REMVLOEISTOF fig. 210
WEGWIJS
IN UW
Draai de dop A los: controleer of het remvloeistofniveau
AUTO
nog op het maximum niveau staat.
Het niveau mag nooit het MAX-merkteken overschrijden.
Als vloeistof moet worden bijgevuld, dan raden wij u aan
VEILIGHEID
de remvloeistof te gebruiken die staat vermeld in de ta-
bel "Vloeistoffen en smeermiddelen" (zie het hoofdstuk
"Technische gegevens").
STARTEN
OPMERKING Maak de dop van het reservoir A en het
EN RIJDEN
omringende oppervlak zorgvuldig schoon.
Wees bij het openen van de dop bijzonder voorzichtig
LAMPJES
zodat er geen vuil in het reservoir komt.
EN MELDINGEN
Gebruik voor het bijvullen altijd een trechter met een in-
gebouwde filterzeef van maximaal 0,12 mm.
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
fig. 210
224
BELANGRIJK De remvloeistof is hygroscopisch (trekt wa-
ter aan). Daarom verdient het aanbeveling, als de auto
overwegend wordt gebruikt in gebieden met een hoge
luchtvochtigheid, de vloeistof vaker te vervangen dan in
het "Geprogrammeerd Onderhoudsschema" staat aan-
gegeven.
Voorkom contact tussen de zeer corrosie-
ve remvloeistof en de lak. Als remvloeistof
wordt gemorst, moet de lak onmiddellijk
met water worden afgespoeld.
De remvloeistof is giftig en zeer corrosief.
Als per ongeluk remvloeistof wordt ge-
morst, moeten de betreffende delen onmiddellijk
worden gewassen met water en neutrale zeep en
daarna met veel water worden afgespoeld. Bij in-
slikken dient onmiddellijk een arts te worden ge-
raadpleegd.
Het symbool π op het reservoir geeft aan
dat synthetische remvloeistof en geen mi-
nerale vloeistof moet worden gebruikt. Het gebruik
van minerale vloeistoffen moet absoluut worden
vermeden, omdat de rubbers in het remsysteem
door deze vloeistoffen worden beschadigd.
F0U0288m
ATTENTIE!
ATTENTIE!