BEDIENINGSKNOPPEN fig. 20
WEGWIJS
+
Om het scherm en de keuzemogelijkheden naar bo-
IN UW
ven te doorlopen of de weergegeven waarde te ver-
AUTO
hogen.
MENU
Kort indrukken voor toegang
tot het menu en/of naar het volgende scherm te
VEILIGHEID
ESC
gaan of de keuze te bevestigen.
Even ingedrukt houden om terug te keren naar het
beginscherm.
STARTEN
–
Om het scherm en de keuzemogelijkheden naar be-
EN RIJDEN
neden te doorlopen of de weergegeven waarde te ver-
lagen.
Opmerking Bij de knoppen + en – hangt de werking
LAMPJES
van het volgende af:
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
fig. 20
18
Lichtsterkte interieur regelen
– als het beginscherm wordt weergegeven, dan kunt u hier-
mee de lichtsterkte van het instrumentenpaneel, van de
autoradio en van de automatische klimaatregeling regelen.
Setup-menu
– binnen het menu kunt u het menu naar boven of bene-
den doorlopen;
– tijdens het instellen kunt u de waarde verhogen of ver-
lagen.
SETUP-MENU
Het menu bestaat uit een aantal functies dat "cyclisch"
wordt weergegeven. De functies kunnen met de knoppen
+ en – worden gekozen, waarna u keuzemogelijkheden
kunt selecteren of instellingen (setup) kunt uitvoeren.
Het setup-menu kan worden ingeschakeld door de knop
MENU ESC kort in te drukken.
Door de knoppen + en – telkens in te drukken, kunt u
de lijst van het setup-menu doorlopen.
De werking is vanaf dit moment afhankelijk van de gese-
lecteerde menuoptie.
Een menuoptie selecteren
– als u de knop MENU ESC kort indrukt, kunt u in het
menu de instelling selecteren die u wilt wijzigen;
– met de knop + of – (door de knop telkens in te druk-
ken) kan de nieuwe instelling worden geselecteerd;
F0U0019m