvloeden. Neem nooit één enkele regelnok bij. steeds de tijd om vertrouwd te Bij een ongelijke afstelling kan raken met het rijgedrag van het het voertuig minder handelbaar...
Pagina 109
TRANSPORT VAN HET VOERTUIG Bevestig het voertuig voor trans- port met aangepaste bevestigings- middelen op de aanhangwagen of pick-up. Gewoon touw is niet aan- bevolen. WAARSCHUWING Sleep dit voertuig nooit achter een wagen of een ander voer- tuig. Gebruik een aanhangwa- gen.
Pagina 112
INVAARINSPECTIE BRP raadt u aan uw voertuig na de eerste 10 bedrijfsuren of 300 km rijden, afhankelijk van wat eerst voorvalt, te laten inspecteren door een erkende Can-Am dealer. De invaarinspectie is erg belangrijk en mag niet worden verwaarloosd. OPMERKING: De inrij-inspectie valt ten laste van de eigenaar van het voertuig.
Pagina 113
INVAARINSPECTIE VERVANGEN AANPASSEN AANDRAAIEN INRIJPERIODE CONTROLEKAART SMEREN REINIGEN INSPECTEREN MOTOR Motorolie en filter Klepspeling Motorpakkingen Motorbevestigingen Uitlaatsysteem KOELSYSTEEM Radiatordop/koelsysteem-drukproef Radiator MOTORBEHEERSYSTEEM (EMS) EMS-sensoren EMS-foutcodes BRANDSTOFSYSTEEM Gasklephuis Gashendel Gaskabel Lekproef brandstoftank, brandstofleidingen, brandstofrails, aansluitingen en keerkleppen ELEKTRISCH SYSTEEM Staat en spleet van de bougie Accu-aansluitingen Elektrische aansluitingen en bevestiging (ontstekingssysteem, startsysteem, brandstofinjectoren enz.)
Pagina 114
INVAARINSPECTIE VERVANGEN AANPASSEN AANDRAAIEN INRIJPERIODE CONTROLEKAART SMEREN REINIGEN INSPECTEREN CVT-TRANSMISSIE CVT luchtinlaat AANDRIJFSYSTEEM 4 x 4 koppelingseenheid Manchetten en beschermers aandrijfas Differentiëlen vooraan/achteraan (oliepeil, pakkingen en ontluchtingsopeningen) Achterste cardanasverbinding WIEL/BANDEN Wielmoeren/tappen STUURSYSTEEM Stuursysteem (kolom, lager enz.) Uitlijning van de voorwielen REMMEN Remvloeistof...
Pagina 115
ONDERHOUDSSCHEMA Het onderhoud is zeer belangrijk om uw voertuig in een veilig functione- rende staat te houden. De eigenaar is verantwoordelijkheid voor een be- hoorlijk onderhoud. Het voertuig dient servicebeurten te ondergaan volgens het onderhoudsschema. Ook als u het onderhoudsschema volgt moet u steeds de inspectie voor het vertrek uitvoeren.
Pagina 116
ONDERHOUDSSCHEMA ONDERHOUDSSCHEMA 25 U OF 750 km A: AFREGELEN 50 U OF 1.500 km C: REINIGEN I: INSPECTEREN 100 U OF 1 JAAR OF 3.000 km L: SMEREN 200 U OF 2 JAAR OF 6.000 km R: VERVANGEN UIT TE VOEREN DOOR ONDERDEEL/TAAK LEGENDE KOELSYSTEEM...
Pagina 117
ONDERHOUDSSCHEMA ONDERHOUDSSCHEMA 25 U OF 750 km A: AFREGELEN 50 U OF 1.500 km C: REINIGEN I: INSPECTEREN 100 U OF 1 JAAR OF 3.000 km L: SMEREN 200 U OF 2 JAAR OF 6.000 km R: VERVANGEN UIT TE VOEREN DOOR ONDERDEEL/TAAK LEGENDE MOTORBEHEERSYSTEEM (EMS)
Pagina 118
ONDERHOUDSSCHEMA ONDERHOUDSSCHEMA 25 U OF 750 km A: AFREGELEN 50 U OF 1.500 km C: REINIGEN I: INSPECTEREN 100 U OF 1 JAAR OF 3.000 km L: SMEREN 200 U OF 2 JAAR OF 6.000 km R: VERVANGEN UIT TE VOEREN DOOR ONDERDEEL/TAAK LEGENDE BRANDSTOFSYSTEEM...
