Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Sneeuwkettingen - Fiat Punto 2009 Instructieboekje

Verberg thumbnails Zie ook voor Punto 2009:
Inhoudsopgave

Advertenties

WINTERBANDEN
Gebruik winterbanden die dezelfde maat hebben als de
standaard geleverde banden.
Het Fiat Servicenetwerk kan u adviseren welke band het
meest geschikt is voor het doel waarvoor u deze wilt ge-
bruiken.
Houdt u voor de bandenmaat, de bandenspanning en het
type winterbanden exact aan de gegevens die staan ver-
meld in de paragraaf "Wielen" in het hoofdstuk "Techni-
sche gegevens".
De specifieke eigenschappen van winterbanden vermin-
deren aanzienlijk als de profieldiepte minder is dan 4 mm.
In dat geval is het veiliger ze te vervangen.
Door de specifieke eigenschappen van winterbanden zijn
de prestaties onder niet-winterse omstandigheden of wan-
neer er lange afstanden op de snelweg worden gereden,
minder dan die van de standaard gemonteerde banden.
Beperk het gebruik van winterbanden tot die omstandig-
heden waarvoor ze zijn goedgekeurd.
BELANGRIJK Als u winterbanden gebruikt waarvan de
maximum toegestane snelheid lager is dan de topsnelheid
van de auto (met een marge van 5%), dan dient u in het
interieur van de auto een voor de bestuurder duidelijk
zichtbaar waarschuwingsplaatje te plaatsen met de maxi-
mum toegestane snelheid wanneer met die winterbanden
wordt gereden (overeenkomstig de EU-normen).
Monteer op alle vier de wielen dezelfde banden (zelfde
merk en profieldiepte) voor meer veiligheid tijdens het
rijden en remmen en voor een betere bestuurbaarheid.
Keer de draairichting van de banden niet om.
ATTENTIE!
Bij winterbanden met de indicatie "Q"
geldt een maximum snelheid van 160
km/h; bij winterbanden met de indicatie "T" geldt
een maximum snelheid van 190 km/h; bij winter-
banden met de indicatie "H" geldt een maximum
snelheid van 210 km/h; echter de lokaal geldende
wettelijke snelheidsbeperkingen moeten altijd
worden gerespecteerd.

SNEEUWKETTINGEN

Het gebruik van sneeuwkettingen is afhankelijk van de
voorschriften van het land waar wordt gereden. De
sneeuwkettingen mogen alleen op de voorwielen gemon-
teerd worden (aangedreven wielen). Wij raden u het ge-
bruik aan van sneeuwkettingen uit het Fiat Lineaccessori-
programma. Controleer na enkele tientallen meters rijden
of de kettingen nog goed gespannen zijn.
BELANGRIJK Geef bij gemonteerde sneeuwkettingen
voorzichtig gas om het doorslippen van de aangedreven
wielen te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken. Hier-
door wordt het breken van de kettingen voorkomen en
daarmee beschadiging van de carrosserie en de mechani-
sche onderdelen.
BELANGRIJK Gebruik voor bandenmaat 195/55 R16
– 87V dunne sneeuwkettingen met een max. dikte van
7 mm; voor alle andere bandenmaten moeten dunne
sneeuwkettingen worden gebruikt met een max. dikte
van 9 mm.
WEGWIJS
IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
159

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave