Inhoudsopgave
Advertenties
WEGWIJS
IN UW
Schakel het kinderveiligheidsslot op beide
AUTO
achterportieren in en controleer of het sys-
teem is ingeschakeld door aan de handgreep aan
de binnenzijde van het portier te trekken.
VEILIGHEID
NOODPORTIERVERGRENDELING
ACHTER (5-deurs uitvoeringen) fig. 89
STARTEN
De achterportieren zijn voorzien van een systeem waar-
EN RIJDEN
mee ze kunnen worden vergrendeld als er geen stroom
aanwezig is.
LAMPJES
In dat geval moet u:
EN MELDINGEN
❒ de contactsleutel in het slot B te steken;
❒ het slot van stand 2 in stand 1 draaien en het portier
sluiten.
NOODGEVALLEN
Als het systeem is ingeschakeld, kunt u de achterportie-
ren weer openen met de handgrepen in de auto.
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
fig. 89
88
ATTENTIE!
F0U0081m
ATTENTIE!
Bedien het kinderveiligheidsslot niet als de
noodportiervergrendeling achter al is in-
geschakeld.
Als beide systemen zijn ingeschakeld: om het por-
tier weer te kunnen openen, moet eerst met de
handgreep in de auto de noodportiervergrende-
ling achter worden uitgeschakeld en vervolgens
het portier met de handgreep aan de buitenzijde
worden geopend.
Advertenties
Inhoudsopgave
