Als de auto lange tijd wordt gebruikt/stilstaat in bergach-
WEGWIJS
tige/koude gebieden, is het raadzaam dieselbrandstof te
IN UW
tanken die ter plaatse beschikbaar is.
AUTO
In dat geval is het bovendien raadzaam een hoeveelheid
brandstof in de tank te houden die groter is dan 50% van
de nuttige inhoud.
VEILIGHEID
STARTEN
Tank bij auto's met dieselmotor uitsluitend
EN RIJDEN
dieselbrandstof voor motorvoertuigen die
voldoet aan de Europese specificatie
EN590. Het gebruik van andere producten of meng-
LAMPJES
sels kan de motor onherstelbaar beschadigen en het
EN MELDINGEN
vervallen van de garantie tot gevolg hebben. Mocht
u onverhoopt een ander type brandstof tanken, dan
mag de motor niet worden gestart en moet de
brandstoftank worden afgetapt. Ook als de motor
NOODGEVALLEN
slechts kort heeft gedraaid, moet naast de brand-
stoftank, ook alle brandstof uit het gehele brand-
stofcircuit worden afgetapt.
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
126
TANKDOP fig. 128
Om te tanken moet u het klepje A openen en vervolgens
de dop B losdraaien. De tankdop is voorzien van een koord
C dat aan het klepje vastzit, om verlies van de dop te voor-
komen.
Op enkele uitvoeringen is de tankdop B voorzien van een
slot. De tankdop kan worden bereikt door het tankklepje
A te openen. Draai vervolgens de contactsleutel in het slot
van de dop linksom en draai de dop los.
Door de hermetische afsluiting van de tank kan de druk in
de tank iets verhoogd zijn. Het is daarom normaal als u bij
het losdraaien van de tankdop een sissend geluid hoort.
Plaats tijdens het tanken de dop in de uitsparing op het
tankklepje, zoals afgebeeld in de fig. 128.
fig. 128
F0U0111m