PERIODIEKE CONTROLES
WEGWIJS
IN UW
Iedere 1.000 km of voor een lange reis controleren en
AUTO
eventueel bijvullen:
❒ niveau van de motorkoelvloeistof;
VEILIGHEID
❒ niveau van de remvloeistof;
❒ niveau van de ruitensproeiervloeistof;
❒ conditie en spanning van de banden;
STARTEN
EN RIJDEN
❒ werking verlichting (koplamp-/achterlichtunits, rich-
tingaanwijzers, waarschuwingsknipperlichten enz.);
❒ werking ruitenwissers/-sproeiers voor/achter en stand/
LAMPJES
slijtage wisserbladen voor/achter;
EN MELDINGEN
Iedere 3.000 km controleren en eventueel bijvullen:
motorolieniveau.
Gebruik bij voorkeur producten van PETRONAS LUBRI-
NOODGEVALLEN
CANTS omdat die speciaal zijn afgestemd op de Fiat-
modellen (zie de "Vullingstabel" in het hoofdstuk "Tech-
nische gegevens").
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
216
ZWAAR GEBRUIK VAN DE AUTO
Als de auto overwegend onder zware bedrijfsomstandig-
heden rijdt, zoals:
❒ trekken van aanhangers of caravans;
❒ rijden op stoffige wegen;
❒ veel korte ritten (minder dan 7-8 km) en bij buiten-
temperaturen onder nul;
❒ veel langdurig stationair draaiende motor of lange rit-
ten bij lage snelheden (bijv. bij huis-aan-huis bezorging)
of als de auto lang stilstaat;
❒ in de stad;
is het noodzakelijk de volgende controles vaker uit te voe-
ren, dan in het Geprogrammeerd Onderhoudsschema
staat aangegeven:
❒ remblokken voor (schijfremmen) op conditie en slij-
tage controleren;
❒ vergrendelmechanismen van de motorkap en achterklep
op vervuiling controleren en mechanismen smeren;
❒ visueel de conditie controleren van: motor, versnel-
lingsbak, aandrijfassen, uitlaat, brandstof- en remlei-
dingen, rubber delen (stofkappen, hoezen enz.) en rub-
ber slangen van rem- en brandstofsysteem;
❒ acculading en niveau van het elektrolyt in de accu con-
troleren;
❒ conditie van aandrijfriemen voor hulporganen visueel
controleren;
❒ pollenfilter controleren en eventueel vervangen;
❒ luchtfilter controleren en eventueel vervangen.