Inklappen
WEGWIJS
IN UW
De spiegel kan (bijv. bij nauwe doorgangen) van stand
AUTO
1– fig. 39 in stand 2 worden geklapt.
VEILIGHEID
STARTEN
Tijdens het rijden moeten de spiegels altijd
EN RIJDEN
in stand 1-fig. 39 staan.
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
fig. 39
46
Ontwaseming/ontdooiing
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
De buitenspiegels zijn voorzien van verwarmingselementen
die worden ingeschakeld als de achterruitverwarming wordt
ingeschakeld (door op de knop
BELANGRIJK De functie is voorzien van een tijdschakeling,
waardoor de functie na enige minuten automatisch wordt
uitgeschakeld.
De spiegel aan bestuurderszijde is bol,
waardoor de afstandswaarneming enigs-
zins wordt beïnvloed.
F0U0033m
) te drukken.
(
ATTENTIE!