MISTACHTERLICHT fig. 60
WEGWIJS
Druk op knop 4. Het mistachterlicht werkt alleen als het
IN UW
dimlicht of de buitenverlichting en de mistlampen voor (in-
AUTO
dien aanwezig) zijn ingeschakeld.
Op het instrumentenpaneel gaat het controlelampje 4
branden. Druk voor uitschakeling nogmaals op de knop of
VEILIGHEID
schakel het dimlicht en/of de mistlampen voor (indien aan-
wezig) uit.
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
fig. 60
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
fig. 61
72
Het gebruik van het mistachterlicht is afhankelijk van de
wetgeving van het land waarin u zich bevindt. Houdt u aan
de voorschriften.
ELEKTRISCHE STUURBEKRACHTIGING
DUALDRIVE fig. 61
Druk op de knop A voor inschakeling van de functie
"CITY" (zie de paragraaf "Elektrische stuurbekrachtiging
Dualdrive" in dit hoofdstuk). Als de functie is ingeschakeld,
dan wordt op het instrumentenpaneel het lampje CITY ver-
licht. Druk nogmaals op de knop om deze functie uit te
schakelen.
ACHTERRUITVERWARMING fig. 62
Druk voor inschakeling op de knop A. Bij ingeschakelde
achterruitverwarming zorgt een tijdschakeling ervoor dat
de verwarming na ongeveer 20 minuten uitschakelt.
F0U0056m
F0U0057m
fig. 62
F0U0038m