Pagina 119
ONDERHOUDSSCHEMA ONDERHOUDSSCHEMA 25 U OF 750 km A: AFREGELEN 50 U OF 1.500 km C: REINIGEN I: INSPECTEREN 100 U OF 1 JAAR OF 3.000 km L: SMEREN 200 U OF 2 JAAR OF 6.000 km R: VERVANGEN UIT TE VOEREN DOOR ONDERDEEL/TAAK LEGENDE CVT-TRANSMISSIE...
Pagina 120
ONDERHOUDSSCHEMA ONDERHOUDSSCHEMA 25 U OF 750 km A: AFREGELEN 50 U OF 1.500 km C: REINIGEN I: INSPECTEREN 100 U OF 1 JAAR OF 3.000 km L: SMEREN 200 U OF 2 JAAR OF 6.000 km R: VERVANGEN UIT TE VOEREN DOOR ONDERDEEL/TAAK LEGENDE AANDRIJFSYSTEEM...
Pagina 121
ONDERHOUDSSCHEMA ONDERHOUDSSCHEMA 25 U OF 750 km A: AFREGELEN 50 U OF 1.500 km C: REINIGEN I: INSPECTEREN 100 U OF 1 JAAR OF 3.000 km L: SMEREN 200 U OF 2 JAAR OF 6.000 km R: VERVANGEN UIT TE VOEREN DOOR ONDERDEEL/TAAK LEGENDE STUURSYSTEEM...
Pagina 122
ONDERHOUDSSCHEMA ONDERHOUDSSCHEMA 25 U OF 750 km A: AFREGELEN 50 U OF 1.500 km C: REINIGEN I: INSPECTEREN 100 U OF 1 JAAR OF 3.000 km L: SMEREN 200 U OF 2 JAAR OF 6.000 km R: VERVANGEN UIT TE VOEREN DOOR ONDERDEEL/TAAK LEGENDE OPHANGING...
Pagina 123
ONDERHOUDSSCHEMA ONDERHOUDSSCHEMA 25 U OF 750 km A: AFREGELEN 50 U OF 1.500 km C: REINIGEN I: INSPECTEREN 100 U OF 1 JAAR OF 3.000 km L: SMEREN 200 U OF 2 JAAR OF 6.000 km R: VERVANGEN UIT TE VOEREN DOOR ONDERDEEL/TAAK LEGENDE REMMEN...
Pagina 124
ONDERHOUDSPROCEDURES Dit hoofdstuk bevat aanwijzingen terelement in de volgende stoffige voor de elementaire onderhouds- omstandigheden: procedures. Als u over de nodige Rijden op droog zand. mechanische deskundigheid en de Rijden op droge, met aarde be- vereiste hulpmiddelen beschikt, dekte oppervlakken. kunt u deze procedures zelf uitvoe- Rijden op droge grindwegen of ren.
Pagina 125
ONDERHOUDSPROCEDURES raden. Perslucht kan de papierve- zels beschadigen waardoor het filtervermogen in een stoffige omgeving zal afnemen. OPMERKING Gebruik geen wasmiddel om de papierfilter te wassen. Schuimfilterelement schoonmaken 1. Besproei de binnen- en buiten- 1. Maak de klemmen los kant van het schuimfilterele- Maak de klem los en verwijder de ment met luchtfilter.
Pagina 126
ONDERHOUDSPROCEDURES 4. Het schuimelement helemaal laten drogen. TYPISCH - FILTERELEMENT MET OLIE SMEREN TYPISCH - DROOG 3. 3 tot 5 minuten laten rusten. OPMERKING: Een tweede toepas- 4. Neem eventuele overtollige olie, sing kan noodzakelijk zijn voor die naar de papierfilter zou kun- zwaar vervuilde elementen.
Pagina 127
ONDERHOUDSPROCEDURES Ontluchtingsfilter van de brandstoftank Vervanging van de ontluchtingsfilter van de brandstoftank 1. Verwijder de zitting. 2. Bepaal de locatie van de ontluch- tingsfilter van de brandstoftank. RECHTERKANT VAN HET VOERTUIG 1. Afvoerleiding 1. Ontluchtingsfilter van de brandstoftank 3. Verwijder de filter door de slan- 1.
Pagina 128
ONDERHOUDSPROCEDURES 1. Schroef de peilstok los, verwij- der hem en wrijf hem schoon. 2. Plaats de peilstok terug en schroef hem helemaal vast. 3. Verwijder de peilstok opnieuw en lees het oliepeil af. Dat moet dicht bij het bovenste merkte- ken liggen.
Pagina 129
ONDERHOUDSPROCEDURES De oliewissel dient met een warme OPMERKING: De XPS-olie werd motor te gebeuren. speciaal ontwikkeld en getest voor deze zeer veeleisende motor. LET OP De motorolie kan erg Als deze niet beschikbaar is, ge- heet zijn. Om brandwonden te bruik dan 4-taktmotorolie SAE die voorkomen mag u de motoraftap- voldoet aan de vereisten van de...
Pagina 130
ONDERHOUDSPROCEDURES RECHTERKANT VAN DE MOTOR RECHTERKANT VAN HET VOERTUIG 1. Olieaftapplug 1. Motorkap 2. Pakkingring Schroef het oliefilterdeksel los. Laat alle olie uit het carter af. Vervang de pakkingring van de olieaftapplug. Maak de plaats voor de pakkingring op de motor en de olieaftapplug schoon en breng de plug weer aan.
Pagina 131
ONDERHOUDSPROCEDURES Controleer de filterinlaat- en uitlaat Radiator op verontreinigingen en reinig deze zones. Radiatorinspectie Controleer af en toe of de omge- ving van de radiator schoon is. 1. Inlaatboring van oliepomp naar oliefilter 2. Uitlaatboring naar het motorolie-toevoer- systeem TYPISCH Wis eventueel gemorste olie van 1.
Pagina 132
ONDERHOUDSPROCEDURES ALLEEN LAGE DRUK; GEBRUIK GEEN HOGEDRUKREINIGER. Laat de werking van het koelsys- teem controleren door een erkende Can-Am dealer. Motorkoelvloeistof Motorkoelvloeistofpeil WAARSCHUWING SERVICECOMPARTIMENT Controleer het koelvloeistofpeil 1. Radiatordop wanneer de motor koud is. 2. Dop koelmiddelreservoir Voeg nooit koelvloeistof toe aan het koelsysteem terwijl de mo- Wanneer het voertuig op een vlak tor heet is.
Pagina 133
2. Zijpanelen aal bestemd voor aluminium inter- ne verbrandingsmotoren. Verwijder de rechtermotorkap. Vul het koelsysteem met BRP voorgemengd koelmiddel (Stuknr. 219 700 362) of met gedestilleerd water en een antivriesoplossing (50 % gedestilleerd water, 50 % antivries).
Pagina 134
ONDERHOUDSPROCEDURES 1. Ontluchtingsschroef 2. Motortemperatuursensor 1. Koelvloeistofaftapplug Laat het systeem helemaal leeglo- Koppel de motortemperatuursen- pen. sor-connector los. Installeer de koelvloeistofaftapplug terug. A a n d r a a i m o m e n t 10 N•m ± 1.2 N•m . 1.
Pagina 135
ONDERHOUDSPROCEDURES Inspecteer alle aansluitingen op lekkage en controleer het koelvloei- stofpeil in het reservoir. Wis eventueel gemorste koelvloei- stof van de motor. Verwijder de oude koelvloeistof volgens de plaatselijke milieuvoor- schriften. Vonkafleider knalpot Reiniging vonkafleider knalpot 1. Koelvloeistofslang De knalpot moet regelmatig wor- 2.
Pagina 136
ONDERHOUDSPROCEDURES TYPISCH 1. Verwijder deze schroeven 1. Reinigingsplug Neem de behuizing uit elkaar. 2. Knalpot Blokkeer het uiteinde van de knal- Schuif de rubberen beschermer pot met een poetslap en start de achteruit zodat de gaskabelafstel- motor. schroef zichtbaar wordt. Drijf het motortoerental meermaals even op om de opgehoopte kool- stof uit de knalpot te stuwen.
