❒ bij uitvoeringen met een wieldeksel moet het wiel-
deksel worden verwijderd na het losdraaien van de 3
wielbouten. Draai vervolgens de vierde wielbout L-fig.
154 los en trek het wiel los;
❒ zorg ervoor dat de boutgaten en alle contactvlakken
van het reservewiel schoon zijn en geen onzuiverhe-
den bevatten, omdat hierdoor na verloop van tijd de
wielbouten kunnen loslopen;
❒ monteer het reservewiel en draai de eerste wielbout
twee slagen in het gat dat zich het dichtst bij het ven-
tiel bevindt;
❒ monteer het wieldeksel waarbij het gat met het hal-
vemaantje over de wielbout moet vallen die reeds met
de bijgeleverde sleutel is geplaatst;
❒ draai de wielbouten handvast aan;
❒ draai de slinger L-fig. 153 van de krik zodat de auto
zakt, en verwijder de krik;
fig. 154
❒ draai met de bijgeleverde sleutel de wielbouten kruise-
lings vast, in de volgorde die in fig. 155 is aangegeven;
❒ als u een wiel met een lichtmetalen velg verwisselt en
u wilt deze tijdelijk in de reservewielbak plaatsen, dan
raden wij u aan om het wiel met de gepolijste zijde
aan de bovenkant te plaatsen.
F0U0137m
fig. 155
WEGWIJS
IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
F0U0138m
179