OMSTANDIGHEDEN VOOR HET
HERSTARTEN VAN DE MOTOR
Vanwege comforteisen, beperking van de uitstoot en om
veiligheidsredenen kan de motor weer automatisch wor-
den gestart, zonder ingrijpen van de bestuurder, onder de
volgende omstandigheden:
❒ onvoldoende opgeladen accu;
❒ ruitenwisser ingeschakeld op maximale snelheid;
❒ beperkte onderdruk in het remsysteem (bijvoorbeeld
na herhaaldelijk intrappen van het rempedaal);
❒ auto in beweging (bijvoorbeeld wanneer bergafwaarts
wordt gereden);
❒ door het Start&Stop-systeem langer dan ongeveer 3 mi-
nuten uitgezette motor.
❒ bij automatische airconditioning, zolang nog niet een
comfortabele temperatuur in het interieur is bereikt of
als de MAX-DEF-functie is ingeschakeld.
Met een ingeschakelde versnelling kan de motor alleen au-
tomatisch worden gestart als het koppelingspedaal geheel
wordt ingetrapt. Via een melding op het instrumentenpa-
neel en het branden van het lampje fig. 121 op het instru-
mentenpaneel (indien aanwezig) wordt de bestuurder ver-
zocht deze handeling uit te voeren.
Opmerking: Als het koppelingspedaal niet wordt ingetrapt
na 3 minuten na het uitzetten van de motor, is een her-
start van de motor alleen mogelijk met behulp van de con-
tactsleutel.
Opmerking: Als de motor ongewenst is afgeslagen, bij-
voorbeeld wanneer het koppelingspedaal te snel is losge-
laten bij een ingeschakelde versnelling, en het Start&Stop-
systeem is ingeschakeld, dan kan de motor gestart wor-
den door het koppelingspedaal helemaal in te trappen of
door de versnellingspook in de vrijstand te zetten.
VEILIGHEIDSINSTELLINGEN
Als de motor is uitgezet door het Start&Stop-systeem en
de bestuurder maakt de eigen veiligheidsgordel los en opent
het bestuurders- of passagiersportier, dan kan de motor
daarna alleen worden gestart m.b.v. de contactsleutel.
De bestuurder wordt op deze situatie geattendeerd door
een geluidssignaal, een melding op het display en, voor be-
paalde uitvoeringen/markten, het knipperen van symbool
het lampje fig. 121 op het instrumentenpaneel.
"ENERGY SAVING"-FUNCTIE
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Als na een automatische start van de motor de bestuur-
der 3 minuten geen enkele actie onderneemt, dan zet het
Start&Stop-systeem de motor definitief uit om brandstof
te besparen. In dat geval kan de motor alleen gestart wor-
den met de contactsleutel.
fig. 121
WEGWIJS
IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
F0U0203m
117