Pagina 137
ONDERHOUDSPROCEDURES LINKERKANT VAN DE MOTOR 1. Beschermer in de behuizing 1. Gaskabel 2. Zijdeksel Verwijder de kabel uit de gashen- 3. Verwijder de schroef delbehuizing. 4. Maak de clip van het deksel los OPMERKING: Schuif de kabel in Steek de naald van de oliebus in de gleuf van de clip en trek het ka- het uiteinde van de gaskabelafstel- schroef.
Pagina 138
ONDERHOUDSPROCEDURES Gaskabel afstellen LET OP Zet altijd een veilig- Schuif de rubberen beschermer heidsbril op wanneer u met pers- achteruit zodat de gaskabelafstel- lucht werkt. schroef zichtbaar wordt. Verwijder het linkerzijpaneel. Draai de borgmoer los en draai aan Koppel de bougiekabel los. de afstelschroef tot de gashendel de juiste speling heeft.
Pagina 139
ONDERHOUDSPROCEDURES Accu reinigen Accu Reinig de accu, de behuizing en polen met een oplossing van natri- WAARSCHUWING umcarbonaat en water. Draai de contactsleutel altijd in Verwijder roest van de accuklem- de stand UIT, alvorens onder- men en -polen met een harde sta- houds- of reparatiewerken aan len borstel.
Pagina 140
ONDERHOUDSPROCEDURES OPMERKING Gebruik geen zeke- Koplampen vervangen ring met een hogere capaciteit OPMERKING Raak het glas van om ernstige schade te vermijden. een halogeenlamp nooit met de blote vingers aan, want dan gaat Locatie zekeringen deze minder lang mee. Als het De zekeringen zitten in het service- glas toch wordt aangeraakt, rei- vak vooraan en achteraan naast de...
Pagina 141
ONDERHOUDSPROCEDURES DUW OP HET VERGRENDELINGSLIPJE OM DE CONNECTOR TE ONTGRENDE- OPMERKING: Op de volgende illu- TYPISCH straties werd het voorpaneel van Installeer de verwijderde onderde- het voertuig verwijderd om een len opnieuw correct in de omge- keerde volgorde dan waarin u ze duidelijker beeld te geven.
Pagina 142
ONDERHOUDSPROCEDURES 1. Standlichtfitting Druk de lamp in en houd ze vast 2. Koplampbehuizing terwijl u ze linksom losdraait. Houd de lamp ingeduwd en maak Om de nieuwe lamp te installeren ze linksom draaiend los. drukt u ze eerst in en draait rechts- Om de nieuwe lamp te installeren drukt u ze eerst in en draait rechts- Monteer de verwijderde onderde-...
Pagina 143
ONDERHOUDSPROCEDURES Wielen en banden Bandenspanning WAARSCHUWING De bandenspanning heeft een grote invloed op de besturing en stabiliteit van het voertuig. Door een te lage spanning kan de band leeglopen en loskomen van het wiel. Bij overdruk kan de band springen. Houd u altijd aan de aanbevolen bandenspan- ning.
Pagina 144
ONDERHOUDSPROCEDURES aangeraden een bandenpomp en een reparatieset mee te nemen. Inspectie banden Controleer de banden en velgen op schade. Controleer de banden ook op slijta- ge. Vervang ze indien nodig. Roteer de banden niet. De banden vooraan en achteraan hebben een andere maat.
Pagina 145
ONDERHOUDSPROCEDURES lijk, smeer de tap en span de moer VET VOOR OPHANGINGEN weer aan. VET VOOR Product OPMERKING Gebruik altijd de OPHANGINGEN aanbevolen door wielmoeren die per type wiel zijn (Stuknr. 293 550 033) aanbevolen. Het gebruik van an- dere moeren kan schade aan de velgen veroorzaken.
Pagina 146
ONDERHOUDSPROCEDURES Stuur remblokken. Raadpleeg een erken- de Can- dealer. Inspectie stuurinrichting Vloeistofreservoir remhendel Spoorstangen Draai het stuur recht vooruit zodat Inspecteer de trekstanghuizen op het reservoir waterpas staat. barsten. WAARSCHUWING De trekstang moet worden ver- vangen, als de hoes is gebar- sten.
Pagina 147
ONDERHOUDSPROCEDURES Gebruik altijd remvloeistof die vol- doet aan de specificatie DOT 4. Inspectie rem LET OP De remmen kunnen na langdurig gebruik van het voer- tuig zeer heet zijn en brandwonden veroorzaken. Wacht tot de remmen zijn afgekoeld. Voer de volgende controles uit om de remmen in goede conditie te houden: 1.
Pagina 148
VERZORGING VAN HET VOERTUIG Verzorging na gebruik voertuig zoutwateromgeving hebt gebruikt (strand, bij het te water laten of uit het water halen van boten enz.), moet u het afspoelen met zoet water om het voertuig en al zijn onderdelen in goede staat te hou- den.
Pagina 149
BEWARING EN VOORBEREIDING OP HET RIJSEIZOEN WAARSCHUWING Laat een erkende Can-Am dea- ler inspecteren of het brandstof- systeem intact is volgens het ONDERHOUDSSCHEMA . Als u het voertuig 4 maanden of langer niet gebruikt, is een correcte opslag noodzakelijk. Uw erkende Can-Am dealer kan u hier meer over vertellen.
Pagina 152
2. Modelnummer tieaanvraag naar behoren in te vul- Motoridentificatienum- len. Er wordt geen garantie gebo- den door BRP als het motoridentifi- catienummer (E.I.N.) of het voertui- gidentificatienummer (V.I.N.) werd verwijderd, onleesbaar werd ge- maakt of op een of andere manier werd veranderd.
Pagina 153
400 cm³ Compressieverhouding 10,3:1 Decompressortype Automatisch Maximumtoerental (TPM) 7500 TPM Nat carter met vervangbare Type oliefilter BRP ROTAX papiertype, Oliefilter vervangbaar Inhoud (olieverversing met filter) (motor/transmissie) Gebruik in de zomer het SYNTHETISCHE 4-TAKT Smering XPS-OLIEMENGSEL (ZOMERKWALITEIT) (Stuknr. 293 600 121)
Pagina 154
Type parkeerstand, neutraal en achteruit KOELSYSTEEM Mengsel ethylglycol/water (50% koelvloeistof, 50% water). Gebruik voorgemengde Type koelvloeistof verkocht door BRP Koelvloeistof (Stuknr. 219 700 362) of speciaal voor aluminium motoren ontwikkelde koelvloeistof Inhoud 2,5 L ELEKTRISCH SYSTEEM Output van de magneetgenerator...
Pagina 155
SPECIFICATIES OUTLANDER 400 EFI / MODEL OUTLANDER MAX 400 EFI ELEKTRISCH SYSTEEM (vervolg) Type Type droge accu Spanning 12 volt Accu Nominale stroom 18 A•h Output starter 0,7 KW Koplamp 2 x 35 W Achterlicht/remlicht 5/21 W Richtingaanwijzers 10 W Extra voeding- saansluiting Diagnose...
Pagina 156
SPECIFICATIES OUTLANDER 400 EFI / MODEL OUTLANDER MAX 400 EFI BRANDSTOFSYSTEEM Elektronische brandstofinjectie (EFI), Brandstofaflevering Type gasklephuis Dell'Orto 46 mm Elektrische brandstofpomp in Brandstofpomp Type de tank Leegloopsnelheid 1300 ± 50 TPM Type Normale loodvrije benzine 87 op de pomp aangegeven AKI Brandstof (92 RON) –...
Pagina 157
SPECIFICATIES OUTLANDER 400 EFI / MODEL OUTLANDER MAX 400 EFI TRANSMISSIE Continu Variabele Transmissie Type (CVT) Schakeltoerental (TPM) 2000 ± 100 TPM BESTURING 1-UP 1 800 mm Draaistraal 2-UP 2 000 mm Totale spoorbreedte (voertuig op de grond) 0 mm ± 4 mm Wielvluchthoek 0°...
Pagina 158
SPECIFICATIES OUTLANDER 400 EFI / MODEL OUTLANDER MAX 400 EFI REMMEN Voorrem Type Hydraulisch, 2 schijven Achterrem Type Hydraulisch, enkele schijf Inhoud 180 ml Remvloeistof Type DOT 4 Hydraulische vergrendeling 4 Remslot wielen Vooraan Metaal Materiaal remblokken Achteraan Metaal Minimale dikte remblokken 1 mm Vooraan 3,5 mm...
Pagina 159
SPECIFICATIES OUTLANDER 400 EFI / MODEL OUTLANDER MAX 400 EFI AFMETINGEN 1-UP 218 cm Totale lengte 2-UP 239 cm Totale breedte 117 cm Totale hoogte 114 cm 1-UP 124 cm Wielbasis 2-UP 145 cm Vooraan 96,5 cm Wielspoor Achteraan 91,4 cm Bodemvrijheid 23,6 cm GEWICHT EN LAADVERMOGEN...
Pagina 162
RICHTLIJNEN VOOR HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN MOTOR DRAAIT NIET 1. Contactschakelaar staat op UIT. Zet de schakelaar op AAN. 2. Motorstopschakelaar. Zorg dat de motorstopschakelaar op RUN (rijden) staat. 3. Transmissie staat niet in de PARKEER-stand (P) of in NEUTRAAL (N).
Pagina 163
RICHTLIJNEN VOOR HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN MOTOR WENTELT MAAR START NIET 1. Verdronken motor (bougie nat bij verwijdering). (Modus verdronken) Als de motor niet start en teveel brandstof bevat, kan deze modus worden geactiveerd om de brandstofinjectie te verhinderen en de ontsteking te onderdrukken tijdens het starten. Ga als volgt te werk: •...
Pagina 164
RICHTLIJNEN VOOR HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN MOTOR MIST ACCELERATIE OF VERMOGEN 1. Bougie vuil of defect. Zie punt MOTOR WENTELT MAAR START NIET. 2. Motor krijgt onvoldoende brandstof. Zie punt MOTOR WENTELT MAAR START NIET. 3. Motor raakt oververhit. Zie OVERVERHITTING VAN DE MOTOR. 4.
Pagina 165
RICHTLIJNEN VOOR HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN MOTOR WEIGERT 1. Bougie vuil/defect/versleten. Reinig/controleer de bougie en het verwarmingsbereik. Vervangen indien nodig. 2. Water in de brandstof. Tap het brandstofsysteem af en hervul het met verse brandstof. VOERTUIG BEREIKT MAXIMUMSNELHEID NIET 1. Motor. Zie MOTOR MIST ACCELERATIE OF VERMOGEN.
Pagina 166
MELDINGEN OP DE DISPLAY VAN DE MULTIFUNCTIONELE METER Controlelampje(s) Melding Beschrijving Dit duidt aan dat u de verkeerde contactsleutel INVALID KEY heeft gebruikt. Gebruik de juiste contactsleutel (verkeerde sleutel) Motor controleren voor dit voertuig. Misschien maakt de contactsleutel ook een slecht contact. Verwijder (verkeerde sleutel) hem en maak hem schoon.
Pagina 168
Gebeurt dit toch, dan zijn deze niet afdwingbaar van BRP. BRP behoudt zich het recht voor, deze garantie op elk gewenst ogenblik te wijzigen. Dergelijke wijzigingen zullen echter geen invloed hebben op de garantievoorwaarden die van toepassing waren op producten, die tijdens de geldigheidsduur van deze garantie werden verkocht.
Pagina 169
Schade ten gevolge van de verwijdering van onderdelen, onoordeel- kundige reparaties, service, onderhoud of aanpassingen of gebruik van onderdelen en toebehoren die niet door BRP zijn geproduceerd of goedgekeurd, die naar zijn redelijke oordeel niet compatibel zijn met waterscooters of een negatieve invloed hebben op de werking, pres-...
Pagina 170
Zoals beschreven in de ’Gebruikershandleiding, moet het vereiste routineonderhoud tijdig worden uitgevoerd om aanspraak te kunnen maken op de garantie. BRP behoudt zich het recht voor, een bewijs van correct onderhoud te vragen als voorwaarde voor prestaties onder garantie.
Pagina 171
9) BIJSTAND VOOR DE KLANT 1. In geval van discussie of geschil betreffende deze beperkte garantie, raadt BRP u aan met de Can-Am ATV distributeur/dealer naar een op- lossing voor de kwestie te zoeken. We raden u aan het probleem te bespreken met de servicemanager of zaakvoerder van de erkende Can-Am ATV distributeur/dealer.
Pagina 172
België Tel.: + 32 9 218 26 00 Neem voor alle andere landen contact op met uw plaatselijke Can-Am ATV distributeur/dealer (bezoek voor contactgegevens onze website op www.brp.com) of neem contact op met ons Noord-Amerikaanse kantoor: BOMBARDIER RECREATIONAL PRODUCTS INC.
Pagina 173
Bombardier Recreational Products Inc. (BRP)* geeft een garantie op zijn Can-Am ATV bouwjaar 2014 die wordt verkocht door Can-Am ATV-distri- buteurs of -dealers die door BRP gemachtigd zijn om Can-Am ATV's te distribueren ("Can-Am ATV-distributeur/dealer") in lidstaten van de EER (dit is de "Europese Economische Ruimte", nl.
Pagina 174
BEPERKTE GARANTIE VAN BRP VOOR DE EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE, HET RUSSISCHE GEMENEBEST EN TURKIJE: 2014 CAN-AM de garantievoorwaarden die van toepassing waren op producten, die tijdens de geldigheidsduur van deze garantie werden verkocht. 3) UITSLUITINGEN ZIJN NIET GEWAARBORGD De volgende zaken onder deze beperkte garantie vallen in geen geval onder de garantie: Normale gebruikssporen en slijtage;...
Pagina 175
Turkije voor inwoners van Turkije; en Zoals beschreven in de ’Gebruikershandleiding, moet het vereiste routineonderhoud tijdig worden uitgevoerd om aanspraak te kunnen maken op de garantie. BRP behoudt zich het recht voor, een bewijs van correct onderhoud te vragen als voorwaarde voor prestaties onder garantie.
Pagina 176
9) BIJSTAND VOOR DE KLANT 1. In geval van discussie of geschil betreffende deze beperkte garantie, raadt BRP u aan met de Can-Am ATV distributeur/dealer naar een op- lossing voor de kwestie te zoeken. We raden u aan het probleem te bespreken met de servicemanager of zaakvoerder van de erkende Can-Am ATV distributeur/dealer.
Pagina 178
BEPERKTE GARANTIE VAN BRP VOOR DE EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE, HET RUSSISCHE GEMENEBEST EN TURKIJE: 2014 CAN-AM BIJKOMENDE VOORWAARDEN UITSLUITEND VOOR FRANKRIJK De volgende voorwaarden gelden uitsluitend voor producten die in Frankrijk zijn verkocht: De verkoper levert goederen die in overeenstemming zijn met het contract en is verantwoordelijk voor defecten die aanwezig zijn bij de levering.
Pagina 180
BESCHERMING VAN DE PRIVACY Bij deze deelt BRP u mee dat uw contactgegevens zullen worden gebruikt voor veiligheids- en garantiegebonden doeleinden. Bovendien kunnen BRP en zijn dochtermaatschappijen hun klantenlijsten gebruiken om marketing en promotionele informatie over BRP en gerelateerde producten te verdelen.
Pagina 181
Gelieve ingeval van verandering van eigenaar een bewijs toe te voegen dat de vroegere eigenaar met de overdracht heeft ingestemd. Wanneer u BRP op de hoogte brengt, zelfs nadat de beperkte garantie is afgelopen, kan BRP u bereiken indien dit nodig zou zijn, bijvoorbeeld als er ATV's zouden worden teruggeroepen om veiligheidsredenen.
Pagina 184
VERANDERING VAN ADRES/EIGENAAR OPMERKINGEN OPMERKINGEN...
Pagina 185
Informeer bij de dealer waar u uw voertuig kocht of uw voertuig werd geregistreerd bij BRP. Onthoud tijdens het lezen van deze Gebruikershandleiding, dat: WAARSCHUWING Duidt op een mogelijk gevaar dat, indien het niet wordt vermeden, kan leiden tot ernstige of dodelijke verwondingen.